De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

juridische begrippen, wetgeving en

Verwante presentaties


Presentatie over: "juridische begrippen, wetgeving en"— Transcript van de presentatie:

1 juridische begrippen, wetgeving en
LES 1 Algemene inleiding, juridische begrippen, wetgeving en rechterlijke macht

2 Huishoudelijke mededelingen
(door docent in te vullen)

3 Wijze van studeren boek bevat veel details
boek is van 2009, dus actueel hoofdzaken van bijzaken leren onderscheiden regelmatig studeren

4 Colleges en examen acht colleges schriftelijk examen van 2½ uur
mengeling van weetjesvragen en casusposities laatste halfuur van college: casuspositie(s)

5 Indeling van het Nederlands recht
privaatrecht publiekrecht (staats-, bestuurs- en strafrecht)

6 De vier rechtsbronnen wet verdrag jurisprudentie gewoonte

7 De wetgevers in Nederland
Centraal 1 nationale wetgever (de formele wetgever) 2 regering Decentraal 1 provinciale staten 2 gemeenteraad

8 Onderscheidingen binnen het recht
objectief recht = geheel van rechtsregels 1 privaatrecht en publiekrecht 2 materieel en formeel recht 3 dwingend en aanvullend recht subjectief recht = bevoegdheid die de burger heeft op grond van objectief recht

9 Procesrecht beginselen procesrecht: hoor en wederhoor
openbaarheid procedure onpartijdigheid en onafhankelijkheid rechter motivering beslissing partijautonomie onderzoek in twee instanties toezicht door cassatie verplichte vertegenwoordiging afhandeling binnen redelijke termijn misbruik procesrecht/goede procesorde rechtspraak niet gratis

10 Bevoegdheid burgerlijke rechter
rechtsmacht absolute competentie sectorcompetentie relatieve competentie

11 De procedure dagvaarding verstek en verschijning
conclusies en pleidooi bewijs vonnis bijzondere procedures: verzoekschriftprocedure, kort geding, arbitrage en bindend advies

12 Executie- en beslagrecht
reële executie beslag: executoriaal en conservatoir indirecte dwangmiddelen: lijfsdwang en dwangsom

13 Verbintenissen en overeenkomsten
LES 2 Verbintenissen en overeenkomsten

14 Ontstaansbronnen verbintenis
Definitie verbintenis een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee (of meer) personen, waarbij de een verplicht is tot een bepaalde prestatie tegenover de ander die tot de prestatie gerechtigd is Ontstaansbronnen verbintenis 1 de wet zelf 2 bronnen waarnaar de wet verwijst 3 het stelsel van de wet

15 Redelijkheid en billijkheid
aanvullende werking beperkende werking

16 Natuurlijke verbintenis
wet of rechtshandeling onthoudt afdwingbaarheid dringende morele verplichting Rechtsgevolgen natuurlijke verbintenis voldoening niet zonder rechtsgrond voldoening is niet schenking of gift

17 Rechtshandeling rechtshandeling = de handeling die erop gericht is
een bepaald rechtsgevolg in het leven te roepen vereisten rechtshandeling: handelingsbekwaamheid handelingsbevoegdheid handelingsbekwaamheid = de geschiktheid van een persoon om voor zichzelf rechtshandelingen tot stand te brengen; handelingsonbekwaam zijn minderjarigen en ondercuratelegestelden handelingsbevoegdheid = de geschiktheid van een persoon om een bepaalde rechtshandeling te verrichten

18 Gebrek rechtshandeling
nietig vernietigbaar niettemin geldig

19 Oorzaken nietige rechtshandelingen
1 gebrek wil en/of verklaring 2 strijd met openbare orde en met de wet 3 de handelingsonbevoegdheid van een persoon

20 Oorzaken vernietigbare rechtshandelingen
1 onbekwaamheid 2 geestelijke stoornis 3 wilsgebreken

21 Overeenkomst overeenkomst = meerzijdige rechtshandeling,
waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een verbintenis aangaan voorbeelden: koop en huur verschillende overeenkomsten: 1 wederkerige en eenzijdige overeenkomsten 2 benoemde en onbenoemde overeenkomsten

22 Totstandkoming overeenkomsten
1 aanbod en aanvaarding 2 bepaalbaarheid van de verbintenissen 3 vernietigbaarheid in geval van dwaling 4 vernietigbaarheid in geval van algemene voorwaarden

23 Aanbod en aanvaarding rechtskarakter van aanbod
rechtskarakter van aanvaarding

24 Dwaling en Diversen Dwaling causaal verband betrokkenheid wederpartij
uitzonderingen die niet tot vernietiging leiden Diversen algemene voorwaarden uitleg en rechtsgevolgen van overeenkomsten Haviltex-criterium

25 LES 3 Personenrecht

26 Persoon = drager van rechten en verplichtingen
natuurlijke personen rechtspersonen

27 Naamrecht uitgangspunt: keuze bij de geboorteaangifte
geen keuze: kind krijgt naam vader, behalve wanneer kind alleen in familierechtelijke relatie tot moeder staat

28 Burgerlijke stand Akten van de burgerlijke stand
geboorteakte huwelijksakte de akte van registratie van partnerschap akte van overlijden Registers van de burgerlijke stand geboorte huwelijken geregistreerde partnerschappen overlijden

29 Afstammingsrecht kind staat altijd in familierechtelijke betrekking tot zijn moeder juridische vader van kind is de man: 1 die op tijdstip van geboorte gehuwd was met moeder van kind 2 die het kind heeft erkend 3 wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld 4 die het kind heeft geadopteerd bij overlijden man vóór geboorte kind: man is vader indien geboorte binnen 306 dagen na overlijden, tenzij ontkenning door moeder Ontkenning van het vaderschap

30 Erkenning + gerechtelijke vaststelling vaderschap
erkenning is rechtshandeling (geen bewijsmiddel) geen terugwerkende kracht door erkenning ontstaat familierechtelijke betrekking tussen kind en erkennende man gerechtelijke vaststelling van vaderschap

31 Adoptie bestaat sinds 1956 belangrijke wijziging per 1 april 1998:
• éénouderadoptie is mogelijk • adoptie door ongehuwden is mogelijk voor adoptie rechterlijke uitspraak nodig voorwaarden ter zake van hoedanigheid adoptanten, het te adopteren kind en ouders die in familierechtelijke betrekking staan tot het kind voor adoptie buitenlandse kinderen gelden bijzondere voorwaarden

32 Minderjarigheid minderjarig = jonger dan 18 jaar en
niet gehuwd of gehuwd geweest handelingsonbekwaamheid minderjarige handelingsonbekwaam, tenzij toestemming wettelijke vertegenwoordiger handlichting: minderjarige krijgt verdergaande bevoegdheden meerderjaigverklaring meerderjarig worden door huwelijk

33 Gezag over minderjarigen
ouderlijk gezag binnen situatie huwelijk/geregistreerd partnerschap twee aspecten: 1 toezicht over persoon van minderjarige 2 bewind over vermogen van minderjarige gezamenlijk gezag: - huwelijk + geregistreerd partnerschap - een ouder met niet-gehuwde of niet-geregis- treerde partner met rechterlijke beslissing eenhoofdig gezag (rechtswege/rechterlijke beslissing)

34 Voogdij voogdij: gezag door anderen dan juridische ouders
twee aspecten 1 toezicht over persoon van minderjarige 2 bewind over vermogen minderjarige ontstaan voogdij 1 testamentaire voogdij 2 door de rechter opgedragen voogdij

35 Curatele geldt voor meerderjarigen gronden 1 geestelijke stoornis
2 verkwisting 3 gewoonte van drankmisbruik bevoegdheden curator publiciteit

36 Onderbewindstelling voor meerderjarige die zijn belangen niet behoorlijk kan behartigen wegens een lichamelijk gebrek belangrijkste verschillen met curatele: 1 curatele geestelijke stoornis, onderbewindstelling lichamelijke stoornis 2 onderbewindstelling wordt in beginsel niet gepubliceerd mentorschap voor meerderjarige die als gevolg van een geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen

37 Huwelijksvermogensrecht
LES 4 Huwelijksvermogensrecht

38 Hoe geregeld? huwelijk: bij wet geregeld geregistreerd partnerschap:
samenleven (“hokken”): vormloos

39 Totstandkoming huwelijk
monogamie leeftijd toestemming overige beletselen

40 Geregistreerd partnerschap
nagenoeg dezelfde eisen als huwelijk bij aangaan geregistreerd partnerschap totstandkoming: opmaken van akte door ambtenaar burgerlijke stand gevolgen: dezelfde als bij huwelijk een uitzondering: er vloeien geen betrekkingen voort met kinderen beëindiging: dood, vermissing, wederzijds goedvinden en ontbinding door rechter flitsscheiding

41 Huwelijksvermogensrecht
aansprakelijkheid: alleen handelende echtgenoot is aansprakelijk, tenzij bij verbintenissen “gewone gang van de huishouding” voor sommige transacties toestemming andere echtgenoot nodig geen toestemming betekent vernietigbaarheid van de rechtshandeling bij vernietigbaarheid wel aan termijn gebonden en onder omstandigheden derdenbescherming

42 Algehele gemeenschap van goederen
wetsvoorstel nog steeds in TK (ligt stil) uitgangspunt: één vermogen alle goederen die echtgenoten hadden worden gemeenschappelijk (ook de schulden) uitzondering: goederen verkregen door uitsluitingsclausule en verknochte goederen

43 Algehele gemeenschap van goederen
door wettelijke gemeenschap van goederen wordt verhaalsobject van schuldeisers groter geen verhaal mogelijk op privé-objecten bestuur: beide echtgenoten zijn rechthebbende, maar als regel heeft slechts een van hen het bestuur over een bepaald goed

44 Ontbinding gemeenschap
einde huwelijk scheiding van tafel en bed opheffing gemeenschap door beschikking opheffing gemeenschap door latere huwelijkse voorwaarden

45 Huwelijkse voorwaarden
vóór het huwelijk staande het huwelijk wel goedkeuring nodig van Rechtbank (ter bescherming van schuldeisers) koude uitsluiting periodiek of finaal verrekenbeding

46 Echtscheiding 1/3 van de huwelijken eindigt in echtscheiding
reden: duurzame ontwrichting van het huwelijk totstandkoming echtscheiding: inschrijving van echtscheidingsbeschikking (moet wel binnen zes maanden nadat echtscheidingsbeschikking kracht van gewijsde heeft gekregen)

47 Alimentatie en echtscheiding
limitering alimentatie: maximaal twaalf jaar bij huwelijk korter dan vijf jaar en zonder kinderen: alimentatieplicht maximaal de duur van het huwelijk beëindiging alimentatie: huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen na verbreking ongehuwd samenwonen: geen alimentatierecht, tenzij overeengekomen

48 Scheiding van tafel en bed
huwelijk blijft in stand scheiding wordt ingeschreven in het huwelijksgoederenregister scheiding eindigt door verzoening echtscheiding kan alsnog na scheiding van tafel en bed, maar pas na drie jaar

49 Samenwerkingsvormen en
LES 5 Samenwerkingsvormen en rechtspersonen

50 Ondernemingsvormen eenmanszaak
personenvennootschappen: vennootschap, commanditaire vennootschap rechtspersonen: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, stichting, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en Europese vennootschap

51 Personen-vennootschappen
• kernbegrippen vennootschap: overeenkomst, voordeel, inbreng, gemeenschap bestuur en vertegenwoordiging aansprakelijkheid

52 Ontbinding personen-vennootschappen
verstrijken van de tijd waarvoor de vennootschap is aangegaan overeenkomst tussen vennoten uittreding van vennoten waardoor niet ten minste twee vennoten overblijven door de rechter om de gevallen die de wet bepaalt

53 Openbare en stille vennootschap
openbare vennootschap: wilsovereenstemming, overeenkomst, rechtspersoonlijkheid en notariële akte rechtspersoonlijkheid en hoofdelijke verbondenheid

54 Commanditaire vennootschap
bijzondere vereisten voor een CV afgescheiden vermogen bijzondere positie van de commanditaire vennoot: naam vennoot en naam CV, werkzaamheden van de vennoot ten behoeve van de CV

55 Rechtspersonen wat zijn rechtspersonen? functioneren rechtspersonen
besluiten doel en doeloverschrijding jaarrekeningenrecht en boekhoudplicht omzetting van rechtspersonen juridische fusie en splitsing/enquête

56 Vereniging Stichting vereniging kan beperkte rechtsbevoegdheid hebben
bijzondere vormen van vereniging: coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Stichting geen leden enige orgaan is bestuur

57 Naamloze en besloten vennootschap
NV/BV zijn kapitaalvennootschappen aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk verschillen NV en BV 1 BV kent alleen aandelen op naam (geen uitgegeven deelnamebewijzen) 2 aandelen BV beperkt overdraagbaar

58 Kapitaal maatschappelijk kapitaal geplaatst kapitaal gestort kapitaal

59 Overdracht van aandelen
NV toonderaandeel : bezitsverschaffing aandeel op naam: notariële akte van levering plus betekening aan/erkenning door NV BV Notariële akte van levering plus betekening aan/erkenning door BV BV moet wel een blokkeringsregeling hebben • goedkeuringsregeling • aanbiedingsregeling • combinatie van beide

60 Organen van NV/BV algemene vergadering bestuur toezicht op bestuur
raad van commissarissen

61 LES 6 Goederenrecht, pand en hypotheek

62 Vereisten geldige overdracht
1 levering 2 geldige titel 3 beschikkingsbevoegdheid

63 Levering levering van onroerende zaken: notariële akte + inschrijving openbare registers levering van roerende zaken: bezitsverschaffing door cp-levering, brevi-manulevering en longa-manulevering levering van vorderingen op naam: akte + mededeling aan schuldenaar (bij ‘stille cessie’: geen mededeling)

64 Derdenbescherming vier categorieën: 1 bij verkrijging registergoederen
2 bij verkrijging roerende zaken 3 bij verkrijging vorderingen op naam 4 bij andere omstandigheden

65 Eigendom beperking aan eigendom kwalitatieve rechten
kwalitatieve verplichtingen

66 Uitoefening verhaalsrechten
executoriaal beslag faillissement voorrang bij verhaal wettelijke schuldsanering

67 Pand- en hypotheekrecht
pandgever = degene die pandrecht op zijn goed verleent = geldnemer (tenzij goed wordt verpand ten behoeve van een ander) pandhouder = degene die pandrecht verkrijgt op het goed van een ander = geldgever hypotheekgever en hypotheekhouder: mutatis mutandis

68 Pand • kenmerken 1 absoluut karakter 2 droit de suite
3 prioriteitsregel

69 Pand vereisten: geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en vestiging
bevoegdheden pandhouder 1 recht van parate executie 2 separatist 3 voorrang bij verhaal

70 Pand verplichtingen pandhouder:
als goed pandhouder voor de zaak zorgdragen pandhouder moet surplus uitkeren bij tenietgaan moet pandgever feitelijke macht over zaak herkrijgen

71 Hypotheek vereisten: geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en vestiging bevoegdheden hypotheekhouder: 1 recht van parate executie 2 separatist 3 voorrang bij verhaal 4 speciale bedingen in hypotheekakte (niet verplicht)

72 Functies hypotheek belangrijkste voordeel: schuldenaar kan in
huis blijven wonen, terwijl hypotheekhouder aan het registergoed een onderpand met een vrij hoge waarde heeft speciale functies bij: bouwhypotheek krediethypotheek bankhypotheek

73 Aansprakelijkheidsrecht en
LES 7 Aansprakelijkheidsrecht en faillissementsrecht

74 Vijf vereisten onrechtmatige daad
1 onrechtmatigheid (inbreuk op recht, doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht en/of onzorgvuldigheid) 2 toerekenbaarheid 3 schade 4 causaal verband 5 relativiteit

75 Vereisten onrechtmatige daad
toerekenbaarheid: a schuld b oorzaak die krachtens wet voor zijn rekening komt c oorzaak die krachtens verkeersopvattingen voor zijn rekening komt

76 Kwalitatieve aansprakelijkheden
1 aansprakelijkheid van ouders voor kinderen: a kinderen < 14 jaar b kinderen 14 of 15 jaar c kinderen 16 jaar of ouder 2 aansprakelijkheid voor ondergeschikten 3 aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten 4 aansprakelijkheid voor opstallen 5 aansprakelijkheid voor roerende zaken 6 aansprakelijkheid voor dieren

77 Verhaalsmogelijkheden bij betalingsproblemen
beslag faillissement surseance van betaling wettelijke schuldsanering bij natuurlijke personen

78 Faillissement een algemeen beslag
op het gehele vermogen van een schuldenaar ten behoeve van zijn gezamen- lijke schuldeisers

79 Gevolgen faillissement
schuldenaar verliest beheer en beschikking over vermogen failliet blijft handelingsbekwaam, alleen t.a.v. zijn vermogen handelingsonbevoegd curator beschikt namens failliet

80 Afhandeling faillissement
opheffing wegens gebrek aan baten de vereenvoudigde afwikkeling faillissementsakkoord beëindiging na slotuitdelingslijst

81 Surseance van betaling
algemeen uitstel van betaling van concurrente schulden gevolgen surseance • schuldenaar verliest vrij beheer en vrije beschikking over vermogen • schuldenaar is voor handelingen aangewezen op toestemming bewindvoerder

82 Schuldsanering natuurlijke personen
sinds 1 december 1998 vereisten • natuurlijke persoon is opgehouden te betalen • er is redelijkerwijze te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betalen wetswijziging aanstaande (nog in TK; mrt 2007)

83 Wat is schuldsanering? een mogelijkheid voor natuurlijke personen (ook die ondernemer zijn) om na een periode van in beginsel drie jaar schuldenvrij te worden

84 Einde schuldsanering vorderingen zijn voldaan en schuldenaar kan betalingen hervatten schuldenaar houdt zich niet aan het plan schuldenaar creëert bovenmatige schulden schuldenaar benadeelt schuldeisers schuldenaar (rechtswege) failliet

85 Vruchtgebruik en erfrecht
LES 8 Vruchtgebruik en erfrecht

86 Vruchtgebruik bevoegdheid om goed van een ander te gebruiken en de vruchten daarvan te genieten totstandkoming: vestiging, geldige titel en beschikkingsbevoegdheid relevant bij testamenten einde bij dood vruchtgebruiker, rechtspersoon na dertig jaar, bloot eigendom gaat teniet, verloop van overeengekomen termijn of door afstand

87 Erfrecht 1 erven krachtens de wet (wettelijk erfrecht
of versterferfrecht) 2 erven krachtens testament verkrijgers bij een nalatenschap: erfgenaam, legataris, legitimaris en lastbevoordeelde nalatenschap = geheel van bezittingen en schulden van de overleden persoon (=erflater)

88 Erfgenamen volgens de wet
vier groepen, waarbij de volgende groep pas aan bod komt als in de eerdere groep geen erfgenamen zijn a de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot (gelijkgesteld met een geregistreerde partner) van de erflater, tezamen met de kinderen van de erflater b de ouders van de erflater, tezamen met de broers en zusters van de erflater c de grootouders van de erflater d de overgrootouders van de erflater let op! plaatsvervulling bij kind, broer, zuster en (over)grootouder

89 Plaatsvervulling alleen aan de orde als er geen testament is gemaakt
plaatsvervulling geschiedt met betrekking tot personen die op het ogenblik van openvallen nalatenschap a niet meer bestaan b onwaardig zijn c onterfd zijn d verwerpen e wier erfrecht is vervallen

90 Langstlevende echtgenoot
valt in eerste groep erfgenamen erft in beginsel evenveel als kinderen geen kinderen, dan erft echtgenoot alles echtgenoot kan worden onterfd (heeft geen legitieme portie), maar hij kan wel aanspraak maken op vruchtgebruik van woning en inboedel (eventueel ook van andere goederen, indien nodig voor verzorging)

91 Wettelijke verdeling nalatenschap wordt van rechtswege verdeeld
alle goederen nalatenschap worden verkregen door langstlevende echtgenoot onder verplichting alle schulden voor zijn rekening te nemen langstlevende zou alles kunnen opmaken, maar ingrijpen is mogelijk bij verkwisting kinderen krijgen als erfgenaam onderbedelingsvordering ter grootte van erfdeel beperkte opeisbaarheid vordering enkelvoudige rente (= wettelijke rente (bij 6% of hoger) – 6%) ongedaanmaking door langstlevende echtgenoot binnen drie maanden na overlijden

92 Wilsrecht gevolg van stieffamiliegevaar
aanspraak op goederen in volle of blote eigendom zolang stiefouder leeft, kan worden volstaan met vruchtgebruik na overlijden stiefouder kunnen kinderen volledige eigendom opvorderen

93 Testament notarieel testament depot-testament
Centraal Testamenten Register verstandelijke vermogens hebben voor maken testament testateur minimaal zestien jaar oud niet onder curatele

94 Legitieme portie testeervrijheid
kinderen kunnen worden onterfd, maar hebben recht op een geldvordering ten bedrage van de helft van de waarde van hun normale erfdeel speciale positie stiefkinderen berekeningsgrondslag legitieme portie: nalatenschap + bepaalde giften door de erflater gedaan inroepen legitieme portie kan tot ‘inkorting’ leiden

95 Openvallen nalatenschap
aanvaarden verwerpen benificiair aanvaarden

96 Ongehuwd samenwonenden
geen speciale regeling in BW maken testament daarom aanbevolen met legitieme portie kan wel rekening worden gehouden langstlevende `veilig’ bij notarieel samenlevingscontract of gemeenschappelijke huishouding


Download ppt "juridische begrippen, wetgeving en"

Verwante presentaties


Ads door Google