De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Oudedagsvoorzieningen: “Een warme deken over Nederland?”

Verwante presentaties


Presentatie over: "Oudedagsvoorzieningen: “Een warme deken over Nederland?”"— Transcript van de presentatie:

1 Oudedagsvoorzieningen: “Een warme deken over Nederland?”
Kort voorstellen Graag uw vragen Ook over andere onderwerpen Lezing FiDiB Mr. G.M.C.M. Staats 15 maart 2010

2 Citaat De pensioenwereld is een ontoegankelijk geheel waarin mensen – meestal mannen – in geheimtaal spreken en ernaar streven om met zo min mogelijk inmenging van buitenaf afspraken te maken over de beste wijze waarop pensioenpremies met het beste resultaat worden belegd en de hoogte van de pensioenuitkering. Bron: G. Verbeet, PvdA, PW, wetgevingstechnisch overleg

3 Huidig pensioenstelsel
Drie Pijlers Overheids- pensioen AOW Anw Arbeids- pensioen - BPF/Bpr - Verzekeraars OPF - Eigen beheer Oudedagsreserve Stakingslijfrente Privé- voorzieningen Lijfrenten Dit is het pensioengebouw waar wij zo trots op zijn. Haarscheurtjes 1e: financierbaarheid 2e: aandelen/ herstelplannen 3e: woekerpolissen IS HET ZO SOLIDE? LLR 2006 € 900/2007 € 800/ 2008 € 700 mio. Loopt terug Spaarloonregeling zit in de weg Geen recht op opname Eenvoudige regeling voor werknemer Oplossingsrichting bij pensioentekorten Levensloopregeling

4 Onderwerpen Eerste pijler: AOW Tweede pijler Derde pijler
Verhoging pensioenleeftijd Tweede pijler Drie partijen Echtscheiding Waardeoverdracht Conserverende aanslag Derde pijler Banksparen Oud regime lijfrente

5 Eerste pijler

6 Eerste Pijler AOW Omslagstelsel Nederland versus EU
Dubbele vergrijzing Kabinetsbesluit Premie bevriezen/Tekorten uit algemene middelen Vervallen toeslag jongere partner Verhoging leeftijd SER-advies GEVOLGEN? Omslagstelsel: Oma Jan Mooi systeem: solidariteit NL doet het redelijk: AOW is afgetopt en kapitaaldekking pijler 2 en 3 Verhoudingen NL 2:10 4,1:10 D 2,4:10 4,9:10 I 2,6:10 6,3:10 Beroepsbevolking neemt af Meer mensen bereiken pensioenleeftijd Leeftijd ‘moet’ omhoog Maar Afwenteling op overige sociale uitkeringen Arbeidsparticipatie nu is beperkt Zie ook artikel AOW in map

7 Nieuwe AOW? 2020 AOW leeftijd naar 66 jaar Gevolgen Zware beroepen
Daarna ieder jaar 2 maanden erbij, of 2026 in één keer naar 67 Gevolgen 55+-ers op worden ontzien Zware beroepen 40 of 45 jaar gewerkt: toch met 65 jaar AOW 16 % minder!

8 Nieuwe Pensioenleeftijd?
Tweede en Derde Pijler pensioenleeftijd verschuift ook Pensioenpremie omlaag Omscholing oudere werknemer Even een kijkje achterom 1999: Witteveenwetgeving 2006: Wet VPL 2010: Verhoging pensioenleeftijd WERK AAN DE WINKEL! Werk aan de winkel Onderhandeling over nieuwe pensioenregeling Waar blijft verlaging van pensioenpremie? Regelingen zijn al redelijk op orde sinds VPL Blijft achteruitgang voor werknemers Allerlei bepalingen in IB die op 65 geënt zijn Levensloopregeling Lijfrentewetgeving Pensioenwetgeving Oudedagsreserve/ondernemersfaciliteiten

9 Tweede pijler

10 Pensioenwet Driehoeksverhouding
Uitvoerder versus Werknemer Uitvoerder versus Werkgever De PW zorgt voor een driehoeksverhouding. Dit is uiteraard niet geheel nieuw. De driehoeksverhouding ziet er uit zoals op de sheet. Enerzijds is dit niet nieuw: deze partijen hebben we al. Anderzijds wordt dit wel geformaliseerd. Er zal meer duidelijkheid zijn wie welke verantwoordelijkheden (rechten/plichten) heeft. Pensioenovereenkomst Uitvoeringsovereenkomst Pensioenreglement/Startbrief Hierna een aantal aandachtspunten Werkgever versus Werknemer

11 Tweede pijler Echtscheiding

12 Pensioen en Echtscheiding
Pensioen- en Spaarfondsenwet : Boon/Van Loon (NJ 1982, 503) : Wet Verevening Pensioenrechten bij Echtscheiding : Pensioenwet

13 Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (Wet VPS)
Rechtstreeks recht bij pensioenorgaan, mits binnen twee jaren gemeld na twee jaar Blijft voorwaardelijk recht Overlijden ex-echtgenoot (niet-werknemer) Overlijden ex-echtgenoot (werknemer)

14 PW (art. 57 PW)/ Wet VPS (art. 3a)
Bijzonder Nabestaandenpensioen Huwelijk/geregistreerd partnerschap Premievrije aanspraak NP ter grootte van het fictieve ontslagrecht op tijdstip ontbinding huwelijk NP op risicobasis

15 Jurisprudentie (DGA) NJ 1996/617 (Rensing/Polak) NJ 2006/636
Illusoir worden pensioen NJ 2007/306 Algemene rechtsregel geformuleerd HR (Rensing/Polak) NJ 1996/617 In het algemeen kan dit niet worden afgedwongen Pensioen vrouw uit BV Nl. Niet redelijk en billijk dat van de vrouw gevergd kan worden dat zij zou hebben te aanvaarden dat ook na echtscheiding dit in BV man wordt opgebouwd Wellicht doelredening?(nl. EB was eigenlijk niet mogelijk) Verrekening pensioen man In geval van uitsluiting van elke gemeenschap van goederen in beginsel geen aanspraak man op deel OP van andere echtgenoot (zie NJ 1991, 576)

16 Overweging Hoge Raad De eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen ex- echtgenoten beheersen, zullen in het algemeen meebrengen dat de tot verevening verplichte echtgenoot die als DGA de rechtspersoon beheerst waarin de te verevenen pensioenaanspraak is ondergebracht, dient zorg te dragen voor afstorting bij een externe pensioenverzekeraar (…). Van de vereveningsgerechtigde echtgenoot kan in beginsel niet worden gevergd dat deze bij voortduring afhankelijk blijft van het beleid van de andere echtgenoot ten aanzien van de betrokken rechtspersoon voert en het risico moet blijven dragen dat het in eigen beheer opgebouwde pensioen t.z.t. niet kan worden betaald. (…) De beantwoording van de vraag of daar in een concreet geval aanspraak kan worden gemaakt, moet geschieden met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

17 Overweging Hoge Raad (vervolg)
“Daarbij zal de omstandigheid dat onvoldoende liquide middelen aanwezig zijn om de afstorting te effectueren slechts dan tot ontkennende beantwoording van die vraag kunnen leiden indien de vereveningsplichtige stelt en bij betwisting aannemelijk maakt dat de benodigde liquide middelen ook niet kunnen worden vrijgemaakt of van elders verkregen zonder de continuïteit van de bedrijfsvoering van de rechtspersoon en de onderneming waaraan deze is verbonden in gevaar te brengen.”

18 Hof Den Bosch (LJN: BC3319) Huwelijk 1979 – 1999
Man pensioen opgebouwd bij pensioenfonds Vrouw pensioen opgebouwd bij (ander) pensioenfonds Wet VPS van toepassing. Pensioenen worden verevend Vrouw meent dan Man ook binnen eigen BV nog pensioen heeft opgebouwd Man stelt dat geen sprake is van reële pensioenvoorziening, doch echter alleen ‘administratief’ pensioen; Er is wel pensioenovereenkomst tussen BV en Man; Pensioen-BV is inmiddels verkocht en failliet;

19 Vervolg Hof Den Bosch (LJN: BC3319)
In BV zijn pensioenrechten opgebouwd, dus Wet VPS van toepassing; Man was jegens vrouw verplicht toereikende zorg te besteden aan waarborging aanspraken vrouw in BV; Man heeft aan zorgplicht niet voldaan; Onrechtmatige daad Man jegens Vrouw; Man wordt veroordeeld Vrouw schadeloos te stellen door koopsom bij verzekeraar af te storten benodigd voor financiering pensioenaanspraken Vrouw.

20 DUS Wat te doen bij echtscheiding?
Geen afstorting versus wel afstorting? Wat is uw advies?

21 Tweede pijler Waardeoverdracht

22 Waardeoverdracht Waardeoverdracht is een wettelijk recht
Achterliggende gedachte Werkgever is verplicht mee te werken Waardeoverdracht is zelden zinvol Eigenlijk plicht om mee te werken Oorspronkelijke bedoeling 1994: voorkoming van pensioenbreuk Inmiddels wat achterhaald (geen eindloon meer) Wel makkelijk: alles bij elkaar Nieuwe werkgever moet de nieuwe werknemer hierop wijzen. Werkgever kan op zich niets doen als er gebruik wordt gemaakt van wettelijk recht door werknemer. Zelden zinvol is wat te sterk. Ook gevolgen voor het NP (bijv. op risicobasis).

23 Waardeoverdracht Werkgever moet bijbetalen
Nieuwe werknemer wordt aangenomen Jaarsalaris € Werknemer maakt gebruik van recht op waardeoverdracht Werkgever krijgt nota van pensioenverzekeraar van € Hoe kan dit? Waardeoverdracht: wettelijk recht

24 Waardeoverdracht Werkgever moet bijbetalen
Rekenrente verzekeraar 3% Rekenrente BPF is standaardtarief; momenteel ± 4,12% Vandaar bijbetaling Bijvoorbeeld werknemer komt van BPF naar verzekerde regeling. Uittekenen op flipover. Als aansprakenregeling: Aanspraak krijgt hij mee (waardeoverdracht) Stel € BPF geeft € mee (r.r. 4,6% marktrente). (als premieregeling: afkoopwaarde) Verzekeraar heeft voor € OP nodig (tegen 3%). Werkgever moet bijbetalen. Andersom kan ook (werkgever ontvangt).

25 Waardeoverdracht Werkgever moet bijbetalen
Kan dit worden voorkomen? Tijdens sollicitatieprocedure aandacht aan schenken Onderhandeling met werknemer Afzien van waardeoverdracht in ruil voor bonus? Om ongewenste effecten te voorkomen hieraan aandacht schenken bij procedure. Waardeoverdracht hoeft voor werknemer niet lucratief te zijn. Dus hiervan geen gebruik maken hoeft niet slecht te zijn. Dus wel een eerlijk advies geven aan de nieuwe werknemer.

26 Ontwikkelingen pensioenmarkt
Van DB naar DC Risicoverlegging naar werknemers Risico’s werkgever moeten op de balans worden geplaatst: Op balans moeten plussen en minnen worden opgenomen, als het een DB regeling is Is lastig voor onderneming Wel versoepeling sinds RJ-Uiting CDC = DC = geen invloed op de balans Systeem is percentage loonsom betalen en uit deze som wordt middelloonachtig onttrokken. Meer risico bij Werknemer - daarom regelmatig bruidsschat Wellicht een oplossing voor u?

27 Wijzigingen per 2020? Het wordt tijd meer fundamenteel naar ons pensioensysteem te kijken Risico’s Ambitieniveau 70% eindloon is dat nodig? Is dat levenslang nodig. Omgekeerde indexatie? Meer flexibele uittredingsmogelijkheden: ook voor AOW

28 Conserverende aanslag

29 Dossier Conserverende Aanslag Historie en Europees Recht
Invoering : Lijfrente (art Wet IB 2001) : AB (art Wet IB 2001) : Pensioen (art Wet IB 2001) Europees Recht HvJ C-9/02: Hughes de Lasteyrie du Saillant Zekerheidsstelling niet proportioneel HvJ C-470/04: N-Zaak Conserverende aanslag niet in strijd met EU-recht

30 Dossier Conserverende Aanslag Historie
Internationaal recht/Verdragenrecht Verdrag van Wenen: Verdragen moeten te goeder trouw worden uitgelegd Conserverende aanslag pensioen Emigratie: Waarde economisch verkeer 10 jaar uitstel van betaling Art. 23a Wet Vpb 1969 ingevoerd Heffing bij pensioenvennootschap bij verboden handeling Dit was de situatie

31 Dossier Conserverende Aanslag Historie
Singapore-arrest (BNB 2003/380) Art. 11c Wet LB 1964 (oud) in strijd met verdragenrecht Bevestiging in BNB 2005/232 en BNB 2005/233 Art. 23a Vpb 1969 strijdig met goede verdragstrouw BNB 2005/234 en BNB 2005/235 Van belang voor verdragen vóór Strijd met EU-recht?

32 Dossier Conserverende Aanslag Hoge Raad
HR 19 juni 2009 Emigratie in 2001 naar Frankrijk Conserverende aanslag WEV HR: art. 18 Verdrag is van toepassing (en niet art. 15) NL fictie kan niet zorgen voor onttrekking aan art. 18 Woonland mag heffen Strijd met verdragstrouw

33 Dossier Conserverende Aanslag Wetswijziging
Hongarije-arrest (BNB 2002/42) 7 juli akkoord Eerste Kamer! Terugwerkende kracht tot 29 juni 2009 Conserverende aanslag alleen over fiscaal genoten voordeel bij exclusieve woonstaatheffing Lastig te bepalen bij pensioen Zeker bij pensioen in eigen beheer Delegatiebepaling

34 Dossier Conserverende Aanslag Betekenis voor praktijk
Emigratie op/na 29 juni 2009 Conserverende aanslag Exclusieve woonstaatheffing of niet Emigratie op/na 1 januari 2001, maar voor 29 juni 2009 Conserverende aanslag opgelegd Geen bezwaar gemaakt Bezwaar gemaakt Emigratie voor 1 januari 2001 Geen conserverende aanslag Afkoopmogelijkheden in het buitenland?

35 Conserverende aanslag
Wetgeving woonland van belang Emigraties voor 19 juni 2009 Australië (1976) België (2003 resp. 1970) Canada (1986) Duitsland (1959) Frankrijk (1973) Italië (1990) Nieuw-Zeeland (1980) Noorwegen (1990) Spanje (1971) VK (1980) VS (1992)

36 Derde Pijler Banksparen

37 Aanleiding en onderbouwing
Verplichte winkelnering bij verzekeraars Kosten hoog, ondoorzichtig, diffuus Resultaat Meer concurrentie Meer transparantie in kostenstructuur leven en overlijden wordt uit elkaar gehaald Hoger resultaat bij gelijke inleg Kostenverlaging Marmeren gangen

38 Eigenwoningsparen

39 Eigenwoningsparen: art. 3.116a
Spaarrekening eigen woning (SEW) of beleggingsrecht eigen woning (BEW) Voorwaarden Eigen woning met eigenwoningschuld Geblokkeerde rekening; eenmalige uitkering voor aflossing eigenwoningschuld Ten minste 15/20 jaar jaarlijkse inleg (1:10) EWS is noodzakelijk. Wijkt af van KEW. Is niet echt bewust voor gekozen. Is theoretisch verschil Blokkeringstekst bijv: De rekeninghouder zal het tegoed aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 van de rekeninghouder’ Inlegjaren niet gelijk aan kalenderjaren

40 Eigenwoningsparen: art. 3.116a
Fictieve uitkering Niet meer voldoen aan voorwaarden Vervreemding, verdeling, behoudens echtscheiding/samenwoning dan wel voortzetting Inbreng in onderneming 30 jaren zijn verstreken Overlijden, behoudens voortzetting Rendement is bedrag waarmee tegoed het ingelegde bedrag overschrijdt Bank moet dus historie vast gaan houden

41 Eigenwoningsparen: art. 3.118a
Sparen bij de bank Dood gaan bij de verzekeraar Box 3 per definitie? Annuïtair dalende risicoverzekering EWS is noodzakelijk. Wijkt af van KEW. Is niet echt bewust voor gekozen. Is theoretisch verschil art. 17bis URIB regelt dat het tegoed in gelijke delen wordt toegerekend, ongeacht huwelijkse voorwaarden. Bij overlijden blijft dus de helft staan en andere helft kan worden aangewend voor aflossing EWS. Mag ook worden voortgezet. Langstlevende krijgt dan een extra vrijstelling ter grootte van de waarde van het tegoed op de overlijdensdatum. Ook het deel van de langstlevende mag op dat moment worden aangewend om af te lossen (brief NVB). Let hierbij op dat afgelost moet worden. Als aanvullend een overlijdenrisicoverzekering is gesloten waarmee de EWS wordt afgeloste kan dit wel eens verkeerd uitpakken voor de uitkering uit de SEW. Wie de rechthebbende is op de verzekering is altijd duidelijk (begunstigde). Bij een SEW zal altijd een verklaring van erfrecht moeten komen; Tegoed moet worden aangewend voor aflossing, dan wel worden voortgezet Komt dan bij een gemeenschap van goederen toch de helft tot uitkering?

42 Verschillen SEW/BEW KEW Twee rekeninghouders
Voorzettingsmogelijkheid bij overlijden Art. 13 SW niet van toepassing Aanvullende overlijdens-dekking niet mogelijk bij bank KEW Twee begunstigden voor vrijstelling Geen voortzettings-mogelijkheid bij overlijden Art. 13 SW: premiesplitsing Overlijdensrisicodekking

43 Lijfrente

44 Lijfrente: Artikel 1.7 Lijfrente is
Overeenkomst van levensverzekering op vast en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden Aanspraak op tegoed lijfrente-spaarrekening/lijfrentebeleggingsrecht Vast en gelijkmatige termijnen Minimaal één keer per jaar een uitkering

45 Premieaftrek Omzetting stakingswinst Omzetting oudedagsreserve
Fiscale aftrekmogelijkheden zijn niet veranderd Jaarruimte Reserveringsruimte Extra aftrekmogelijkheden voor ondernemers blijft Omzetting stakingswinst Omzetting oudedagsreserve

46 Lijfrente: artikel 3.126a Lijfrentevormen bij leven
Ingaan uiterlijk in kalenderjaar waarin leeftijd van 70 jaar wordt bereikt; Als eerste termijn voor 65 jaar wordt uitgekeerd is minimale duur ten minste 20 jaar vermeerderd met de jaren jonger dan 65; Als eerste termijn na 64 jaar wordt uitgekeerd is minimale duur Vijf jaar als jaarlijkse termijn niet meer is dan € Bij hogere termijnen minimale duur twintig jaar; Bij overlijden partner: minimale duur vijf jaar. Termijnen moeten ingaan binnen zes maanden na overlijden. Vast en gelijkmatig zit dus niet in 1.7, maar is hier geregeld Bedrag t.o.l. is niet gelijk aan t.o.l. van (€ ), omdat een jaar indexatie is vergeten.

47 Lijfrente: artikel 3.126a Lijfrentevormen bij overlijden
Direct ingaan en uitkering aan natuurlijk persoon Partner: minimale duur vijf jaar Ouder, kind, broer/zus, neef/nicht, allen ouder dan 30: minimale duur twintig jaar Kind, broer/zus, neef/nicht, jonger dan 30 jaar: minimale duur vijf jaar, maar nooit meer dan het aantal jaren dat verkrijger jonger is dan 30 jaar, dan wel minimaal twintig jaar Als genieter termijnen van uitkering overlijdt, gaat uitkering over op erfgenamen Vast en gelijkmatig zit dus niet in 1.7, maar is hier geregeld Bedrag t.o.l. is niet gelijk aan t.o.l. van (€ ), omdat een jaar indexatie is vergeten.

48 Afkoop kleine lijfrente
Afkoop op einddatum of tussentijds mogelijk Grens € 4.146 Per uitvoerder Zowel bij verzekeraar als bancaire instelling Geen revisierente Afkopen is geen verplichting!

49 Verschillen Verzekeringslijfrente oudedagslijfrente levenslang
NBL: 1% sterftekans NBL: levenslang NBL: overlijdensdekking NBL: begunstigde duidelijk Bij overlijden kapitaalverlies: contraverzekering Actuariële lijfrente Bancaire lijfrente ‘oudedagslijfrente’ min. 20 jaar NBL: minimaal vijf jaar NBL: minimaal twintig jaar NBL: per definitie ‘laag’ NBL: gerechtigde volgens erfrecht Geen kapitaalverlies bij overlijden: stellige uitkering Sterftekans niet van invloed

50 Overige opmerkingen Stakingslijfrente
Bedrijfsopvolger mag geen “banklijfrente” sluiten, maar moet een verzekeringslijfrente sluiten Nota nav Verslag: overnemende ondernemer kwalificeert niet als toegestane uitvoerder bancaire lijfrente. Hier speelt volgens indieners het kostenaspect niet.

51 Overige opmerkingen Overbruggingslijfrente
Omzetting van verzekeraar naar bank Doen voor premievrije contracten? Overbruggingslijfrente mogelijk? Nota nav Verslag: overnemende ondernemer kwalificeert niet als toegestane uitvoerder bancaire lijfrente. Hier speelt volgens indieners het kostenaspect niet.

52 Overige opmerkingen Pre-BHW
Omzetting van bank naar verzekeraar en v.v. mogelijk Oud regime Nota nav Verslag: overnemende ondernemer kwalificeert niet als toegestane uitvoerder bancaire lijfrente. Hier speelt volgens indieners het kostenaspect niet.

53 Banksparen versus eigen beheer
Is banksparen een alternatief voor eigen beheer?

54 Banksparen versus eigen beheer
Pensioen eigen beheer Pensioenpremie € kost de BV na aftrek Vpb € 7.500 Lijfrentesparen Geen pensioen: winst € (na Vpb € 7.500). Vervolgens uitdelen: € netto (na AB) € netto bij 52% is € bruto Kosten in lijfrentespaarproduct te verwaarlozen is het uitgangspunt. Eigen beheerkosten ongeveer € Dus is het voordeliger om te lijfrentesparen? Voordeel Ziet er tariefsmatig voordelig uit. Nadeel Geld verlaat de BV definitief (er moeten dus voldoende liquiditeiten aanwezig zijn) Fiscale ruimte lijfrente is beperkter? Backservicemogelijkheden niet aanwezig Let goed op de producten van de banken. Hoe worden de kosten berekend?

55 Uitbreiding banksparen
Vanaf mogelijk voor Lijfrente Eigenwoningsparen Nu ook voor Goudenhanddrukstamrecht Sparen voor uitvaart Toekomst Pensioensparen? Drie smaken: BV Verzekeraar Bank Zelfde voorwaarden als verzekeraar Geen kapitaalverlies Kosten? (marmeren gangen)

56 Splitsing lijfrenten Oude situatie
Nieuwe situatie: Geen splitsing box 1 – box 3 meer Oplossing per : Belastingheffing volgt de vormgeving van het contract Voldoen aan lijfrentedefinitie is box 1 Niet voldoen aan lijfrentedefinitie is box 3 Voor zowel banken als verzekeraars Is al jaren lang een probleem IB 2001 systeem uitleggen Box 1 versus box 3 Onder Wet IB 1964: saldomethode Onder Wet IB 2001: keuzevrijheid wel/geen aftrek Lijfrentepremie niet in aftrek, dan dit deel in box 3 Betekent tijdens opbouwfase splitsing box 1 en 3 Maar ook in uitkeringsfase! Leidt tot administratieve problemen bij uitvoerders, maar ook BD Hoe controle? Uitvoerder weet het niet, BD zou het moeten weten maar doet blijkbaar niets en klant snapt er niets van.

57 Splitsing lijfrenten Niet-aftrekbare premie kan toch tot integrale belastingheffing leiden! Daarom: introductie beperkte saldomethode € 2.269 Overgangsrecht Geen maximum Bestaande box 3 delen kunnen afgesplitst worden Betekent dat een niet-aftrekbare lijfrente toch tot integrale heffing kan leiden. Oplossing hiervoor is Ogv zelfde besluit kan evt. verzuimde lijfrentepremieaftrek alsnog worden gecorrigeerd. Aanslag staat nog niet vast: aanvulling aangifte Aanslag staat vast: bezwaar of ambtshalve-regeling Beperkte saldomethode ingevoerd Overgangsrecht voor niet-afgetrokken premies t/m Als blp kan aantonen deze niet in mindering te hebben gebracht, dan geldt hiervoor volledig de saldomethode Overigens kan blp evt eerder een niet-afgetrokken deel van de premie ogv par. 8. Besluit 3 juni 2008, nr. CPP2008/287M onbelast uit het contract halen. Hoe verhoudt zich dit tot de nieuwe regelgeving? Overgangsrecht Wet IB Gold al een saldomethodiek van € Is het cumulatief of is het juist precies gelijk aan elkaar? Niet cumulatief. Saldomethode tot € per jaar. t/m 2008 onbeperkt.

58 Voorbeeld saldolijfrente (1)
De heer X betaalt jaarlijks van € lijfrentepremie. Hiervan is jaarlijks € aftrekbaar. De lijfrentetermijnen gaan in 2019 in. De jaarlijkse termijn bedraagt € Het saldodeel is 10 x (nl – 2019) € = € Resultaat: Eerste drie termijnen zijn onbelast. Daarna is € onbelast en de resterende uitkering belast in box 1

59 Voorbeeld saldolijfrente (2)
De heer X betaalt jaarlijks van € lijfrentepremie. Hiervan is jaarlijks € aftrekbaar. De lijfrentetermijnen gaan in 2019 in. De jaarlijkse termijn bedraagt € Het saldodeel is 10 x (nl – 2019) € = € Echter het wordt gemaximeerd op € per jaar, dus € Resultaat: Eerste drie termijnen zijn onbelast. Daarna is € onbelast en de resterende uitkering belast in box 1

60 Splitsing lijfrente Hoe mee om te gaan? Advies aan klant?
Beschikking belastingdienst

61 Oud regime lijfrente (Nederland-België)
X woont in België Ontvangt oud regime lijfrente-uitkering uit Nederland Belastingheffing? België heft niet cq amper over deze uitkeringen. Vraag is waar art. 18 Verdrag NL-B toe leidt. Art. 18, par. 2 - belastingtarief voor niet-zelfstandige beroepen - aftrek Meer dan € per jaar Ook bronstaat

62 Oud regime lijfrente Nederland-België
Wet IB 1964 (tekst tot 1992) Art. 48 en 49 kenden geen bron voor lijfrente-uitkeringen Wet IB 1964 (tekst ) Art. 49, 1, c, 5e kende een bron voor lijfrenten Oud regime lijfrenten vielen hier ogv art. 75 Wet IB 1964 niet onder. Oude art. 48 en 49 bleven gelden. Wet IB 2001 Art. 7.2, 2e lid onder d is bron voor lijfrenten Inv.wet Wet IB 2001 Art. I, onderdeel O, 1e lid 1, laatste volzin: IuV onder Wet IB 1964 is nu periodieke uitkering die onder 7.2 valt Worden hiermee ook de oud regime lijfrente in NL belastbaar? Er is nooit over gesproken in parl. Behandeling Er is juist gesproken over eerbiedigende werking aan achterzijde, maar juist ingrijpen in aftrekkant Wettekst lijkt echter anders te bepalen Van belang voor klanten met lijfrenteuitkering uit oud regime lijfrenten en inmiddels in België woonachtig zijn Visie Van Caspel in zijn FED brochure in dezelfde zin (p. 90 e.v.) In incidenteel geval goedkeuring gekregen ogv vertrouwensbeginsel, maar standpunt Kennisgroep is heffing in NL Wordt echter niet gemotiveerd Publicatie aan wijden, maar in de praktijk ook pleitbaar om dit niet aan te geven.

63 Pensioenwet Pensioenregister
Hier moet de vlag voor uit! Goede voorbeelden in buitenland Transparantie, helderheid (startbrief) Pensioenbewustwording Alles moet er in Mooie basis voor een Pensioen-APK - iedere twee jaar goed naar je pensioen (laten) kijken - voorkomt verrassingen Mensen weten de prijs van de leaseauto tot op e € nauwkeurig, maar hebben geen idee hoeveel pensioen!

64 Hoe omgaan met toekomstvoorzieningen?
Regelmatige “APK” Wat zijn de toekomstvoorzieningen? Wat is de wens? Wat moet worden gedaan?


Download ppt "Oudedagsvoorzieningen: “Een warme deken over Nederland?”"

Verwante presentaties


Ads door Google