De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Agenten en Dialogen Rogier van Eijk Robbert-Jan Beun Informatiekunde

Verwante presentaties


Presentatie over: "Agenten en Dialogen Rogier van Eijk Robbert-Jan Beun Informatiekunde"— Transcript van de presentatie:

1 Agenten en Dialogen Rogier van Eijk Robbert-Jan Beun Informatiekunde
Universiteit Utrecht

2 eleanor% latex beoordeling.tex…………………………………….(User Command)
This is TeX, C Version 3.14t3……………………………………...(Introductie) (beoordeling.tex…………………………………………………….(Status Feedback) LaTeX2e <1994/12/01> patch level 3 Hyphenation patterns for english, dutch, american, german, loaded. (/cadappl/tex/ver3.14/lib/tex/base/latex209.def Entering LaTeX 2.09 compatibility mode.) Document Class: article 1995/01/31 v1.2y Standard LaTeX document class (/cadappl/tex/ver3.14/lib/tex/base/size11.clo)) No file beoordeling.aux………………………………………………(Correctieve Feedback?) (/cadappl/tex/ver3.14/lib/tex/base/Ulasy.fd) Underfull \hbox (badness 1000) in paragraph at lines …..……(Correctieve Feedback?) (see the transcript file for additional information)……………………(Feedforward) Output written on beoordeling.dvi (2 pages, bytes)…………...(Completie Feedback) Transcript written on beoordeling.log. To PostScript : dvitops beoordeling.dvi…………………………….(Feedforward) To preview with X : xdvi beoordeling.dvi…………………………….(Feedforward) eleanor%……………………………………………………………….(Beurtwisseling)

3 Interactie Primaire vraag:
Wat zegt iemand in reactie op de taalhandeling van de gesprekspartner en waarom? Empirische benadering: Conversatie Analyse (observeren van gesprekken) Theoretische benadering: Kunstmatige Intelligentie (geloof en intenties) Discourse Analyse (grammatika’s van taalhandelingen) Dialoogspelen (zetten en mentale toestanden)

4 Rules on beliefs and intentions
X believes p: B(x,p) X has intention to achieve p: I(x,p) B(x,p)  B(x,p) Consistency B(x,p) & B(x,pq)  B(x,q) Closure B(x,p)  B(x, B(x,p)) Pos. Introspection B(x,p)  B(x, B(x,p)) Neg. Introspection I(x,p)  B(x,p) Efficiency I(x,p) & B(x,pq)  I(x,q) IB-Consistency I(x,p)  B(x, I(x,p)) Pos. Introspection I(x,p)  B(x, I(x,p)) Neg. Introspection

5 FC on Questioning(p): I(s, B(h, I(s, B(s,p) V B(s, p))))
FC on Stating(p): I(s, B(h,p)) Suppose a rational and cooperative situation: Tell the truth: (1) I(s, B(h, p))  B(s, p) Be cooperative: (2) B(h, I(s, p))  I(h, p) Believe the other: (3) B(h, B(s, p))  B(h, p) Answer if you can: (4) I(h, B(s, p)V B(s, p)) & B(h,p)  I(h, B(s,p)) B(h, DO(int,p))  B(h, I(s, B(h, I(s, B(s,p) V B(s, p))))) (1)  B(h, B(s, I(s, B(s,p) V B(s, p)))) (3)  B(h, I(s, B(s,p) V B(s, p))) (2)  I(h, B(s,p) V B(s, p)) (4) + B(h,p)  I(h, B(s,p))

6 Dialooggrammatika’s Opeenvolging van illocuties, bijv.:
Conversatie  Subconversatie Conversatie  Subconversatie, Conversatie Subconversatie  Paar Subconversatie  eerste(Paar), Conversatie, tweede(Paar) Paar = <Vraag, Antwoord> <Verzoek, Uitvoering/Weigering> <Bewering, Acceptatie/Verwerping> bijv. vraag/vraag/antwoord/antwoord

7 Problemen A: Ik heb een zoon van 14 B: OK A: Ik heb ook een hond
B: Nee, sorry A: Wat doet Jan voor werk? B1: Oh, dit en dat B2: Hij werkt niet B3: Geen idee B4: Wat heeft dat ermee te maken? A: Wil je nog iets drinken? B: Ja, dank je, een klein beetje graag A: Het wordt al laat. B1: Maar ik vind het zo leuk B2: Wil je gaan? B3: Vermaak je je niet?

8 De Spelmetafoor Spelers Zetten Toestand Spelregels
bijv. E2-E4, het opgooien van een kaart, het werpen van de dobbelsteen, etc. Toestand het bord, de kaarten die gedeeld zijn, de stand van de stukken, het verleden van het spel, etc. Spelregels lopers alleen schuin, ieder op zijn beurt, een zes is het hoogste, etc.

9 Communicatie als spel Spelers Zetten Spelregels Toestand
deelnemers aan de interactie Zetten de communicatieve uitingen: bijv. taalhandelingen zoals vragen, antwoorden, beweren, beloven Spelregels coöperatieprincipes: geef antwoord op vraag, voer een bevel uit, etc. Toestand gedeelde kennis, verwachtingen, doelen, etc.

10 De Informatiedialoog I: Schiphol Inlichtingen, goedemorgen.
S: Goedemorgen, U spreekt met J. Op dertig juni komt er ‘s morgens een kennis van mij aan uit Dublin met het vliegtuig. Ik weet niet wat de aankomsttijd is van dat vliegtuig. Kunt u mij daar inlichtingen over geven? I: Ik zal even voor u kijken hoor. S: Ja (5 sec.) I: Om twaalf over negen komt dat vliegtuig. S: Twaalf over negen. I: Ja. S: Bedankt. I: Graag gedaan. S: Dag. I: Dag.

11 De zetten van het spel Twee types: handelingen op de wereld
verplaatsen van de piano, een deur open doen, etc. communicatieve (of taal-)handelingen het overbrengen van een boodschap, zoals vragen, antwoorden, verzoeken, beloven, etc.

12 Driehoeksmetafoor A B Wereld Partner B Partner A

13 Basis-actietypes en informatiestromen
Wereld A B Observatie van de wereld Manipulatie van de wereld Communicatieve handeling

14 Communicatieve handelingen en informatiestromen
Het verstrekken van informatie Declaratief Jan loopt Vragen naar informatie Interrogatief Loopt Jan? Opdracht voor een directe actie Imperatief Loop Jan! Wereld A B

15 De Taakdialoog A: Neem een geel blok en een rood blok.
B: Een gele en een rode. A: Zet ze op de groene! B: Eh? A: Eerst de rode. B: Op elkaar? A: Ja, op elkaar. B: Zoiets? A: Ja, dat is okay.

16 De toestand van het spel
Alles wat van invloed kan zijn op een zet Pre-condities: Voorwaarden waaraan de situatie moet voldoen om de handeling of actie te kunnen uitvoeren Post-condities: Toestand van de situatie nadat de handeling of actie succesvol is uitgevoerd actie a1 a2 an b1 b2 bm A A’

17 Voorbeelden pre- en postcondities
Spel: ‘pion E2-E4’: precondities: pion moet op E2 staan, er mag geen andere schaakstuk staan op E3 en E4 postconditie: pion staat op E4 Computer: ‘DLN F,G,WR2’ (oftewel WR2:=F/G): precondities: G mag niet nul zijn, F en G zijn getallen postconditie: WR2 heeft waarde F/G

18 Pre- en postcondities bij taalhandelingen
‘Hierbij doop ik het schip de Titanic’ precondities: Er moet een schip zijn, een fles champagne, getuigen, de persoon die uitgekozen is om het mogen doen, etc. postconditie: het schip heet daarna Titanic Ook wel geschiktheidscondities (felicity/appropriateness conditions) Een uiting is niet waar of onwaar, maar geschikt (felicitous/appropriate) of ongeschikt als de precondities respectievelijk wel of niet gelden.

19 Precondities ‘beloven’
‘De spreker zegt dat hij een toekomstige handeling zal verrichten’ De spreker heeft de intentie het te doen De spreker gelooft dat hij het kan doen Normaliter zou de spreker de handeling niet hebben uitgevoerd De spreker denkt dat de actie in het belang van de hoorder is Verplicht zichzelf het te doen door de belofte te doen

20 De spelregels van het gesprek 1
Spelregels geven aan wat het doel is van het spel en welke zetten je kunt doen gegeven de toestand van het spel (of het gesprek) m.b.t. de Inhoud van de boodschap Illocutie van de boodschap Vorm en structuur van de boodschap

21 De spelregels van het gesprek 2
Grice’s Coöperatie Principe Maak, op het moment van deelname, je bijdrage aan het gesprek zoals vereist volgens het geaccepteerde doel of richting van het gesprek waarin je bent betrokken. 4 maximes (spelregels) van coöperativiteit

22 De Griceaanse maximes Kwaliteit: Kwantiteit: Relevantie: Stijl:
probeer alleen ware bijdrages te doen of in ieder geval voldoende bewijs te hebben voor je beweringen Kwantiteit: maak je bijdrage zo informatief mogelijk m.b.t. het doel van de uitwisseling, maar draag niet meer bij dan dat. Zeg a. niet teveel, maar b. ook niet te weinig. Relevantie: maak je bijdrage relevant Stijl: wees duidelijk, vermijd dubbelzinnigheden, wees orderlijk

23 HP 4Si HP1200c1 HP1200c2 Geel weergegeven printers zijn kleurenprinters. Gebruiker ziet grootte, kleuren en relatieve locatie, maar kent geen namen van printers. Welke printers zijn kleurenprinters? Schending Printer HP1200c1 en Printer HP1200c2 manner De kleine printer en een grote manner De rechter en middelste printer -- De gele printers, maar niet de groene quantity1 Alle printers, behalve HP 4Si manner De kleine printer quantity2 De kleurenprinters manner

24 Vraag/Antwoord Waar staat de kleurenprinter?
De kleurenprinter staat in Centrum Gebouw Noord. De kleurenprinter staat in kamer 2.34. De kleurenprinter staat naast de zwart/wit-printer. De kleurenprinter staat in kamer 2.34, maar u kunt beter de printer in 1.34 nemen. Die printer werkt niet, neem de printer in 1.34. Ah, gelukkig bent u er eindelijk, dat rotding valt ieder moment uit, neemt u hem maar mee. Hij staat in de kamer hiernaast.


Download ppt "Agenten en Dialogen Rogier van Eijk Robbert-Jan Beun Informatiekunde"

Verwante presentaties


Ads door Google