De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8"— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8

3 inhoud Arm en rijk (par. 6) Centrum – periferie (par. 7)
Centrum – periferie in Ghana, Tunesië en Nederland (par. 8)

4 Arm en rijk: meten van welvaart
a BNP/hoofd (ook wel genoemd BNI/capita) b Verdeling van de beroepsbevolking

5 Patronen op de wereldkaart
Zeg in een ‘hoe-hoe’-zin wat de samenhang is tussen welvaart en verdeling beroepsbevolking.

6 Antwoord Hoe rijker, des te minder mensen werken in de landbouw en hoe meer in de dienstensector Hoe armer, des te meer mensen werken in de landbouw en des te minder in de (formele) dienstensector

7 Samenhang: welvaart en verdeling beroepsbevolking

8 Nadelen van BNI als maatstaf voor welvaart
Verschil in koopkracht Informele sector telt niet mee BNI versluiert verschillen Ongelijkheid Waarom gebruikt men deze maatstaf toch vaak?

9 United Nations Development Program (UNDP)  zie het boekje par. 6
Alternatieve manier van welvaart en welzijn meten (anders dan alleen via BNI) Human Development Index (HDI) (ook wel VN- welzijnsindex genoemd) Levensverwachting Onderwijs en alfabetiseringsgraad BNI per capita

10 Human Development Index
Hoe donkerder het groen, hoe hoger de HDI, hoe donkerder het rood, hoe lager de HDI

11 Problemen bij het meten van welvaart
Met 1 dollar kun je niet overal even veel doen (koopkracht?) Informele sector is moeilijk in kaart te brengen Sociale ongelijkheid Regionale ongelijkheid

12 Het boekje Vul par. 5 zelfstandig in
We hebben het vorige week gehad over de HDI of UNDP-index (VN welzijnsindex) Waarom wordt dit hulpmiddel gebruikt? Uit welke drie elementen wordt de HDI opgebouwd?

13 Het boekje Vul bladzijde 9 en 10 verder zelfstandig in tot bij ‘Aantekingen bij differentiatie en ongelijkheid’

14 Differentiatie en ongelijkheid
Differentiatie = arbeidsverdeling  er werken mensen in verschillende sectoren In welke sector van de beroepsbevolking worden meestal de grootste winsten gemaakt? Dus is er sprake van …? Ongelijkheid

15 Ongelijkheid Sociale ongelijkheid: er zijn verschillen tussen mensen  Bijv. mannen hebben stemrecht, vrouwen niet Regionale ongelijkheid: er zijn verschillen tussen gebieden  Bijv. op Saba is men beduidend armer dan in Noord Holland Welk begrip hoort er meer bij aardrijkskunde?

16 Ongelijkheid in China Pinnen in Shanghai
Strategisch bedelen in Shanghai

17 Oorzaken voor verschil in welvaart
Natuur zit tegen, slecht bestuur, corruptie, oorlog Relatie tussen rijk en arm (wie heeft de macht?) Ongelijke uitwisseling van goederen, kapitaal en arbeid

18 Centrum-periferie relaties
Wederzijdse afhankelijkheid  Economisch, demografisch, sociaal cultureel (en ecologisch) Op verschillende ruimtelijke schaalniveaus te bekijken

19 Schaalniveaus  zie par. 7 van het boekje
Lokaal  bijvoorbeeld de gemeente Regionaal  bijvoorbeeld de provincie Nationaal  het land Continentaal  bijvoorbeeld Europa Mondiaal  de hele wereld Vul de rest van bladzijde 11 zelf in tot ‘Internationale arbeidsdeling’

20 Verschil in welvaart blijkt ook uit:
Positie in centrum-perifieriemodel Periferie v/h centrum Periferie v/d periferie

21 Indeling van de wereld: C - SP- P
Periferie als grondstoffenleverancier

22

23 Internationale arbeidsdeling
Verdeling van de wereld in gebieden op basis van de sector (primair, secundair, tertiair) waarin de arbeidsmarkt zich gespecialiseerd heeft Welke sector verwacht je dat bij centrumgebieden opvallend groot is? Hoe is dat bij de periferie? En de semi-periferie?

24 Tussenstuk…

25 Noem een demografische CP relatie binnen Noord Holland

26 Noem een economische CP relatie op mondiale schaal

27 Geografische vragen - Beschrijvend:
waar is dat? wat is daar? hoe is dat daar? hoe beleeft men dat daar? Verklarend: waarom is dat daar? waarom is daar dat? waarom is dat daar zo? waarom beleeft men dat daar zo? Waarderend: is dat daar gewenst?

28 Verklaarvragen (belangrijk!)
Je zult bij aardrijkskunde regelmatig verklaarvragen tegenkomen Bijvoorbeeld: Verklaar dat er weinig landbouw in de Sahara te vinden is Om deze vraag goed te beantwoorden moet je twee stapjes maken en ook opschrijven Stap 1 is de situatiebeschrijving Stap 2 is de verklaring

29 Geografische verklaring?
1. Beschrijven 2. Verklaren 3. Waarderen

30 Waarom migreren mensen?
Vertrekgebied met vooral pushfactoren (nadelen) Hindernissen  is de stap haalbaar en zijn de risico’s aanvaardbaar Vestigingsgebied met vooral pullfactoren (voordelen)

31 Voorbeeld Marokkanen:
Wat waren in de jaren 50 pull en push factoren voor de gastarbeiders? Is dat nu nog hetzelfde?

32 Luister goed naar de tekst van deze rap van Yassin (Bay-G) en Salah Edin

33 Inzoomen: C-P model in Ghana
Onttrekking van arbeid en grondstoffen aan de periferie van de periferie Grondstoffen en arbeid naar het buitenland

34 Wonen in de periferie van de periferie
Zuid-Tunesië Noord-Ghana

35 Paragraaf 8 van het boekje
Vul deze paragraaf thuis in met behulp van de aangegeven website


Download ppt "Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8"

Verwante presentaties


Ads door Google