De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 5-6-7-8.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 5-6-7-8."— Transcript van de presentatie:

1 Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep

2 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre
Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 4: Van ven en veen voor groep 5, 6, 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel Opruimen

3 Algemeen Bij de post is een tafel nodig om het spel aan te spelen.
Laat de kinderen zitten tijdens het vertellen over het bord. Dan is het makkelijker om rust te houden. 3

4 In het werkboek dat op de post ligt vindt u achter het tabblad ‘Groep 5-8’ op papier alle informatie over deze post. Neem voor het verhaal niet meer dan 10 minuten en de rest van de tijd voor het spel. Het werkblad kan op school worden gemaakt, dit hoeft niet op de post.

5 Verhaal Op de post willen we de kinderen de volgende dingen duidelijk maken: Hoe ontstaat een ven. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een ven. Vennen veranderen in de loop der tijd. Gagel en pijpenstrootje werden voor veel dingen gebruikt. Hoe ontstaat hoogveen en turf. Turfsteken was zwaar werk. Veenvondsten vertellen ons iets over het verleden. Voor groep 5 t/m 8 worden alleen de borden ‘Vennen’ en ‘Veen en turf’ gebruikt.

6 Dieren in en om het ven In het eigen gebouw van IVN Valkenswaard-Waalre hoort bij deze post een kijkhoek waarin allerlei dieren te zien zijn die in en om het ven leven. Deze hoek wordt niet mee uitgeleend. Wél worden de nagemaakte alpenwatersalamander en paren- de heikikkers uitgeleend. Hieromheen kunt u eventueel een eigen landschapje bouwen. Bijvoorbeeld met: kokmeeuw, hommel, libel, spinnencocon, vervelde huid van een libel. Laat de kinderen zelf ontdekken wat er in het landschap allemaal voor dieren te zien zijn. De aanwezigheid van een ven in het heidelandschap zorgt ervoor dat veel meer dieren en planten in dat gebied kunnen leven. 6

7 Bord ‘Vennen’ Op dit bord worden de volgende dingen behandeld:
Hoe ontstaan vennen en wat zijn kenmerken van vennen? Vennen kunnen veranderen van voedselarm naar voedselrijk en weer terug. We vertellen iets over pijpenstrootje en gagel. U kunt de teksten voorlezen. Als u liever zelf vertelt vindt u op de volgende bladzijden de belangrijkste zaken die op dit bord behandeld worden.

8 Hoe ontstaan vennen? Tijdens de laatste ijstijd was nauwelijks begroeiing aanwezig. Grote delen van Brabant waren met zand bedekt. Als de wind op sommige plaatsen het zand weer weg liet waaien, ontstonden ondiepe dalen. Het regenwater kon niet wegzakken in de niet-doorlatende bodem. Zo ontstonden vennen. Deze vennen zijn vaak langgerekt van vorm en lopen van zuidwest naar noordoost, omdat de wind toen meestal uit het zuidwesten kwam.

9 Wat zijn kenmerken van vennen?
Sommige vennen worden uitsluitend door regenwater gevuld. In droge tijden daalt de waterspiegel en sommige vennen drogen uit. Planten hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Het water en de venbodem zijn voedselarm. In vennen leven vooral planten die goed gebruik kunnen maken van de weinige beschikbare voedingsstoffen. Het water in een ven is zuur. Vennen worden hoofdzakelijk gevoed door regenwater en dat is zelf ook een beetje zuur.

10 Van voedselarm naar voedselrijk
Aan de linker kant van de middelste rij foto’s op het bord ziet u planten en dieren die bij een voedselarm ven horen. Een ven kan voedselrijker worden doordat bijvoorbeeld de poep van kokmeeuwen in het water terecht komt. Als een ven voedselrijker wordt, gaan andere plantensoorten (bijvoorbeeld riet en lisdodde) groeien en verdwijnen de oorspronkelijke planten.

11 Van voedselrijk naar voedselarm
Wij willen graag leefgebieden voor veel verschillende planten en dieren. Daarom probeert men sommige vennen weer voedselarm te maken. Een van de maatregelen hiervoor is het uitbaggeren van een ven. Men verwijdert dan de voedselrijke bovenlaag van de bodem.

12 Gagel Gagel is een beschermde inheemse struik die op vochtige heide- en veengronden groeit. Bij wrijven aan het blad komt een aangename geur vrij. Gagel werd gebruikt voor het brouwen van bier. Het blad en de takken werden gebruikt om insecten zoals vlooien, motten en muggen te verjagen. De struik werd gebruikt bij kiespijn en als geneesmiddel tegen huidziekten. Op de post staan de volgende dingen die u aan de leerlingen kunt laten zien: gagelbladeren gagelzeep (uit Schotland) gagelbier

13 Pijpenstrootje Het pijpenstrootje is een grassoort. Bij de post hoort een vaas met pijpenstrootjes. Laat de kinderen voelen hoe glad de stengel is.  Het pijpenstrootje dankt zijn naam aan het gebruik in de pijpindustrie. Het werd vroeger gebruikt om het rookkanaaltje te maken in de klei van de Goudse pijpen. Het gras verbrandde bij het bakken. De halm werd ook voor het reinigen van de pijpen gebruikt. Op de post ligt een doosje met resten van kleipijpen. De steeltjes zijn in Dommelen gevonden.

14 Bord ‘Veen en turf’ Op dit bord worden de volgende zaken uitgelegd:
Hoe ontstaat hoogveen? Welke rol speelt veenmos in dit proces? Wat is turf en hoe werd deze brandstof vroeger gewonnen? In het veen zijn veel voorwerpen bewaard gebleven. We vertellen iets over een aantal van deze veenvondsten. U kunt de teksten voorlezen. Als u liever zelf vertelt vindt u op de volgende bladzijden de belangrijkste zaken die op dit bord behandeld worden.

15 Veenmos Veenmos is een eenvoudig plantje zonder wortels. Aan de onderkant sterft de stengel af door lichtgebrek, maar aan de top groeit het mos onbeperkt door. Veenmos kan heel veel water opnemen. Bij de post staat een bakje met veenmos dat u aan de kinderen kunt laten zien. Graag aan het einde van de ochtend of middag het bakje weer op de vensterbank zetten. Het veenmos heeft licht nodig!

16 Laag- en hoogveen Als planten doodgaan die in een nat en zuur milieu leven, zakken de resten naar de bodem van moeras of ven. De resten van deze planten verteren onder water nauwelijks. Ze vormen een dik pakket veen, dat ten slotte de hele plas opvult. Dit wordt laagveen genoemd. Op dit laagveen groeien veenmos en andere planten. De veenmosplantjes houden veel water vast. Het veenmos wordt steeds dikker en hoger en breidt zich ook zijwaarts uit. Een steeds groter gebied raakt zo met veen bedekt.

17 Turf en turfsteken De aanwas van hoogveen gaat niet snel. De onderste lagen veen worden in elkaar gedrukt door de bovenste lagen veen. Het veen doet er duizenden jaren over om een dikte van vijf tot zes meter te bereiken. Al lang geleden gebruikten de mensen deze samen- geperste plantenresten als brandstof. Deze brandstof heet turf. In het begin werd turf vooral voor eigen gebruik gewonnen. In de negentiende eeuw was steeds meer turf nodig voor huishoudens en fabrieken. Er werden bedrijven opgericht die op grote schaal turf uit de grond haalden. De bedrijven maakten veel winst maar de arbeiders bleven erg arm. Na de turfwinning werd de blootgelegde zandgrond gebruikt voor de landbouw.

18 Op de post staat een bakje met turf.
De leerlingen mogen aan de turf voelen. Er is ook goed te zien dat de turf uit plantenresten bestaat. Daarnaast staat een grotere bak met een blok turf bij de post. Deze turven zijn heel nat als ze uit de grond gehaald worden. Na het drogen zijn ze stevig. Een natte turf weegt 6 kilogram. Een goede turfsteker kon samen met een helper wel 4000 turven op een dag uit de grond halen. Het was zwaar werk en de arbeiders maakten lange dagen.

19 Veenvondsten In sommige vennen steken boomstronken en boomwortels in wonderlijke vormen boven het water uit, het zogenaamde kienhout . Het zijn de resten van bomen die in het veen bewaard gebleven zijn. De turfstekers noemden deze boomstronken ‘peelpuisten’. Veenvondsten zijn bijzonder omdat ook hout, bot, leer en textiel bewaard gebleven zijn. Dode mensen die men in het veen vond heten veenlijken. Sommige van deze mensen werden aan de goden geofferd, andere zijn verdronken of werden vermoord. Op de foto’s op het bord is het meisje van Yde (een dorp in Drenthe) te zien. Een andere bijzondere vondst is een gouden helm die in 1910 door een turfsteker in Helenaveen gevonden werd. De veenvondsten spelen een belangrijke rol in het spel voor de bovenbouw.

20 Spel groep 5-8: Schatgraven in het veen
U heeft het volgende materiaal nodig voor het spel: Spelbord Doosje met 12 kaarten en 12 letters in een klein wit doosje Spelregels in het werkboek 20

21 Aan het begin van het spel moeten alle rondjes zo gedraaid zijn dat de volledige plaat van het veen te zien is (alle hendeltjes naar links aan de onderkant van de plaat, alle hendeltjes naar rechts aan de bovenkant van de plaat). U begint met begint met het voorlezen van het kleine stukje tekst dat in het werkboek boven de teksten van de kaartjes staat: Enkele honderden jaren geleden waren grote delen van West Europa, o.a. Denemarken, Nederland, België, Ierland en Schotland, bedekt met een dikke laag veen. Bij het afgraven van het veen werden de meest uiteenlopende dingen gevonden. Voorwerpen die ons veel geleerd hebben over hoe onze voorouders moeten hebben geleefd. U kunt dit natuurlijk ook in eigen woorden vertellen.

22 De kaartjes met teksten worden nu onder de leerlingen verdeeld tot ze allemaal op zijn. Elk kind leest voor zichzelf zijn eigen kaartjes en legt ze vervolgens ondersteboven voor zich neer. Ze mogen de teksten niet aan elkaar laten zien. Het bakje met de letters houdt de begeleider.

23 Het eerste kind draait nu één rondje in het spelbord om door één van de zwarte hendeltjes naar de andere kant te draaien. (zie pijltje). Er komt dan een plaatje tevoorschijn met een afbeelding van iets wat bij het turfgraven uit het veen werd opgehaald. Degene die denkt dat hij of zij de bijbehorende tekst heeft, mag die hardop voorlezen. De begeleider heeft in het werkboek de plaatjes en de bijbehorende teksten ter controle. Als de juiste combinatie gevonden is, wordt de bijbehorende letter op tafel gelegd. De letter staat rechts boven op het kaartje en in het werkboek achter de titel van het kaartje. Kaartjes die gebruikt zijn, blijven met de tekst naar boven liggen. 

24 Om beurten mogen de leerlingen nu een rondje in het spelbord omdraaien
Om beurten mogen de leerlingen nu een rondje in het spelbord omdraaien. De volgorde mag willekeurig zijn. Als alle letters op tafel liggen, gaan de leerlingen samen proberen om het woord te vormen. Waarschijnlijk is de tijd te kort om het spel uit te maken en het woord te vinden. Om het iets gemakkelijker te maken het woord te raden, kan de begeleider ervoor zorgen dat de gevonden letters meteen op de juiste plaats in het te vinden woord worden gelegd. Oplossing: Het gezochte woord vindt u in het werkboek door de letter achter de titels van de kaartjes van boven naar beneden te lezen. Na het spelen draait u de rondjes weer terug zodat het spel klaar is voor de volgende groep.

25 Werkvel groep Het werkvel voor groep 5 tot en met 8 ziet u hier rechts. Het is een kruiswoordraadsel. Als de leerlingen de woorden horizontaal correct ingevuld hebben, dan staat verticaal bij de pijl de oplossing. Wilt u het werkvel bij het IVN maken, dan zijn er potloden op de post. De oplossing van het werkvel zit in het werkboek.

26 Opruimen Na de laatste groep spel opruimen, het bakje met veenmos in de vensterbank zetten en tafel/stoelen rechtzetten. De materialen gaan door veel handen. We nemen aan dat iedereen hiermee voorzichtig is, maar toch kan er iets kapot gaan of kwijt raken. Meld dit s.v.p. meteen bij degene die vanuit het IVN de ochtend/middag begeleidt, of bij de leerkracht. Bedankt voor uw medewerking en veel succes en plezier met het bezoek aan Kom kijken op de hei.


Download ppt "Voorbereiding post 4 Van ven en veen Groep 5-6-7-8."

Verwante presentaties


Ads door Google