Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdEsmée Willemsen Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Hygiënische maatregelen in de primaire productieketen
Prof. Filip Van Immerseel Universiteit Gent, Faculteit diergeneeskunde, Vakgroep Pathologie, Bacteriologie en pluimveeziekten
2
Hygiëne/bioveiligheid
Dierhygiëne is een deel van diergeneeskunde dat verband houdt met het onderhouden van de kwaliteit van de omgeving waarin de dieren leven, op een zodanige manier dat de diergezondheid wordt bevorderd of behouden.
3
Hygiëne/bioveiligheid
Slachthuishygiëne is een deel van diergeneeskunde dat verband houdt met het onderhouden van de kwaliteit van de omgeving waarin de dieren worden getransporteerd en geslacht, op een zodanige manier dat de humane gezondheid wordt behouden na consumptie. Preventie transmissie pathogenen naar voedsel
4
VOLLEDIGE KETEN VERDIENT AANDACHT !!
6
Hygiënische maatregelen op bedrijf : doel
Insleep en verspreiding van pathogenen tegengaan Waarom? Verlaagde frequentie op ziekteuitbraken en pathogeenkolonisatie, dus: Hoger dierenwelzijn Veiliger product (voedselveiligheid!) Betere prestaties dieren: economisch Minder geneesmiddelengebruik Wetgevingsaspecten
8
Doel Insleep en verspreiding van pathogenen tegengaan
9
Doel Insleep en verspreiding van pathogenen tegengaan
10
Hoe kan de gezondheidstoestand van een dier worden beïnvloed?
Ingrijpen kan op iedere schakel van de driehoek Agens (toxisch of infectieus) Management Gastheerfactoren Omgevingsfactoren
11
Hoe kan de gezondheidstoestand van een dier worden beïnvloed?
Ingrijpen kan op iedere schakel van de driehoek Agens (toxisch of infectieus) Management Gastheerfactoren Omgevingsfactoren
12
Gastheerfactoren Leeftijd Neonati veel gevoeliger:
Microbiotasamenstelling immatuur (hoeveelheid + samenstelling) Immuunsysteem immatuur Stresstoestand Bijzondere gevoeligheid neonatale weefsels (vb. E. coli F17)
13
Gastheerfactoren Leeftijd
Bepaalde ‘leeftijdsgebonden’ periodes van stress SPENEN
14
Gastheerfactoren Leeftijd
Bepaalde ‘leeftijdsgebonden’ periodes van stress Legrijpheid
15
Gastheerfactoren Anders stressfactoren (her)groeperen Transport
Op einde van legperiode …
16
Gastheerfactoren Hygiënische principes beïnvloeden gastheerfactoren niet Maar: gastheerfactoren sturen wel het hygiëneplan Meer maatregelen neonataal Specifieke maatregelen bij bepaalde rassen …
17
Hoe kan de gezondheidstoestand van een dier worden beïnvloed?
Ingrijpen kan op iedere schakel van de driehoek Agens (toxisch of infectieus) Management Gastheerfactoren Omgevingsfactoren
18
Omgevingsfactoren Groepdensiteit (aantal dieren per opp.)
Huisvestingsfactoren: Temperatuur Vochtigheid Ventilatie (~luchtkwaliteit) Voeding Drinkwater
19
Groepdensiteit Overgang van individuele naar groepshuisvesting
20
Groepdensiteit Densiteit ~ contact ~ spreiding
22
Hoe kan de gezondheidstoestand van een dier worden beïnvloed?
Ingrijpen kan op iedere schakel van de driehoek Agens (toxisch of infectieus) Management Gastheerfactoren Omgevingsfactoren
24
Enkele belangrijke vragen voor opstelling preventieplan
Wat is reservoir van agens? Wat is het gemak van blootstelling van gevoelige dieren? Welke condities bevoordelen/inhiberen spreiding? Wat is het uitscheidingspatroon? Hoe gebeurt uitscheiding? Wat is de infectiedosis en uitgescheiden dosis? Zijn er vectoren en wat beïnvloedt overleving van de vectoren? Wat is omgevingsoverleving van agens? Bestaan er vaccins? Komt de aandoening voor in subklinische vorm?
25
Spectrum van ziektebeeld in groep dieren
Subklinisch : ziektetekenen kunnen niet worden gedetecteerd op eenvoudige wijze, onopgemerkt en economisch zeer relevant Zoönotische agentia (Salmonella, campylobacter) veroorzaken geen symptomen
26
Hygiënische maatregelen: algemeen
27
Bedrijfsconcept: open vs gesloten
Gesloten systeem: Geen aanvoer dieren, geboorte op bedrijf Open systeem: aan- of afvoer dieren
28
Open bedrijven Zo weinig mogelijk aanvoer dieren
Zo weinig mogelijk verschillende leveranciers (‘gesloten kring’) Oorsprongsbedrijven met hoge gezondheidsstatus Quarantaine !
29
All-in all-out systeem
Vervangt quarantaine op open bedrijf Zorgt voor mogelijkheid tot grondige reiniging/desinfectie Geen verschillende leeftijden op bedrijf
30
Toegangsbeperking Enkel indien noodzakelijk Logboeken
Bioveiligheidsborden
31
Persoonshygiëne Douchen, handhygiëne, … Voorgaand contact met dieren
33
Voetbaden met desinfectans :
Herinnert mensen aan hygiëne ! (evt. omkleden, …) Bij iedere ingang Voldoende groot Voldoende diep (10cm) Regelmatig verversen T° minstens 15°C Laarzen eerst reinigen Dikwijls bron van besmetting ipv bescherming
36
Bedrijfseigen materiaal
Kledij Instrumenten Gereedschap
38
Looplijnen Steeds zelfde weg volgen in bedrijf
Van jong nr oud nr ziek (vb. ziekenboeg) Van rein naar onrein
39
Andere bioveiligheidsmaatregelen
Omheining Stalafdichting Verharde laad- en losplaats Kadaveropvang Kledij schoeisel Insecten en knaagdierenbestrijding Nabijheid andere huisdieren beperken Reiniging/desinfectie …
40
Reiniging en desinfectie
Doel : Garanderen van reinheid van stal Creëren en onderhouden van een ‘kiemarme’ omgeving Verhinderen van insleep van pathogene agentia Elimineren van pathogene agentia
41
Procedure / werkvolgorde
1. Losse materiaal verwijderen, reinigen en ontsmetten Voederbakken, matten, drinksystemen Ventilatiesystemen, -kanalen Laarzen, overalls, … Niet ter plaatse, wel op verharde ondergrond met goede waterafvoer (buiten de stal)
42
Procedure / werkvolgorde
1. Losse materiaal verwijderen, reinigen en ontsmetten Onderdompelen in detergentoplossing Hoge druk reiniging Onderdompelen in ontsmettingsoplossing
43
Procedure / werkvolgorde
2. Droge reiniging Verwijderen van mest, stro, voeder, … Stal bezemschoon maken
44
Procedure / werkvolgorde
3. Voor-/inweken Enkel water of met detergent Manueel of automatisch (1,5l/m³) Een aantal uren laten trekken
45
Procedure / werkvolgorde
3. Voorweken Met detergent: Vuil suspenderen Vet oplossen Bevochtigen Mogelijkheid van inschuimen (contacttijd laag, meer bereik, beter contact)
48
Procedure / werkvolgorde
3. Voorweken Zure detergenten: kalk- en roest verwijderen, aantasting van materialen Neutrale detergenten: mild voor mens en materiaal, lange inwerktijd Alkalische detergenten: vetoplossend Schuimreinigers: hechting aan oppervlak
49
Procedure / werkvolgorde
4. Hoofdreiniging Hoge drukspuit, 13 a 15l/min Van boven naar beneden, van achter naar voor Alle opppervlakken: plafond, muren, vloeren, … Best met warm water (40°C, betere werking)
50
Procedure / werkvolgorde
5. Spoelen Hoog debiet, lage druk Vermijd achterblijvende waterplassen
51
Procedure / werkvolgorde
6. Ontsmetten Oppervlakken: met hoge druk reiniger (250ml/m²), schuimen Ruimtes: vernevelen, foggen, aerosolvorming, hitte Moeilijk te bereiken plaatsen!
53
Procedure / werkvolgorde
6. Ontsmetten Procedure: Stal op T° brengen Beschermende maatregelen nemen, met 2 werken Gebruik juiste conc. (overdosering zinloos) Spuit onder lage druk opgaande wand en vloer Ruimteontsmetting (vb. vernevelen) Inwerktijd voldoende lang bij ruimteontsmetting Ventileren Leegstand, herbevolken
54
Wat is het ideale desinfectans ?
Breedspectrum Snelwerkend Niet geremd door omgevingsfactoren Niet toxisch voor mens en dier Niet corrosief Penetrerend Stabiel in pure en verdunde vorm Oplosbaar in water, weinig onderhevig aan inactivatie in hard water Niet kleurend Geurloos of aangename geur Gemakkelijk in gebruik Goedkoop
55
Types chemische desinfectantia
Veel types, zeer verscheiden Chemische structuur Doel Activiteit : spectrum, mechanisme Toxiciteit ...
58
Evaluatie R&O Visueel ATP-metrie Proteïnetest Hygiënogram
Score-interpretatie: • 0 kve score: 0 • kve score: 1 • kve score: 2 • kve score: 3 • +400 kve score: 4 • ontelbaar score: 5
60
Resistentie? ANTIBIOTICA DESINFECTANTIA Nauw spectrum Breed spectrum
Specifieke werkingsmechanismen Zeer algemene werking Resistentie-opbouw uitgesproken Vooral intrinsieke resistentie Niet toxisch voor gastheer Toxisch voor gebruiker DESINFECTANS Drastische effecten op macromoleculen suikers, proteïnen, lipiden, DNA celwand, celmembraan, virusenveloppe, DNA
61
RESISTENTIE VAN MICRO-ORGANISMEN
Intrinsiek! Microbiële structuur (celwand, enveloppe, …) Groeifaseresponsen Biofilmen Dormante stadia Herstelmechanismen
62
MEEST GEVOELIG VIRUSSEN BACTERIËN, SCHIMMELS EN ANDERE MICRO-ORGANISMEN Mycoplasma’s Gram-positieven Met enveloppe Gram-negatieven Zonder enveloppe Schimmelspores Zuurvaste bacteriën (mycobacterium) Bacteriële spores Coccidiën Prions MEEST RESISTENT
63
Biofilmen Dichte, gestructureerde opeenstapeling van micro-organismen in een laag van gesecreteerde producten op biotische en abiotische oppervlakken Nutriëntvoorziening en afvoer producten via ‘kanalen’ Heterogeen, multispecies Slijmlaag, EPS (vooral polysacchariden, ook eiwitten) Nodig : quorum sensing, flagellen, fimbriae, secretie eiwitten en polysacchariden (vb. cellulose)
64
Biofilmen
69
Biofilmen : belang Leidingen Opervlakken (tafels, vloeren, …)
MRSA, Legionella, E. coli … Op oppervlakken: alle mogelijke kiemen!
70
Biofilmen Minder gevoelig aan ontsmettingsmiddelen
Verminderde penetratie Verlaagde metabolische activiteit Stationaire groeifaseresponsen Gewijzigde genexpressie (efflux)
71
Illustratie : effect NaClO op biofilm
Planktonisch
72
Hygiënische aspecten van transport
73
Infectiedruk en besmettingsrisico
TRANSPORT STRESS BESMETTING / UITSCHEIDING INFECTIEDRUK TOCHT TEMPERATUUR-SCHOMMELINGEN DIEREN VAN VERSCHILLENDE OORSPRONG DIEREN IN NAUW CONTACT
74
Farm Pooled faeces N=5 Mixed dust N=1 Cloacal swabs (n=40) 1 0/5 0/1 0/40 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
75
Cloacal swabs after transport
Farm Pooled faeces N=5 Mixed dust N=1 Cloacal swabs (n=40) Cloacal swabs after transport (n=100) Caeca N=100 1 0/5 0/1 0/40 3/100 6/100 2 0/100 3 4 5 6 7 10/100 8 1/100 14/100 9 10 4/100 7/100 11 12 13 14 15 16 2/100 5/100
76
The process of catching and putting chickens
in crates significantly increases the chance of contamination with Campylobacter Slader J., Domingue G., Jorgensen F., McAlpine K., Owen R.J., Bolton F.J. and Humphrey T.J. Applied and Environmental Microbiology 68, , 2002 Carriage of Salmonella typhimurium is significantly higher among birds placed in clean crates than among the uncrated controls Rigy C.E. and Pettit J.R. Canadian Journal of Comparative Medicine 44, , 1980
77
Op de karkassen In de caeca Op het bedrijf na het In de slachten
transport kratten L. Herman, M. Heyndrickx, K. Grijspeerdt, D. Vandekerchove, I. Rollier, L. De Zutter Epidemiology and Infection 131, , 2003
78
voor transport na transport
M. Heyndrickx, D. Vandekerchove, L. Herman, I. Rollier, K. Grijspeerdt, L. De Zutter Epidemiology and Infection 129, , 2002.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.