De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Welzijnsbeleid.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Welzijnsbeleid."— Transcript van de presentatie:

1 Welzijnsbeleid

2 Welzijnsbeleid Drieactorenmodel : overheid, burger, voorzieningen
Sociale politiek : externe beleid overheid  burger = producent van politiek  « samenlevingsopbouw » Sociaal beleid : interne beleid overheid  burger = ontvanger van politiek  overheid als dienstverlener Maatschappelijke dienstverlening

3 Welzijnsbeleid Sociaal beleid = instrumenten die aangewend worden om de in de sociale politiek vooropgestelde doelen te bereiken Deze instrumenten liggen vervat in de rechtsorde (wetten, decreten…) Referentiekader sociaal beleid wordt bepaald door sociale politiek (cfr. onderscheid residuele-structurele benaderingen verzorgingsstaat)

4 Welzijnsbeleid Residuele benaderingen verzorgingsstaat
Burger = « consument » van maatschappelijke dienstverlening Structurele benaderingen verzorgingsstaat Burger = « rechthebbende » op maatschappelijke dienstverlening Spanningsveld tussen beide benaderingen Wijzigt in relatie tot ruimere maatschappelijke ontwikkelingen Beïnvloedt ook de overheidsorganisatie

5 Wie is de « overheid » ? Overheid = samenspel van meerdere overheidsorganisaties op verschillende territoriale niveaus (van lokaal tot Europees) Op elk niveau van de overheid zijn er zgn. functionele besturen : organisaties die voor een specifiek aspect van het beleid of dienstverlening verantwoordelijkheid dragen, zo bijv. parastatales ( bijv Kind en Gezin), Overheidsbedrijven( bijv NMBS), OCMW’s, Intercommunales … Kenmerkend voor het welzijnswerk : verwevenheid overheid en « particulier initiatief » (vzw’s)

6 Wie is de overheid ? Vanuit perspectief « burger » : overheid = concept met een collectief karakter : « het overheidsbeleid » Vraag naar de verhoudingen tussen overheidsniveaus Vraag naar de verhoudingen tussen verkozen overheidsniveaus en functionele besturen

7 Welzijnsbeleid Indirect welzijnsbeleid : maatregelen van algemene aard die ingrijpende gevolgen hebben op het welzijn Bijv (on)welzijnseffecten die al dan niet voortvloeien uit beleid inzake huisvesting, ruimtelijke ordening, arbeid … Direct welzijnsbeleid : maatregelen met het oog op de rechtstreekse bevordering van welzijn

8 Wat is « welzijn » ? Welzijn = een moeilijk te definiëren begrip
Welzijn = besef dat toenemende « welvaart » niet per definitie ook het « welzijn » bevordert In hoofde van eenieder  betere verdeling van schaarse goederen In hoofde van eenieder  ontwikkeling van « tegenbehoeften » Welzijn = verbonden met een « verlangen naar emancipatie »

9 Wat is « welzijn » ? Welzijn = « voorwerp van historische tegenstelling en maatschappelijke dynamiek  Residuele benadering : opheffen « onwelzijn »  Afmeten « onwelzijn » tav de standaard van een « maatschappelijke norm »  Nagaan welke « welzijnsproblemen » door wie t.a.v. op welke gronden worden geformuleerd Structurele benadering :welzijn = leerproces

10 Wat is « welzijn » ? Structurele benadering :
Naarmate bewuster wordt omgegaan met de eigen situatie wordt ook de welzijnservaring concreter Concept dat historisch begrepen, en participatief vorm gegeven moet worden Componenten : - bescherming materiële bestaanscondities - tegengaan sociale uitsluiting - bevorderen sociale en culturele ontplooiing

11 Wat is « welzijn » ? Residuele benadering : welzijn =
uitbreiding van het aanbod van dienstverlening, of betere positionering van dienstverleningsaanbod, of verhoging van de kwaliteit ervan Welzijn = antwoord op probleem van relatieve schaarste, d.w.z. goederen zijn schaars in vergelijking met diegenen die ze willen verwerven Correctie marktbepaalde « prijs » van deze goederen door indirect en direct welzijnsbeleid.

12 Wat is « welzijn » ? Structurele benadering : welzijn = kadering in reflexie over relatie individu-samenleving (cf participatieve benadering) en over ontwikkeling samenleving (cf historische benadering)  Welzijn = antwoord op probleem absolute schaarste, d.w.z. uitputbaarheid grondstoffen en de draagkracht van de aarde (cfr. Rapporten « Club van Rome »  Correctie marktmechanismen door een beleid van « duurzame ontwikkeling »

13 « Duurzame ontwikkeling »
Ontwikkeling concept vanuit : 1980 : International Institute for Environment and Development (IIED), International Union for the Conservation of Nature (IUCN) en World Wildlife Fund (WWF) publiceren « World Conservation Strategy »-rapport 1987 : publicatie van het zgn. « Brundtland »rapport : « Our common future » door de « World Commission on Environment and Development (WCED)

14 « Duurzame ontwikkeling »
1991 : actualisering « World Conservation Strategy » : « Caring for the Earth » Hoe kan een rechtvaardig verdeelde en toereikende welvaart gecreëerd worden, zonder uitputting van de natuurlijke rijkdommen of onomkeerbare aantasting van de ecosystemen ? = allesomvattend als probleemstelling voor het menselijk handelen

15 « duurzame ontwikkeling »
1992 : United Nations Conference on Environment and Development in Rio de Janeiro Verklaring van Rio de Janeiro « Agenda 21 » : duurzame ontwikkeling richt zich op sociale, economische en ecologische problemen, met als prioriteit de bestrijding van de armoede

16 « duurzame ontwikkeling »
Twee basisgedachten : Tegemoetkoming « noden », in eerste instantie basisbehoeften van de Derde Wereld (>< insluiting in Westerse « koloniale » benadering) - Principe van beperkingen om aan de huidige en toekomstige behoeften te voldoen Verdere uitwerking begrip in aantal VN-conferenties In Vlaamse welzijnsbeleid terug te vinden in de « missiebepaling » van de strategische planning van de Vlaamse overheid.

17 Welzijnsbeleid Residuele benadering : diachroon beleid
Sociaal beleid in functie van de realisatie van een economisch ontwikkelingsmodel Kern sociaal beleid = sociale zekerheid, aangevuld met bijstand en sociale voorzieningen Welzijnswerk = subsidair tov het welzijn dat in alle maatschappelijke instituties moet gerealiseerd worden  Welzijnsbeleid = synoniem « sociaal beleid »

18 Welzijnsbeleid Structurele benadering : synchroon beleid
Sociaal beleid in functie van bevrediging menselijke basisbehoeften Kern sociaal beleid = strategische afstemming van de diverse dimensies van deze basisbehoeften Welzijnsbeleid = maatregelen op het vlak van het welzijnswerk als maatschappelijke basisvoorziening : Welzijnsbeleid = welzijnswerkbeleid

19 Welzijnsbeleid Welzijnsbeleid in de praktijk
Overwegend residuele invalshoek met soms structurele aanzetten Vlaamse welzijnsbeleid als resultaat van twee processen : Staatshervorming Vorming beleidsveld «welzijn » binnen Ministerie van de Vlaamse gemeenschap Zie :

20 De publieke overheid in beeld
België kent vijf publieke overheidsniveaus : Federale overheid Gemeenschappen : Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap Gewesten : Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk gewest Provincie Gemeente

21 De publieke overheid in beeld
De Belgische overheid wordt tevens beïnvloed door een zesde beleidsniveau : de internationale rechtsorde V.N. en Raad van Europa : hebben belangrijke impact via mensenrechtenverdragen Europese unie : vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal Europees parlement, Raad van Ministers, Europese Commissie, Europees Hof van Justitie. Raad van Ministers : ontwikkeling Europese normen

22 De publieke overheid in beeld
Federale overheid Heeft beslissingsbevoegdheid over het hele land Gemeenschapsoverheden bevoegdheid over « persoonsgebonden materies » Gewestoverheden Bevoegdheid over plaatsgebonden materiesGewestoverheden Federale overheid, gemeenschappen en gewesten beschikken elk over eigen wetgevende en uitvoerende macht

23 De publieke overheid in beeld
Uitzonderingen : De Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest delen dezelfde wetgevende en uitvoerende macht Het Waals gewest kan bevoegdheden overdragen aan de Duitstalige gemeenschap De Franse gemeenschap kan bevoegdheden overdragen aan het Waals gewest en aan de Franse gemeenschapscommissie van het Brussels gewest

24 De publieke overheid in beeld
Brussels gewest = 19 Brusselse gemeenten Gewestbevoegdheden worden uitgeoefend door Bursselse Hoofdstedelijke Raad en Brusselse Hoofdstedelijke regering Brussel is geen aparte gemeenschap; zowel de Vlaamse als de Franse gemeenschap hebben bevoegdheden in Brussel mbt gemeenschapsmateries  Vlaamse gemeenschapscommissie, Franse gemeenschapscommissie en Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie

25 De publieke overheid in beeld
Provincie 10 provincies; 19 Brusselse gemeenten maken geen deel uit van een provincie Bevoegd voor alle provinciale aangelegenheden, tenzij de wetgever (= federaal) , decreetgever (= gemeenschapplen en gewesten) of ordonnantiegever ( = Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bevoegd zijn Provincieraad, bestendige deputatie, gouverneur

26 De publieke overheid in beeld
Gemeente Sinds 1977 : 589 Belgische gemeenten (voor de fusies : 2359) Bevoegd voor alles wat « gemeentelijk belang » is, dwz alles waar geen andere overheid voor bevoegd is Gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen en burgemeester

27 Hiërarchie in rechtsnormen
1 grondwet en internationale normen 2 wetgevende akten : wetten,decreten en ordonnanties 3 uitvoeringsbesluiten : K.B.’s en besluiten van de verschillende gemeenschaps-en gewestregeringen 4 provinciale verordeningen 5 gemeentelijke verordeningen Nog eens verder opzoeken

28 Bevoegdheidsverdeling
Federale regering - wetgevende macht : 3 takken Senaat Kamer van volksvertegenwoordigers Koning (~ regering) - Grondwetsherziening 1993 : herziening bevoegdheidsverdeling Kamer en Senaat

29 Bevoegdheidsverdeling
Kamer en Senaat zijn gelijk bevoegd voor… Werking staat en staatsstructuur (Art.77 GW) Grondwetswijziging wetten i.v.m. statuut gewesten en gemeenschappen wetten ter goedkeuring internationale verdragen Wetten over organisatie hoven en rechtbanken

30 Bevoegdheidsverdeling
Alleen Kamer is bevoegd (art.74 GW) Verlenen naturalisaties Aansprakelijkheid federale ministers (wetten) Goedkeuring begrotingen en rekeningen van staat Vaststellen legercontingent Overige aangelegenheden Senaat : bezinningskamer Kamer : uiteindelijk beslissingsrecht

31 Bevoegdheidsverdeling
Vlaamse Gemeenschap Vlaamse regering voert decreten uit “ “ zorgt voor dagelijks bestuur Steun van overheidsadministratie (Ministerie Vlaamse Gemeenschap) (momenteel: 7 departementen, onderverdeeld in administraties, onderverdeeld in afdelingen)

32 Bevoegdheidsverdeling
Vlaamse Openbare Instellingen (VOI’s) gespecialiseerde taken worden toevertrouwd aan de VOI’s (bv. VRT, De Lijn, Kind & Gezin, OVAM, VDAB, …) Beslissen zelf over uitvoering overheidsbeleid, maar onder toezicht Vlaams Minister Beheersovereenkomst

33 De ontwikkeling van overheidsbeleid
Ontwikkeling overheidsbeleid tussen twee polen: overheid neemt alle aspecten van beleidsketen tot en met concrete uitvoering en dagelijks beheer zelf op (centrale planning) overheid tekent beleidskaders uit waarbinnen andere overheidsniveaus en functionele besturen (decentralisatie) of private initiatieven initiatieven nemen (privatisering)

34 De ontwikkeling van overheidsbeleid
Na staatshervorming : ontwikkeling beleid « bestuurlijke vernieuwing »  de overheidsorganisatie staat in structuren, effectiviteit, manier van optreden en democratische kwaliteit ter discussie

35 Bestuurlijke vernieuwing
Beleid van bestuurlijke vernieuwing  Creatie van een aantal nieuwe rechten (bescherming tegen ‘willekeurig optreden van de overheid’)  Invoering « strategische planning »  Herontdekking van het lokale niveau (cfr ontwikkeling sociale politiek tegen achtergrond toenemende globalisering)

36 « Bestuurlijke vernieuwing »
Creatie nieuwe rechten : Recht op openbaarheid van bestuur (Art.32 GW): Recht om elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen Documenten van de uitvoerende macht (niet van wetgevende en rechterlijke macht) Geen absoluut recht : uitzonderingen kunnen door de wetgever bepaald worden, bijv in hoofde van bescherming privacy, veiligheid, beroepsgeheim Verschil tussen passieve en actieve openbaarheid van bestuur

37 « Bestuurlijke vernieuwing »
Creatie nieuwe rechten : Recht op een uitdrukkelijke motivering van individuele bestuurshandelingen In elk bestuursdocument moeten de motieven voor de beslissing worden opgenomen Uitzonderingen mogelijk (vgl openbaarheid van bestuur) Alleen voor individuele bestuurshandelingen, niet voor reglementaire bestuurshandelingen – dwz handelingen die op meerdere personen of situaties toepasselijk zijn en dus algemeen van aard zijn.

38 « Bestuurlijke vernieuwing »
Creatie nieuwe rechten: Recht om een klacht in te dienen bij een ombudsman Ombudsfunctie =onafhankelijk t.o.v. uitvoerende macht, benoemd door wetgevende macht Drie taken : Informatieverstrekking en communicatie Klachtenmanagement (handelingen of werking adm.) Ombudsfunctie : bemiddeling, daar waar het contact tussen de burger en de betreffende overheid spaak loopt. Niet afdwingbare aanbevelingen. Mogelijkheid tot openbaarmaking (via verslagen)

39 « Bestuurlijke vernieuwing »
Invoering strategische planning Eind 1994 : start project « Vlaanderen 2002 » : nadruk op lange-termijn-perspectief voor een nieuwe en efficiënte bestuurlijke managementscultuur Vertaling « algemene visie Vlaanderen 2002 » in bruikbare strategische plannen voor termijn van 4 à 5 jaar (bv. Wetenschapsbeleid, leefbaar Vlaanderen – gezond leefmilieu, …) Opdracht toevertrouwd aan administratie Planning en Statistiek Beleidsplannen : zie

40 Bestuurlijke vernieuwing
Strategisch (beleids)plan : wat? Op basis van goede analyse en diagnose Voortbouwend op bestaande projecten / oog voor vernieuwing en verdieping Vertrekkend vanuit unieke situatie Kortetermijnprojecten en langetermijn-ondersteunende acties Toetsingskader Concreet ondersteunende planning Ruimte voor flexibiliteit en bijstellen planning Concrete projecten met meetbare indicatoren

41 Bestuurlijke vernieuwing
Strategische plangroep: Verschillende ‘partijen’ worden samengebracht gemeenschappelijke analyse maken Projecten positioneren t.o.v. gemeenschappelijk ontwikkeld referentiekader

42 Bestuurlijke vernieuwing
Waarom strategisch plannen ? geeft richting aan beleid (richting bepalen) Dwingt tot positionering t.o.v. andere overheden Synthese aanwezige kennis Dwingt tot discussie en onderhandeling Kan wervend en mobiliserend zijn Beleidsproces: opzetten van proces waarin beslissingen worden genomen, om met de inzet van bepaalde middelen veranderingen na te streven. (Wat & Hoe)

43 Bestuurlijke vernieuwing
Strategische planning : Missie-bepaling en doelstellingen Kritische succesfactoren Prioritaire en strategische programma’s Implementatie evaluatie

44 Bibliografie deel 1 Bouverne-De Bie, M., Verschelden, G., (1997), Handleiding voor de opmaak van een geïntegreerd lokaal beleidsplan in het kader van het Sociaal Impulsfonds, Brussel : Koning Boudewijnstichting. Derynck, F., (1999), Overheid in beweging, Basiswerk, Brugge : die Keure Vande Lanotte, J., Bracke, S., Goedertier, G., (2000), België voor beginners, Brugge : die Keure

45 Bibliografie deel 1 B. Mazijn (ed),(2000), Duurzame ontwikkeling meervoudig bekeken, Gent : Academia Press Notredame, L., (1995), Behoefte en zorg. Naar een optimale afstemming, Brussel : Federale diensten voor Wetenschappelijke, technische en Culturele aangelegenheden Vranken, J., (1992) : Welzijn : voorwerp van maatschappelijke tegenstelling en historische dynamiek, in : Baert, H., (ed), De welzijnszorg in de Vlaamse Gemeenschap, Leuven : Garant.


Download ppt "Welzijnsbeleid."

Verwante presentaties


Ads door Google