De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Doen we de juiste dingen ?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Doen we de juiste dingen ?"— Transcript van de presentatie:

1 Doen we de juiste dingen ?
Gezondheidspromotie ? Doen we de juiste dingen ? Doen we de dingen juist ? Bart Garmyn Taakgroep Preventie Domus Medica vzw.

2 Bart Garmyn Bedrijfsarts-preventieadviseur Securex Externe Preventiedienst Scientific Advisor CID Themaverantwoordelijke Domus Medica voor borstkankerscreening Lead-author aanbeveling borstkankerscreening Lid Werkgroep borstkankerscreening Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid Themaverantwoordelijke alcohol Domus Medica Mede auteur report phase III/IV WHO collaborative project on early identification and brief intervention on hazardous alcohol intake Mede auteur European Guidelines on EIBI Stichtend lid INEBRIA(International Network on Brief Interventions on Alcohol, met steun van WHO) Lid Raad van Bestuur Vlaams Instituut Gezondheidspromotie (VIG -penningmeester) Lid Raad van Bestuur Vlaams Geneesheren Verbond (VGV-secretaris)

3 Wat wil ik vertellen ? Algemeen kader
Gezondheidspromotie in internationaal perspectief : Ottawa Charter Positie in gezondheidszorgsysteem Gezondheidsbevordering versus ziektepreventie Organisatie in Vlaanderen Beleidsinstrumenten Gezondheidsdoelstellingen Budget Spelers in het preventielandschap Praktijkvoorbeeld : Alcohol

4 Wat is gezondheidspromotie ?
“Het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te verbeteren. “

5 Internationaal perspectief
Het concept gezondheidspromotie is geïnspireerd door de Health for All-strategie van de WHO, die zich tot doel stelt om “alle mensen de kans te geven om een sociaal en economisch productief leven te leiden”.

6 Ottawa Charter Gezondheidspromotie is een relatief jong begrip in het domein van de volksgezondheid. Formeel werd het begrip pas in 1986 geïntroduceerd door de WHO via het “Ottawa Charter” In dat charter poogde men via gezondheidspromotie een antwoord te geven op de specifieke gezondheidsproblemen van landen met een hoog welvaartsniveau. Ondanks een sterk uitgebouwde curatieve gezondheidszorg en een goed functionerend systeem voor traditionele ziektepreventie ziet men zich in deze landen immers geconfronteerd met een toenemend aantal chronische en deels vermijdbare "beschavingsziekten" zoals hart- en vaatziekten, kanker, ongevallen, verslaving en psychische problemen. .

7 Ottawa charter : benaderingen
Het multidimensionele karakter van gezondheids-promotie komt tot uiting in de benaderingen van gezondheidspromotie die in het charter worden voorgesteld. Elke succesvolle organisatie van gezondheidspromotie is multidimensioneel, emancipatorisch en participatief Het multidimensionele karakter van gezondheidspromotie komt tot uiting in de benaderingen van gezondheidspromotie die in het Ottawa Charter worden voorgesteld. In staat stellen (To enable) Bepleiten (Advocate) Bemiddelen (To mediate)

8 In staat stellen (to enable)
Het creëren van mogelijkheden voor individuen en/of gemeenschappen om hun competentie naar gezondheid te verbeteren.

9 Bepleiten (to advocate)
Individuele en sociale actie gericht op het uitwerken van een beleidskader of organisatorisch klimaat dat gezonde keuzen bevordert, bestaande voorschriften aanpast of de naleving ervan controleert.

10 Bemiddelen (to mediate)
Communicatie tot stand brengen waardoor de verschillende persoonlijke, sociale en economische belangen van individuen en gemeenschappen en verschillende maatschappelijke sectoren, zowel publiek als privé, met elkaar tot verzoening gebracht worden op een manier die de gezondheid bevordert en beschermt.

11 Ottawa Charter De principes van gezondheidspromotie komen duidelijk tot uiting in de vijf actieterreinen van het Ottawa Charter. Politiek : Health in all policies Leefwereld : sociale netwerken Community involvement Individu : kennis,kunde,vaardigheden,self efficacy Gezondheidszorgvoorzieningen

12 1. Health in all policies Het ontwikkelen van een gezond overheidsbeleid houdt in dat de nationale, regionale en lokale overheden mee zorg dragen voor de gezondheid van de burgers en de politieke wil opbrengen om bij beleidsbeslissingen rekening te houden met de effecten op de gezondheid van de bevolking.

13 2.Leef-, leer- en werkomgeving
Het creëren van een ondersteunende omgeving impliceert dat de effecten op het vlak van gezondheid mee in rekening worden gebracht bij de inrichting van de leef-, leer- en werkomgeving, en dat de gezondheidsbeschermende invloed van sociale netwerken wordt onderkend en gestimuleerd.

14 3. Community involvement
Het versterken van gemeenschapsactiviteiten legt de klemtoon op de aansluiting van acties voor gezondheidsbevordering bij de bestaande netwerken en groepen (o.a. buurtwerking, zelfhulpgroepen, vrijwilligersorganisaties, ...) en activiteiten die vanuit de gemeenschap worden opgezet om een grotere inzet en betrokkenheid vanwege de bevolking te genereren.

15 4. Individu Het ontwikkelen van persoonlijke overtuigingen, waarden en vaardigheden sluit aan bij het aanbrengen en stimuleren van kennis, attitudes, zelfwaardegevoel, en aangepaste vaardigheden bij individuen als basis voor het maken van gezonde keuzen; Dit actieterrein valt grotendeels samen met wat bekend staat als "gezondheidsvoorlichting en -opvoeding" (GVO).

16 5. Gezondheidszorgvoorziening
Het heroriënteren van de gezondheidszorgvoorzieningen impliceert dat de professionelen in de gezondheidssector hun rol herdefiniëren van het louter verstrekken van (medische) zorgen naar het bevorderen van de gezondheid van personen, en daartoe de nodige vaardigheden verwerven en meer samenwerken met andere disciplines en sectoren.

17 Positie in gezondheidszorgsysteem
Gezondheidspromotie kadert binnen de preventieve gezondheidszorg, die op haar beurt een onderdeel vormt van het globale gezondheidszorgsysteem. De andere takken van dit systeem zijn het gezondheidsbeleid (nationaal, gemeenschapsniveau en lokaal), de curatieve gezondheidszorg (artsen en geïnstitutionaliseerde zorg), en de ziekteverzekering (RIZIV en mutualiteiten). De laatste twee sectoren hebben tot nog toe een veel grotere impact op het gezondheidsbeleid dan de preventie, zoals onder meer blijkt uit het geïnstitutionaliseerde overleg tussen artsen en ziekenfondsen.

18 Positie in gezondheidszorgsysteem
Binnen de preventieve gezondheidszorg lag de klemtoon tot dusver sterk op de klassieke ziektepreventie. Deze term verwijst naar interventies die doorgaans vanuit de professionele medische sector worden ondernomen en tot doel hebben bepaalde ziekten of aandoeningen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Deze interventies zijn gericht naar individuen of groepen die blootstaan aan bepaalde risico's (vb. vaccinatie tegen bepaalde ziekten bij reizigers), of naar collectiviteiten waarvoor maatregelen van algemeen belang moeten getroffen worden (vb. fluorisatie van drinkwater om tandbederf tegen te gaan).

19 Ziektepreventie versus Gezondheidspromotie
Gezondheidspromotie is de  preventiemethode waarbij de processen ondersteund worden die individuen en groepen in staat stellen om de determinanten van hun gezondheid positief te beïnvloeden. Ziektepreventie is de preventiemethode waarbij bronnen van gevaar of bedreigende factoren voor de gezondheid worden weggenomen of beperkt, of waarbij  beschermende factoren worden verstekt, of waarbij de schade wordt beperkt of de genezingskans wordt vergroot door vroegtijdige detectie van ziekten en aandoeningen of van de aanleg hiervoor. De preventieve initiatieven grijpen bij voorkeur in op determinanten en risicofactoren voor gezondheid. Het begrip risicofactor' wordt gebruikt in de ziektepreventie wanneer de factor in kwestie de gezondheid bedreigt, het begrip 'determinant' wordt gebruikt in de gezondheidsbevordering of ziektepreventie, wanneer de factor in kwestie een gunstig effect heeft op de gezondheid.

20 Ziektepreventie versus Gezondheidspromotie
Ziektepreventie en gezondheidspromotie kunnen van elkaar onderscheiden worden wat betreft : vertrekpunt (ziekte versus gezondheid), doelgroep (risicogroepen versus algemene populatie), oriëntatie (voorkomend versus veranderingsgericht), actoren (medici versus deskundigen vanuit diverse disciplines).

21 Ziektepreventie versus Gezondheidspromotie
In de praktijk is de grens tussen preventie en gezondheidsbevordering echter niet altijd zo scherp te trekken. Het bevorderen van een positieve gezondheid vermindert immers ook de kans op ziekte. Verder kan het bevorderen van gezondheid moeilijk losgekoppeld worden van het beschermen van het bestaande gezondheidsniveau. In die zin kunnen gezondheidsbevordering en ziektepreventie veeleer beschouwd worden als twee polen van een continuüm. Gezondheidsbevordering biedt dan ook geen alternatief voor de georganiseerde ziektepreventie, maar eerder een aanvulling erop

22 Gezondheidsconferentie Gezondheidsdoelstellingen Werkgroepen
Beleidsinstrumenten Gezondheidsconferentie Gezondheidsdoelstellingen Werkgroepen Samenwerking met andere bestuursniveau's Bevolkingsonderzoek Gegevensuitwisseling Collectieve gezondheidsovereenkomst

23 Gezondheidsdoelstellingen
Een belangrijk element van dit beleid is het werken met doelstellingen: minstens om de vijf jaar maakt de Vlaamse regering, op basis van een wetenschappelijk verantwoorde onderbouwing, de belangrijkste gezondheidsindicatoren en de evolutie ervan, evenals de stand van zaken aangaande de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen, kenbaar aan het Vlaams Parlement. Voor de ontwikkeling van een voorstel van een nieuwe of te herziene Vlaamse gezondheidsdoelstelling roept de Vlaamse regering een gezondheidsconferentie samen. Om haar doelstellingen inzake preventieve gezondheidszorg te realiseren kan de Vlaamse regering partnerorganisaties erkennen, organisaties met terreinwerking erkennen en/of subsidiëren en individuele zorgaanbieders belasten met of betrekken bij opdrachten inzake preventieve gezondheidszorg.

24 Gezondheidsdoelstellingen
Werken met gezondheidsdoelstellingen is een vorm van koersbepaling. Om te weten of men op de juiste weg is, moet men weten waar men naartoe wil. Dit geldt ook voor beleidsvoering: als men geen concrete doelstelling voor ogen heeft kan men onmogelijk weten of men een goed beleid voert en of de maatregelen die men treft de juiste zijn.

25 Gezondheidsdoelstellingen
Gezondheidsdoelstellingen dienen: om richting te geven aan het beleid inzake gezondheid om strategieën en acties te helpen bepalen om middelen te alloceren om verantwoording af te leggen over de gebruikte middelen om de communicatie en samenwerking tussen de verschillende actoren te bevorderen als basis voor een effectief management inzake gezondheidszorg als voorwaarde voor opvolging en evaluatie van de beleidsvoering

26 Gezondheidsdoelstellingen
Ervaring uit landen en internationale instellingen die reeds langer gebruik maken van gezondheidsdoelstellingen om hun beleid te sturen, (Canada, Denemarken, Australië, Nieuw-Zeeland, Nederland en de WHO,) wijst uit dat het werken met doelstellingen niet enkel een betere procesbeheersing van het gezondheidsbeleid mogelijk maakt, maar ook betere resultaten oplevert: grotere beschikbaarheid van cijfermateriaal een efficiënter gezondheidszorgsysteem hogere kwaliteit van preventieprogramma's meer klemtoon op preventie intensievere intersectorale samenwerking

27 De Vlaamse gezondheidsdoelstellingen
Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen. de consumptie van vetrijke voeding moet op significante wijze gedaald zijn te voordele van vetarme en vezelrijke voeding. de borstkankerscreening bij vrouwen moet doelmatiger verlopen. Het aandeel van de screenings bij de doelgroep van jarigen moet toenemen tot 80% en het aantal vrouwen uit de specifieke doelgroep dat bereikt wordt moet toenemen tot 75%. het aantal dodelijke ongevallen in de privé-sfeer en in het verkeer moet afnemen met 20%. de preventie van infectieziekten moet op significante wijze worden verbeterd, met name door het verder verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanos, difterie, mazelen, bof en rubella. het aantal sterfgevallen door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000.

28 Doen we de juiste dingen ?

29 Verloren potentiële levensjaren
Overlijdenscertificaten Vlaams Gewest 2003

30 Verloren potentiële levensjaren (vrouwen)
Overlijdenscertificaten Vlaams Gewest 2003

31 Verloren potentiële levensjaren (mannen)

32 Levenstijl risicofactoren

33 Budget: enkele cijfers
Totaal preventie = € 26.3 Miljoen Cfr RIZIV: €18 Miljard 1.9% 1.1% 1.3% 1.0% 1.8% 1.2% 3.9% 4.0% 4.0% 37.5% 4.4% 10.2% 13.5% 14.1% Preventie van infectieziekten Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker Logo's Sexuele gezondheid VIG VAD Opsporing aangeboren metabole aandoeningen Werking Medisch Milieukundigen Preventie suïcide ( uitgezonderd cgg ) Spuitenruil Domus Medica Baarmoederhalskankerscreening Vlaamse Liga tegen Kanker Andere

34 Budget: enkele vaststellingen
Het budget voor preventie in Vlaanderen blijft erg beperkt in vergelijking met de totale (federale) uitgaven voor gezondheidszorg. De totale overheidsuitgaven voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering zijn weinig transparant, en verspreid over diverse bevoegdheidsniveaus en begrotingsposten Voor een aantal initiatieven is er (mede)financiering door de federale overheid via het RIZIV De huidige bevoegdheidsverdeling bemoeilijkt een geïntegreerd en gecoördineerd beleid. Bovendien moeten de financiële inspanningen vaak genomen worden door de Vlaamse overheid terwijl de baten geoogst worden op het federale beleidsniveau.

35 De spelers in het preventieveld
De bevolking het individu Het “beleid”: lokaal en bovenlokaal De Vlaamse Logo’s Partnerorganisaties (VIG en OCL) De individuele zorgaanbieders Organisaties met terreinwerking

36 Het individu…..en zijn “beleidskenmerken”?

37 Organisatie gezondheidspromotie en ziektepreventie in Vlaanderen
Sinds de staatshervormingen van 1989 zijn de gemeenschappen exclusief bevoegd voor de preventieve gezondheidszorg, inclusief de gezondheidspromotie. De Vlaamse regelgeving voor gezondheidspromotie bestaat sinds In dat jaar wordt ook het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie opgericht. De werking van de Logo's, netwerken van lokale partners uit gezondheids- en aanverwante sectoren is gereglementeerd in 1997. Het reglementair kader voor de subsidiëring en kwaliteitsbewaking van initiatieven inzake gezondheidspromotie in Vlaanderen werd oorspronkelijk gevormd door het Besluit van de Vlaamse regering inzake gezondheidspromotie van 31 juli Dit besluit regelde de erkenningsvoorwaarden voor de belangrijkste organismen voor gezondheidspromotie. Daarbij werd een onderscheid gemaakt tussen voorzieningen (organisaties of verenigingen die een werking ontplooien op het gebied van gezondheidspromotie en daarvoor door de overheid erkend worden), en projecten (bijzondere en tijdelijke initiatieven die voor een beperkte periode erkend worden en binnen die termijn een concreet resultaat nastreven). Om voor deze acties de nodige kwaliteitsgaranties in te bouwen werd het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie opgericht.

38 Organisatie gezondheidspromotie en ziektepreventie in Vlaanderen
Om beter het hoofd te bieden aan de versnippering binnen de sector werd het Besluit in 1997 gewijzigd via het Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli inzake gezondheidspromotie, 19 december 1997. De belangrijkste aanpassingen zijn de integratie van gezondheidspromotie en ziektepreventie binnen één reglementair kader, de hertekende opdracht van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie als ‘expertisecentrum’ en het verdwijnen van de bepalingen omtrent de erkenning en subsidiëring van projecten. Anderzijds worden via de aanpassing de modaliteiten uitgewerkt voor de oprichting en erkenning van bovenlokale gezondheidsnetwerken of LOGO’s (LOkaal GezondheidsOverleg) als nieuwe structuur voor preventieve gezondheidszorg in Vlaanderen.

39 Organisatie gezondheidspromotie en ziektepreventie in Vlaanderen
Sinds 2003 wordt het wettelijk kader voor gezondheidspromotie-activiteiten in Vlaanderen bepaald via het Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid van 21 november 2003. Dit decreet vervangt de Besluiten van 1991 en 1997 als wettelijk en organisatorisch kader voor de erkenning en subsidiëring van organisaties die in Vlaanderen actief zijn inzake gezondheidspromotie. Als “kaderdecreet” beoogt dit decreet een globale verbetering van de volksgezondheid, meer bepaald het behalen van gezondheidswinst op Vlaams bevolkingsniveau, om zo te kunnen bijdragen tot een verhoging van de levenskwaliteit. Hiertoe voert de Vlaamse regering een beleid inzake preventieve gezondheidszorg en legt ze de basis voor een facettenbeleid.

40 Het overheidsbeleid ….gezondheid mogelijk maken?
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (VAG) deel van beleidsdomein van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdelingen: Preventie, Eerstelijn en Thuiszorg, Residentiële en Gespecialiseerde Zorg, Informatie en Ondersteuning, Toezicht Volksgezondheid, Zorgverzekering Team “Preventie”: Gezondheidsbevordering, Ziektepreventie, Preventie depressie en zelfdoding, Bedrijfsgezondheidszorg, Jeugdgezondheidszorg Team Eerstelijn en Thuiszorg: Eerstelijnsgezondheidszorg, Thuiszorg (exclusief centra kortverblijf en dagverzorgingscentra), Palliatieve zorg Vlaamse Gezondheidsraad als adviesorgaan

41 Wat zijn LOGO’s ? Partner bij uitstek van het lokale bestuur in de aandacht voor de gezondheid van de burger is het Logo. Logo staat voor Lokaal Gezondheids Overleg (officieel: Loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) en omvat een netwerk van lokale partners uit gezondheids- én aanverwante sectoren die de handen in elkaar slaan voor het lokaal implementeren van gezondheidsprojecten en voor het ontwikkelen van een integraal gezondheidsbeleid in bedrijven, scholen, gemeenten of andere settings. Ze worden daarbij aangestuurd door de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. De netwerken worden ondersteund door professionele multidisciplinaire Logoteams. Heel Vlaanderen en Brussel worden nu 'bediend' door 26 Logo’s. Ondersteuning door expertisecentra: Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie, Ondersteuningscel van de Logo’s => fusie naar 2009

42 De 26 Vlaamse en Brusselse LOGO’s

43 LOGO : wettelijke basis en historiek
Het wijzigingsbesluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 bepaalt dat Logo’s op lokaal initiatief kunnen opgericht en gesubsidieerd worden : voor een territorium van tot inwoners met een multidisciplinair team (medisch-agogisch-administratief) opdrachten : organisatie van intersectoraal overleg lokale informatieverzameling opstellen van een lokaal implementatieplan implementatie van Vlaamse projecten en van lokale prioriteiten met een aantal verplichte partners onder de vorm van een v.z.w. (met algemene vergadering en raad van bestuur), een openbaar bestuur of een vereniging van openbare besturen door het afsluiten van een convenant met de Vlaamse overheid

44 LOGO : wettelijke basis en historiek
De oprichting van Logo’s werd mogelijk gemaakt omwille van het belang van lokale acties voor de verwezenlijking van het Vlaamse preventiebeleid, en specifiek van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. De samenwerking en afstemming tussen de veelheid aan lokale partners is cruciaal voor de effectiviteit en efficiëntie van de lokale acties. Elk Logo werd tussen 1998 en 2002 door een lokaal netwerk boven de doopvont gehouden, mee gestimuleerd en ondersteund door de provinciale overheden. Vanaf 2003 werd een pool van medisch milieukundigen aan de Logo’s toegevoegd, met een specifieke opdracht voor gezondheidsbescherming op het raakvlak tussen milieu (buiten en binnen) en gezondheid

45 Expertisecentra preventie
Partnerorganisaties Expertisecentra preventie rond een bepaald beleidsthema mbt. gezondheidsbevordering en/of ziektepreventie of aanleveren van registratiegegevens (of een combinatie). Gesubsidieerd via convenanten Wie Consortium van centra voor borstkankeropsporing Domus Medica vzw Kind en Gezin Ondersteuningscel Logo’s : OCL Sensoa Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie: VIG Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg

46 Wat is het VIG ? Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie is het expertisecentrum dat strategische visie kwaliteitsadvies en vorming biedt voor professionals in gezondheidspromotie. Het VIG wil een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving bevorderen en zo bijdragen tot een betere levenskwaliteit voor alle inwoners van Vlaanderen.

47 Werking VIG Expertisecentrum : Thematisch en doelgroepgericht
Het VIG werkt op een wetenschappelijk onderbouwde en planmatige manier. De specialisten van het huis werken samen als een multidisciplinair team. Zij stimuleren en coördineren tal van Vlaamse, federale en Europese samenwerkingsverbanden en netwerken. Zo functioneert het VIG als een discussie- en uitwisselingsplatform dat de kloof tussen theorie en praktijk helpt overbruggen. Thematisch en doelgroepgericht Het VIG heeft ondermeer de opdracht om methodieken uit te werken voor het realiseren van veranderingsprocessen die moeten leiden tot de oplossing van een specifiek gezondheidsprobleem of tot betere gezondheid in het algemeen. Dit gebeurt o.a. vanuit thematische invalshoek (o.a. tabakspreventie, preventie van ongevallen in de privé-sfeer, voeding en gezondheid...) Dit gebeurt ook vanuit setting- of doelgroepgerichte invalshoek (onderwijs, lokale gemeenschappen, kansarmen...).

48 VIG : thematisch Het VIG werkt op dit ogenblik rond 4 thema’s die aansluiten bij de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen 1. tabakpreventie 2. ongevallenpreventie 3. voeding 4. gezond bewegen

49 VIG : thematisch Rond andere thema’s worden de taken van het VIG uitgevoerd door specifieke VZW’s die om historische redenen nooit met het VIG zijn gefusioneerd. Deze VZW’s zijn zijdelings betrokken bij het VIG via de samenstelling van AV en RVB. We denken hierbij aan : VAD : Vereniging Alcohol en Drugs SENSOA : sexuele gezondheidszorg VRGT : respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding

50 VIG : doelgroepgericht
Het VIG werkt op dit ogenblik prioritair voor 4 doelgroepen : 1. Werk 2. Onderwijs, 3. Kansarmen en 4. Lokale gemeenschappen

51 VIG : doelgroepgericht
Natuurlijk zijn vele andere organisaties actief op het terrein van gezondheidspromotie en werken zij specifiek naar andere doelgroepen. Sommige van deze organisaties zijn zijdelings betrokken bij het VIG via samenstelling AV en RVB. We denken hierbij aan : -Diensten gezondheidspromotie ziekenfondsen -Kind en gezin -Vlaams Wetenschappelijke vereniging Arbeidsgeneesheren -Domus Medica

52 Wat is OCL ? OCL (OndersteuningsCel Logo’s) ondersteunt de Logo’s (Lokaal gezondheidsoverleg) bij het uitvoeren van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen die betrekking hebben op ziektepreventie: het Vlaamse programma met betrekking tot de borstkankerscreening het Vlaamse vaccinatieprogramma OCL staat de Logo’s ook bij op het vlak van gezondheid en milieu door het ter beschikking stellen van deskundig personeel (14 medisch milieukundigen), aanvaard door de Vlaamse Gemeenschap. OCL staat in voor het personeelsbeheer en administratie van deze MMK's.

53 Wat is OCL ? Daarnaast helpt OCL de Logo’s met enkele administratieve taken om zo de doelmatigheid van hun werking te bevorderen. OCL ontwikkelt samen met de Logo’s een gemeenschappelijke visie op hun werking. OCL wil de Logo’s helpen bij de werking naar hun partners toe (huisartsen, mutualiteiten, …) door samenwerking met hun vertegenwoordigers op Vlaams niveau en door werkzame methodieken aan te reiken.

54 Wat staat op het programma ?
Uitvoeringsbesluiten bij Vlaams preventiedecreet en eerstelijnsdecreet : concretiseren werking LOGO’s Schaalvergroting : fusie LOGO’s van 26 naar 15 (overeenstemming SIT,SEL) Fusie van VIG en OCL tot VIGEZ : Vlaams Instituut Gezondheidspromotie en ziektepreventie

55 Ontwikkeling van Aanbevelingen voor goede medische praktijkvoering.
Een greep uit de activiteiten van de huisartsenorganisatie Domus Medica als partnerorganisatie Projectmatige werking: Cordiaal / Astma-COPD / HIPP- Ha in Palliatief zorgpad Ontwikkeling van Aanbevelingen voor goede medische praktijkvoering. En Ontwikkeling en implementatie van indicatoren : EKWA en EPA Continue Professionele vorming voor kringen, LOK’s, individuele HA / LOK handleidingen / e-DKB Info: website /aanbod producten

56 Individuele zorgaanbieders
=> Alle beoefenaar van een erkende medische of paramedische discipline die handelingen stellen op het gebied van preventieve gezondheidszorg => Huisartsen, specialisten, apothekers, diëtisten, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, tandartsen, psychologen, tabacologen, …..

57 Organisaties met terreinwerking
Staan in voor het “veldwerk” met betrekking tot het preventieve gezondheidsbeleid Centra voor leerlingenbegeleiding Consultatiebureaus voor het jonge kind Instituut voor Tropische Geneeskunde Mammografische eenheden/ Centra voor borstkankeropsoring Pasop en Spuitenruil VRGTuberculosebestrijding Ziekenfondsen Vlaamse Werkgroep Gezonde Tanden Vlaamse Liga tegen Kanker Centra voor opsporing van metabole aandoeningen …. Toekomst: huisartsenkringen of kringloket / huisartsenpost cfr. Nederlands model?

58 Andere Vlaamse (preventie) bevoegdheden
Bedrijfsgezondheidszorg departementen en afdelingen medisch toezicht van interne, respectievelijk externe diensten voor preventie en bescherming op het werk: actiedomein gezondheidstoezicht voor werknemers in Vlaanderen. Toezicht Volksgezondheid: actiedomeinen infectieziekten en milieugezondheidszorg Centra menselijke erfelijkheid

59 Doen we de dingen juist ?

60 World Health Organization Collaborative Project on Identification and Management of Alcohol-related Problems in Primary Health Care     1980 : “Er is nood aan een instrument voor vroegtijdige identificatieen interventie voor risicovol alcoholgebruik …” Phase I : Ontwikkeling AUDIT Phase : Brief Interventions Phase : RCT huisartsen Phase : Country-wide strategy

61 2002-2005 : Clinical guidelines & training manual

62 AIMS AND OBJECTIVES http://www.inebria.net
AIM Promote wide implementation of brief interventions in a variety of settings for hazardous and harmful alcohol consumption at local, national and international levels. OBJECTIVES 1. To share information, experiences, research findings and expertise in the area of alcohol brief interventions. 2. To facilitate training on brief interventions and provide assistance to countries and institutions to adapt and implement brief interventions, particularly with regard to the transfer of knowledge and technology from high income to low income countries. 3. To promote best practice and develop guidelines for the wide dissemination and implementation of brief interventions. 4. To identify gaps and needs for research in the field of alcohol brief interventions, promote international research co-operation and set standards for research in this field. 5. To integrate the study of brief interventions with the wider context of measures to prevent and reduce alcohol-related harm. 6. To pay particular attention to the needs of young people in relation to alcohol brief interventions.

63 EU Rapport alcohol in Europe 1 juni 2006

64 Vlaamse gezondheidsconferentie Antwerp expo 23&30 november 2006
Enkele vooropgezette strategieën Werkgroep Werk Alcohol- en drugbeleid in bedrijven Interventies via internet en computers voor mensen met riskant of problematisch alcoholgebruik Vroegdetectie en kort advies voor volwassen mensen met risicovol alcoholgebruik

65 Leerproces met conditionerende factoren
Continuum Dynamisch gebeuren Laag risico gebruik Risicogebruik Afhankelijkheid Zwaar sociaal drinken Schadelijk gebruik Leerproces met conditionerende factoren sociale,biologische,psychologische aspecten

66 Één standaardglas bevat gemiddeld ongeveer 10g alcohol.
Bijvoorbeeld: 250 ml bier met 5% alcohol 100 ml wijn met 12% alcohol 50 ml versterkte wijn (bijv. sherry) met 15% alcohol 40 ml likeur of aperitief met 30% alcohol 35 ml sterke drank met 35% alcohol

67 Laag risico gebruik De hoeveelheid alcohol die men gebruikt blijft binnen de “veilige grenzen” dat wil zeggen dat de persoon geen extra risico loopt voor zijn gezondheid. Veilige grenzen : Man : max. 21 standaard drinkjes van 10 gram alcohol/week Vrouw : max. 14 standaard drankjes van 10 gram alcohol/week Standaard drankje 10 gram alcohol 25 cl bier van 5 vol % alcohol 10 cl wijn van 12 vol% alcohol 2 cl gedestilleerd van 40 vol% Vermijd gewoontevorming Vermijd “binge drinking”

68 Risicogebruik De hoeveelheid alcohol die men gebruikt ligt hoger dan de “veilige grenzen” of de hoeveelheid die men gebruikt is niet aangepast aan de omstandigheden. De persoon loopt extra risico op gezondheidsklachten gerelateerd aan alcoholgebruik of loopt een risico op ongevallen met dodelijke afloop. Er bestaat kans op rendementsverlies door verminderde productiviteit ten gevolge van alcoholgerelateerde klachten (gastritis, kater, ziekteverzuim) of door alcoholgebruik tijdens de werkuren. Overschrijden van de veilige grenzen Binge Drinking Het gebruik van hoge dosissen alcohol op korte tijd : bv een hele week geheelonthouding en vervolgens een weekend met 10 standaard drankjes /dag Onaangepast gebruik Het gebruik van alcohol in situaties waar dit gevaar kan opleveren zoals het verkeer, het besturen van machines, het uitvoeren van een veiligheidsfunctie etc.

69 Afhankelijkheid De persoon in kwestie kan niet meer functioneren zonder alcohol en is er fysiek of psychisch van afhankelijk Hij loopt een groot risico op het ontwikkelen van alcoholgerelateerde pathologie en op ongevallen onder invloed Er is steeds belangrijk rendementsverlies door verminderde productiviteit Hier bestaan geen grenzen qua volume. Het feit of iemand al dan niet afhankelijk is geworden van alcohol hangt niet af van de dosis die hij dagelijks gebruikt maar van een aantal criteria die te maken hebben met het al dan niet optreden van fysieke ontwennings-verschijnselen. De diagnose wordt gesteld op basis van psychiatrische criteria zoals voorgesteld in de DSM IV criteria voor afhankelijkheid.

70 Afhankelijkheid 5% 9% 20 % Hoog Risico Gebruik 70% Laag Risico Gebruik
Epidemiologie Afhankelijkheid 1% 5% 9% 20 % Hoog Risico Gebruik 70% Laag Risico Gebruik 70% 20% 5%

71 Alcoholgebruik in Europa

72 Episode van hoog alcoholgebruik
Een drinkgelegenheid waarbij de consumptie groter is dan 60g alcohol kan worden gedfinieerd als een een episode van hoog alcoholgebruik. (World Health Organization 2004), In het dagelijks taalgebruik wordt in de Angelsaxische wereld de term ‘binge drinking’gebruikt

73 Binge Drinking in Europa

74 Alcoholproblemen

75 Verlies aan potentiele levensjaren door alcohol

76 Risicobalans ziekte & dood

77 Vergelijking met andere risicofactoren

78 voor een slechte gezondheid en vroegtijdige sterfte, Europa
De top 5 risicofactoren voor een slechte gezondheid en vroegtijdige sterfte, Europa Bron: World Health Organization (2002) The World Health Report Reducing risks, promoting healthy life. Geneva; World Health Organization. *Een ‘disability-adjusted life year’ (DALY) is een gezond levensjaar dat door ziekte verloren gaat.

79 Uitgaven aan alcohol

80 Kost van alcohol

81

82 Effectiviteit alcoholpolicy

83 Effectiviteit alcoholpolicy

84 Screening en interventie
Gebruik van screeningsinstrumenten Effectiviteit van korte interventies

85 De test voor identificatie van alcoholstoornissen (AUDIT)

86 De AUDIT-vervolg

87 De AUDIT-C en AUDIT-3

88 Performantie AUDIT als screeningsinstrument

89 Vergelijking AUDIT met AUDIT-C

90 Vergelijking AUDIT en AUDIT-C en SASQ

91 Effect Screening & Interventie

92 Effect Screening & Interventie

93 aantal te behandelen personen zodat één persoon er voordeel van heeft
‘Numbers needed to treat’ (NNT): aantal te behandelen personen zodat één persoon er voordeel van heeft NNT

94

95

96

97

98

99

100

101

102 Weerstand van Patienten? Weerstand van professionals?
Weerstand ? So what? Weerstand van Patienten? Weerstand van professionals?

103 Resistance? So what? Please stand up 2 by 2 Messages ?
Time to play Resistance? So what? Please stand up 2 by 2 Messages ? Make and hold contact roll along resistance Win-win work together ->Adapt programme to people , not people to programme

104 Vlaamse aanpak Aanbevelingen (EBM) Praktijkhulpmiddelen
Gezondheidsdoelstellingen goedgekeurd door parlement LOGO’s Domus Medica Huisarts georienteerde ondersteuning : Aanbevelingen (EBM) Praktijkhulpmiddelen Regionale training (LOK ’s) E-learning development ‘Health Target’ oriented projects : Rookstop Voeding Fysieke activiteit Alcohol

105 GP’s Practice&HBC project 2003-2006
Goals 1. Steun van huisartsen 2. Systematische detectie door huisarts 3. Integratie in lokale preventie projecten

106 Development how and what and when..
BUILDING PARTNERSHIP with stakeholders (intern/extern) Experts / Government-Convenant / LOGO / ICHO Mentorship(s) RESEARCH QUESTIONS welke model(len) en interventie(s) zijn gepast voor HA Hoe dit inpassen in HA praktijk ASK/ASSESS Ask for information from experts Search Literature Discussion group (experts HBC, CME) Workgroup: analysis of barriers AGREE : Consensusmeeting (11/2003)

107 « what »? Models retained as applicable
Stages of change model (TTM) As the theoretical framework for teaching and train the “proces”approach “There ‘s nothing more practical than a good theory” Minimal motivational interventions Based on the principles of motivational interview and the stages of change AS specific, measurable, achievable, realistic, timable and flexible intervention tools -> SMART-FITS TTM integreert pricipes van zeer veel andere GV theorieën ook gekend als : Stages of change model en model van Prcohaska en Diclemente ea. MI is een gestruktureerde gesprekstechniek beschreven door oa. Rolnick en Miller vooral vanuit de aanpak van de alcoholverslaving Oorspronkelijk werd het MI ontwikkeld als een 30 tot 60 min durende interventies, maar kortdurende interventies zijn actueel veelbelovend Sterkte TTM /MI voor HA: Alles hoeft (bij voorkeur) niet in één consultatie te gebeuren Je kan vooruit (maar ook achteruit) in het model Preventief handelen wordt minder tijdrovend en efficiënter: minder tijd steken in interventies die nog niet zinvol zijn en efficiëntere interventies bij actie bereidheid bv.

108 Stadia van gedragsverandering
Bewerk-stelligde verandering Actie Behoud Voorbereiding Contemplatie Terugval Precontemplatie * Aangepast naar: Prochaska & DiClemente, 1986

109 About the « HOW » critical starting points of TTM
Een pro-actieve houding : Er is geen inherente motivatie voor verandering (practice) => promotie als strategy Neem tijd: verandering is een proces, geen a destination or an event…=> Mensen (artsen) gaan meerdere malen door de stadia van verandering De meerderheid is niet klaar om (praktijk) gedrag te wijzigen en is niet gediens door een actie gerichte strategie => maak een onderscheid tussen promotie van het model en de training Strategie moet in de eerste plaats gericht zijn op verbetering van « self control » => Start vanaf “praktijk-gedrag” in het algemeen Keuzemenu : implementatie van gedragsverandering in de HA praktijk vraagt om interventies met verschillende facetten

110 Vlaams ABC concept voor gedragsverandering in HA praktijk
A Anamnese (ASK (permission) Anamnese (=> exploration of the Ideas, Concerns and Expectations about the behaviour) B Begeleid be aware of the motivational phase and the intervention > algorithm C Zorg voor continuiteit Coaching process Care for relapse prevention ? « as easy as ABC? » and/or « ABC as the start « ?  TTM and MI : integrated as an ABC concept for GP’s Consult Anamnese, Decision tree (Beslisboom), Continuïty

111 Phase 1: Promotion ABC tool
ABC Charts (2004) ABC gedragsverandering ABC rookstop ABC Alcohol / AAAAA Alcohol ABC beweging ABC voeding Website : ABCtext, charts ABC-workshop voor LOK-groepen(2005)

112

113 ABC workshop for peer groups
The GP as a coach for a healthy behaviour Goal 1. Raise awareness possibilities 2. To initiate « change » (in GP’s practice)  How? Some examples on next slides

114 Explore …readiness - priorities and selfconfidence
Explore …readiness - priorities and selfconfidence Interaction / involvement Importance motivation selfconfidence Are you ready, willing and able to coach the patiënt? (Miller&Rollnick) We start with the fundaments from MI: Importance and confidence In this case: “How important is it for the GP to facilitate HBC in their daily practice? And how confident are they that when they want to that the will succeed?”

115 UITLOKKING (open VRAGEN)
Lok uit noodzaak tot verandering..

116 Inform: ABC tool - Phase and Intervention
. Stadium Basisprincipe Doel v/d interventie Pre-contemplatie Niet bewust zijn Bewust maken Overdenking Contemplatie Ambivalentie Verken zorgen, creëer interne discrepanties Voorbereiding Bied neutrale informatie en advies; bied keuzes Actie Heeft besloten Verhoog inzet, betrokkenheid & zelfvertrouwen Behoud Stabiliteit Ondersteun Terugval Wanhoop Vermijd kritiek, verhoog het zelfvertrouwen, hernieuw inzet en betrokkenheid

117 Inform: ABC tool - Phase and Intervention
Raise consciousness Help choosing for positive change Decisional balans Choosing strategies for change: SMART Plan Support Plan New skills in changed circumstances New habit Precontemplation Contemplation Preparation Action Consolidation Termination Be the guide / Assist

118 Show: Practice / Experience
Cases Do you recognize the phase? How would you react? Video Reality play/ role-playing Reflection / discussion time Take home messages /evaluation workshop

119 Phase 2 : Training MI Learning traject “motivational interview” AND
E-learning HBC : TTM and MI as a teaser for training AND Training in brief motivational interview Different levels of training Testphase and Building partnership Project VAD&partners Naast promotie van het model, aandacht voor het aanbieden van training

120 Menu of option for HBC in GP’s practice
ABC A’s A Anamnese Ask (permission) Ask Assess Assess Advice B Be aware of Agree/ASSIST the motivational phase and the intervention -> decision tree C Care for continuity Assure follow up Coaching process Care for relapse prevention Implementing EBM guidelines

121 Menu of option for HBC in GP’s Practice
Joining with other flemish health workers and their projects Phepa project: Europe and the implementation in a Flemish regio (LOGO) Project of the Federal government about non medicamental approach of anxiety, insomnia and stress and withdrawal of benzo’s MOTIVATE project : education for trainees - GP’s A Leonardo Da Vinci project in five European countries Project “Webbased learning and training” project (VAD and partners) ….as the dynamic process is going on an on, following the wheel of change

122 Uitgebreide BI volgens stadium van verandering
ABC basic strategy Keuzemenu: Simpele vragen Brief intervention Uitgebreide BI volgens stadium van verandering Advies bij schadelijk alcoholgebruik

123 Basic strategy to teach “Stop benzo’s” Similar as ABC strategy
De niet-medicamenteuze aanpak van insomnia Basic strategy to teach “Stop benzo’s” Similar as ABC strategy Initiatief: Federale Overheid: Campagne Rationeel Voorschrijven van Benzodiazepines Inhoudelijke uitwerking: Vakgroep Huisartsgeneeskunde en ELGZ Universiteit Gent In samenwerking met Domus Medica

124 Login to www.motivateforchange.eu Main Goal
To develop (and formulate standards for) a European Health and Social Care Motivational Skills Training Programme through work-based action learning initiatives. Work packages Literature review and detailed Needs Assessment Product Development: training package Testing and Training Valorisation, integration into practice and evaluation

125 The paradox: The person“doesn’t “have” to change
From putting effort into “behaviour change” to putting effort into “contact” and relationship …..Resistance? So what??

126 Dank je wel voor jullie aandacht


Download ppt "Doen we de juiste dingen ?"

Verwante presentaties


Ads door Google