De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wetenschap en Praktijk

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wetenschap en Praktijk"— Transcript van de presentatie:

1 Wetenschap en Praktijk
Mini conferentie Evidence-based leren: potentie in de praktijk Het 4 C-ID Model Wetenschap en Praktijk Ontwerpen op basis van onderzoeksresultaten Utrecht 5 juni 2009 Ameike Janssen-Noordman UNIVERSITEIT MAASTRICHT Ontwerpen op basis van evidence. Wat zegt de wetenschap? En hoe vertaal ik die bevindingen en principes naar de praktijk van het ontwerpen? Het 4 C-ID Model is een systematisch model dat richtlijnen geeft voor het ontwerpen van een leeromgeving die op integratie is gericht. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld laten we zien hoe dat vorm heeft gekregen. ajn09

2 wetenschap beroep onderwijs 4 C-ID model ajn09
Even opfrissen. Wat is het model? Het 4 componenten instructional design model. Geschikt voor opleidingen die gericht zijn op het flexibel toepassen van kennis en kunde in de praktijk. Opleidingen die een sterke relatie hebben met een beroep. Min of meer beroepsopleidingen. Kapper, Leraar, Fysiotherapeut, Arts, Architect etc Het gaat om het leren van professionele competenties. I.t.t. de competentie schrijfvaardigheid, academische vaardigheden etc. gaat het om betekenisvolle taken die in de werkelijkheid van het beroep voorkomen. Bv. Het doen van een anamnese is voor een verpleegkundige bij de opname een gehele betekenisvolle taak maar voor een huisarts die een consult doet eindigt de taak niet bij de anamnese maar bij het advies. Meestal zijn die als zeer complexe taken te beschouwen. Noem het competentie gericht of praktijk gerelateerd (de bie & de klein, 2001) , beroep onderwijs ajn09

3 Hoe ziet het model er uit
Hoe ziet het model er uit? Vier componenten: leertaken, ondersteunende informatie, JIT of procedurele informatie en deeltaakoefening. Leertaak staat centraal. Studenten doen van meet af aan concrete ervaringen op waardoor zij in staat zijn om cognitieve schema’s te construeren (Boshuizen & Schmidt , 1995) en te automatiseren. Instructiemethode is primair Inductief. Voorbeeld Opleiding tot secretaresse ontwerpen met het 4 C ID model. Het beeld van wat ze moet kennen en kunnen is voor iedereen denk ik duidelijk. Ontwerpen Leertaken Authentieke hele taken zoals ze dus in de werkelijkheid voorkomen. Eerst in de meest eenvoudige vorm en met veel ondersteuning later meer complex. Maar hele taken van meet af aan. Niet een ontwerp met allerlei vakken: Het vak Engels / Nederlands van makkelijk naar moeilijk Het vak computer vaardigheden/ programma’s om te plannen etc. Gespreksvaardigheden Schrijfvaardigheden, verslagen notulen etc. Juist de combinatie van al die dingen beoefenen bevordert transfer. Geen losse onderdelen waarvan je hoopt dat de student ze zelf integreert. Transfer vindt zelden spontaan plaats. Ondersteunende informatie Lessen / boeken / readers engels etc Literatuur Management etc. Plan Schema’s. Vuistregels meer heuristisch van aard JIT Bv. Informatie en regels toe te passen die je nodig hebt bij het werken aan de computer. Het gaat meer om vaste regels die algoritmisch van aard zijn. Deeltaakoefening Bv. Oefenen van doorschakelen van de telefoon Het 4C-ID-Model

4 Werken aan authentieke leertaken
Kern van het 4C-ID model Werken aan authentieke leertaken leertaken complexe leeruitkomsten; competenties Simultaan, geïntegreerd proces van kennisconstructie/netwerkvorming VH verwerving/ schema-automatisering attitudevorming Centraal staan rijke, authentieke leertaken. Betekenisvolle taken. Bv. Anamnese afnemen / consult uitvoeren / een les geven etc. Studenten doen concrete ervaringen op. Het gaat om inductief leren = het construeren van schema’s door betekenisvolle abstractie van concrete ervaringen die de student door de leertaken krijgt aangeboden. Leertaken kunnen worden aangeboden in de vorm van opdrachten, cases, projecten of problemen etc. maar ook in vormen van duaal leren. Wat we in het hoofd op gang proberen te brengen is complex leren: een geïntegreerd proces van vaardigheidsverwering, attitudevorming en kennisconstructie. Die integratie wordt essentieel geacht om de gewenste uitkomsten te bereiken. Transfer is kenmerkend voor de gewenste leeruitkomsten: het vermogen om het geleerde toe te passen in verschillende situaties. Die uitkomsten noem ik doorgaans complexe vaardigheden, maar tegenwoordig is de term competenties erg populair. opdrachten cases projecten problemen ...... transfer ajn09

5 Probleem …Transferprobleem Hoe leert de student
de juiste kennis op het juiste moment in te zetten in de juiste situatie? …Transferprobleem Het vermogen om het geleerde in verschillende situaties te kunnen toepassen (Simons, 1990) Docenten en stagebegeleiders van een opleiding constateren het volgende veel voorkomende probleem, of dat nu is op een pabo, een HEAO of een geneeskunde opleiding is. “Studenten weten echt veel, werken hard, maar als ze in de praktijk komen weten ze ineens niet meer bijvoorbeeld wanneer ze welke test op welk tijdstip op de juiste manier moeten uitvoeren. Ze kennen de testen wel en hebben ze geoefend, ze kennen ook de pathologie etc maar op het moment supreme lukt het niet het geheel te combineren. Hoe is dit op te lossen? Hoe pak je dit probleem aan in je ontwerp? Nog specifieker hoe pak je dit aan met gebruikmaking van het 4 C-ID-Model? Het Model claimt dat voor transfer een ontwerp met hele, real-life taken noodzakelijk is. Bekijk het volgende voorbeeld, genomen uit de praktijk van het geneeskunde onderwijs. Wat moeten de studenten kennen en kunnen op een gegeven ogenblijk? Wat is de leeruitkomst? Na het volgen van bijv. een bepaald Blok van 6 weken in het derde jaar? In dit blok worden bv. 3 weken gewerkt aan de volgende professionele competentie. ajn07 ajn09 5 5

6 Spreekuur patient met rugklachten Kennis Vaardigheden Attitude
onderzoeken diagnosticeren adviseren inventariseren klachten Waar moet de student toe in staat zijn? Hoe ziet dat eruit? Kijk eerst naar de expert. Zo ziet de praktijk eruit. Dit is wat een expert doet. De dagelijkse beroepspraktijk. patient komt binnen Expert ziet al meteen van alles observeert en interpreteert NA voert een gesprek en stelt vragen NA en soms A op basis daarvan besluit hij om bv. Een test te doen NA voert de test uit (geautomatiseerde handeling) interpreteert de test (niet te automatiseren) stelt diagnose en geeft een advies NB dit doet hij voor “dezelfde” klacht op veel verschillende manieren afhankelijk van de patient etc. bv. Verschil bij een oude man of een jonge meid. De situatie waarin de taak moet moeten uitgevoerd is telkens anders. Als je goed kijkt zie je als ontwerper dat de expert Kennis, Vaardigheden en Attitude aspecten combineert, integreert en alles op een gecoördineerde wijze uitvoert. Dit is dus wat de studenten moeten kunnen na die 3 weken bijvoorbeeld. Als je gaat ontwerpen dien je eerst en vooral het plaatje van de werkelijkheid duidelijk voor ogen te hebben. Denk nog alleen aan de realiteit en vooral nog niet aan onderwijs. De fout die je maakt als je aan onderwijs denkt is dat je kijkt naar onderdelen, vakkennis naar discipline, skills en attitude. Je gaat dan weer opsplitsen en verliest het geheel uit het oog. Juist die combinatie van dingen moeten ze leren en niet het stapelen van losse onderdelen. Je beoogt transfer. Studenten moeten straks juist die test op het juiste moment kunnen toepassen. Ze moeten op een bepaald moment besluiten, op basis van vragen en antwoorden van de patiënt, die test uit te voeren en daarna de uitkomst interpreteren. Studenten leren dit in het adoptieprgramma in de studie geneeskunde. Dit is lopen bij een huisarts bijvoorbeeld elke maand een dag om de continuïteit in het behandelen van een patiënt te leren kennen. Kennis Vaardigheden Attitude uitvoeren lich.onderzoek interpreteren bevindingen lasegue ajn09 ajn07 6 6

7 doel netwerk Spreekuur patiënt met rugklachten A K V NA A ajn09 ajn07
Anders gezegd het is geen som van delen (Kennisdelen + VH + Att. aspecten). De delen moeten altijd in steeds weer andere combinaties worden uitgevoerd. Er is voldoende bewijs dat je netwerken moet ontwikkelen. Informatie zo georganiseerd is beter toegankelijk voor gebruik. (Boshuizen). Daarmee komen we tegemoet aan het transfer probleem. Geen aparte bouwstenen op elkaar stapelen maar combinaties beoefenen; netwerken ontwikkelen. Maar hoe ontwerp je nu een leeromgeving die gericht is op transfer? Hele taken zijn toch te moeilijk? Eerst theorie en dan pas praktijk? Etc. Het 4 C ID model biedt hulp met centraal de leertaken. netwerk ajn09 ajn07 7

8 Oefenen test Lasegue e.a.
Veel ondersteuning uitgewerkt voorbeeld omgekeerd probleem doelvrij probleem aanvulprobleem De vraag was dus: Hoe ontwerp je een leeromgeving die krachtig genoeg is voor het optreden van transfer? Zie hier de blauwdruk van dit onderwijstraject, dit blok. Dat wil zeggen 5 casus , allemaal verschillend in soort maar allemaal op basis van dezelfde pathologie. Zitten allemaal in dezelfde taakklasse. Ze verschillen dus op andere dimensies dan op de dimensie vakkennis op zich. Variatie is het toverwoord voor transfer Afnemende ingebouwde ondersteuning zie je aan de soort leertaak. In het ontwerp kan een volgende taakklasse op een ander moment worden aangeboden. Dat betekent dan casus die veel complexer zijn want taakklassen lopen op in complexiteit. Factoren die deze situaties complexer maken moet worden vastgesteld samen met de experts. Continu in en uitzoomen. Soms bieden leertaken onvoldoende oefening in recurrente taakaspecten, en is extra deeltaakoefening nodig. Ik noemde al het oefenen van toonladders bij het leren spelen van een muziekinstrument, injecteren, masseren, reanimeren, testen, etc. Maar ook de kennis van de anatomie is makkelijk dat je die echt uit je hoofd leert. Het kan nodig zijn om bepaalde aspecten extra te trainen. Iets dat jammer genoeg wel eens vergeten wordt. Hier het uitvoeren van de test van Lasegue: pat ligt op de rug strekt een been 30 graden omhoog en voelt wel/ geen pijn aan de achterkant van zijn been. Prikkeling van de nervus ischiadicus. Conventioneel probleem kan bv. Simulatiepat. Contact Uitgewerkt voorbeeld kan een video waarin 3 experts eenzelfde patient onderzoeken. Vraag voor de student is bv. Verschil benoemen, fasen ontdekken etc. Weinig ondersteuning conventioneel probleem ajn09 ajn08 8

9 Aanvulprobleem Studenten krijgen een beschrijving van een patiënt met lage rugklachten en informatie over enkele onderzoeken die zijn uitgevoerd. Studenten moeten bedenken of ze meer onderzoek en bijbehorende testen zouden willen doen, deze ook uitvoeren op elkaar. Zonodig testen apart trainen. Ze moeten tot een diagnose en advies komen rekening houdend met deze specifieke patiënt. Het stageprobleem, het transferprobleem, is op te lossen door het aanbieden van hele taken: de leertaken. ajn09

10 transferprobleem wat biedt het 4 C-ID model?
Aanbieden van een authentieke taak in zijn geheel (K-V-A en NA-A) (van Merrienboer, 1997; deeltaakbenadering belemmert transfer, Wightman & Lintern, 1985; informatie in schema’s georganiseerd is beter toegankelijk voor gebruik, Boshuizen & Schmidt, 1995) Continu in- en uitzoomen; eerst geheel, daarna details (zoomlensmetafoor, elaboratietheorie , Reigeluth, 1983) Hele taken aanbieden waarin alle aspecten die bij elkaar horen verbonden blijven. Combinaties beoefenen. Netwerken ontwikkelen. bv. Consult Rugklachten dan niet pathologie apart ontwerpen en aanbieden, anatomie, testen, gespreksvaardigheden etc. maar echte casus problemen met eerst veel ondersteuning maar wel in zijn geheel. Daardoor krijgt de student een goed beeld waarom het gaat en n.a.v. kan hij zich verdiepen in onderdelen. Die leert hij dan in een betekenisvolle context. 2. Studenten doorlopen de hele beroepstaak eerst globaal en daarna meer in detail. Voorbeeld koffers pakken. Opklimmend in complexiteit. Eerst de hele taak in zijn meest eenvoudige versie. Niet eerst leren kleren kiezen van makkelijk naar moeilijk dan opvouwen van makkelijk naar moeilijk etc. ajn09

11 Van meet af aan oefenen van combinaties in vele variaties en
afnemende ondersteuning (10 versch.casus, zelfde pathologie Paas & van Merrienboer, 1994) Indien nodig automatiseren door herhaling / drill & practice /overlearning Deeltaakoefening altijd afwisselen met het werken aan de hele taak (Bray, 1948;Dempster, 1988) Onderscheid in aanpak en feedback van te automatiseren en niet te automatiseren aspecten Eerste punt: 10 verschillende casus met dezelfde pathologie. Bijvoorbeeld 10 patiënten met rugklachten op basis van een hernia of artrose, maar ze verschillen in de mate van pijn, de soort pijn , het looppatroon, leeftijd, situatie Tweede punt: Soms bieden leertaken onvoldoende oefening voor de te automatiseren taakaspecten, en is extra deeltaakoefening nodig. Ik noem het oefenen van toonladders bij het leren spelen van een muziekinstrument. Maar we kunnen ook natuurlijk denken aan het leren van de tafels van vermenigvuldigen, anatomie. Iets dat jammer genoeg wel eens vergeten wordt. Drill mag! Is niet vies. Het gaat er alleen om wat drill je en wanneer? Anatomie niet nadat je eerst het geheel hebt laten zien. En alleen voor items die geautomatiseerd wensen te worden. Kan heel makkelijk zijn denk maar aan reanimatie. Iets is niet altijd op zichzelf recurrent, maar soms besluit je dat het recurrent moet worden. Derde punt: Ook een andere vorm/ accenten in je feedback zijn nodig Het belangrijkste hier is wel de cognitieve context, of de koppeling van deeltaakoefening aan de leertaken. In het algemeen begin je pas met deeltaakoefening nadat deze geïntroduceerd is in de leertaken. Je kunt het dan plaatsen in een kader: de cognitieve context is gecreëerd. ajn09 ajn07 11

12 Take Home Message Zorg ervoor dat er altijd sprake is van realistische, complete taken waarin kennis vaardigheden en attitudes geintegreerd aan bod komen. Varieer binnen taakklassen met onderdelen van gelijke moeilijkheidsgraad, zodat studenten flexibel voorbereid worden op de praktijk. Splits studieonderdelen die te zwaar of omvangrijk zijn bij voorkeur in delen die uit blijven gaan van de gehele taak, bijvoorbeeld door eerst globaal en daarna meer in detail te werken. ajn09

13 ajn08

14 Identificeer samen met experts wat de moeilijkheidsgraad van taken in de praktijk is, zodat taken in taakklassen van opvolgende complexiteit kunnen worden geplaatst. ajn08

15 Transfer vindt niet spontaan plaats
Aanpak niet te automatiseren en te automatiseren aspecten Niet te automatiseren Toverwoord voor transfer = veel variatie & veel oefenen (10 verschillende casus van patiënten met rugklachten die verschillen in klachten en in looppatroon op basis van dezelfde pathologie, Paas & van Merrienboer, 1994) Te automatiseren Veranderen van uitvoeringscriteria Verkorten van de simulatietijd Spreiden van oefensituaties ajn09 ajn07

16 Feedback niet te automatiseren en te automatiseren aspecten
Cognitieve feedback Feedback op de kwaliteit van de uitvoering van niet te automatiseren aspecten In termen van beter, minder goed . Meer of minder effectieve aanpak. Vragen naar voor- en nadelen van verschil in aanpak Eigen probleemoplos proces kritisch vergelijken en contrasteren met die van anderen Vuistregels Correctieve feedback Feedback op de kwaliteit van de uitvoering van te automatiseren aspecten In termen van goed of fout. Verklaringen en hints geven. Vaste regels ajn09 ajn07

17 workshop

18 Voorbeeld Docentenprofessionalisering Hoe?
Toetscursus PGO cursus Cursus Vaardigheidsonderwijs E-learning …en zo verder…maar ook… Lerarenopleidingen Basisschool, VWO, HO BKO nu overal trajecten in het HO. Onderwijskundige competenties moet elke docent verwerven. Maar dit kan ook gelden voor lerarenopleidngen etc. ajn07 ajn09 18 18

19 Verzorgen van een korte cursus
Ontwerpen Cursus Uitvoeren Cursus Toetsen/ Evalueren Of je op de basisschool , het VWO, op Universiteit les moet geven/ onderwijs verzorgen, het ziet er in grote lijnen in de praktijk zo uit. Opnieuw eerst kijken naar de praktijk van alle dag naar de experts. Wat doen die precies? Plaatje helder hebben. Volgorde vaststellen Doel bepalen Begeleiden Constructie Toets/Vragenlijst VH demonstreren ajn09

20 Van eenvoudig naar complex
Simplificerende assumpties Complexiteit inhoud Beschikbaarheid materiaal Groep studenten Beschikbare tijd Dan ga je met experts uit het prasktijkveld praten. Je moet het plaatje goed voor oegen hebben en met experts praten wat het nu precies moeilijker of makkelijker maakt. Voordat je überhaupt aan onderwijs denkt. Wel in ons voorbeeld kwamen deze 4 factoren eruit. ajn09

21 Taakklasse 1 Taakklasse 2 Taakklasse 3
Eenduidig, min of meer standaard Minder eenduidig Discutabel Inhoud Beschikbaar- heid materiaal Veel lesmateriaal voorhanden Niet alles voorhanden Geen lesmateriaal voorhanden Bereid tot feedback Onwil, onbegrip Uitermate lastig Studenten En toen konden we een mooie matrix maken. Zie zo daar komen de taakklassen vanzelf. Nu moeten we nog steeds naar de praktijk gaan kijken en zoeken naar casus die passen in taakklasse 1 , 2 en 3. Beschikbare tijd Onbeperkt Matige tijdsdruk Tijdsdruk ajn09

22 “Lastig maar leuk?” Marjo zit met de voorbereiding van de volgende onderwijsbijeenkomst in haar maag; ze ligt er zelfs wakker van. Ze komt in tijdnood, dat voelt ze al aankomen. Ze heeft erg weinig materiaal over dit onderwerp gevonden. En op het laatste congres bleek er nauwelijks consensus te bestaan. Toch is het een belangrijk onderwerp. Daar komt nog eens bij dat ze dit jaar een lastige groep heeft. Vooral die ene jongen die bij het bespreken van zijn portfolio steeds in de verdediging schiet. Hij luistert helemaal niet. Vraag aan deelnemers: Waar zou deze taak / opdracht passen? In welke taakklasse? ajn09

23 Inhoud/ problematiek tamelijk discutabel
Taakklasse 3: Inhoud/ problematiek tamelijk discutabel Geen lesmateriaal etc voorhanden Het geven van feedback is uitermate lastig Tijdsdruk is vrij groot ameike janssen

24 Opklimmend in complexiteit
Taakklasse Inhoud, Materiaal Student Tijd Toetsing + evaluatie Uitvoering (toetsing+ evaluatie) Ontwerpen, voorbereiden (uitv.+toets+ casus 1 casus 3 college casus 5 casus 2 casus 4 casus 6 reflectie assessment & reflectie - verslag Doorlopende leerlijn werkplek&cursus Opklimmend in complexiteit Zo zag het traject er op een A-4 tje uit. Weliswaar is het een feit dat we een combinatie hebben gemaakt met backward chaining en sneeuwbaleffect door elke taakklasse te laten focussen op een deel van de hele taak. Simplificerende assumpties toegepast. Daarbij kregen de studenten bv. Een gedeeltelijk uitgewerkt voorbeeld met lesontwerp en uitvoering. De opdracht was dan dat zij moesten dan nadenken over hoe dit te toetsen (taakklasse 1) en dat concreet uitwerken. Follow up 2 dagen dagen dagen 1 dag 24

25 ameike janssen-noordman
Wat gebruikt? simplificerende assumpties taakklassen authentieke taken in zijn geheel theorie als ondersteunende informatie performance assessment reflectie verslag / portfolio / intervisie/ LLL (persoonlijke) leerdoelen in een doorlopend leertraject ameike janssen-noordman

26 Opdracht maken van taakklassen
een taakklasse is een categorie equivalente leertaken taakklassen staan in een volgorde van eenvoudig naar complex het maken van taakklassen is gebaseerd op aannamen over het eenvoudiger/ complexer kunnen maken van de hele taak zoek naar de eenvoudigste vorm waarin de hele taak door iemand die de taak beheerst in de praktijk wordt uitgevoerd zoek naar de meest ingewikkelde vorm zoek een vorm tussen eenvoudigste en ingewikkeldste Bepaal de belangrijkste factoren die de taak vereenvoudigen (zie voorbeeld) Deze slide wel/ niet handig?

27 Stel u krijgt de opdracht in uw werk om een scholingstraject te ontwerpen voor docenten die zich moeten gaan toeleggen op de rol van mentor Opdracht ajn09

28 Hoe ziet die taak er in de werkelijkheid uit.
Maak het beeldend voor elkaar in groepen van 5 Bepaal daarna 4 factoren die deze rol in zijn uitvoering complexer maken Maak op basis hiervan een indeling in 3 taakklassen en zet dit uit in een matrix op flap (zie voorbeeld) Presenteer de taakklassen daarna aan elkaar NB Een groep kan ook een andere zelf gekozen taak uitwerken ajn09

29 Maak een opbouw in complexiteit Bepaal welke factoren
deze situatie meer of minder complex maken Maak op basis daarvan een indeling in 3 taakklassen ajn06

30 De volgende sheets zijn reserve

31 Inhoud/ problematiek tamelijk discutabel
Taakklasse 3: Inhoud/ problematiek tamelijk discutabel Geen lesmateriaal etc voorhanden Het geven van feedback is uitermate lastig Tijdsdruk is vrij groot De nadruk ligt in deze taakklasse op de voorbereiding, maar toetsing + uitvoering horen er ook bij. ameike janssen

32 verzorgen van een korte cursus
Taakklassen Backward chaining & Sneeuwbal effect & Nadrukmanipulatie Cursus Ontwerpen Cursus Uitvoeren Cursus Toetsen/ Evalueren Tkkl.3 Tkkl.2 Tkkl.1 Volgorde vaststellen Begeleiden Doel bepalen Constructie Toets/Vragenlijst VH demonstreren ajn08

33 Opklimmend in complexiteit
Taakklasse Inhoud, Materiaal Student Tijd Toetsing + evaluatie Uitvoering (toetsing+ evaluatie) Ontwerpen, voorbereiden (uitv.+toets+ casus 1 casus 3 college casus 5 casus 2 casus 4 casus 6 reflectie assessment & reflectie - verslag Doorlopende leerlijn werkplek&cursus Opklimmend in complexiteit Follow up 2 dagen dagen dagen 1 dag

34 ameike janssen-noordman
Wat gebruikt? simplificerende assumpties + backward chaining + sneeuwbaleffect + nadrukmanipulatie taakklassen authentieke taken in zijn geheel theorie als ondersteunende informatie performance assessment reflectie verslag / portfolio / intervisie/ LLL (persoonlijke) leerdoelen in een doorlopend leertraject ameike janssen-noordman

35 ajn08

36 en de nieuwe instrumenten op de juiste wijze gebruikt
Universiteit Maastricht en de nieuwe instrumenten op de juiste wijze gebruikt Dit is het eneige finale instrument dat ik ken

37 The Learning Pyramid Lecture 5% Reading 10% Audiovisual 20%
Average Retention Rate Lecture 5% Reading 10% Audiovisual 20% Demonstration 30% Discussion group 50% Practice by doing 75% Teach others 80% National Training Laboratories, Bethel, Maine, USA ajn07

38 Door hele taken aan te bieden waarin alle aspecten
die bij elkaar horen, verbonden blijven Leertaken het ontwikkelen van netwerken ajn07

39 Informatie zo georganiseerd = Beter toegankelijk voor gebruik
Waarom ? Informatie zo georganiseerd = Beter toegankelijk voor gebruik Transfer ajn07

40 Geen aparte bouwstenen op elkaar stapelen
maar combinaties beoefenen netwerken ontwikkelen ajn07


Download ppt "Wetenschap en Praktijk"

Verwante presentaties


Ads door Google