Gaswisseling ‘Bohr effect’ is de eigenschap van hemoglobine dat minder goed O2 kan binden indien: Gaswisseling.

Presentatie over: "Gaswisseling ‘Bohr effect’ is de eigenschap van hemoglobine dat minder goed O2 kan binden indien: Gaswisseling."— Transcript van de presentatie:

1 Gaswisseling ‘Bohr effect’ is de eigenschap van hemoglobine dat minder goed O2 kan binden indien: Gaswisseling

2 Gaswisseling Minder goed O2 binden wil zeggen: makkelijker vrijkomen van O2 en dat is gunstig bij inspanning komt er dus meer O2 vrij! Bohr USA Gaswisseling

3 Gaswisseling Gaswisseling USA Koolzuuranhydrase

4 Gaswisseling Neem over en vul zelf uit hoofd in, of aan de hand van vorige aantekeningen Koolzuur anhydrase USA Koolzuuranhydrase

5 Gaswisseling Koolzuuranhydrase

6 Gaswisseling Drukverschillen USA Koolzuuranhydrase

7 Gaswisseling Koolzuur anhydrase simpel USA Koolzuuranhydrase

8 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Longblaasjes Zuurstofspanning Anatomie en fysiologie

9 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling psssssssssst Longen interpleuraal Anatomie en fysiologie

10 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Ventilatie= verversen van lucht. Ademvolume hoeveelheid in- en uitgeademde lucht in rust. Anatomie en fysiologie

11 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Anatomie en fysiologie

12 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Anatomie en fysiologie

13 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Anatomie en fysiologie

14 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Anatomie en fysiologie

15 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Vergelijking Decompressieziekte, ook wel Caissonziekte of Duikersziekte genoemd, is een gezondheidsrisico van duiken dat wordt veroorzaakt door de vorming van stikstofbelletjes in het bloed en in de lichaamsweefsels. Dit gebeurt wanneer de duiker te snel opstijgt tijdens de duik. Stikstofbelletjes in de huid (�Creeps�) Symptomen: jeuk, een branderig gevoel, rode plekken. Stikstofbelletjes in pezen, banden en gewrichtskapsels (�Bends�) Symptomen: toenemende pijn in de gewrichten, extreme vermoeidheid. Stikstofbelletjes in de hersenen en het ruggenmerg (�Staggers�) Symptomen: bewusteloosheid, verlamming, gevoelloosheid (van de huid), gestoord zicht (wazig, dubbel), spraakstoornissen, stemmingsveranderingen, duizeligheid, doofheid. Stikstofbelletjes in het hart en de longen (�Chokes�) Symptomen: ademhalingsproblemen, hoestaanvallen, bloed opgeven, pijn op de borst (vooral bij ademhalen), shock, bewusteloosheid, ademstilstand, hartstilstand. Anatomie en fysiologie

16 Anatomie en fysiologie
Gaswisseling Regulatie: a.) Welke meetbare fenomenen (parameters) worden door ons lichaam gebruikt om de ventilatiefrequentie bij te stellen? Noem er vier. CO2, pH, zuurstof, rek (van bronchiën), (melkzuur, HCO3-.) b.) Noem van elk van die parameters de plaats van meting. Boek afleesbaar, blz. 213, 214 c.) Waar binnen de schedel bevindt zich het verlengde merg? d.) Bij een dwarslaesie (" gebroken rug") is het goed mogelijk dat de borstademhaling is uitgevallen, terwijl de buikademhaling (door het middenrif) normaal werkt. Waar bevindt zich dan de laesie? Anatomie en fysiologie

17 COPD Druk / volume Empys Bronch COPD COPD

18 COPD Emphyseem NL COPD

19 COPD COPD animatie Lung attack Asthma USA COPD

20 Lever . Anatomie en relaties Animatie lever Bioplek Lever

21 Lever Lever

22 ‘Sinusoïden’ gelokaliseerd tussen hoekpunten en centrale leveraders
Levercellen liggen (als villa’s aan het water) aan de sinusoïden. Lever

23 Lever Lever

24 Lever Lever

25 Lever Schrijf mee Animatie lever Bioplek Eiwitten Koolhydraten
Voedingsstoffen 3? Eiwitten Koolhydraten Vetten (lipiden) Af gebroken tot Aminozuren Monosachariden Glycerol Vetzuren Spijsvertering waar? Dissimilatie Dissimilatie Glucose Dissimilatie Dissimilatie Dissimilatie Pyrodruivenzuur Dissimilatie Dissimilatie Dissimilatie Acetylco-enzym A Lever

26 Lever Niet essentieel aminozuur 3 Glycogeen Plasma-eiwitten 4 3
1 2 5 Glucose 6 6 restgroep Stof / groep? 8 7 7 Triglyceride =vetten NH3 1? hormoon insuline 6? proces gluconeogenese Stof 9? 2? hormoon glucagon 7? proces Opslag voor reserve 3? proces eiwitsynthese 8? stof NH2 groep 4? proces transamminering 5? proces desamminering 9? stof ureum Lever

27 Nier What do kidneys do? USA Nier

28 Nier Neem over en schrijf bij; afvoer aanvoer Kapsel van Bowman
Glomerulus Lichaampje van Malpighi Nier

29 Nier In ‘productie-eenheid’ van de nier, het nefron komen héél dicht bij elkaar; een bloedvat kluwen en het nierweefsel. Per nier >1 miljoen van deze filtertjes 2? 1? 3? Nier

30 Nefron achtereenvolgens: nierkapsel van Bowman eerste kronkeldeel
lis van Henle tweede kronkeldeel verzameldeel Nier

31 Nier Nier

32 Mechanisms of Urine Formation
Nier Figure 25.8

33 Nier Ultrafiltratie door hoge bloeddruk Resorptie vanuit nierbuisje
Actieve secretie van wandcellen naar nierbuisje toe Excretie uitscheiden van urine Nier

34 Nefron 9 ? terug 10 ? 8 ? eruit 11 ? eruit 4? 5? 3? 1? 6? 2? 7? Nier
Main Idea(s) of This Slide - This slide shows a close-up view of a nephron where urine is formed. Waste-filled blood arrives at the nephron and blood pressure forces water, salt, nutrients, and waste products (filtrate) from the blood capillary into the glomerular capsule of the nephron. The blood components that entered the nephron tubule are on a pathway out of the body as they will ultimately travel down the nephron tubule, to the collecting duct, down to the renal pelvis, out of the kidney down the ureter, to the urinary bladder and out of the body by way of the urethra. Before this happens, it is important to re-absorb the nutrients, water, and other filtrate materials back into the bloodstream. This is accomplished by the capillary network that is wrapped around the nephron tubule. By this process, waste materials are left in the nephron to be drained from the body while valuable components of the filtrate are returned to the bloodstream. 7? 11 ? eruit Nier Based on: Mader, S., Inquiry Into Life, McGraw-Hill

35 Nier Door hogere hydrostatische druk in begin van de lis zal water in bovenste deel kortere weg afleggen. In onderste deel van de lis neemt concentratie van de urine toe Bioplek nier Resorption USA Nier

36 Nier Iets vergelijkbaars gebeurd met omliggend weefselvloeistof diffusie door concentratie gradiënt Celmembranen van de cellen van de wand van dalend en stijgend deel van de lis van Henle zijn 'anders‘ op gebied van permeabiliteit. In combinatie met elkaar, kunnen ze maximaal H20 terug winnen uit de voorurine en daardoor de urine zo geconcentreerd doen worden. Nier

37 Nier Nier

38 Nier Anatomy USA Poetsbeurten pdf voor het bloed Poetsbeurten USA Nier

39 Nier homeostase ADH = anti diuretisch hormoon, het voorkomt urine
Receptoren geprikkeld Zout opname ADH komt in de bloedbaan Zout geabsorbeerd vanuit de darmen in de bloedstroom Bloed watergehalte daalt Bloed watergehalte neemt toe tot normale waarde ADH bereikt de nierbuisjes Geconcentreerde urine wordt afgegeven Nier en homeostase

40 Nierhomeostase Glomerulus USA ADH BBC Bloedvoorziening USA
Nier en homeostase

41 Nier homeostase 6 1 4 2 3 3c 3b 5 8 7 7 10 9 9 Nier en homeostase

42 Nier homeostase Nier en homeostase

43 Nier homeostase Nier en homeostase

44 Einde van deze presentatie
Nier homeostase Zelftestje (valt tegen) USA Kieuwen Bioplek Zelftestje 2 (valt tegen) USA Vergelijking Longen Bioplek Einde van deze presentatie Nier en homeostase

45 Animatie lever Bioplek
Bohr USA Anatomie en relaties Gaswisseling USA Animatie lever Bioplek Koolzuur anhydrase USA Drukverschillen USA What do kidneys do? USA Koolzuur anhydrase simpel USA Bioplek nier Longblaasjes Resorption USA Zuurstofspanning Anatomy USA Longen interpleuraal Poetsbeurten USA Zelftest USA Glomerulus USA Druk / volume Bloedvoorziening USA Emphyseem NL ADH BBC Asthma USA Kieuwen Bioplek COPD animatie Vergelijking Longen Bioplek Lung attack Zelftestje (valt tegen) USA Gaswisseling Zelftestje 2 (valt tegen) USA