De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Promotor : Prof. M.-C. Closon Prof. Th. Pepersack, MD, PhD

Verwante presentaties


Presentatie over: "Promotor : Prof. M.-C. Closon Prof. Th. Pepersack, MD, PhD"— Transcript van de presentatie:

1 Promotor : Prof. M.-C. Closon Prof. Th. Pepersack, MD, PhD
Financiering van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt: resultaten uit het KCE-studierapport. Promotor : Prof. M.-C. Closon Prof. J.-P. Baeyens, MD Prof F. Falez, MD, PhD M. Gobert, RN, MSc, PhD Prof. Th. Pepersack, MD, PhD

2 Internationale Literatuur.
Criteria die een efficiënte zorg waarborgen in de acute fase van patiënten met een geriatrisch profiel: Multidisciplinair werken (alle specialisten alg zkh en geriater + verpleegk + paramedici) Globale benadering, met assessment, behandeling en revalidatie en plan voor ontslag. Zoveel mogelijk vermijden van plaatsing in instelling  kan door goede coördinatie van de zorg tussen ambulant, ziekenhuis en instellingen. Het grootste risico van een hospitalisatie voor een patiënt met geriatrisch profiel is het verlies aan autonomie.  Het is dus noodzakelijk van bij de opname ene geriatrische benadering te realiseren. Aan de patiënt moet een gestructureerd aanbod worden gedaan, zodat desoriëntatie door verlies aan herkenningspunten wordt voorkomen. De financiering van de zorg van deze patiënten moet aangepast zijn.

3 Internationale Literatuur
Organisatie van de acute geriatrische zorg Twee extremen: USA : volledige afscheiding van acute zorg (3 dagen zkh) en revalidatie (Nursing Homes) België, Australië : Diensten Geriatrie in de algemene ziekenhuizen, met meestal tegelijk acute zorg en revalidatie.

4 Internationale Literatuur
Organisatie van de acute geriatrische zorg (vervolg) Er zijn geen landen die een afzonderlijke financiering voorzien van de acute geriatrische zorg in het algemeen ziekenhuis. Vaak is er wel een onrechtstreekse en zeer gedeeltelijke compensatie i.v.m. de leeftijd et de nevendiagnosen. In enkele landen is er een bijkomende financiering voor specifieke geriatrische activiteiten (vb. geriatrisch assessment en revalidatie in Duitsland) of voor geriatrische functies (vb. Geriatrische liaison of geïntegreerde zorgtrajecten in Frankrijk, België en Catalonië). Innoverende modellen: USA : programma’s die zowel ziekenhuis zorg als thuiszorg includeren.

5 Organisatie en financiering van de acute geriatrische zorg in België.
Het aantal G bedden is thans lager dan de programmatie (behalve in het Brussels Gewest): het aantal 65+ stijgt sneller dan het aantal beschikbaar gestelde bedden G. Het aantal geriaters en geriatrisch geschoolde verpleegkundigen is ontoereikend om de zorg te garanderen. De Geriatrie bestaat als subdiscipline van Inw. Geneeskunde sinds 1986, maar is pas erkend als autonome basisspecialiteit sinds 2005. De vorming van Geriatrische verpleegkundigen was zeer beperkt en is thans op vele plaatsen in de startblokken.

6 Organisatie en financiering van de acute geriatrische zorg in België.
De personeelsnormen zijn identiek voor alle diensten G (onafhankelijk van de zwaarte van de zorg) Verpleegkundigen en hulpen: 12.8 per 24 bedden Ergo, logo, psy : 1.33 per 24 bedden Kiné per prestatie (M of K) Geriaters Honorarium toezicht « Technische prestaties » Verantwoorde bedden : Gfin en Gpot

7 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G
APRDRGs groeperen de patiënten in functie van: De hoofddiagnose De nevendiagnosen Al of niet heelkundige behandeling  groepen die medisch gezien verwant zijn en die homogeen zijn wat betreft het gebruik van de middelen van het ziekenhuis (verblijfsduur is belangrijkste parameter) DUS SLECHTS BRUIKBAAR BIJ RELATIEF GESTANDARISEERDE OPNAMES IN FUNCTIE VAN DE HOOFDDIAGNOSE.

8 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G
De verwerking van patiënten met geriatrisch profiel per APRDRG is ongeschikt daar dze indeling geen rekening houdt met de specifieke geriatrische aspecten: Hulpbehoevendheid van de patiënt Multipele pathologieën tegelijk en successief Globale multidisciplinaire benadering Belangrijke sociale factoren

9 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G
MKG is dus onvoldoende MGG : bij het MKG wordt toegevoegd: info over de hulpbehoevendheid, de sociale factoren, de medische verpleegkundige en revalidatie activiteiten, evenals de evolutie tijdens het verblijf.  duidelijk veel te zwaar om te registreren!

10 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G

11 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G

12 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G

13 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G : de RUGs (Resources Utilization Groups) RUG bouwt vertrekkende van de gegevens van de RAI (verzameld bij patiënten opgenomen in revalidatiecentra of nursing homes) 44 RUGs op basis van: 1/ Niveau van hulpbehoevendheid 2/ Hiërarchisatie volgens: Effectieve tijd toegediende revalidatie (aantal minuten de 7 laatste dagen) Buitengewoon hoog Zeer hoog Hoog Matig Laag Bijzondere zorgen Complexe pathologie Cognitieve stoornissen Gedragstoornissen Functiebeperkingen Indien de patiënt geen revalidatie krijgt, wordt hij ingedeeld volgens de andere klassen en worden de punten opgeteld.

14 Waarde in dollars van de 44 RUGs-III (HILL en Wei 2004)
Hill A, Wei Y: Evaluation of the VA Nursing Home Resident Assessment Instrument Minimum Data Set: Resource Utilization group III in FY 2001 and FY Technical Report No 11,

15 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G: de RUGs
Evaluatie van de RUGs Validitatie van de methode Geen wetenschappelijke literatuur beschikbaar Alleen grijze literatuur Complexe patiënten worden slecht vergoed

16 de RUGs Evaluatie van de RUGs Validatie van de inhoud
Geen wetenschappelijke literatuur Alleen grijze literatuur Zeer zware en complexe instrumenten: 400 items, 7 tijden  hoog % van vergissingen, veel nutteloze inlichtingen voor de evaluatie in de acute fase. Instrument dat initieel werd opgemaakt voor chronische zorg (Nursing Homes USA)

17 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G: de RUGs
Evaluatie van de RUGs Validatie van de opbouw Voor chronische zorg verklaren de RUGs voor een groot deel de gepresteerde zorg (gebaseerd op de gepresteerde zorg) Voor acute en post-acute zorg kunnen de RUG’s de tijd verklaren gepresteerd door de verpleegkundigen en voor de revalidatie, maar niet de tijd voor de medische zorg. Evaluatie van de tijd door de tijd… DE bekoring is groot om alle patiënten in de revalidatieklassen te steken: worden beter terugbetaald. (zelfs indien deze revalidatie niet nodig is).

18 Instrumenten bruikbaar voor financiering van de diensten G: AGGIR-PATHOS-SOCIOS

19

20 AGGIR: variabelen van het model
PP-10-00 AGGIR: variabelen van het model Logisch denken Orientatie Wassen Aankleden Voedsel innemen Continentie Transfers Verplaatsingen binnen huis Verplaatsingen buiten huis Mogelijkheden om hulp te roepen Fysieke en mentale autonomie 10 variabelen Geldbeheer Keuken Huishouden Vervoer Aankopen Opvolgen van de behandeling Vrijetijdsbesteding Huishoudelijke en sociale autonomie 7 variabelen

21 A B C AGGIR: coderen van de items Doet alles autonoom spontaan
PP-10-00 A.Gorky Doet alles autonoom spontaan helemaal meestal op correcte wijze A B Doet alles Niet spontaan en/of gedeeltelijk en/of meestal niet en/of niet op correcte wijze C Doet het niet: alles moet in zijn plaats gedaan worden

22 AGGIR: Homogene groepen van activiteitsgraden
(GIR: Groupes Iso-Ressources) PP-10-00 N.de Staël Prise en charge « médicalisée » GIR « lourds » 30 % Groep 1 Verlies van elke autonomie: mentaal, fysiek en locomotorisch Groep 2 Bedlegerig maar mentaal fit; mentaal zwaar deficient maar motorisch goed; Groep 3 Motorisch gedeeltelijk gehandicapt, maar cognitief goed; Groep 4 Niet autonoom voor de transfers; motorisch autonoom, maar hulp nodig voor de lichaamszorg; Groep 5 Gedeeltelijke en occasionele hulp Groep 6 Volledig autonoom

23 PATHOS 50 pathologie entiteiten 12 profielen van types therapie
PP-10-00 50 pathologie entiteiten 12 profielen van types therapie 8 typ. zorgverleners V.Vasarely 4 zorgniveau’s bij elk type zorgverleleners Het is de combinatie pathologie entiteit – type therapie die de zorgzwaarte bepaalt

24 Dit moet nader bepaald worden door het profiel van het type therapie.
PATHOS: 12 profielen van type therapie PP-10-00 De pathologie entiteit bepaalt niet op zich welke middelen zullen nodig zijn om de patiënt te helpen. Dit moet nader bepaald worden door het profiel van het type therapie. 12 profielen van type therapie zullen samen met de pathologie entiteit de patiënt uitstekend omschrijven in zijn nood aan behandeling. P.Gauguin

25 PATHOS: profielen van type therapie
PP-10-00 T1 T2 P1 P2 R1 R2 CH DG M1 M2 S1 S0 Zeer intensieve therapie, levensbedreigend Medisch toezicht actief nodig Psychiatrische crisis opvang Psychiatrische ondersteuning Intensieve revalidatie Lichtere of onderhoudsrevalidatie Locale complexe en langdurige zorg Niet actieve pathologie, geen diagnose Bewuste stervende patiënt, palliatief Benevelde patiënt, comfortzorg Intermittent geprogrammeerd toezicht Geen zorg

26 PATHOS: 8 types zorgverleners
Geriater Psychiater Verpleegkundigen Revalidatie Psychotherapie Klinische Biologie Medische beeldvorming Apotheker Er bestaan 240 koppels pathologie entiteiten en profielen type therapie. Voor elk koppel bestaat een niveau van zorg in de 8 types zorgverlening (berend door een groep experten). PP-10-00

27 PATHOS: rekening houden met de polypathologie
PP-10-00 Het algoritme analyseert het samenvoegen van de verschillende koppels pathologie entiteiten–profil type therapie van elke patiënt en houdt rekening met: -Een logisch en realistisch maximum, -Het bestaan van specifieke akten, -Bijzondere situaties Om te komen tot een « gewogen som » van punten bekomen voor de verschillende koppels in de 8 beroepsgroepen en dus 8 verschillende incicatoren van niveau’s van nodige zorg te bepalen.

28 PATHOS: niveau van zorg
PP-10-00 1 Gériatre 2 Psychiatre 3 Infirmiers 4 Rééducation 5 Psychothérapie 6 Biologie 7 Imagerie 8 Pharmacie CS MS LS EHPA SIAD

29 Instrumenten bruikbaar voor de financiering van de diensten G: AGGIR-PATHOS-SOCIOS

30 Waarom wordt APS uitgekozen om de Diensten G te financieren?
Er wordt een multidisciplinaire evaluatie van de zorgzwaarte van de verschillende beroepsgroepen gerealiseerd. Zowel de acute als de revalidatiefase worden geregistreerd. De specifieke kenmerken van elke patiënt worden geregistreerd. Goede kosteffectiviteit. Eenvoudige controle.

31 Voorstel voor de financiering van geriatrische ziekenhuiszorg in België.
Voorafgaandelijke voorwaarden Een informatica systeem die toelaat te identificeren: De patiënten die een geriatrisch profiel vertonen De evaluatie van de noden van deze patiënten De benodigde beroepsgroepen in FTE om deze patiënten te behandelen Aanbevelingen: Screening van alle patiënten in het ziekenhuis opgenomen die 75 jaar of ouder zijn; Een comprehensive geriatric assessment bij elk van deze patiënten (BGMST bvb…); 2 of 3 maal per jaar registratie van de APS gegevens bij de patiënten opgenomen op de geriatrie afdeling; Verplichting van de Diensten G om mee te werken met de kwaliteitsprogramma's van het College voor Geriatrie.

32 Voorstel voor de financiering van geriatrische ziekenhuiszorg in België.
Verbeteren van de verdeling van de verantwoorde bedden tussen de verschillende geriatrie eenheden. Nieuwe definitie van de Gfin Geriatrisch profiel vertonen (screening) Severity index >1 Leeftijd (gemiddelde?) > 75 jaar > 10 dagen verblijf op de dienst G Comprehensive geriatric assessment hebben ondergaan De patiënten worden niet getransfereerd naar een andere dienst (bv Sp) binnen x (?) dagen Deelname aan de kwaliteitsprogramma’s van het College van Geriatrie

33 Voorstel voor de financiering van geriatrische ziekenhuiszorg in België
Huidige definitie van de Gfin -patiënten ouder dan 75 jaar; -een verblijf op G van minstens 10 dagen; -het verblijf op G is 30% hoger dan de gemiddelde verblijfsduur voor elke DRG afzonderlijk

34 Voorstel voor de financiering van geriatrische ziekenhuiszorg in België
Een eerlijker verdeling van de financiële middelen om het personeel op de G Dienst te betalen, rekening houdende met de specifieke eigenschappen van de patiënten op de dient en de manier waarop zij worden opgevangen. Verpleegkundige zorg Aantal verpleegkundigen en verpleeghulpen per 24 bedden G in verschillende landen. Gebruik maken van APS om de financiering van de verpleegkundige zorg te verbeteren.

35 Verschillen tussen de eenheden: Gir Pondéré Moyen
Max=86 Min=41 Mean=67.7 std= Mediaan= Mode=68

36 Verschillen tussen de G-eenheden: % patiënten GIR6

37 Verschillen tussen de eenheden: % van de patiënten die helemaal afhankelijk (niveau C) zijn volgens de verschillende activiteiten:

38 Verschillen tussen de eenheden G: PMP (Pathos Moyen Pondéré) per patiënt (punten)
G akuut : moy=972 ( 510) méd=970 Min=449 max=1719 66.7% des unités entre 658 et 1270 G subakuut : moy= 665 ( 350)

39 Verschillen tussen de G-diensten: types zorgverleners

40 Toepassing van de gegevens van APS voor een beter financiering van de personeelomkadering van de diensten G

41 Toepassing van de gegevens van APS voor een beter financiering van de personeelomkadering van de diensten G Aantal FTE/24 bedden G Q1 Q2 Q3 Q4 Actuele budget + suppl %  budget Verpleegk cnst budget= 12,8 A= Mod 1 =12,8 10,5 12,1 13,4 14,9 A + 0 Mod 2 12,6 12,7 12,8 12,9 Mod 3 12 13,1 13,6

42 Toepassing van de gegevens van APS voor een beter financiering van de personeelomkadering van de diensten G Aantal FTE/24 bedden G Q1 Q2 Q3 Q4 Actueel budget + suppl %  budget Verpleegk budget stijgt A= Hypoth 1 =14,5 12 13,7 15,1 16,7 A +13% Hypoth 2 =16,8 13,8 15,9 17,6 19,6 A +31% Hypoth 3 =20 16,5 19,1 21,2 23,5 A +56%

43 Toepassing van de gegevens van APS voor een beter financiering van de personeelomkadering van de diensten G Aantal FTE/24 bedden G Q1 Q2 Q3 Q4 Actueel budget + suppl %  budget Kine Ergo, logo, psycho B= Budget cst = 1,83 1,83 B + 0 Budget  =3,25 2,0 2,5 3,5 4,0 B +77%

44 Toepassing van de gegevens van APS voor een beter financiering van de personeelomkadering van de diensten G Aantal FTE/24 bedden G Q1 Q2 Q3 Q4 Actueel budget + suppl %  budget Soc.Dienst, Ontslag-manager C= Budget cst = 0,5 0,5 C + 0 Budget  =0,75 0,25 0,50 1 1,25 C +50%

45 Noodzakelijke budgetten voor de financiering van de acute G-diensten
De budgetten moeten dus verhoogd worden, en dat is gerechtvaardigd: De bijzonder zwakke verpleegkundige (en paramedische) bestaffing van de diensten G in België. Een betere begeleiding van de patiënten met geriatrisch profiel zal functioneel verlies voorkomen en zal het aantal plaatsingen in instellingen aanzienlijk verminderen. De integratie van de kinesitherapeut in de financiering van de paramedici voorkomt het gebruik van de K nomenclatuur bij de geriatrische patiënten. De toename van de norm voor de ontslagmanager (sociale dienst) maakt een beter coördinatie mogelijk tussen ziekenhuiszorg en thuiszorg.

46

47 Besluiten -1- Voorafgaandelijke hervormingen:
Screening van alle patiënten van 75 en meer die opgenomen worden in het ziekenhuis; Comprehensive geriatric assessment bij de positieve patiënten; Doorvoeren van een APS registratie tweemaal per jaar in de Diensten G

48 Besluiten -2- Financiering Eerste stap:
Financiering van het verpleegk en paramedisch personeel volgens de APS metingen (dus aangepast aan de zorgzwaarte) Tweede stap: Nieuwe definitie van Gfin Geriatrisch profiel vertonen (screening) Severity index >1 Leeftijd (gemiddelde?) > 75 jaar > 10 dagen verblijf op de dienst G Comprehensive geriatric assessment hebben ondergaan De patiënten worden niet getransfereerd naar een andere dienst (bv Sp) binnen x (?) dagen Deelname aan de kwaliteitsprogramma’s van het College van Geriatrie Met herverdeling van de verantwoorde bedden op MKG en APS criteria.


Download ppt "Promotor : Prof. M.-C. Closon Prof. Th. Pepersack, MD, PhD"

Verwante presentaties


Ads door Google