De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s
In een camera zit een lens, een film en een zoeker. film zoeker lens De lens zorgt voor een scherp beeld op de film. In een camera zit altijd een bolle lens. Een bolle lens is dik in het midden en dun aan de rand. Een bolle lens wordt ook een positieve (+) lens genoemd. bolle lens Een holle lens is dun in het midden en dik aan de rand. Een holle lens wordt ook een negatieve (-) lens genoemd. holle lens Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

2 Convergerende, divergerende en evenwijdige bundels
Er zijn drie soorten lichtbundels: fietslamp divergerend laser evenwijdig brandglas convergerend Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

3 Brandpunt van een bolle lens
evenwijdig convergerend divergerend F hoofdas f F = brandpunt f = brandpuntsafstand Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

4 Oefenopgaven A B C D E Welke van de bovenstaande lenzen zijn bolle lenzen? Welke van de bovenstaande lenzen zijn holle lenzen? hoofdas F f 1 cm Wat betekent F ? Wat betekent f ? Hoe groot is de brandpuntsafstand? Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

5 Lens en beeld Bolle lenzen worden gebruikt om een beeld te maken. Bijvoorbeeld bij een: fototoestel beamer oog zoeker lens film Het beeld is ondersteboven en links en rechts zijn omgewisseld. Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

6 vergroting = beeld : voorwerp
De vergroting bereken je met: vergroting = beeld : voorwerp Voorbeeld: Met een microscoop wordt een mierenkop bekeken. Een mierenkop is in werkelijkheid 0,5 mm groot. Het beeld van de mierenkop is 15 mm. Wat is de vergroting van de microscoop? beeld = 15 mm voorwerp = 0,5 mm vergroting = ? vergroting = beeld : voorwerp = 15 : 0,5 = 30 x Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

7 Beeld tekenen (NIET OVERNEMEN!)
scherm F voorwerpafstand beeldafstand + F voorwerpafstand = 4 cm beeldafstand = 6 cm Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

8 Beeld tekenen F voorwerpafstand beeldafstand scherm + + F F
= 6 cm voorwerpafstand = 6 cm beeldafstand = 6 cm beeldafstand = 3 cm Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

9 Beeld tekenen F voorwerpafstand beeldafstand scherm + + F F
= voorwerpafstand = beeldafstand = beeldafstand = Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

10 Het oog Het oog bestaat uit: Ooglens Netvlies Iris Pupil Hoornvlies
Oogzenuw ( Maakt een scherp beeld op je netvlies ) ( Is het scherm van je oog ) ( Bepaald de kleur van je ogen ) ( Regelt de hoeveelheid licht in je oog ) ( Beschermt je ooglens ) (Geeft het beeld op het netvlies door aan je hersenen) 3 5 6 4 1 2 Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

11 Zien De ooglens stelt scherp door boller en platter te worden (=accommoderen). dichtbij veraf boller platter Wanneer je niet goed dichtbij kunt zien (verziend), heb je een bolle lens nodig. Wanneer je niet goed veraf kunt zien (bijziend), heb je een holle lens nodig. verziend bijziend Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

12 Spiegelbeeld spiegel v b
Bij het spiegelbeeld zijn links en rechts omgedraaid. De voorwerpsafstand (v) is even groot als de beeldafstand (b). Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

13  t = hoek van terugkaatsing
Spiegeling spiegel i normaal  i =  t t  i = hoek van inval  t = hoek van terugkaatsing Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4


Download ppt "Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s"

Verwante presentaties


Ads door Google