De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hdst 8 (in boek hfdst 9): beleidsanalyse

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hdst 8 (in boek hfdst 9): beleidsanalyse"— Transcript van de presentatie:

1 Hdst 8 (in boek hfdst 9): beleidsanalyse
Beleid maken is keuzes maken. -welke problemen moeten door de politiek geregeld worden en welke niet - wat zijn de oorzaken van een probleem - hoe kan het probleem geregeld worden -welke middelen kunnen daarvoor worden ingezet (de antwoorden op deze vragen zijn niet neutraal, hangen af van de ideologische bril waardoor je naar de wereld kijkt) (Overheids)beleid is een aspect, een onderdeel van politiek, een resultaat van politiek; het betreft het geheel van regels waarmee een politieke overheid de samenleving in de ene of de andere richting probeert te sturen De keuze voor een bepaald beleid bepaalt (voor een deel) hoe de samenleving eruit ziet, verklaart (voor een deel) waarom samenlevingen op een aantal cruciale punten verschillen. Maak je de keuze om hoge belastingen te heffen, en de opbrengst ervan te besteden aan herverdeling van de welvaart , aan degelijk publiek onderwijs of een goede gezondheidszorg; of hef je weinig belastingen en besteedt je het aan militaire uitgaven. Voer je een actief beleid om werklozen aan het werk te helpen en te vormen of niet; zorg je voor een ruim aanbod betaalbare cultuur (theater, musea) of niet. Organiseer je integratiecursussen voor nieuwe migranten of niet, maak je die verplicht of niet, investeer je véél in sociale huisvesting of stimuleer je mensen om een eigen huis te kopen, voer je een actief migratiebeleid of niet; investeer je véél in wetenschappelijk onderzoek of niet; voer je een streng milieubeleid of niet

2 Beleidsanalyse: deelgebied van de politieke wetenschappen
Bestudeert vnl: -Hoe een probleem plots wordt beschouwd wordt als een probleem dat door de politiek moet geregeld worden (agendering) -Hoe beslissingen worden genomen: waarom maakt men deze keuze en geen andere, welke actoren zijn er betrokken bij de totstandkoming van beleid, wie heeft welke invloed op de besluitvorming -

3 Eens een keuze is gemaakt over een bepaald beleid: hoe wordt het uitgevoerd, welke actoren zijn hier bij betrokken, hoe beïnvloeden deze de inhoud van dat beleid, leidt uitvoering al dan niet tot reörientatie

4 Het beleidscyclus model
Overheidsbeleid is een zeer complex proces, het is een voortdurende stroom van kleine en grote beslissingen waarbij héél véél verschillende actoren kunnen betrokken zijn Om het complexe proces van beleidsvoering te analyseren gebruiken we een model: het beleidscyclus model Agendavorming Beleidsvoorbereiding BesluitvormingBeleidsuitvoeringBeleidsevaluatie      Dit model beschrijft nier perfect hoe het beleid tot stand komt maar helpt ons om het proces in deelaspecten uiteen te rafelen, zodat we over elk deelaspect de relevante vragen kunnen stellen. Die keurige opvolging van fasen strook niet altijd met de realiteit. Beleidsprocessen kunnen zich in verschillende fasen tegelijk bevinden. Het proces kan op een bepaald punt stoppen. Er kunenn ook stappen achteruit gezet worden. Het fasemodel suggereert dat elk beleid in afzonderlijke cycli kan ingedeeld worden. Ook hier is de relaiteit veel complexer. Verschillende cycli lopen door elkaar. Dezelfde actoren kunnen op hetzelfde moment op verschillende beleidsprocessen tegelijk betrokken zijn. Nogmaals: het model is en reductie van de relaiteit, die het in eerste plaats moet mogelijk maken die te analyseren, er de juiste vragen over te stellen.

5 Agendavorming Fase waarin problemen gesignaleerd worden, er wordt vastgesteld wordt dat een bepaalde situatie niet overeenkomt met de wenselijke situatie, en dat er dus iets moet gebeuren om dat probleem op te lossen Verschil publieke agenda – politieke agenda Onderzoeksvragen: welke problemen komen op de publieke agenda terecht en waarom Selectiemechanismen: -ideologie, cultuur, tijdsgeest (belang van framing), afwezigheid van actoren die het probleem op de agenda plaatsen

6 Hoe raakt een thema op de politieke agenda?
-Rol van actoren van bovenaf -Rol van actoren van onderuit (actie voeren, goed comuniceren, goed framen) -Events: drama’s, rampen, gebeurtenissen (ontsnapping Dutrouw: politiehervorming; moord op Luna en haar kinderverzorgster: herziening wapenwet; electorale opgang Vlaams blok: integratiebeleid; rellen: stedenbeleid; moord crèche Dendermonde: veiligheid kinderdagverblijven, hittegolf: rusthuizen en sociale vereenzaming…) -Indicatoren: internationale en/of wetenschappelijke rapporten

7 Belang van deze fase: tijdens de agendavorming wordt bepaald hoe er over een probleem gepraat wordt; perceptie op dit moment bepaalt vaak hoe de verdere fasen van het beleidsproces zullen verlopen Vb: -zie handboek: Irak probleem van massavernietigingswapen -rellen: probleem van huisvesting?; agressieve jongeren?; discriminatie door politie?; drugsdealen? Sociale deprivatie? perceptie op het moment van de agendavorming zal bepalen welk soort beleid zal gevoerd worden

8 Beleidsvoorbereiding
Tijdens beleidsvoorbereidingsfase wordt -geformuleerd hoe de zaak aangepaakt zou kunnen worden (wat is het probleem? Wat is de oorzaak van het probleem?) Wie moet betrokken worden bij het beleidsproces Valt vaak samen met eerste fase, of kan er zelfs aan voorafgaan Vaak vrij technisch, maar ook strijd en competitie 2 onderzoeksvragen: -hoe verloopt de afweging van de verschillende mogelijkheden? -wie wordt daarbij betrokken? Administratie, partijen, parlementairen, minister en kabinetsmedewerkers, experten, academici, stakeholders Tijdens beleidsvoorbereidingsfase wordt -geformuleerd hoe de zaak aangepaakt zou kunnen worden (wat is het probleem? Wat is de oorzaak van het probleem?) Wie moet betrokken worden bij het beleidsproces Ook vb rellen: rellen,w at is oorzaak, als tijdens agendafase werdd gezegd door zij die de (macht)mogelijkheid hebben om hun visie op te leggen dat het voornamelijk een probleem van drigsdealen is Wie moet er dan betrokken worden: organisaties die doen aan preventie van drugsgebruik, afkicken, politie want drugsgebruik en verkoop is een misdrijf Vaak vrij technisch, hoewel ideologieën niet afewezig zijn; mogelijkheden en middelen worden tegen elkaar afgewogen, probleem wordt in alle details geanalyseerd en mogelijke oplossingen worden naast elkaar gelegd Fase van strijd en competitie: verschillende belangen en principes botsen met elkaar; vb, hoe jeugdwerklossheid in de steden aanpakken: door werkgevers te verplichten een aantal jongeren aan te nemen, door wg te belonen als ze jongeren aan nemen; door, en dit is ene proces op lange termijn, het onderwijs te hervormen, zodat jongeren als ze van school komen beter afgesteld zijn op de arbeidsmarkt 2 onderzoeksvragen: -hoe verloopt de afweging van de verschillende mogelijkheden? -wie wordt daarbij betrokken? Administratie, partijen, parlementairen, minister en kabinetsmedewerkers, experten, academici, stakeholders (zij die rechstreeks betrokken zijn bij het beleid of erdoor geraakt zullen worden; vaak belangenorganisaties, sociale bewegingen, pressiegroepen)

9 Besluitvorming Beslissingen worden genomen, na overweging van verschilende mogelijkheden, en afweging van voor- en nadelen ervan Soms komt men niet tot deze fase, vroegtijdige stopzetting van het beleidsproces Betreft voornamelijk actoren binnen de politieke instellingen : parlementen en regeringen Beslissingen die niet genomen worden : even relevant voor politieke wetenschapper als beslissingen die wel genomen worden

10 Welke beslissingen worden genomen?
Wat zijn de drijfveren om te komen tot een bepaalde beslissing? Waarom is men tot deze beslissing gekomen en niet tot een andere? -is besluitvorming een rationeel proces? rationele-actor-theorie: keuze voor die oplossing die beste middel is om vastgestelde doel te bereiken; realistische variant van deze theorie: bounded rationality -is besluitvorming een irrationeel proces? verward en chaotisch: een proces van muddling trough: optelsommen van kleine (incrementele) beslissingen zonder duidelijk doel, die op lange termijn wel kunnen leiden

11 Belangrijke verklarende factoren omtrent besluitvorming?
3 ‘i’: interests (belangen), institutions (instellingen) en ideas (ideeën) -belangen: een partij, minister, groep van parlementsleden neemt een beslissing of juist niet omdat ze daar belang bij heeft -instellingen: men komt tot een bepaalde beslissing omdat de regels en structuren daartoe aanzetten -ideeën: rol van ideologische voorkeuren interests (belangen): een partij, minister, groep van parlementsleden neemt een beslissing of juist niet omdat ze daar belang bij heeft vb stemrecht vreemdelingen: waarom vlaamse partijen niet; oorlog in Irak: wapenlobby, financierders van republikeinen; Verschillende soorten van belangen: electoraal belang, materieel belang, mogelijkheid om coalitie te sluiten (vb franstalige MR, geen openlijke kritiek meer op décret cohésion sociale; want schrik dat ze na de verkiezingen uit de coalitie gingen gezet worden) instellingen: men komt tot een bepaalde beslissing omdat de regels daartoe aanzetten Vb: waarom heeft vlaanderen op bepaalde vlakkenene veel actiever beleid dat franstalig belgie: minder institutionele complexiteit; stel dat duitsland ene progressiever gelijke kansenbeleid mannen en vrouwen heeft dan frankrijk of VK, dan zou dat kunnen zijn omdat ze ene meer evenredig kiesstelsen heeft, dat toelaat dat vrouwe beter vertegenwoordigd zijn in het parlement dan in ene meerdreheidssysteem -ideeën: rol van ideologische voorkeuren: waarom voert obama een hervorming door van de gezondheidszorg, overtuiging, herverdeling van welvaart; waarom christen democraten geen euthanaisie: ideologische overtuiging; waarom liberalen wel? … Onderscheid tussen deep core beliefs, policy preferences en vormen en modaliteiten van uitviering van beleid

12 Hoe beslissen? HOE komt men tot beslissingen: rol van institutionele context (geheel van geschreven en ongeschreven regels) Vbn: unicameraal of bicameraal systeem; gewone meerderheid, gekwalificeerde meerderheid of unanimiteit; al of niet coalitieregering; alarmbelprocedure; mogelijkheid tot annulatie van wet door volksraadpleging; respect voor grondwet en controle grondwettelijk hof Actoren kennen regels en anticiperen erop Hiernet zagen we theorieën waarmee we kunnen proberen begrijpen welke beslissingen uiteindelijk genomen worden en waarom; een ander boeiend aspect van de besluitvorming is de vraag HOE er precies tot beslissingen gekomen wordt. Daar speelt de institutionele context een belangrijke rol: in een politiek systeem gelden er een aantal REGELS (al dan niet geschreven) die bepalen welke procedures er gevolgd moeten worden om op een geldige manier tot een politieke regel te komen. (vb: regularisatie). Die institutionele context bepaalt héél sterk OE een beslssingen genomen wordt, de wijze waarop het belsuitvormingsproces zich afspeelt. (ilke: soms bepaalt hoe er beslssingen genomen worden ook in zekere zin welke beslissingen er genomen worden) VB: In een parlementair systeem met 2 kamers (kamer en senaat; hogerhuis en lagerhuis; reichstag en bundestag) waarbij voor een aantal regels de goedkeuring van beide kamers nodig is, verloopt de belsuitvorming op een andere manier dan in een unicameraal systeem. De 2e kamer wordt dan een veto player, een actor die de mogelijkheid heeft om nee te zeggen en zo het belsuitvormingsproces te beëindigen. In het algemeen meerderheid nodig om in een parlement tot een beslissing te komen: dat is eenvoudiger in staten die een meerdreheidskiessysteem hebben dan in staten waar een proprtioneel systeem in voege is; stel dat 2 grote partijen het niet eens zijn over een bepaalde voorstel, dat kan de rol van derde kleine partijen heel cruciaal zijn in het beleidsvormingsproces; stel dat een 2/ meerderheid nodig is (vb staatshervorming), dan zal het belidsvormingsproces veel moeilijker vetlopen, moet er een grote consensus zijn,leidt vaak tot afvalkking van oorpspronkelijke eisen -in sommige belsuitvormingssystemen is unanimiteit vereist (EU, Europese raad; wijziging Verdrag van lissabon), dan is elke actor een veto player Politieke actoren kennen deze regels en anticiperen erop: vb als 2/3 meerderheid vereist is dan weet je dat je met ene radivale eis weinig kans maakt, voorbeeld van anticiperend gedrag in zwitserland: regel dat elke wet ongedaan kan gemaakt worden door een referendum, daarom gaat aan elke wet een belangrijk consultatieproces vooraf

13 Beleidsuitvoering Beleidsuitvoering (eng: implementation, fr: mise en oeuvre): concretiseren en praktisch realiseren van de regels waarover een beslissing genomen werd Essentieel (want als geen uitvoering was al het voorgaande nutteloos) maar niet vanzelfsprekend Hindernissen bij uitvoering: helderheid (belang van uitvoeringsbesluiten en omzendrieven) en voortdurende strijd Bottom-up approach: essentiële fase die volwaardig meeschrijft aan het beleid Actoren: overheidsadministratie, of, uitbesteed Beleidsuitvoering (eng: implementation, fr: mise en oeuvre): concretiseren en praktisch realiseren van de regels waarover een beslissing genomen werd Vb: -begrotingstekort mag niet groter zijn dan BBP -elk land moet een centrum hebben dat strijd tegen racisme coordineert -auto’s mogen maar 30 km u meer rijden in omgeving van school -werklozen mogen geen werkaanbieding weigeren anders gestraft -alle nieuwe migranten moeten lessen nederlands volgen Essentieel (want als geen uitvoering was al het voorgaande nutteloos) maar niet vanzelfsprekend Hindernissen bij uitvoering: helderheid en voortdurende strijd Vaak heel vage noties in wet: die vaagheid maakte het ook vaak mogelijk om een akkoord te bereiken maar hoe moeten de uitvoerders daarmee omgaan? (uitvoeringsbelsuiten: strijd gaat verder) Vb: regularisatie om humanitaire redenen De uitvoerders hebben ook eigen voorkeuren, ideologieën, gewoonten, tradities die nite van de ene dag op de andere overboord zullen worden geworpen Vb: in cursus : max 3 % van het BBP als berotingstekort Hogere boetes voor te snel rijden: politiediensten: andere prioriteiten en ideologieën Vb: controle illegale migranten

14 2 klassiekers over beleidsuitvoering
Street-level bureaucrats (Michael Lipsky, 1980) Implementation: How Great Expectations in Washington Are Dashed in Oakland ... (Jeffrey L. Pressman & Aaron Wildavsky (1973, 1e uitgave) Beide werken zijn kenmerkend voor de bottom-up approach in beleidsonderzoek: van onder naar boven in plaats van top-down van boven naar onder : beleidsonderzoek moet zich niet zozeer op de hiërarchie richten maar op de uitvoerders aan de basis, daar wordt hetbeleid gemaakt Street-level bureaucrats (Michael Lipsky, 1980): zijn ambtenaren die véél contact hebben met de bevolking en daardoor een kritische rol spelen in de beleidsuitvoering: in dit boek probeert Lipsky de discrepantie tussen geformuleerd beleid en d efeitelijke beleidsuitvoering te verklaren door de rol die SLB spelen. SLB staan in direct contact met individuele burgers en beschikken daarbij over een aanzienlijk vrije beelidsruimte bij het uitoefenen van het beleid en beïnvloeden daardoor het oorpsronkelijk beleid Vbn: maatschapelijk werkers, leraars, ambtenaren die vergunningen toekennen -wijst ook op de vaak complexe sitiuaties ide de wetgever niet heeft voorzien 2e boek : zag dat federaal niveau 23 mil dollar had vrijgemaakt voor tewerkstellingsprogramma en een paar jaar later was het geld nog nite uitgegeven, gewoon niet uitgevoerd ( Implementation: How Great Expectations in Washington Are Dashed in Oakland ... (Jeffrey L. Pressman & Aaron Wildavsky (1973, 1e uitgave)

15 Beleidsevaluatie Formele beleidsevaluatie: studie die het beleid (pos of neg) beoordeelt adhv aantal criteria (doeltreffendheid (effectiviteit), doelmatigheid (efficiëntie), draagvalk, … Constante informele beleidsevaluatie (terugkoppeling)

16 Stijlen bestuur: meerderheid of consensus
Legt de meerderheid haar wil op (meerderheidsdemocratie: winner takes it all) of probeert men met zoveel mogelijk leden van de samenleving rekening te houden (consensusdemocratie: machtsdeling) Vroeger gebruikte term: pacificatiedemocratie, consociational democracy, konkordanzdemodemokratie: gesegmenteerde maar toch stabiele democratieën door bestuursstijl (België als vb bij uitstek; Arend Lijphart; Luc Huyse) 1, voordurende samenwerking van de elites bij crisissen die stabiliteit in gevaar brengen` 2. beslissingen via grote consensus 3. Vetorecht 4. proportionaliteit


Download ppt "Hdst 8 (in boek hfdst 9): beleidsanalyse"

Verwante presentaties


Ads door Google