De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Weeskind Dag van het Gezin Pijnlijk, gemis?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Weeskind Dag van het Gezin Pijnlijk, gemis?"— Transcript van de presentatie:

1 Weeskind Dag van het Gezin Pijnlijk, gemis?
Wees: geen vader, geen moeder Jezus tegen zijn leerlingen: “Kinderen” “Niet als wezen” Afgelopen dinsdag was het de Dag van het Gezin. Achter op de krant stond een stukje speciaal voor de kinderen. Hoe belangrijk het is dat je in een goed gezin opgroeit, een gezin met vader en moeder en broertjes en zusjes. Als kind heb je het nodig dat iemand aandacht voor je heeft en je op tijd eten en drinken geeft en een knuffel voordat je gaat slapen. Jammer genoeg zijn er veel kinderen die zo’n fijn gezin moeten missen. Als de ouders gaan scheiden, dan moeten kinderen steeds heen en weer tussen papa en mama. Als papa en mama te druk zijn met werken, aan wie kun je dan je verhaal kwijt als je uit school komt? En helemaal erg is het wanneer je vader of je moeder sterft. Ik ving een paar reacties op dat krantenstukje op die erg kritisch waren. Maak je het niet veel te simpel als je zo over een “goed gezin” schrijft? Alsof het alleen maar goed met een papa en een mama en een paar broertjes en zusjes. Gelukkig kun je als kind ook nog heel goed terechtkomen als het anders gaat. [KLIK] En jammer genoeg zijn er gezinnen mét een papa en een mama waar kinderen het toch niet goed hebben. Intussen denk ik dat je niet moet wegkijken van de scherpe kantjes, van wat er mis kan gaan als een gezin uit elkaar raakt. Juist die veilige plek waar je als kind opgroeit, die is zo belangrijk voor je verdere leven. En het scherpst voel je de pijn van wat er mis kan gaan bij het woord dat de Heer Jezus gebruikt, het woord “wezen”. Een weeskind, dat is een kind dat geen vader en moeder meer heeft. Bij ons in Nederland zal het misschien niet zo heel vaak voorkomen dat je én je vader én je moeder verliest. Zonder één van beide verder moeten, dat is al moeilijk genoeg. In andere landen sterven veel vaker mensen al op jonge leeftijd, en daar zitten hele weeshuizen vol met kinderen die niemand hebben om voor ze te zorgen. Denk maar aan die weeshuizen als je vanmorgen hoort wat Jezus zegt tegen zijn leerlingen: “Ik laat jullie niet als wezen achter.” Aan het begin van het stukje dat we gelezen hebben, spreekt Jezus zijn leerlingen aan als “kinderen”. Daar voel je hoeveel Hij om ze geeft. Hij weet dat ze Hem nodig hebben. Zijn wijze woorden. Zijn goede voorbeeld. Zijn liefde bij dag en nacht. Volwassen mannen zijn het, alle twaalf. Maar zonder Jezus zijn het net kinderen, die niet weten wat ze moeten beginnen. Hulpeloos en kwetsbaar. Zonder Jezus zijn ze weeskinderen die niet voor zichzelf kunnen opkomen en die zich niet kunnen staande houden in het geweld van de wereld. * “Ik laat jullie niet als wezen achter” – met die woorden van Jezus in het achterhoofd heeft de kerk op de kalender een “Wezenzondag” gezet. Dat is deze zondag die wij vandaag beleven, tussen Hemelvaart en Pinksteren. Dat staat haaks op wat Jezus zegt: geen wezen!

2 Verlaten? Wezenzondag: tussen Hemelvaart en Pinksteren
Jezus met zijn zegen nabij … of toch niet? Weeskinderen: zorg dat je overleeft! Niet meer denken aan vroeger In je geloof bezig met dingen die plaats van Jezus innemen? Maar misschien is dit toch het gevoel dat ons kan bekruipen. Afgelopen donderdag hebben we met Hemelvaartsdag het goede nieuws gehoord. Een boodschap om blij van te worden: Jezus is niet weg, maar juist dichterbij dan ooit. We zagen Hem naar de hemel gaan met zijn handen vol zegen over ons uitgespreid. Nu zijn we een paar dagen verder. En kun je die zegen vasthouden? Of glipt het soms toch tussen je vingers door, het gevoel, de zekerheid dat Jezus bij je is met zijn genade en vrede? Ben je soms toch als een weeskind, zonder hulp, zonder iemand die voor je zorgt en je meeneemt de goede kant op? Misschien niet zo gek, dat de kerk een zondag daaraan besteed. Een zondag om er bij stil te staan: hoe is het eigenlijk om als christen, als gemeente, te leven op aarde terwijl Jezus in de hemel is? Jezus geeft zijn zegen mee, zijn nabijheid. Maar hoe ervaar je die? En hoe houd je dat vast terwijl er zoveel is in je leven dat daar tegenin gaat? [KLIK] Als je te horen krijgt dat je ernstig ziek bent. Als het je niet lukt om vriendschappen te sluiten omdat je sociaal niet zo handig bent. Als je op de arbeidsmarkt wordt afgeschreven omdat je te oud bent en niet de goede diploma’s hebt. Als het in de kerk altijd maar stroef gaat en je hebt zelfs het gevoel dat in Nederland de kerken steeds verder leeg zullen lopen en dat steeds minder mensen oren hebben naar het evangelie van Jezus. Waar is God dan? Wat merk je dan van nabijheid en zegen? Als je even verder doordenkt over weeskinderen, dan ontdek je dat zij niet alleen maar zielig zijn. Je moet ontzettend veel missen zonder vader of moeder. Maar dan leer je ook al heel jong wat je moet doen om te overleven. Je wordt er hard van. Je leert trucs om aan eten te komen. Je sluit je aan bij een groep om samen sterk te staan tegen de buitenwereld. Je stopt je gevoel van verdriet en gemis weg. Je richt je op de toekomst: als je slim bent, ga je naar school en zorg je dat je een goede baan krijgt later. En anders kan een carrière in het criminele circuit ook nog. Je gaat jezelf bewijzen, dat niemand hoeft te merken dat jij als weeskind bent opgegroeid. Een weeskind dat ver komt in het leven – je zou er zomaar het script voor een film van kunnen maken. En ik wil dat natuurlijk doortrekken naar ons, naar hoe wij omgaan met ons geloof. Het punt is, dat je kunt proberen om voorbij het gevoel van gemis te komen. Je mist Jezus, omdat Hij niet meer zichtbaar bij je is, en dan ga je je op andere dingen richten. Bijvoorbeeld allerlei activiteiten in de kerk, dingen waar je voldoening uit kunt halen en waar andere mensen je om waarderen. Prachtig natuurlijk, actief zijn in bijbelstudie en commissies en organisaties, je uren inzetten als vrijwilliger. Maar als het nu eens een eigen leven gaat leiden? Als het in de plaats komt van Jezus … een soort bezigheidstherapie om je gemis te vergeten … Dan zitten we toch wel een beetje fout. Dan leven we als weeskinderen die besloten hebben dat we toch heel stoer maar verder moeten. Het is wel heel raak dat Jezus dit punt aansnijdt: Niet als wezen laat ik jullie achter. Heel bewogen, je zou bijna zeggen: pastoraal. Wat een liefde van Jezus zit daar in. En wat kent Hij ons ook goed, dat we ons inderdaad zomaar als weeskinderen gaan voelen en ons zo gaan gedragen. * Maar dan toch komt Jezus daar doorheen met zijn belofte: “Ik laat jullie niet als wezen achter”. Het is niet waar dat we na de Hemelvaart van Jezus bij elkaar staan als een groepje hulpeloze kinderen, met niemand die voor ons zorgt en om ons geeft. Het is niet waar dat we ons er dan maar doorheen moeten slaan zonder Jezus.

3 Twee handen “Ik kom naar jullie toe”
Terugkomst aan het eind? Weerzien met Pasen? Komen in de Geest? “Een andere pleitbezorger/trooster” Niet alleen Aan Jezus verbonden, als een navelstreng Twee beloftes geeft Jezus erbij in Johannes 14. Twee dingen waardoor het echt zo is dat we er als weeskinderen alleen voor staan. Het ene staat er meteen bij in vers 18: “Ik kom bij jullie terug.” Ik moet eerlijk zeggen: dit is een simpel zinnetje waar toch heel wat discussie over is. Letterlijk bekeken zegt Jezus: “Ik kom naar jullie toe.” Het woordje “terug” staat er dus niet meteen bij. Dat is wel één van de mogelijkheden: dat Jezus hier belooft dat Hij na zijn vertrek ook weer terugkomt. En dat je als kerk dus tussen Hemelvaart en terugkomst van Jezus mag leven. Niet hopeloos, maar juist met het uitzicht dat Jezus er weer zal zijn, straks. Dat geeft je moed om op weg te zijn als christen en als gemeente. Andere uitleggers houden het wat dichter bij, het terugkomen van Jezus. Het zijn woorden voor de leerlingen, vlak voordat Jezus gevangengenomen wordt en zal sterven. En als je dan even vooruitleest in het evangelie, dan zie je dat binnen een paar dagen Jezus al weer bij hen is, op de dag van Pasen. [KLIK] Maar als dat de bedoeling is, wat kunnen wij dan met deze belofte van Jezus? En wat hebben de leerlingen eraan gehad? Want na die mooie ontmoetingen met Pasen is toch echt het moment van afscheid gekomen, dat Jezus naar de hemel gaat. En het is die reis richting hemel waar Jezus ook in Johannes 14 al over spreekt. Nog een derde optie is om het “komen” van Jezus te verbinden aan de andere belofte die Jezus geeft: de belofte om een andere “pleitbezorger” te sturen – in de vorige bijbelvertaling stond: een andere “trooster” – en dan gaat het over de Heilige Geest. Als de Heer Jezus er zelf niet meer is, tenminste, als je Hem niet meer lichamelijk kunt zien en kunt horen, dan is er iemand die zijn plaats bij ons inneemt, en die ons bijstaat, ons helpt en ons de weg wijst. Die iemand is de Geest. Niet zomaar een Geest, maar de Geest van de Vader die tegelijk ook de Geest is van Jezus. En zo kun je zeggen: als de Geest er is, dan is eigenlijk Jezus zelf bij ons. Hij in de hemel en wij op de aarde – dat is geen kloof meer, het is niet dat wij Hem kwijt zijn. Want de Geest die bij ons komt en in ons wil wonen, die maakt dat Jezus bij ons is en dat wij bij Hem zijn. Aan elkaar verbonden zoals een babietje met de navelstreng vastzit aan de moeder. Door die navelstreng klopt het bloed van de moeder en dat bloed houdt ook het kindje in leven met zuurstof en voeding en alles wat het babietje nodig heeft. Verbonden door een navelstreng: eigenlijk zijn het geen twee aparte wezens, de moeder en haar baby, maar via die levende en kloppende verbinding zijn ze één met elkaar. Zou je zo ook mogen kijken naar de Heilige Geest die Jezus belooft? Een navelstreng van leven en kracht en liefde en verbondenheid? Ongemerkt zijn we zo van de ene belofte bij de andere gekomen. Eigenlijk geloof ik dat je het beste ze naast elkaar kunt laten staan. Twee beloftes waar je op mag steunen. Twee handen die beschermend en troostend om je heen zijn, twee handen die Jezus naar ons uitsteekt om ons vast te houden en ons naar zich toe te trekken: “Hier heb je mijn Geest,” en: “Kom op, straks ben ik weer bij jullie!” * We komen nog even terug bij die Wezenzondag die de christelijke kerk heeft bedacht. Je kunt daar meewarig over doen, alsof we tussen Hemelvaart en Pinksteren zielig gaan zitten wachten op de Geest. Dat is de bedoeling natuurlijk niet.

4 Leven van belofte Wezenzondag: niet zielig doen Wel ontdekken wat geloof is Belofte – een raar ding? Je “hebt” het nog niet, en toch … Aanpakken, naar je toe halen Tegoed: Jezus komt! Voorschot: nu al de Geest! Jezus trekt je met beide handen Tweeduizend jaar geleden heeft Christus zijn Geest uitgestort, en die gaat niet weer weg, ook niet voor de tien dagen die wij op de kalender hebben staan. “Hij zal in jullie blijven”, belooft Jezus! Maar die tien dagen zijn wel ergens goed voor, en deze Wezenzondag ook. Goed om iets te beseffen dat hoort bij geloven in God en geloven in Jezus. Geloven is helemaal niet zo makkelijk. Je hebt niet iets wat je kunt vastpakken en met je ogen kunt zien. Wat je krijgt is de belofte: dat Jezus het zelf zegt en dat je daarop mag vertrouwen. Een belofte is, als ik het eens zo mag zeggen, een raar ding. Als iemand je iets belooft, dan heb je het nog niet. Je vader zegt: morgen ga ik voor jou een bestuurbare auto kopen. Dan kun je er vandaag nog niet mee gaan rijden, want hij is er nog niet. Maar je bent er al wel helemaal vol van: morgen! Je gaat al helemaal bedenken hoe je zult gaan crossen met je bestuurbare auto. Je vindt het alvast geweldig van je papa dat die zoiets moois aan je geeft. Je gaat het alvast aan je vriendjes vertellen op school: kom je morgen bij me spelen, want ik krijg een bestuurbare auto! Een raar ding, zo’n belofte. Je hebt het nog niet, maar het doet al heel veel met je. En als je het nu doortrekt naar je geloof, dan moet je zeggen: Geloven is dat je aanpakt wat God je belooft en dat je dat naar je toehaalt. [KLIK] Geloven gaat niet over de dingen die je al op zak hebt, of die je in de kast hebt staan en zomaar even op tafel kunt zetten. Geloven gaat altijd over wat je nog tegoed hebt, wat er nog aan komt. Maar je bent er al wel helemaal vol van. Je ziet het al helemaal voor je. Het komt er ook al aan, echt, want je merkt hoe de Geest in je werkt en hoe je steeds meer naar Jezus toegroeit. Je wilt er met iedereen over praten, hoe prachtig het is en hoeveel je eraan hebt, dat Jezus je Heer is en je Redder. Je wordt nu al gedragen door zekerheid en hoop, want als Jezus iets belooft, dan weet je dat Hij het ook doet. Geloven in God en in Jezus – daar zal altijd iets in zitten van wachten, van uitzien naar wat gaat komen, je uitstrekken naar wat God belooft en wat Hij ook zeker zal doen. Daarvan hoef je niet treurig te worden, als een weeskind dat in de steek is gelaten. Maar je weet ook dat je nog niet alles te pakken hebt. Dat er nog dingen zijn die je mist en die niet meteen goed komen. Je kinderhand wordt niet meteen gevuld – en zeker niet met snoepgoed en met voorspoed – maar je kinderhand wordt wel vastgepakt, door Jezus die zijn beide handen met beloften naar je uitsteekt en je naar Hem toetrekt, zo stevig vastpakt dat Hij je nooit meer los zal laten. * We zijn begonnen bij de Dag van het Gezin. Wat is het belangrijk om in een goed en gelukkig gezin op te groeien. En wat moet je missen als daar iets aan ontbreekt, of, het ergste van alles: als je zonder vader en moeder groot moet worden.

5 Happy Family Weeskind: moet gezin missen
Johannes 14: Vader, Zoon, Geest als gemeenschap van liefde Wij in Gods gezin opgenomen 300% liefde en zorg Het grote wonder! Vandaag laten we ons troosten door Jezus, die tegen ons zegt: Jullie zijn geen weeskinderen, want ik ben bij je en ik kom er weer aan. En als je dan even verder luistert naar dat afscheidsgesprek van Jezus in Johannes 14, dan ontdekt je nog iets veel mooiers. Jezus spreekt over zijn eigen band met zijn Vader. En daar hoort ook de Geest bij, die tegelijk de Geest van de Vader is en de Geest van de Zoon. [KLIK] Zo ontstaat het beeld van een hechte gemeenschap van Vader, Zoon en Geest. In woorden van vandaag zou je, met alle eerbied, kunnen zeggen: Een happy family. En dat is nu het schitterende nieuws, de prachtige belofte die onder al die andere beloftes van Jezus ligt: wij mogen bij die happy family gaan horen. In dat heerlijke en goddelijke gezin vol liefde en vreugde en goedheid en verbondenheid – in dat gezin neemt God ons op dankzij Jezus Christus, en door de Geest die in ons komt wonen. Dat is het grote wonder dat ons overkomt in het evangelie van Jezus. “Ik laat jullie niet als wezen achter” – dat wil ten diepste zeggen: Ik neem jullie op in het gezin van Vader, Zoon en Geest. Jullie mogen er helemaal bijhoren. Alles wat van ons is, van Vader, Zoon en Geest, dat krijgen jullie ook. En je mag er zeker van zijn dat deze God, die je als Vader, Zoon en Geest mag kennen, dat Hij voor de volle 300% zich voor je inzet, je aan alle kanten omgeeft met zorg en aandacht en liefde, en alles wat je maar nodig hebt om mens te zijn. Da’s nog eens een verrassing vandaag. De Dag van het Gezin is aardig om bij stil te staan. De Wezenzondag heeft iets pijnlijks, iets om te voelen dat niet alles goed gaat, ook niet in je geloof. Maar voorbij alle pijn en teleurstelling, alle gemis en alle moeite die je kunt hebben om te geloven, daar voorbij mag je het grote wonder meemaken dat God je als zijn kind in huis haalt en dat je zo nooit meer alleen bent op de wereld.


Download ppt "Weeskind Dag van het Gezin Pijnlijk, gemis?"

Verwante presentaties


Ads door Google