De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

INTERSECTORAAL HANDELEN, DE KOOL EN DE GEIT?

Verwante presentaties


Presentatie over: "INTERSECTORAAL HANDELEN, DE KOOL EN DE GEIT?"— Transcript van de presentatie:

1 INTERSECTORAAL HANDELEN, DE KOOL EN DE GEIT?

2 VS © Mimi Verledens

3 Hoofdvraag Is het mogelijk om een intersectoraal handelingsplan op te zetten tussen de sectoren AJW enerzijds en VAPH anderzijds? AJW – Agentschap voor Jongerenwelzijn VAPH – Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Onderzoek: methodiek van praktijk- of actieonderzoek Doelgroep: organisatorische of beleidsmatige laag en hulpverleningspraktrijk rond de cliënt met een uitgesproken nood aan expertise

4 ONDERZOEK IN ACTIE Zo direct mogelijk met de betreffende jongeren en hun context werken Relevante dossiers traceren (19 casussen, waarvan 13 verder bestudeerd) Grondige exploratie van het traject van de knelpunten Met de overige 6 casussen werd live gewerkt met cliënten en betrokken hulpverleners d.m.v. themagroepen met cliënten Doel: zo kwalitatief mogelijk in te gaan op de vraagstelling en de problematiek van de jongere en zijn context

5 GEGEVENS EN RESULTATEN
CLIËNT- EN CONTEXTSPECIFIEKE GEGEVENS Factoren die te maken hebben met de problematiek of de context van de cliënt Themagroepen  grootste knelpunt Ernst van de problematiek impliceert een afbouw van het verblijf en vormt een onneembare drempel tot opname in een andere sector of setting Knelpuntdossiers  kwetsbaarheid gezin, belast met meervoudige problemen is een bezwarende factor in het traject van de jongeren en in de ernst en draagwijdte van de problematiek Gevolg: externe sturing is zoek, perspectief raakt verduisterd

6 GEGEVENS EN RESULTATEN
KNELPUNTEN BINNEN HULPVERLENINGSPROCES Processie van Echternach: spreekt externe wachtlijsten aan zonder zekerheid wanneer de cliënt de geïndiceerde plaats verkrijgt  ontoereikende hulp en ontstaan van oneigenlijke tussenplaatsen SECTORSPECIFIEKE KNELPUNTEN AJW  in handen van consulenten, toegang naar de voorziening getaxeerd door CBJ of Jeugdrechter VAPH  Verslag nodig via Multidisciplinair Team, waar in termen van beperking en intra-individuele problematiek, de Provinciale Evaluatiecommissie beslist of er een toegang tot een VAPH-module mogelijk is

7 GEGEVENS EN RESULTATEN
INTERSECTORALE KNELPUNTEN Persoonlijkheidsproblematiek  wettelijk niet mogelijk Pleegzorg wordt afgebroken  duurdere (residentiële) werkvorm als gevolg Praktijk: profiel van de jongere vraagt om een geïntegreerde aanpak  aanbod loopt vast op verkaveld veld van hulpverlening BELEIDSMATIGE KNELPUNTEN AJW  via overheid gefinancierd via dagprijsstelsel VAPH  idem, maar via PAB kan een portefeuille toegekend worden aan de cliënt zelf. (grootte afhankelijk van de zorgbehoefte en de zorggradatie)

8 INTERSECTORAAL HANDELINGSPLAN
In huidig landschap van jeugdhulp mogelijk? WORDT CLIËNT EFFECTIEF VERDER GEHOLPEN? Afspraken gemaakt tot extra onderzoek en het op vrijwillige basis leveren van expertises EFFECTIEVITEIT OVERLEGVORM? Themagroepen met cliënt: je kan niet realiseren wat nodig is, maar de bron en resultaat is transparant, en daardoor meer acceptabel Themagroepen zonder cliënt: verdeeldheid eindigt met veel herhalingen in een analoge verdeeldheid

9 INTERSECTORAAL HANDELINGSPLAN
WELKE MOGELIJKHEDEN EN KNELPUNTEN WERKZAAM? Wachtlijsten Slingerend traject tussen K-diensten Lange plaatsingen impliceren soms gezinsontlasting en verzwakken band met ouders MPI & BUSO  voordelen, maar beperkt de verwijzingsmogelijkheden omwille van beperkte studierichtingen binnen het lokale BUSO

10 INTERSECTORAAL MIDDENGEBIED IN BEELD
Aantal kinderen in probleemsituaties wordt groter Analyse van symptomen  aantal kinderen blijken meer hulp nodig te hebben dan eerst gedacht Pareto-principe: 80% van de energie om jongeren op hun plaats te krijgen, focust op een minderheid van de jongeren (20%) die niet op hun plaats raken omdat zij de meest complexe hulpvraag nodig hebben.

11 DE JUISTE MAN OP DE JUISTE PLAATS?
Open plaats  verschil tussen de erkende bezetting van de setting en de actuele bezetting (vb. bezetting van 90%, kan over 5 open plaatsen beschikken) Beschikbare plaats  plaats die open en te begeven is

12 Aanbevelingen M.B.T. CLIËNT EN ZIJN CONTEXT
‘Hable con ella’  zo simpel, positief en duidelijk mogelijk praten met de jongeren en de ouders waarmee gewerkt wordt Uitdrukken van gedragsproblemen in classificerende diagnoses schept ordening en vergemakkelijkt de communicatie tussen hulpverleners M.B.T. HULPVERLENINGSPROCES Agressie  breekijzer om uit een geïndiceerd traject te raken en voor een aantal jongeren is er dan geen weg meer terug Stabiliseren  de zorg naar jongere brengen i.p.v. jongeren van hun geïndiceerd pad te laten afwijken naar een ander setting, inbrengen van expertise en krachten om de draagkracht te versterken, het hoofdtraject mogelijk houden door nodige zijtrajecten tijdelijk in te zetten Perspectief  onduidelijk  hoe lang blijf ik hier?, waar ga ik naartoe? Moed om te beslissen  analyseer de ouderlijke positie en competentie, varieer in gezinsondersteuning, balans tussen twee statements: ieder kind heeft recht op ontwikkelingsstimulerende opvoeding VS ieder ouder heeft het recht zijn kind zelf op te voeden

13 Aanbevelingen SETTINGSSPECIFIEKE AANBEVELINGEN
Effecten van plaatsingen  aan te bevelen om cruciale vraag te stellen op een meer intensieve, zwaardere, langere plaatsingen wel een meerwaarde biedt Factor veiligheid  cruciaal Residentiële interventie kan noodzakelijk goed zijn, indien daardoor stabiliteit, warme opvang, bescherming, opleiding kan gerealiseerd worden, natuurlijk met een link en open vizier op gezin en samenleving JONGEREN MET COMPLEXE ZORGVRAGEN Residentiële voorzieningen  leggen zich toe op jongeren met ernstige moeilijkheden  opnamedruk + beheersbaar houden van leefgroepen + grote externe en interne druk Pleegzorg  toeleiding loopt moeilijk  tekort aan kandidaat pleegouders, zeker voor jongeren met ernstige moeilijkheden OPPZET (Orthopedagogische Pleegzorg en Training)  jongeren met gedragsproblemen worden succesvol begeleid in een semi-professioneel pleegzorgkader

14 Aanbevelingen INTERSECTORAAL
Werkvormen  AJW: problematische opvoedingssituaties (POS & MOF)  VAPH: personen met beperkingen beide sectoren zouden moeten de handen in elkaar slaan en modules ontwerpen, beheren die beiden expertises bevatten, of faciliteren dat de deskundigheid van de ene sector kan toegevoegd worden aan de begeleidingspiste die in de andere sector loopt  verhoogde kans tot lopende stabilisering van pleegzorgbegeleidingen High care: bijkomende ondersteuning, Low care: geen bijkomende ondersteuning  zorggradatie en profielen uit te drukken in het volume en de intensiteit van de nodige zorgen en de middelen in verhouding toe te kennen (hoe meer zorg, hoe groter de kost) Probleem nr. 1  wachtlijsten AJW: werkt met centrale aanmeldingen, centraal gestuurd naar de voorzieningen met gradaties in prioriteit VAPH: werkt met Centrale Regie Zorgvragen, met urgentiecodes en op termijn zorggradaties, maar er is geen centrale aansturing naar de voorzieningen Probleem nr. 2  volume wachtlijsten  capaciteit uitbreiding gebeurt traag, niet in verhouding met de vraag

15 BESLUIT MOGELIJKHEID TOT INTERSECTORAAL HANDELEN?
Geïntegreerd handelingsplan  moeilijk realiseerbaar Voortdurend nood aan samenwerking op menselijk niveau OPLOSSING: 1. intersectorale bypassing procedures creëren om samenwerking mogelijk te maken, om bruggen, combinatievormen te maken tussen AJW & VAPH 2. iedere sector ontwikkelt vanuit haar sterkte sectorspecifieke modules, maar ontwikkelt in samenhang en samenwerking modules en hulpvormen die beide aspecten incorporeert


Download ppt "INTERSECTORAAL HANDELEN, DE KOOL EN DE GEIT?"

Verwante presentaties


Ads door Google