De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie"— Transcript van de presentatie:

1 Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie
Henriëtte de Swart

2 Taal en cognitie Taalkunde theorie: representatie van impliciete kennis van de moedertaalspreker (competence) Morfologie, Syntaxis: gericht op ‘harde’ symbolische regels, generatie Algoritme bepaalt welgevormdheid. Creativiteit, oneindige recursie.

3 Taalvariatie Taalvariatie: parameters.
Taalverwerving: universele grammatica is aangeboren, kind leert parameter setting van de moedertaal.

4 Problemen Parametersetting soms onvoldoende voor taalvariatie: interactie meerdere regels. Harde regels hebben (vaak) uitzonderingen. Stricte scheiding systeem (competence) en gebruik (performance): weinig inzicht in processing, pragmatiek, taalgebruik, rol van input in taalverwerving.

5 Taal en hersenen Generatieve grammatica (Chomsky): modulaire structuur: syntaxis, morfologie, fonologie zijn aparte modules van de grammatica. Hersenen: parallel processing. Kunnen we een taalkunde theorie bouwen die in principe te implementeren valt in hersenen?

6 Een alternatief Optimaliteitstheorie: optimale oplossingen van strijdige regels in natuurlijke taal Uitspraak van woorden (fonologie) Zinsbouw: optimale uitdrukking van bepaalde betekenis (syntaxis) Optimale interpretatie in contekst (semantiek)

7 ‘Liever lui dan moe’ Least Effort: Praten kost minder moeite als je een normale, makkelijke uitspraak van een klank kiest in een bepaalde positie. Van belang voor spreker

8 Ontstemd stemloos: t k f s ch p stemhebbend: d g v z g b
Stemhebbend is ‘speciaal’, ‘moeilijker’, eist actie van de stembanden Stemloos is ‘normaal’, ‘makkelijker’, vereist geen actie van de stembanden Ontstemd: Klanken zijn stemloos aan het einde van een woord.

9 Getrouwheid Getrouwheid: Een klankonderscheid moet behouden blijven in de uitspraak. Bijvoorbeeld: Stemhebbende klanken behouden hun stem in de uitspraak. (Stemvast) Belang voor hoorder

10 Taalvariatie Verschillen tussen talen ontstaan door verschillend ‘belang’ toegekend aan bepaalde regels. Nederlands: Ontstemd >> Stemvast Engels: Stemvast >> Ontstemd Nederlands kiest op een onderdeel voor een makkelijke uitspraak. Engels kiest op dat punt voor een duidelijke uitspraak.

11 Nederlands

12 Engels

13 Taalvariatie in syntaxis
Het regent. [Nederlands] Piove. [Italiaans] Wat regent er? Waarom hebben alle Nederlandse zinnen een onderwerp?

14 Onderwerpregel: Alle zinnen hebben een onderwerp.
Betekenisregel: alle elementen uit de zin hebben betekenis. Onderwerpregel >> Betekenisregel (Nl) Betekenisregel >> Onderwerpregel (It).

15 Nederlands Betekenis  Onderwerp Betekenis Regent * Het regent 

16 Italiaans Betekenis  Betekenis Onderwerp Piove  * ‘Het’ piove

17 Basisprincipes OT beschouwt grammatica als relatie tussen input en output ( neuraal netwerk). GEN: genereert mogelijke kandidaten voor gegeven input ( activatiepatronen). Output: optimale kandidaat wint, alle andere kandidaten suboptimaal ( harmonische situatie netwerk). Gelijktijdige evaluatie van alle regels.

18 Patroonherkenning Gezichtsherkenning Muziek Herkenning van
handgeschreven letters

19 Handgeschreven letters
Is dit een A of een H? Vraag niet te beantwoorden zonder contekst

20 Letters in contekst Letters in contekst zijn niet ambigu

21 Patroonherkenning = optimalisatieproces
Een waargenomen patroon wordt opgedeeld in samenstellende kenmerken Kenmerken wijzen in de richting van bepaalde letters Kenmerken blokkeren keuze voor een bepaalde letter Neurale netwerken modelleren optimizatie proces.

22 Regelgestuurde processen
(Logisch) redeneren Taal (?)

23 Patronen versus regels
Optimalisatie in contekst versus Symbolische regels Is er sprake van volledig gescheiden cognitieve processen? OT: het verschil is niet zo groot als het lijkt!

24 Prince en Smolensky (1993) Taal wordt gestuurd door proces van optimalisatie Er zijn wel regels, maar die zijn niet hard Schending van taalregels mag om te voldoen aan een sterkere regel Grammatica: verzameling potentieel strijdige taalregels. Taalvariatie: talen verschillen in ordening van regels

25 Parallel met neurale netwerken
OT is geen directe modellering van taal in een neuraal netwerk: combinatie van symbolische en subsymbolische noties. Symbolische regels. ‘harmonisch’ patroon van activatie van netwerk gespiegeld in ‘harmonische’ uitkomst van combinatie van conflicterende regels.

26 Optimalisatie van interpretatie
Zes sollicitanten werden uitgenodigd voor een gesprek. Drie werden afgewezen. Drie welke? Zes sollicitanten werden aangenomen

27 Liever anaforisch DOAP: Do not overlook anaphoric possibilities
Mogelijkheden voor een anaforische interpretatie moet je gebruiken Drie = sollicitanten, niet ‘anderen’

28 Conflicterende regels
ANTECEDENTREGEL Kies als het antecedent van een incomplete NP de verzameling AB van de voorgaande zin Zes sollicitanten werden uitgenodigd voor een gesprek. Drie werden afgewezen. Drie = drie van de sollicitanten die werden uitgenodigd voor een gesprek

29 Gezond verstandregel Zes sollicitanten werden aangenomen. Drie werden afgewezen. Drie  drie van de sollicitanten die werden aangenomen. GEZOND VERSTANDREGEL Vermijd tegenstrijdigheden Drie = drie andere sollicitanten

30 Ordening Gezond verstand Antecedent regel DOAP
Drie van de sollicitanten die werden aangenomen werden afgewezen *! Drie andere sollicitanten werden afgewezen  * Drie andere mensen werden afgewezen !*

31 Anafora resolutie Als ik met een dokter praat, is de dokter het vaak met hem oneens. Wie is hem? Als ik met een dokter praat, is de dokter het vaak met zichzelf oneens. Wie is zichzelf?

32 hem versus zichzelf Reflexieve en niet-reflexieve pronomina PRINCIPE B
Als twee argumenten van dezelfde semantische relatie niet zijn gemarkeerd als identiek, interpreteer ze dan als verschillend.

33 Ordening input output *!  een dokter1 de dokter2 hem1 *
PrincB DOAP Als ik met een dokter praat is de dokter het vaak met hem oneens een dokter1 de dokter1 hem1 *!  een dokter1 de dokter2 hem1 *  een dokter1 de dokter1 hem2 een dokter1 de dokter2 hem2 Als ik met een dokter praat is de dokter het vaak met zichzelf oneens  een dokter1 de dokter1 zichzelf1 een dokter1 de dokter2 zichzelf1 een dokter1 de dokter1 zichzelf2 een dokter1 de dokter2 zichzelf3 *!*

34 Consekwenties Taalverwerving
Twee klassen constraints: Markedness: vermijd structuur (‘liever lui dan moe’). b.v. ONTSTEMD Faithfulness: respecteer input (‘getrouwheid) b.v. STEMVAST

35 Verschil begrip/productie
/trein/  trein /tijn/  tijn Volwassenentaal faithfulness > markedness Kindertaal markedness > faithfulness /trein/  tein /tijn/  tijn

36 Reflexieven en pronomina
Productie: 100% goed (v.a.  3 jaar) Begrip: reflexieven 100% goed (v.a.  3 jaar), pronomina coreferentie OK tot  6,6 jaar. Waarom? Berti zag zichzelfi/*k. Berti zag hem*i/k. (volwassentaal) Berti zag hemi/k. (kindertaal)

37 Semantische variatie Tot nu toe hebben we variatie gezien in fonologische ordeningsregels. Er is ook variatie in syntactische ordening. Is er ook sprake van semantische variatie die we kunnen beschrijven in OT?

38 DN and NC Nobody said nothing. (Eng) xy
Niemand zei niets. (Dutch) xy Nadie miraba a nadie. (Spa) xy Nessuno ha parlato con nessuno. (Ital) xy Personne n’a rien dit. (Fr) ambiguous

39 Negatie in OT semantiek
FaithNeg: reflecteer non-affirmativiteit van de input in de output. *Neg: vermijd negatie in de output. Universele ordening: FaithNeg >> *Neg. InterpretNeg (IntNeg): Elke neg uitdrukkingen in de input levert een negatieve betekenis in de output.

40 DN (Interpretatie) Form Meaning FNeg IntNeg *Neg neg+neg x1x2 * **
x1x2 Niemand zei niets

41 NC (Interpretatie)  Form Meaning FNeg *Neg IntNeg neg+neg x1x2 * **
Nadie miraba a nadie

42 Bi-directionaliteit Grammatica beschrijft relatie tussen vorm en betekenis. Spreker rol: kies de beste vorm om de gewenste betekenis over te dragen. Hoorder rol: kies de beste betekenis voor de door spreker geproduceerde vorm. Bi-directionele OT: optimizatie over vorm-betekenis paren.

43 Negatie in OT syntaxis FaithNeg: reflecteer non-affirmativiteit van de input in de output. *Neg: vermijd negatie in de output. Universele ordening: FaithNeg >> *Neg. MaxNeg: Elk indefiniet argument in het bereik van negatie wordt gemarkeerd als negatief.

44 DN (productie) meaning form FNeg *Neg MaxNeg x1x2 indef+indef * **
neg+indef neg+neg Nederlands: Niemand zei iets

45 NC (productie) meaning form FNeg MaxNeg *Neg x1x2 indef+indef * **
neg+indef neg+neg Spaans: Nadie ha dicho nada.

46 Negatie in bi OT FNeg >> MaxNeg >> *Neg >> IntNeg. (NC talen: markering van negatie betekent dat je negatie absorbeert in de semantiek) FNeg >> IntNeg >> *Neg >> MaxNeg. (DN talen: iteratie van negatie in de semantiek betekent dat je negatie niet op alle argumenten markeert).

47 Taal en Cognitie (slot)
Theoriën over taal moeten taalkennis inbedden in cognitie. Theoriën over taal moeten taalkennis inbedden in het brein. Verwevenheid van taaltheorie met ontwikkelingen in neurocognitie Belang van experimentele evidentie (taalproductie, processing, taalverwerving).


Download ppt "Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie"

Verwante presentaties


Ads door Google