De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Beste kijker, om de rest van deze PowerPointpresentatie correct te kunnen bekijken heeft u minstens PowerPoint versie 2002 nodig, of de PowerPoint-viewer 2003;

Verwante presentaties


Presentatie over: "Beste kijker, om de rest van deze PowerPointpresentatie correct te kunnen bekijken heeft u minstens PowerPoint versie 2002 nodig, of de PowerPoint-viewer 2003;"— Transcript van de presentatie:

1 Beste kijker, om de rest van deze PowerPointpresentatie correct te kunnen bekijken heeft u minstens PowerPoint versie 2002 nodig, of de PowerPoint-viewer 2003; wat eigenlijk geen probleem zou mogen zijn. De viewer is gratis en legaal te downloaden bij Microsoft© op: Tip: als je met de viewer werkt, dan sla je best eerst deze presentatie op je harde schijf op en open je via de viewer het bestand op je harde schijf.

2

3 Reflectiegesprek Van theorie naar praktijk
Lucas De Cocker, HoGent Gebruik van deze presentatie is onderworpen aan de licentievoorwaarden van Creative Commons:

4 Enkele belangrijke randvoorwaarden vooraleer loopbaanleergesprekken aan te gaan (1)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Echt voldoende tijd voor de loopbaanleerbegeleiders Een zinvolle loopbaandialoog kost tijd 4 individuele gesprekken per jaar à 50 min. per ll/student Minder heeft geen zin (leercycli moeten gesloten worden, alle loopbaancompetenties moeten aan bod komen) Waar haal je daar in het team de tijd voor? Welke andere taken kunnen efficiënter, welke taken verminderen we? Tijd voor de begeleiders om zich voor te bereiden en om voldoende gesprekken effectief te begeleiden (min 4 gesprekken per jaar, 50 min per gesprek), minder heeft geen zin (krachtige leeromgeving, integrale loopbaanbegeleiding). Het heeft geen zin om in dergelijke begeleidingsgesprekken niet de volledige reflectiecyclus rond te maken en niet alle loopbaancompetenties te betrekken in het gesprek

5 Enkele belangrijke randvoorwaarden (2)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Wie bewaakt de rode draad van de leerling of student? Moet er geen begeleiding over (school-)jaren heen zijn? Van leerling in de lagere school , via sec. onderwijs, over hoger onderwijs, naar beroep (RVA, Syntra, bedrijf)? Wat bedoelen we met “Integrale loopbaanbegeleiding” Is de klastitularis de loopbaanleerbegeleider? Wat is de taakverdeling tussen de loopbaanleerbegeleider en klastitularis, andere leerkrachten, stagebegeleiders, stagementoren, begeleiders van het C.L.B. en de ouders? Wie bewaakt de rode draad van één leerling → student  (rolverdeling met stagementoren? Integrale loopbaanbegeleiding) → werkzoekende → werknemer). Wat is de rolverdeling tussen de loopbaanleerbegeleider, de klastitularis, de leerlingbegeleider en de begeleiders van het CLB?

6 Enkele belangrijke randvoorwaarden (3)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Is de loopbaanleerbegeleider ook coach van de leerling/student? In welke mate is de loopbaanleerbegeleider betrokken bij de evaluatie van een leerling/student/stagiair/werknemer? Hoever mag de loopbaanleerbegeleider de leerling/student uitdagen, motiveren? Desnoods tegen de wensen van de ouders? A) Laten we effectief voldoende vrijheid aan de leerlingen om nog hun eigen keuzes te volgen, van gedacht te veranderen, andere paden te bewandelen, naar een andere school over te stappen? (krachtige leeromgeving, integrale loopbaanbegeleiding) B) Hoever ga je keuzes beïnvloeden door het beklemtonen van het maatschappelijk belang en nut van een beroepspraktijk (welk probleem wil de overheid oplossen wanneer men het heeft over “de transitieproblematiek onderwijs-arbeidsmarkt”?) De visie van de school en de reflectie-opdrachten laten aansluiten bij de leeftijd van de leerlingen (fysieke ontwikkeling van de hersenen, aankunnen van de leerstijlen van Kolb), reflectievaardigheid (mogelijkheid tot abstractie, logisch redeneren, instrumenteel reflecteren, zelfreflectie)). Het doelpubliek is zeer ruim geformuleerd en kan in feite gaan van een leerling in het lager onderwijs tot een volwassen werknemer. Hoe zal je loopbaanleren bij de leerlingen/studenten aanbrengen? Wordt dit een vak? Kan je daar “punten” mee verdienen en ook  voor zakken? Wat is de rol/macht van de loopbaanleerbegeleider? Heeft de leerling/student inzage bij de notities van de begeleider? Wordt er verslag gemaakt van de begeleidingsgesprekken, wie maakt dat verslag van en wie heeft hier inzage in?

7 Enkele belangrijke randvoorwaarden (4)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Kunnen en mogen leerlingen echt kiezen? Is de loopbaanleerbegeleider voldoende op de hoogte van de mogelijke studiemogelijkheden en/of beroepsprofielen? Rol van de overheid, rol van de economische sectoren. Hebben de lln/studenten voldoende zicht op studies/beroepen? Hoever laat de loopbaanleerbegeleider zich beïnvloeden door “het maatschappelijk belang en het ‘nut’ van een beroepspraktijk”? Hoever laat de loopbaanleerbegeleider zich beïnvloeden door het aanbod van de school, de scholengemeenschap, het net? Kennis van de loopbaanleerbegeleider van studiemogelijkheden en beroepsprofielen. Wiens rol is dit? Ook een rol van de sectoren, doch zullen die een objectief beeld geven Zicht op studies en of beroepen door de lln/stdn is een taak van de hele school (in samenwerking met overheid/sectoren) Laten we effectief voldoende vrijheid aan de leerlingen om nog hun eigen keuzes te volgen, van gedacht te veranderen, andere paden te bewandelen, naar een andere school over te stappen? (krachtige leeromgeving, integrale loopbaanbegeleiding) D) Hoever ga je keuzes beïnvloeden door het beklemtonen van het maatschappelijk belang en nut van een beroepspraktijk (welk probleem wil de overheid oplossen wanneer men het heeft over “de transitieproblematiek onderwijs-arbeidsmarkt”?)

8 Enkele belangrijke randvoorwaarden (5)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Hoe kunnen we leerlingen beter laten kiezen door reflectieve begeleidingsgesprekken? Sluit de voorgestelde “dialoog” tussen ll/student en de loopbaanleerbegeleider aan bij de mogelijkheden van de ll/student? Het doelpubliek is zeer ruim gedefinieerd. Fysieke ontwikkeling van de hersenen Voorgaande ervaring met instrumenteel reflecteren; ervaring met de 4 leerstijlen van Kolb Mogelijkheden tot metacognitie Bereidheid om aan zelfreflectie te doen De visie van de school en de reflectie-opdrachten laten aansluiten bij de leeftijd van de leerlingen (fysieke ontwikkeling van de hersenen, aankunnen van de leerstijlen van Kolb), reflectievaardigheid (mogelijkheid tot abstractie, logisch redeneren, instrumenteel reflecteren, zelfreflectie)). Het doelpubliek is zeer ruim geformuleerd en kan in feite gaan van een leerling in het lager onderwijs tot een volwassen werknemer. Hoe zal je loopbaanleren bij de leerlingen/studenten aanbrengen? Wordt dit een vak? Kan je daar “punten” mee verdienen en ook  voor zakken? Wat is de rol/macht van de loopbaanleerbegeleider? Heeft de leerling/student inzage bij de notities van de begeleider? Wordt er verslag gemaakt van de begeleidingsgesprekken, wie maakt dat verslag van en wie heeft hier inzage in?

9 Enkele belangrijke randvoorwaarden (6)
Duidelijke en gedragen visie van de school met o.a. heldere standpunten over: Perceptie van de ll/student van het voorgestelde loopbaanleren Hoe zal je loopbaanleren bij de lln/studenten aanbrengen? Is loopbaanleren een “vak”? Is dit een verplicht nummer? Kan je daar “punten” mee verdienen? Kan je daar “op buizen”? Wat is de rol/macht van de loopbaanleerbegeleider? Heeft hij mee invloed op het al of niet slagen van een ll/student? Worden er notities gemaakt van de loopbaanleergesprekken? Wie heeft daar inzage in? Hoe zal je loopbaanleren bij de leerlingen/studenten aanbrengen? Wordt dit een vak? Kan je daar “punten” mee verdienen en ook  voor zakken? Wat is de rol/macht van de loopbaanleerbegeleider? Heeft de leerling/student inzage bij de notities van de begeleider? Wordt er verslag gemaakt van de begeleidingsgesprekken, wie maakt dat verslag van en wie heeft hier inzage in?

10 Enkele leuke meevallers
Sommige vormen van reflecteren kan je (snel) leren Bij leren leren wordt al vaak een aangezet gegeven vb de beertjes van Meichenbaum Iemand helpen reflecteren kan je leren … … en is bijzonder plezant! Reflecteren hoeft niet altijd een saaie schriftelijke activiteit voor de ll/student te zijn Instrumenteel reflecteren volgens het aangepast model van Korthagen en Koster is een goed startpunt Schakel pas later over naar kernreflectie, bewuste zelfreflectie - Afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen, de vorm van reflectie, de diepgang van de gewenste reflectie en de geleverde ondersteuning. (De beertjes van Meichenbaum, PDAC-cirkel) - Beide activiteiten zijn echter vaardigheden en moeten dus geleerd en geoefend worden. In een opleiding tot decretale mentor besteden we 3 volle dagen aan het aanleren van instrumenteel leren en het begeleiden van individuele gesprekken en begeleide intervisie. Voor het aanleren tot begeleider van loopbaanleren schat ik 4 volle dagen (1 dag extra voor het bijkomend accent op zelfreflectie). Reflecteren kan ook mondeling en in groep (vb. geleide intervisie of groepssupervisie). - Bijkomend voordeel: de leerlingen leren ongelofelijk veel van elkaar en raken zeer snel vertrouwd met de methode. - Nog een voordeel: de begeleider hoeft geen schriftelijke feedback te geven - Het aangepast spiraalmodel van Korthagen en Koster voor instrumenteel reflecteren is een eenvoudig maar zeer krachtig model en kan ook in andere lessen/vakken gebruikt worden. - Bijkomende voordelen: - het is niet noodzakelijk bedreigend (je hoeft nog niet noodzakelijk de leerlingen aan zelfreflectie te laten doen). - Je vind er automatisch aansluiting mee met de ontwikkeling van de 4 leerstijlen van Kolb - Schakel pas later over op individuele begeleidingsgesprekken waarbij je zelfreflectie aanmoedigt (stimuleer om aan kernreflectie te doen) - → integreer dan meer elementen van het “ui”-model van Korthagen en Vasalos (vanuit de omgeving waarin de leerling/student zich beweegt, naar zijn concreet gedrag, zo naar zijn reeds ontwikkelde competenties, zijn overtuigingen (pre-concepten), zijn identiteitsbeleving (wat kan ik al als professional) en zijn betrokkenheid (wat wil ik betekenen in de wereld - idealen, waarden en normen).

11 Reflecteren

12 Waarom reflecteren: situering-algemeen
Elke beroepsopleiding moet rekening houden met volgende eisen: de aangeleerde competenties moeten mee evolueren met de belangrijke vernieuwingen in het beroep geen enkele theorie kan en zal de praktijk ooit volledig vatten de huidige hogere opleidingen moeten de studenten, meer dan ooit tevoren, de nodige competenties aanbieden om later zelfstandig en blijvend te kunnen doorgroeien in hun job en steeds beter te worden in de uitoefening ervan Vooral dit laatste aspect vereist o.a. het aanreiken van vaardigheden waarmee men systematisch kan leren uit de eigen beroepspraktijk → "Reflectief ervaringsleren"

13 Waarom reflecteren in loopbaanleren
Via “loopbaanreflectie” hoopt men de leerling/student/werkzoekende/werknemer meer inzicht te laten krijgen in zijn/haar: wensen waarden motieven sterke punten (inclusief externe hulpbronnen) zwakke punten, beperkingen arbeidsidentiteit

14 Reflecteren en zelfreflectie
Bij reflectie over studiekeuze en loopbaankeuze is zelfreflectie onvermijdelijk Noodzaak tot het expliciteren van de beroepswens (zelfbeeld, idealen) Noodzaak tot expliciteren van beroepsbeelden Leren leren op basis van gevoelssignalen. Verder gaan dan voelde je je goed of niet? Waarom voelde je dat? Belang van eigen idealen, politieke, sociale en maatschappelijke overtuigingen Belang van zelfreflectie en emotionele intelligentie

15 Wat zou reflecteren dan moeten zijn?
"Reflecteren is het bewust en systematisch terugblikken op wat je voelde, dacht en/of deed wanneer je iets probeerde te bereiken, om wat er echt gebeurde beter te begrijpen en in de toekomst nog "beter" eenzelfde doel in gelijkaardige omstandigheden te kunnen bereiken" Beter begrijpen om Doelgericht (1), nl. beter begrijpen, de toepasbaarheid van de (persoonlijke of theoretische) opvattingen in bepaalde situaties verfijnen, bewust worden van tekortkomingen … Doelgericht (2), nl. het doel beter bereiken (betere alternatieven bedenken, sneller, eenvoudiger, efficiënter, met meer impact…) Uitbreiding van de omschrijving: eventueel doelstellingen bijstellen, info opzoeken, hulp vragen beter in te grijpen

16 Vaak voorkomende fouten bij niet-systematisch reflecteren = de valkuilen
De werkelijkheid ‘gekleurd’ zien, door onze eigen en enige bril Te snel interpreteren i.p.v. bij de feiten te blijven, zich stellend opstellen, niet onderzoekend Te veel op symptoombestrijding gericht, te weinig oorzakelijk gericht Al snel blij met één mogelijke verklaring of oplossing voor een probleem Goede voornemens missen continuïteit door: Te weinig concreet uitgewerkte oplossingen Te weinig engagement voor de gekozen oplossing Hoe kunnen we dan wel beter reflecteren?

17 Een eerste rondje met het aangepast spiraalmodel van Korthagen en Koster voor gericht handelen
= 1) Alternatieven ontwikkelen (proberen voorspellen) en 2) daaruit bewust kiezen Ervaren v.e. behoefte en de zin om er iets aan te doen Ervaren v.e. behoefte (probleem of taak), verschillende mogelijke aanpakken bedenken, er ééntje uit kiezen 4 Bewust worden en formuleren van essentiële aspecten van de gehele situatie, expliciet verbanden zoeken met uw voorkennis (proberen verklaren) 1) Waarom gebeurde er wat er gebeurde? en 2) Wat betekent dit voor mij? (mijn kennis, inzichten, opvattingen, idealen) = = instinctief en/of onbewust handelen en/of trial and error Uitproberen 5 3 1 De handeling stellen en het gevolg ervaren Op een systematische manier terugblikken op de ervaring Vanuit verschillende perspectieven het gebeurde beschrijven: “Wat gebeurde er nu precies?” + een korte omschrijving van wat je in de toekomst wel zou willen in positieve termen 2

18 Een tweede concretere ronde met het model van Korthagen en Koster
Plannen 1) Alternatieven ontwikkelen (proberen voorspellen) en 2) daaruit bewust kiezen Bewust worden en formuleren van essentiële aspecten Waarom gebeurde er wat er gebeurde? Expliciet verbanden zoeken met uw voorkennis Problem-solving technieken Wat betekent dit voor mij? (mijn kennis, inzichten, opvattingen) 4 Handelen en uitproberen De handeling stellen en het gevolg ervaren 3 1 2 Systematisch terugblikken “Wat gebeurde er nu precies?” Vanuit verschillende perspectieven het gebeurde beschrijven + korte omschrijving de gewenste situatie in positieve termen

19 Waarover en op welk niveau reflecteren?
Over alles Het onderwerp kies je zo groot of zo klein als je zelf wil Helikopter spelen: reflecteren over een grotere tijdspanne: ontdekken van werkpunten Meta-reflecteren: reflecteren over jouw manier van reflecteren Reflecteren een eenzame bezigheid? kan ook in duo’s (een kritische partner), in supervisie- en intervisiegroepen, als team…. Reflecteren we al niet genoeg?

20 Praktische voorbereidingen van een individueel loopbaanleergesprek
Afspraken van vorige keer opdiepen Voorzie een discrete, comfortabele ruimte 2 zeteltjes, 90 ° Ontspannen sfeer

21 Start van het gesprek Bij een eerste loopbaanleergesprek:
Nog eens de bedoeling van dit soort gesprekken kort weergeven, checken of de lln/student dit begrijpt, eventuele weerstand bevragen Meld dat je notities zal nemen en wat de bedoeling daarvan is Meld dat je voor jezelf soms de nodige tijd zal nemen om alles goed te begrijpen: er kunnen dus stiltes vallen Meld dat jij niet de keuzes voor hem zal maken (dit zal je later zeker moeten herhalen)

22 Vervolg van het gesprek
Zie de mini-poster in functie van het ondersteunen van een reflectief begeleidingsgesprek, variant gericht op loopbaanleren.

23 Afsluiten van het gesprek
Laat zoveel mogelijk de leerling/student samenvatten wat hij vandaag bijgeleerd heeft en wat de volgende stappen zijn die hij in de toekomst zal zetten (welke acties, wanneer, wie moet nog gecontacteerd worden enz.) Waardeer de inzet van de student/starter en laat merken dat je geïnteresseerd bent in het resultaat van de nieuwe acties/stages/... Afhankelijk van de opties die de school nam, noteer je voor eigen gebruik de belangrijkste elementen uit dit gesprek, ook wat de leerling/student opvallend niet ter sprake bracht.

24 Er zijn nog andere manieren om de lln over hun kernkwaliteiten en beroepswensen te laten nadenken. Laat hen vóóraleer een loopbaangesprek te hebben op andere manieren uitgebreid nadenken over hun kwaliteiten, wensen, beroepsbeelden.

25 Vragen

26 Einde

27 Tips bij Fase1: Handelen, uitproberen en ervaren
Stel je open om iets te leren: stages zijn kansen om de waarde van je eigen opvattingen en jouw invulling van allerlei didactische principes in de realiteit uit te proberen!

28 Tips bij Fase 2: Systematisch terugblikken
Terugblikken moet zo concreet en realistisch mogelijk: bij de feiten blijven! Zo snel mogelijk na de ervaring → kladschriftje, logboek, nabootsen als geheugensteun, video Rekening houden met zoveel mogelijk relevante aspecten, → een hulpmiddel bij knelpunten: Wat wilde ik? (1)  (6a) Wat denk ik dat de leerlingen wilden? (6b) Wat zouden de lln kunnen gewild hebben? Wat zei ik? (2)  (7) Wat zeiden de leerlingen? Wat deed ik? (3)  (8) Wat deden de leerlingen? Wat dacht ik? (4)  (9a) Wat denk ik dat leerlingen dachten? (9b) Wat zouden de lln gedacht kunnen hebben? Wat voelde ik? (5) (10a) Wat denk ik dat de leerlingen voelden? (10b) Wat zouden de lln gevoeld kunnen hebben? Vanuit het gezichtspunt van alle betrokkenen (jezelf, de kleuters, de leerlingen, collega’s, mentoren, lectoren, ouders, directie … jouw student/starter) Leer leren uit je gevoelens (gedetailleerd, objectief ok maar gevoelsmatig niet ok) Beknopte evaluatie in positieve termen: “Wat wil je zeker behouden? Wat zou je liever willen?” Sta ook stil bij wat goed gaat (zorg er voor dat je weet waarom en wanneer het goed gaat) Wat in geval van verschil in evaluatie door jezelf en de (stage-)mentor, lector of directeur?

29 Tips bij Fase 3: Bewust worden vd essentiële aspecten (1)
Deel 1 van fase 3: Analyse: “Waarom gebeurde wat er gebeurde?" Waarom voelde je wat je voelde? De chronologie van de gebeurtenissen: Wat wilde ik? (1)  (6a) Wat denk ik dat de leerlingen wilden? (6b) Wat zouden de lln kunnen gewild hebben? Wat zei ik? (2)  (7) Wat zeiden de leerlingen? Wat deed ik? (3)  (8) Wat deden de leerlingen? Wat dacht ik? (4)  (9a) Wat denk ik dat leerlingen dachten? (9b) Wat zouden de lln gedacht kunnen hebben? Wat voelde ik? (5) (10a) Wat denk ik dat de leerlingen voelden? (10b) Wat zouden de lln gevoeld kunnen hebben? Verwacht je niet te veel respect van de leerlingen? Hoe zou jij of één van je vroegere klasgenoten zich in die situatie als leerling gedragen hebben? Herformuleren van de vraag of het probleem (andere woorden, ruimer, neerschrijven) Even niets doen (incubatieperiode) Externe hulp inroepen

30 Tips bij Fase 3: Bewust worden vd essentiële aspecten (2)
Deel 2 van fase 3: Synthese: “Wat betekent het voor jouw opvattingen over onderwijs?" Probeer algemeen geldende oorzaak-gevolg relaties te formuleren Doe dit in termen van raadgevingen die begrijpbaar zijn voor je collega’s Misschien heb je pas nu het “gewicht” of “belang” van een didactisch principe aangevoeld? Misschien heb beter ingezien wanneer een bepaald principe toepasbaar is of niet? Misschien heb je een nieuw verband geleerd? Misschien moet je vraagtekens plaatsen bij een eerder verondersteld verband? Misschien zie je een aantal verbanden in een totaal ander licht, een ander perspectief? Misschien ben je bewust geworden van het verschil in belang dat iemand anders hecht aan eenzelfde fenomeen als jij? Misschien heb je nog een beter zicht gekregen op je eigen pedagogische idealen? Misschien kom je tot het besef dat je een vaardigheid nog onvoldoende beheerst? Misschien moet je voor sommige aspecten toch nog eens externe hulp zoeken?

31 Tips bij Fase 4: Plannen (alternatieven vinden, ontwikkelen, kiezen, engagement nemen)
1 Alternatieven ontwikkelen: vinden van alternatieven Méér dan één Brainstorm op basis van je nieuwe inzichten, nog niet meteen evalueren Bij gebrek aan alternatieven: eventueel externe hulp inroepen 2 Alternatieven ontwikkelen: uitwerken van alternatieven Formuleren van de verschillende alternatieven in termen van concreet gedrag dat jij zou kunnen stellen (SMART, zowel van belang om nadien een goede keuze te maken als om het effectief te kunnen uitvoeren) 3 Bewust kiezen uit de alternatieven Maak een gemotiveerde persoonlijke voorkeur (overeenstemming met eigen idealen, stijl, persoonlijke capaciteiten, materiële mogelijkheden, mogelijke hulpbronnen, weerstanden) 4 Jezelf engageren voor de gemaakt keuze Controleer nog eens de concreetheid van je gekozen alternatief, de haalbaarheid van de data etc. en ga er dan ook voor! NEEM UW AGENDA!

32 4 3 1 2 Plannen Bewust worden en formuleren van essentiële aspecten
1) Alternatieven ontwikkelen (proberen voorspellen) en 2) daaruit bewust kiezen Bewust worden en formuleren van essentiële aspecten Waarom gebeurde er wat er gebeurde? Expliciet verbanden zoeken met uw voorkennis Problem-solving technieken Wat betekent dit voor mij? (mijn kennis, inzichten, opvattingen) 4 Handelen en uitproberen De handeling stellen en het gevolg ervaren 3 1 2 Systematisch terugblikken “Wat gebeurde er nu precies?” Vanuit verschillende perspectieven het gebeurde beschrijven:

33 Hulpje bij het erkennen van gevoelssignalen
Wat heb je al onder de knie? Waar sprong je hart van op? Wat ligt er nog op je maag? Wanneer had je knikkende knieën (een trillende stem, klamme handen, warm of koud zweet)? Wat blijft in je hoofd hangen? Waar kreeg je een punthoofd van? Waarvan kreeg je het op je heupen? Welke last lag er op je schouders? Wat blijft er op je netvlies gebrand? Waar heb je je voeten aan geveegd?


Download ppt "Beste kijker, om de rest van deze PowerPointpresentatie correct te kunnen bekijken heeft u minstens PowerPoint versie 2002 nodig, of de PowerPoint-viewer 2003;"

Verwante presentaties


Ads door Google