Hoofdstuk 2 Globalisering Paragraaf 10 t/m 12

Presentatie over: "Hoofdstuk 2 Globalisering Paragraaf 10 t/m 12"— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 2 Globalisering Paragraaf 10 t/m 12

3 inhoud Krimpende wereld: wordt de wereld een dorp? (par. 10) Transporttechnologie: veraf komt dichterbij (par. 11) De eeuw van de informatie (par. 12)

4 De wereld wordt kleiner
Tijd-ruimte-compressie De wereld wordt kleiner Vervlechting Global village (iedereen kan met iedereen communiceren)

5 Door tijd-ruimtecompressie verandert de relatieve afstand
NY is relatief dichter bij LA komen te liggen NY LA 41ºNB, 73ºWL Panamakanaal Regel: door verbetering van de infrastructuur verandert de relatieve afstand en ligging. Vaarroute

6 Globalisering beïnvloedt relatieve ligging van gebied
Naam? Corridor Waarom heeft gebied A een gunstige relatieve ligging? B A Waarom verbetert de relatieve ligging van gebied B?

7

8

9 Globalisering wordt ook versterkt door verdwijnende grenzen  denk aan verdrag van Schengen
Versterkt geografische mobiliteit van bedrijven en mensen Voor iedereen?

10 Migratie in de mondiale samenleving
Is het nog mogelijk in onze huidige samenleving om grenzen te sluiten voor immigranten? Is het wenselijk?

11 Wat kost een immigrant?

12 Transporttechnologie versterkt tijd-ruimtecompressie
Sneller HSL in Japan Kosten van verkeer lager Groter containers

13 ECT (Europe Container Terminals), Maasvlakte Schakel van mainport naar achterland

14

15

16

17 Is de Betuweroute een toonbeeld van de mondiale samenleving of juist niet?

18 Interactietheorie van Ullman basisvoorwaarden voor het ontstaan van transport
Complementariteit  er is aanbod waar elders vraag naar is Transferability (transporteerbaarheid) vervoer voor een redelijke prijs in een redelijke tijd No intervening opportunities (geen tussenliggende mogelijkheden) er is geen betere optie

19 Verklaar vanuit de interactietheorie van Ullman waarom er containervervoer plaatsvindt tussen Shanghai en LA.

20 Communicatie en handel beïnvloedt culturen
Welke vier factoren bepalen de intensiteit van communicatie tussen landen? 1 Nabijheid 2 Taal 3 Migranten 4 Handel

21 Het verband tussen A,B en C
Noem het verband B C

22 Regel: na 2000 nam met elke technologische verbetering de tijd-ruimtecompressie sneller toe

23 Leg met behulp van dit figuur de zin uit:
“Informatietechnologie is de overwinning op de belemmering van grens, afstand en tijd”. Belangrijk financieel centrum