De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Jeugdgezondheidszorg De school als gezonde leefomgeving

Verwante presentaties


Presentatie over: "Jeugdgezondheidszorg De school als gezonde leefomgeving"— Transcript van de presentatie:

1 Jeugdgezondheidszorg De school als gezonde leefomgeving
Dr Brigitte De Mey Arbeidsgeneesheer 20 mei 2011

2 Definitie van gezondheid
WGO: “ gezondheid is niet louter de afwezigheid van ziekte of gebrek, maar een toestand van volledig lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn” Andere meer operationele definitie: “gezond zijn betekent dat er een functioneel evenwicht is tussen wat de mens kan (zijn capaciteit) en wat de maatschappij als gangbare eis stelt” Er is sprake van ziekte of gezondheidsstoornis als dit evenwicht bereikt of gestoord is. De overgang tussen ziekte en gezondheid is echter zeer vaag omdat aanpassings- en herstelmechanismen de evenwichtsverstoring soms onzichtbaar maken. Iemand kan zonder klachten elke dag gaan werken en toch stoornissen vertonen; Dergelijke situaties kunnen op lange termijn evolueren naar een waarneembare ziektetoestand.

3 Opdracht “Arbeidsgezondheidszorg” (1)
Definitie WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) en ILO (Internationale Arbeidsbureau): ‘Het bevorderen en onderhouden van de hoogste mate van lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn van de werknemer in zijn beroep’

4 Arbeidsgezondheidszorg (2)
ILO De werknemers beschermen tegen elke bedreiging voor zijn/haar gezondheid die uit het werk of uit de werkomstandigheden kan ontstaan of voortvloeien De aanpassingsmogelijkheden van de werknemer bevorderen (psychisch, fysisch en sociaal) door: Aanpassing van het werk of de werkomstandigheden Door de werknemer werk te geven waarvoor hij geschikt is

5 Arbeidsgezondheidszorg (3)
ILO Een bijdrage leveren om het hoogst mogelijke welzijnsniveau van de werknemer te bereiken en te behouden

6 Situering van de arbeidsgeneeskunde
Benaming van de geneesheer Taak van de geneesheer Preventieve geneeskunde arbeidsgeneesheer Werkt preventief Voorkoming BZ en AO Door verbetering van de werkpost Door informatie aan de WN Controle- geneeskunde Controlerend geneesheer (gewaarborgd loon) Geneesheer van het FBZ Gaat de juistheid na van de werkongeschiktheid tgv ziekte of ongeval aangifte van BZ Bepaalt het percentage van de vergoeding Administratieve geneeskunde Geneesheer volksgezondheid Geneesheer van de RVA Medische schifting Let op de toepassing van de reglementering inzake werkloosheid Curatieve geneeskunde

7 De welzijnswet (1) Nieuwe begrip: « welzijn » behelst verschillende domeinen arbeidsveiligheid, bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, ergonomie, arbeidshygiëne, psychosociale belasting veroorzaakt door het werk waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, verfraaiing van de arbeidsplaatsen, maatregelen inzake leefmilieu Daartoe wordt samengewerkt met andere deskundigen, intern of extern aan het bedrijf én met andere deskundigen in de gezondheidssector. Voor een optimaal welzijn zijn arbeid, persoonlijk leven en familiale omstandigheden niet te scheiden

8 De welzijnswet (2) Uitbreiding van het toepassingsgebied: Iedereen die werkt onder het gezag van Leerlingen en stagiaires Familieondernemingen Nieuwe accenten: Verbetering van de ‘kwaliteit’ van de arbeid en nastreven van fysisch en psychisch welzijn Accent van de Ag is meer gaan liggen op de verbetering van de kwaliteit van de arbeid en op het nastreven van een fysiek en psychisch welzijn , eerder dan de beteugeling van het absenteïsme en de arbeidsongevallen.

9

10 Arbeidsveiligheid Sobane in schoolmilieu: www. Sobane.be Voorbeelden:
Brandveiligheid Machineveiligheid Speeltuinen: veiligheid

11

12

13 Ergonomie Def.:Ergonomie (of human factors) is de wetenschappelijke discipline die zich bezig houdt met het begrijpen van de interactie tussen de mens en andere elementen van een systeem. Het is het beroep dat de theorie, principes, gegevens en methodes toepast om zo te ontwerpen dat het menselijk welzijn en de globale prestatie van het systeem geoptimaliseerd wordt." 3 specificatiedomeinen: Fysieke: houdt rekening met de menselijke anatomie werkhoudingen, manueel hnateren van lasten, RSI,… Cognitieve: bestudeert de mentale processen mentale belasting, mens-computer interactie, stress en training,.. Organisatie: optimaliseren van socioeconomische processen teamwork, ontwerpen van werkplekken en –tijden, … Ergonomie is het aanpassen van de omgeving aan de mens. Dit kan een product, ruimte of werkplek zijn. Ergonomie zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral gekend in arbeidssituaties. Het is immers afgeleid van de Griekse woorden ‘ergon’ (werk) en ‘nomos’ (wet) en moet ervoor zorgen dat de veiligheid en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt. Bij het ontwerpen speelt vooral gebruiksvriendelijheid en comfort een rol.

14 Ergonomie Analyse van de (beeldscherm)werkpost
Vormingen ‘beeldschermergonomie’ en ‘rugpreventie’ Advies bij aankoop meubilair Advies bij ontwerpen van werkposten

15 Ergonomie 1. Voeten plat op de grond 2. Zithoogte: open hoek
3. Zitdiepte: vuist ruimte in kniekuil 4. Steun lage rug: boven broeksriem 5. Tafel op ellebooghoogte 6. Bovenrand scherm max. op ooghoogte 7. Scherm: kijkafstand op armlengte 8. Toetsenbord: 15 cm van tafelrand 9. Documenthouder 10. Haaks op venster en 2m afstand

16 Tips computeropstelling
1. Maximum 1 uur zonder pauze de computer gebruiken 2. Plaats het beeldscherm haaks op het venster 3. Vermijd lichtinval in beeldscherm, gebruik zonnewering 4. Vermijden lichtinval in de ogen 5. Plaats beeldscherm, toetsenbord en muis recht voor u 6. Plaats beeldscherm op een armlengte afstand 7. Bovenrand van het beeldscherm mag maximaal op ooghoogte komen 8. Plaats toetsenbord op 15 cm van tafelrand 9. Computermuis heeft voldoende vrije ruimte 10. Verander regelmatig van houding

17 Geschiedenis Figuren: Schoolmeubilair volgens Happel (eind 19de eeuw) Geschiedenis Tot de 19de eeuw bestonden er geen echte schoolbanken. De leerlingen gebruikten een soort primitief schrijfkastje en er werd geschreven op een afwasbare schrijflei met griffel. Hoewel het woord “ergonomie” in 1874 nog niet bestond, werden toch bij wet negen verschillende groottes van schoolmeubilair voorgeschreven voor kleuter- en lager onderwijs. In functie van het gestalte van de leerling, werden zit- en schrijfhoogte, hellingsgraad en distantie (afstand tussen stoel en tafel) voorgeschreven. De invoering van de rugleuning kwam iets later met de vrees dat dit gemakzucht zou bevorderen. In het model van Happel zijn de draaibare stoel en voetensteun in hoogte instelbaar, een steun aan de buik verhindert het vooroverbuigen… Het is pas bij het begin van de eerste wereldoorlog in 1914 dat de schoolplicht in Beglië wordt ingevoerd. Vooral na de tweede wereldoorlog vindt het klassieke onderwijs zijn vaste vorm met strikte vakken, in strikte lokalen en strikte schoolbanken,... Wat het schoolmeubilair betreft komt er een duidelijke breuklijn In de jaren ’60-’70, zowel in ergonomie als in vormgeving. Deze evolutie was gerelateerd aan een nieuwe pedagogische trend, die groepswerk, ervaring, discussie en zelfstudie van de leerlingen stimuleerde. De zware logge banken werden vervangen door lichte, snel verplaatsbare, schakelbare tafels. Ergonomie verdween daarbij naar de achtergrond. Brengt de 21ste eeuw terug verandering?

18 Een rugsteun is een goede zaak.
Hoe verder deze naar achter kantelt, hoe lager de belasting op de rug zal zijn. Dit is vooral tot een hoek van 110°. De bewegende stoelen laten dit over het algemeen toe. Een ander belangrijk element is specifiek de lage rugsteun. Een bolle steun biedt het meeste ondersteuning aan de holle kromming van de lage rug. De hoogte van de rugleuning moet zo ingesteld worden dat de steun aan de lage rug goed zit. De hoogte of grootte van de rugleuning verschilt ook vaak, maar deze is minder belangrijk. Een lage leuning laat de schouderbladen vrij zodat de armen veel bewegingsvrijheid hebben. Een middelhoge rugleuning tot aan de schouders biedt meer comfort. Een nek- of hoofdsteun hebben bij een bureaustoel weinig functionele meerwaarde. Ook de armen worden best ondersteund zodat dit gewicht niet inwerkt op de rug. Wanneer de werktafel geen steun toelaat, zijn armsteunen nodig. De hoogte moet dan ingesteld kunnen worden.

19 De evaluatie van drie types schoolmeubilair volgens EN 1729

20 Zitballen Open heuphoek
Zitballen zijn verkrijgbaar in verschillende maten, van doorsnede 45 tot 75 cm. De juiste hoogte wordt zo gekozen dat het bekken hoger komt dan de knieën, zodat de bovenbenen dus kunnen afhangen. De hoek tussen rug en bovenbenen blijft zo groter dan 90°, wat men een open heuphoek noemt. De intradiscale druk, een maat voor rugbelasting, is wel ongeveer gelijk voor een zitbal en een conventionele stoel (Wilke e.a. 2001). Dynamisch zitten Het grote voordeel van een zitbal ligt in zijn beweging. Hierdoor zouden telkens kleine drukverschillen in de tussenwervelschijf ontstaan, waardoor het voedingsmechanisme op gang wordt gehouden. Soms ziet men stoppels onder de bal of een ring om de zitbal op zijn plaats te houden. Deze schakelen de beweging echter uit en dienen dus niet om op te zitten, enkel voor het opberg Besluit Een zitbal is een goedkope en ergonomisch verantwoorde oplossing wanneer hij slechts voor taken van beperkte duur gebruikt wordt. Voorwaarde is wel dat de tafel mee aangepast wordt in hoogte. Voor in een school kan een groter effect verwacht worden van opleiding van leerkrachten (theoretisch en praktisch) over het belang van preventie van lage rugpijn (Knusel & Jelk 1994).

21 Boekentas De boekentas mag maximaal 10% van je lichaamsgewicht wegen
Een rugzak is minder belastend dan een schoudertas of boekentas Draag een rugzak over beide schouders Gebruik een rugzak met een verstevigde rug en compartimenten Steek de zwaarste spullen het dichtst tegen de rug De ouders helpen bij het maken van de boekentas en controleren het gewicht De leerling gebruikt losbladige werkschriften De leerkracht maakt duidelijke afspraken over mee te nemen boeken De school voorziet voldoende opbergruimte voor boeken De school voorziet naslagwerken in klaslokaal Als stelregel geldt dat een schooltas niet zwaarder mag zijn dan 10% van het eigen lichaamsgewicht. Toch blijkt uit weegacties op school dat meer dan de helft van de scholieren een boekentas draagt die zwaarder is. De rugzak is de beste draagwijze, maar veel leerlingen spannen de riempjes niet aan of dragen slechts één schouderband. Het gewicht schommelt ergens ter hoogte van het achterwerk, wat resulteert in een ongunstige rugpositie. Dit gewicht wordt niet alleen gedragen, maar ook doorheen de dag regelmatig opgetild. Vooroverbuigen in de rug om iets op te tillen is een gewoonte die vele volwassenen al van kleins af aan aannemen. Oefening baart kunst, maar wel de verkeerde in dit geval.

22 Ergonomie

23

24 Arbeidshygiëne Metingen en adviezen m.b.t. thermisch comfort
akoestisch comfort luchtverversing (CO2)* verlichting Mediabericht (13/4) concentratie aan CO2 en fijn stof in klaslokalen is te hoog. Veroorzaakt vermoeidheid en concentratiestoornissen bij de kinderen, ook voor gevoelige kinderen( allergie) kunnen bepaalde compenenten (stoffen die vrijkomen van meubels en vloer en wandbekleding bvb) klachten uitlokken. Advies: goed ventileren (ook op moment dat de leerlingen aanwezig zijn, vb tijdens de speeltijd) en aandacht bij de keuze van het meubilair Verlichting: zie ergonomie Moet vermoeidheid voorkomen door oogklachten en slechte werkhoudingen

25 Verlichting Verlichtingssterkte (daglicht/ kunstlicht)
Reflecties vermijden Contrast lichtverspreiding In het ARAB wordt een minimum verlichtingssterkte van 300 Lux voorgeschreven. Voor beeldschermwerk hanteert de ARBOrichtlijn uit Nederland een zone van tot 800 Lux als aanvaardbaar. Bij toepassing van de NBN-EN (2003) geldt een aanbeveling van 300 tot 750 Lux voor administratief en beeldschermwerk. Deze verlichtingssterkte is steeds een resultante van het daglicht en de kunstverlichting Andere inrichtingen van de werkplek brengen steeds nadelen met zich mee. Met het aangezicht naar een venster gericht, is het contrast tussen het heldere buitenlicht en het computerscherm veel te groot. De ogen moeten steeds aanpassen wat oogvermoeidheid in de hand werkt. In de omgekeerde positie met de rug naar het raam, werkt men in zijn eigen schaduw en verhindert zo een goede verlichting van het werkvlak. Het licht of de zon kunnen ook weerkaatsen op het scherm, wat hinderlijke reflectie geeft.

26

27

28 Psychosociale belasting en Stress (1)
Ontstaan van stress: onevenwicht tussen de eisen gesteld door de taak en/of sociale omgeving en de capaciteiten die men heeft om er het hoofd aan te beiden

29 Stress (2) Stressfactoren: Te weinig tijd
Geen duidelijke functieomschrijving Geen erkenning of beloning voor goed functioneren Geen mogelijkheden om klachten te uiten Geen medewerking van superieuren, collega’s, ondergeschikten Veel verantwoordelijkheden maar geen beslissingsbevoegdheden Geen controle over het eindproduct Onzekere arbeidssituatie (overnames, fusie, economische recessie,…) Geen mogelijkheid eigen talenten te kunnen benutten Onaangename werkomstandigheden Onaangename werkomstandigheden: In lokalen waar: gerookt wordt Overvol zijn Geluidsoverlast Luchtverontreiniging Woon-werkverkeer

30 Stress (3) Gevolgen als de stresssituatie te lang aanhoudt:
Arbeidsontevredenheid, prikkelbaarheid Moeheid, slaapstoornissen Hoofdpijn, rugpijn Maag- en darmstoornissen Hartkloppingen, hartritmestoornissen, hypertensie Benauwdheid, hyperventilatie Burn-out

31 Vlaamse leerkrachten steeds vaker ziek
Oorzaak: toegenomen werkdruk en de gebrekkige aandacht in scholen voor welzijn op het werk (AgODi) Preventieprincipes: systeembenadering (techniek, organisatie vh werk, arbeidsomstandigheden, sociale relaties, omgevingsfactoren) Organisatie als risico Het aantal dagen dat VL. Leerkrachten zich ziek melden is in 3 jaar (tss 2005 en 2008) met toegenomen (volgens cijfers van het Agentschap van Onderwijsdiensten (AgODi). Die vaststelling is opmerkelijk gezien het dalende aantal ziektedagen in de andere sectoren. Ook het aantal leerkrachten dat zich ziek meldt en het aantal ziekteverloven van één dag nam in 2008 fors toe. Oorzaken:oa de toegenomen werkdruk en de gebrekkige aandacht voor welzijn . Ook toegenomen administratieve verplichtingen en het aantal probleemleerlingen Leerkrachten stappen massaal vroeger uit het onderwijs.1/2 van leerkrachten basisonderwijs en ¼ in secundair onderwijs : vervroegd pensioen De ene school blijkt de andere niet: in sommige scholen is er opvallend meer stress dan in de andere;waarom? pure symptoombestrijding en louter technische maatregelen volstaan niet meer De verklaring ligt in de school zelf: als de samenwerking , intern overleg en personeelsbeleid OK -> werkdruk en stress hanteerbaar

32 Pesten op het werk (1) Definitie:
Meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat: de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd

33 Pesten op het werk (2) Stijging van formele klachten (top van ijsberg)
Recente onderzoeksbevindingen Stijging van formele klachten (top van ijsberg) Tendens ‘same-sex’ effect Rol van concurrentie en macht als onderliggende oorzaken Wie wordt vooral gepest? Beginnende werknemers Pensioengerechtigde werknemers Pestgevoelige sectoren? Gezondheidssector (26%) Overheidsadministratie (23%) Onderwijs (15%) Horeca (7%) Bron: eindverhandeling criminologie KULeuven van Sandra Uytterhoeven

34 Geweld: definitie Elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.

35 Ongewenst seksueel gedrag op het werk: definitie
Elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie die als doel of gevolg heeft dat: de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd

36 Gevolgen OGW voor slachtoffer (1)
Psychologische gevolgen Aandachts- en concentratiestoornissen Geïrriteerd of agressief reageren Verlies van zelfvertrouwen Angst Depressie Slaapstoornissen Zelfmoord

37 Gevolgen OGW voor slachtoffer (2)
Sociale gevolgen Isolatie, uitsluiting/terugtrekken uit de groep Jobverlies Fysieke gevolgen Maag- en darmproblemen (maagzweer etc.) Verhoogde bloeddruk Hoofdpijn Huidziekten

38 Gevolgen OGW voor onderneming (3)
Toename en escalatie conflicten Kliekjesvorming en polarisatie Onaangename werksfeer Interne communicatie? Kwaliteits- en productiviteitsafname Toename absenteïsme Toename personeelsverloop Zwak bedrijfsimago

39 Absenteïsme en ongewenst gedrag
Langdurig werkgerelateerd absenteïsme omwille van stress, burn-out, ongunstige werkomstandigheden (zoals OSGW) Extreem absenteïsme omwille van motivationele aspecten en attitude Relatie tussen frequent, langdurig en extreem absenteïsme en ongewenst gedrag op het werk

40 Meer nadruk op primaire preventie
Primaire preventie = voorkomen van ongewenst gedrag (i.p.v. schade) Nadruk op organisatorische maatregelen & aanpak Uitvoeren van diverse risicoanalyses (verplichting werkgever): Risicoanalyse a priori Risicoanalyse a posteriori

41 Meer nadruk op primaire preventie
Risicoanalyses: Risicoanalyse a priori: welke zijn de factoren die psychosociale belasting veroorzaken en welke maatregelen kan men treffen om psychosociale belasting te voorkomen? Risicoanalyse a posteriori: naar aanleiding van (herhaaldelijke) incident(en), formele dossiers of verklaringen in het register over geweld op het werk. Dit gaat over het opsporen van risicofactoren om de nodige maatregelen te ondernemen. Welke primaire maatregelen kunnen er getroffen worden? Communicatiecentrum Modern personeelsbeleid Functiebeschrijvingen Beslissingen duiden vanuit een visie Onthaal, info, begeleiding van nieuwe werknemers Opleiding HL

42 Opdracht ‘Arbeidsgezondheidszorg’
Inbreng van verschillende deskundigen: multidisciplinariteit Bedrijfsartsen Verpleegkundigen Epidemiologen Ergonomen Toxicologen Veiligheidsingenieurs Psychologen Binnen dit multidisciplinair team staat de AG centraal. Hij/ zij is in de eerste plaats arts, specialist in de AG, dwz deskundig in de bescherming en de bevordering van de gezondheid van de mens ten overstaan van zijn arbeid. De in hoofdzaak preventieve opdracht slaat op alle aspecten van de ‘mens’, op alle facetten van de ‘arbeid’ en op alle factoren die de ‘interface’ vormen tussen beide.

43 Opdracht ‘Arbeidsgezondheidszorg’
Bedrijfsarts staat centraal De mens Alle facetten van de arbeid Interface tussen beide Voor het opsporen van deze risico’s beschikt de AG over enerzijds de methoden van de Risicoanalyse, gericht naar de werkpost en de arbeidsomstandigheden, anderzijds de medische en technische onderzoeken aangevuld met informatieverstrekking (Healthsurveillance), gefocust op de WN

44 Opdracht ‘Arbeidsgezondheidszorg’
Hazards (gevaren) versus Risks (risico’s) Opsporingstechnieken: risicoanalyse (workplace) Informatie vanuit Health Surveillance (individu) Indien deze factoren gekend zijn als potentieel nadelig voor het menselijk welzijn, dan spreekt men van ‘gevaren’ Als deze gevaren een overbelasting betekenen , spreekt men van ‘risico’s’ Voor het opsporen van deze risico’s beschikt de AG over enerzijds de methoden van de Risicoanalyse, gericht naar de werkpost en de arbeidsomstandigheden, anderzijds de medische en technische onderzoeken aangevuld met informatieverstrekking (Healthsurveillance), gefocust op de WN

45 Bepalen & evalueren van risico’s
risico’s identificeren: bepalen van de aard risico’s analyseren: de omvang nauwkeuriger bepalen; risico’s evalueren: een waarde/appreciatie toekennen (=vgln) preventiemaatregelen voorstellen

46 Risico-evaluatie (1) Een risico-evaluatie is het proces waarbij gezondheids- en veiligheidsrisico’s die voortvloeien uit gevaren op de werkvloer worden geëvalueerd, met het oog op het bepalen van preventiemaatregelen Elke werkgever heeft de morele plicht en wettelijke verantwoordelijkheid om de veiligheid en gezondheid van werknemers in alle aspecten van het werk te garanderen.

47 Risico-evaluatie (4) Gevaar (hazard)
De aanwezigheid van bepaalde agentia zoals chemicaliën, ioniserende straling, warmte, infecties, … evenals organisatorische aspecten, veiligheid Blootstelling De mogelijkheid om aan een risico te worden blootgesteld Risico (risk) Het risico is de kans of waarschijnlijkheid – hoog of laag – dat iemand door deze of andere gevaren een letsel oploopt. Een gevaar is alles wat letsel kan veroorzaken, zoals chemische stoffen, elektriciteit, machines en apparatuur, een open lade, organisatorische aspecten van het werk, etc. Letsel voor de gezondheid: chemisch, fysisch, biologisch, ergonomisch, psychosociaal de veiligheid: mechanisch impact chemisch impact electrisch impact brand en ontploffing vanuit het milieu Het risico is de kans of waarschijnlijkheid – hoog of laag – dat iemand door deze of andere gevaren letsel oploopt.

48 Risico-evaluatie (5) Vijf stappen methode
Gevaarsidentificatie Identificatie van de blootgestelden Beoordeling van het risico: risicoanalyse Blootstelling + effecten meten Beschrijving van de risicobeheersmaatregelen Toekennen van prioriteiten aan de maatregelen Risico-evaluatie: synthese van de ‘werkpost’ Stap 1 — Gevaren onderkennen en nagaan wie risico loopt Zoeken naar die dingen op de werkplek die letsel zouden kunnen veroorzaken en vaststellen welke werknemers mogelijk risico lopen. Stap 2 — Risico’s evalueren en de prioriteit ervan vaststellen De bestaande risico’s inschatten (hun ernst, de waarschijnlijkheid dat ze letsel veroorzaken, enz.) en ze op basis van hun prioriteit indelen. Het is van essentieel belang dat voorrang wordt gegeven aan de maatregelen die nodig zijn om risico’s te elimineren of te voorkomen. Stap 3 — Voorzorgsmaatregelen bepalen Vaststellen wat de aangewezen manieren zijn om de risico’s te elimineren of te beperken. Stap 4 — Maatregelen uitvoeren De preventieve en beschermende maatregelen uitvoeren aan de hand van een prioriteitenschema (het is zeer waarschijnlijk dat niet alle problemen onmiddellijk kunnen worden verholpen) en daarbij duidelijk aangeven wie wat doet en wanneer, wanneer een taak moet zijn afgerond en welke middelen beschikbaar worden gesteld om de maatregelen uit te voeren. Stap 5 — Controleren en onderzoeken De risicobeoordeling moet met enige regelmaat tegen het licht worden gehouden om er zeker van te zijn dat zij up-to-date blijft. Deze controle moet worden uitgevoerd telkens wanneer zich belangrijke veranderingen voordoen in de organisatie of als de resultaten van een onderzoek naar een ongeval of ‘bijna-ongeval’xiv daartoe aanleiding geven.

49 Risico-evaluatie (6): methoden
Participatief Expert-evaluatie SOBANE

50 Risico-evaluatie (7) Kinney methode
Gevaar (hazard): (intrinsieke eigenschap om schade te veroorzaken) Risico (risk): R = P x F x E (mogelijkheid tot schade) P = waarschijnlijkheid op schade F = blootstellingsfrequentie E = ernst van de schade, effect Gevaar: heeft betrekking op de eigenschap of het vermogen van een voorwerp, stof, proces of situatie die tot nadelige effecten kan leiden en bedreigend is voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer Om het risico te bepalen: nagaan in welke omstandigheden de kans op schade reëel is. Daarvoor houdt men rekening met de ernst en de waarschijnlijkheid op schade, maar ook met de frequentie waaraan men is blootgesteld aan een risico.

51

52 Waarom risico-evaluatie belangrijk is (1)
Iedere 3,5 minuten sterft er iemand in de EU-27 door werkgerelateerde oorzaken. Iedere 4,5 seconden maakt in de EE-27 een werknemer een ongeval mee waardoor hij/zij tenminste drie werkdagen thuis moet blijven. Het aantal arbeidsongevallen dat leidt tot drie of meer dagen ziekteverzuim is enorm: meer dan 7 miljoen per jaar.

53 Waarom risico-evaluatie belangrijk is (2)
205 miljoen werknemers in Europa sterfgevallen toegeschreven aan arbeidsongevallen en beroepsziekten in EU-27, waarvan: sterfgevallen worden toegeschreven aan beroepsziekten sterfgevallen in verband met gevaarlijke stoffen op het werk (inclusief asbest) 7.460 dodelijke ongevallen op het werk De getallen in deze presentatie zijn afkomstig uit ons campagneoverzicht:

54 Middelen risico-evaluatie
Middelen om risico-evaluatie te maken: Werkplaatsbezoeken Informatie uit taakanalyses en arbeidsomstandigheden Verzamelen van documentatie rond gevaarlijke producten Resultaten van metingen (monitoring), ergonomische studies en psychosociale enquêtes Resultaten van de effectmonitoring tijdens de medische onderzoeken (biomonitoring) De analyse van de oorzaken van beroepsziekten Overlegstructuren (CPBW, toolboxmeetings, overleg IDPBW/EDPBW) Hoe komt de AG aan zijn informatie ivm de werkpost? p18 Zo algemeen mogelijk: De arbeidstaak De eigenlijke arbeidsplaats De onmiddellijke werkomgeving De ruimere werkomgeving Algemene werkorganisatie De algemene veiligheids- en gezondheidsorganisatie

55 Identify the unknown

56 Principes en organisatie van het preventiebeleid
Kern van het preventiebeleid: risico’s voorkomen, bij de bron uitschakelen of verminderen

57 Preventiemaatregelen
Op basis van de risicoanalyse Prioriteitenplan Primaire preventie: risico’s voorkomen Secundaire preventie: schade voorkomen Tertiaire preventie: schade beperken 3 niveau’s Organisatie De werkpost Het individu

58 Risicoperceptie Subjectieve risico’s: steeds grotere rol bij ontstaan van gezondheidsaandoeningen Deskundigen en leken: verschillende beoordeling van de risico’s Voor de communicatie over de risico’s is kennis van deze risicobeleving noodzakelijk Beroepsgebonden aandoeningen kennen in toenemende mate meerdere oorzaken waarvan psychische processen (o.a; stress) en persoonlijke factoren een belangrijke rol spelen. Deskundigen: kwantitatieve benadering Leken: eerder subjectieve intuitieve benadering Probleem als deze teveel van mekaar verschillen. Daarom is het belangrijk dat diegene die de communicatie doet over de risico’s hiervan op de hoogte is.kennis heeft van risicobeleving

59 Risicoperceptie Bij een gelijkblijvend kwantitatief risico schatten leken het risico hoger in als: 1. De gevolgen ernstiger zijn 2. De blootstelling niet vrijwillig is 3. Risico’s en gevolgen minder gekend (en begrepen) zijn 4. Risico’s niet of minder goed zintuiglijk waarneembaar zijn 5. De persoonlijke beheersbaarheid lager is 6. Risico’s ‘man-made’ zijn 7. Men er zelf geen voordeel van heeft 8. Er al eerder slachtoffers gevallen zijn 9. Minder vertrouwen bestaat in de verantwoordelijken 10. Deskundigen niet eensgezind zijn over oorzaken en gevolgen 11. Er meer (media) aandacht is 1.De gevolgen ernstiger zijn: klein risico met ernstige gevolgen : bus-en vliegtuigongevallen 2.De blootstelling niet vrijwillig is: roker maakt zich zorgen over chemische stoffen op het werk 3. Risico’s en gevolgen minder gekend (en begrepen) zijn 4. Risico’s niet of minder goed zintuiglijk waarneembaar zijn bvb straling 5. De persoonlijke beheersbaarheid lager is 6. Risico’s ‘man-made’ zijn 7. Men er zelf geen voordeel van heeft 8. Er al eerder slachtoffers gevallen zijn Minder vertrouwen bestaat in de verantwoordelijken Deskundigen niet eensgezind zijn over oorzaken 11. Er meer (media) aandacht is

60 Risicocommunicatie Ken de doelgroep Ken het doel
Ken de verwachting van de doelgroep Zorg voor vertrouwen Zorg voor eenduidigheid Zorg voor openheid Houd het initiatief

61 Wie is onderworpen aan het gezondheidstoezicht?
4 risicocategorieën, bepaald door KB van 28 mei 2003: gebaseerd op bepaalde kenmerken van de werkpost Gebaseerd op een grondige risicoanalyse Daarnaast categorieën van werknemers met bepaalde persoonlijke kenmerken

62 KB. Gezondheidstoezicht 28 MEI 2003 Categorieën van toezicht
1. Veiligheidsfunctie 2. Functie met verhoogde waakzaamheid 3. Activiteit met welbepaald risico 1. Blootstelling aan fysische, chemische of biologische agentia 2. Risico op fysische of mentale belasting gelinkt aan 1. belasting van ergonomische aard (inbegrepen beeldschermwerk, tillen van lasten) 2. of aan zwaar werk 3. of aan repetitief en monotoon werk 3. Nachtwerk of ploegenarbeid 1. MET bijzondere risico’s of fysische of mentale spanningen 2. ZONDER bijzondere risico’s of fysische of mentale spanningen 4. identificeerbaar risico van psycho-sociale belasting 4. Activiteit gelinkt aan voedingswaren

63 Bijzondere categorieën
« AANGEPAST » toezicht: Titel VIII Codex: bijzondere werknemerscategorieën en werksituaties Hoofdstuk II: jongeren op het werk Hoofdstuk III: stagiaires Aparte KB’s voor: Jongeren op het werk Mindervalide werknemers (wet van 16 april 1963) Werkneemsters tijdens de zwangerschap of de lactatie Stagiaires, leerlingen en studenten Uitzendkrachten PWA’ers Wet welzijn : aandacht meestal naar de risico’s verbonden aan de specifieke werkpost. Hiernaast kunnen er ook risico’s (verhoogde kans op schade) zijn tgv specifieke eigenschappen van de persoon die de job uitvoert. Door hun specifieke eigenschappen kunnen ze meer vatbaar zijn voor bepaalde risico’s.

64 Jongerenarbeid specifiek wettelijk kader zowel inzake arbeidsovereenkomsten als inzake welzijn op het werk. gezondheidstoezicht :bijzondere categorie van werknemer,specifieke leeftijdsgebonden risico’s,… specifieke arbeidsverbanden. de werkgever heeft dezelfde verplichtingen als ten aanzien van de andere werknemers, o.a. risicoanalyse, preventiebeginselen, onthaal- en begeleidingsplicht,… verboden arbeid. bijzondere statuut van de stagiair

65 Jongeren op het werk Welzijnswetgeving:
Art 2 van de welzijnswet van 4 augustus 1996: aantal categorieën gelijkgesteld met werknemers KB van 3 mei 1999 betreffende jongeren op het werk

66 Jongeren op het werk Welzjnswet, art.2
Worden gelijkgesteld met werknemers: De personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling gevolgd wordt De personen verbonden door een leerovereenkomst De stagiaires De leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvoor een vorm van arbeid in de onderwijsinstelling wordt gevolgd Sowiso is de ganse welzijnswetgeving van toepassing op de categorieën jongeren omdat ze in art é van de wet welzijn gelijkgesteld worden met werknemers

67 Jongeren op het werk KB jongeren, definitie jongeren:
15-18 jarigen, die niet meer onder de voltijdse leerplicht vallen Leerovereenkomsten (ongeacht de leeftijd), ook stelsel werkopleiding student-werknemers (ongeacht de leeftijd): arbeidsovereenkomst met onderneming Leerlingen en studenten, die vorm van arbeid verrichten in de onderwijsinstelling In principe worden jonge mensen bedoeld die nog geen of weinig ervaring hebben met werk en/of nog in fysieke en psychische ontwikkeling zijn. Personen onder de 18 jaar vallen hier zeker onder. Zij die schoolgaan en werk combineren worden ook tot deze groep gerekend. Doordat men langer naar school gaat, schuift de periode van onervarenheid op naar een hogere leeftijd.

68 Jongeren op het werk Eerste KB rond kinderarbeid in 1884 i.v.m. ondergronds werk Extra bescherming: reglementering prestatie-uren, minimum leeftijden, verboden tewerkstelling in “schadelijke” werkomstandigheden Wat maakt jongere speciaal? Overgangsperiode tussen kind en volwassene Zij vertonen nog kenmerken van kinderen die speciale aandacht vergt. Verhoogd risico op ongevallen: door gebrek aan ervaring, ze kunnen de gevaren niet goed inschatten. Ze zijn zich niet bewust van de regels en procedures, die moeten genomen worden bij storingen. Psychologische overgang van kind naar volwassene.. Zowel emotioneel als cognitief. Voelen zich onzeker. Geven gebrek aan kennis niet toe omwille van schrik voor ridicularisering en evt sancties. Exploratie en risicogedrag

69 Specifieke kenmerken van jongeren
Verhoogd risico op ongevallen Gebrek aan ervaring; kunnen gevaren minder goed herkennen Niet bewust van regels, procedures bij storingen Emotioneel en cognitief nog niet voldoende rijp Periode van exploratie en risicogedrag Onhandigheid en gebrek aan coördinatie Te groot enthousiasme, energieoverschot Verhoogde gevoeligheid voor chemische en fysieke agentia Grote verschillen in grootte en kracht Wat maakt jongere speciaal? Overgangsperiode tussen kind en volwassene Zij vertonen nog kenmerken van kinderen die speciale aandacht vergt. : door gebrek aan ervaring, ze kunnen de gevaren niet goed inschatten. Ze zijn zich niet bewust van de regels en procedures, die moeten genomen worden bij storingen. Psychologische overgang van kind naar volw. Zowel emotioneel als cognitief. Geven gebrek aan kennis niet toe omwille van schrik voor ridicularisering en evt sancties. Enthousiasme, energieoverschot, nood aan uitdagingen, gecombineerd met de weigerachtigheid om vragen te stellen kunnen resulteren in het aanvaarden van taken die ze eigenlijk niet veilig kunnen uitvoeren. Gevoeliger voor chemische stoffen? Niet bewezen, wel aannemelijk, daarom : geen blootstelling aan cancerogene en mutagene stoffen. Ook andere stoffen: bvb lood gevaarlijker voor jongeren dan voor volwassenen. De maximale blootstelling moet derhalve lager zijn.

70 Jongeren op het werk Wat moet er gedaan worden?
Passend (klassieke risico’s) of specifiek (jongeren) gezondheidstoezicht Specifieke risicoanalyses voor jongeren Lijst met verboden activiteiten Specifiek gezondheidstoezicht: jongeren zijn een kwetsbare groep wegens hun leeftijd en gebrek aan ervaring. Het voorafgaand specifiek gezondheidstoezicht is van toepassing wanneer de jongeren op het werk: Nachtarbeid verrichten (20- 6u) De leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt Een afwijking hebben gekregen om arbeid te verrichten die in principe verboden is voor jongeren Specifieke risicoanalyse in licht van specifieke kenmerken van de jongere: Volgende moet zeker bekeken worden: Uitrusting en inrichting van de arbeidsplaats Aard, intensiteit en blootstelling aan chemische, fysische en biologische agentia Ordening, keuze en gebruik van agentia en arbeidsmiddelen, mn van machines, apparatuur en toestellen + de bediening ervan Organisatie van de arbeid, dwz regeling van arbeidsmethoden en procédés, wisselwerking Niveau van opleiding en voorlichting vd jongeren op het werk

71 Voorafgaand specifiek gezondheidstoezicht
Het voorafgaand specifiek gezondheidstoezicht is van toepassing wanneer de jongeren op het werk: Nachtarbeid verrichten (20- 6u) De leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt Een afwijking hebben gekregen om arbeid te verrichten die in principe verboden is voor jongeren

72 Wat moet er gedaan worden?:
Preventiemaatregelen Als uit de risicoanalyse blijkt dat er een probleem is Voorlichting en begeleiding jongeren Over de mogelijke risico’s Vooraleer aan het werk te stellen In overleg met PA en comité

73 Verboden arbeid voor jongeren (1)
Wordt als gevaarlijke arbeid beschouwd: arbeid welke de jongere, objectief gezien, lichamelijk of psychisch niet aankunnen waardoor de jongere blootgesteld wordt aan giftige of carcinogene stoffen, stoffen die erfelijke genetische veranderingen veroorzaken of tijdens de zwangerschap schadelijke gevolgen hebben voor de foetus die blootstelling aan ioniserende stralen met zich meebrengt De analyse moet mogelijk maken de agentia waaraan jongeren niet mogen tewerkgesteld worden te herkennen, ook de procédés en werkzaamheden en de plaatsen waar ze niet mogen aanwezig zijn. Deze zijn opgesomd in de bijlage bij het KB

74 Verboden arbeid voor jongeren (2)
die risicofactoren voor ongevallen inhouden, specifiek gevaar voor jongenen die de jongere blootstelt aan extreme hitte of koude, of aan lawaai of trillingen

75 Verboden arbeid voor jongeren (3)
Verbod in elk geval van toepassing voor agentia, werkzaamheden, plaatsen opgesomd in bijlage bij het KB Afwijkingen in het verbod: 1. Als onontbeerlijk voor de beroepsopleiding, op voorwaarde dat: 1. Bijzijn van een ervaren werknemer 2. Preventiemaatregelen gecontroleerd door de hiërarchische lijn 2. Studentwerknemer, die = of > 18 jaar 1. Studierichting stemt overeen met verboden werkzaamheden 2. Gemotoriseerde transportvoertuigen blijft verboden Voorafgaand advies van PA en comité Gemotoriseerde transportwerktuigen: worden bediend door een bestuurder (die op werktuig zit of ernaast loopt) Uitzondering op bovenstaand verbod: Student WN mogen hefwerktuigen bedienen als Platformtruck of palettruck met geringe hefhoogte Beperkte snelheid (6km voor meelopende bestuurder en 16km/u voor meerijdende bestuurder)

76 Jongeren en welzijn op het werk
Enquête bij jongeren (lln van secundair onderwijs en studenten hoger onderwijs) 40% vinden dat ze tijdens hun stage of vakantiewerk aan risico’s blootgesteld zijn (30% TO en 15% HO) 54% acht zich in staat om onveilige situaties te herkennen 60% doet hiervoor beroep op eigen kunnen en kennen 11% verwijst naar de lessen die ze hiervoor kregen 77% zegt informatie over de stage te hebben gekregen

77 Jongeren en welzijn op het werk
Enquête bij de bedrijven 66% van de bedrijven vindt dat de kennis van de jonge WN eerder beperkt is 68% vindt dat de jonge WN min of meer grote belangstelling tonen voor de informatie of de opleidingen ivm veiligheid op het werk 50% vindt dat de jonge WN zich minder bewust zijn van de risico’s dan de andere WN 60% geeft aan dat ze bij hun jonge WN al risicogedragingen hebben vastgesteld Rol van de school!

78 Ongeval op school Onderzoek van het ongeval door de interne of externe preventiedienst Preventiemaatregelen nemen om herhaling te voorkomen Opmaken en bijhouden van ongevallensteekkaart Opmaken van omstandig verslag bij een ernstig ongeval Onmiddellijke aangifte aan directie TWW van een zeer ernstig ongeval Aangifte aan bevoegde overheid bij sommige ongevallen (ongevallen op speeltuigen, ongevallen met elektrische installaties, ...) Verwerking in maand- en jaarverslagen van de IDPBW Kennisgeving aan comité PBW

79 Stagiaires (1) Definitie
« elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige arbeidsomstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met oog op het opdoen van beroepservaring »

80 Verplichtingen van de WG (stagegever) (2)
Van de WG wordt verwacht dat hij: een risicoanalyse (RA) uitvoert van de werkpost; preventiemaatregelen met mogelijk een gezondheidsbeoordeling van de stagiair neemt; bijzondere risico’s en maatregelen (PBM’s, medisch) aan de werknemer (stagiair) meldt met een werkpostfiche; aandacht heeft voor: onthaal, EHBO, opleiding en begeleiding; instructies geeft over noodsituaties & evacuatie.

81 Stagiaires (3) Specifieke wetgeving Risico-analyse
De verantwoordelijkheid voor gezondheidstoezicht ligt bij de werkgever FBZ: tussenkomst in de kosten/uitvoering m.o. door EDPB school Risico-analyse Werkpostfiche voor de onderwijsinstelling en de stagiaire Passend of specifiek gezondheidstoezicht Uitzondering als < 18 jaar en géén risico’s enkel beeldschermwerk, ongeacht de leeftijd WG : risico analyse en te nemen maatregelen Risico analyse houdt in: elk type van gezondheidstoezicht is overbodig passend gezondheidstoezicht is van toepassing specifiek gezondheidstoezicht is van toepassing of er verplichte inentingen zijn noodzaak voor maatregelen ivm moederschapsbescherming Werkpostfiche vermeldt: De beschrijving van werkpost waarvoor mo nodig Alle toe te passen preventiemaatregelen Aard van risico waarvoor specifiek gezondheidstoezicht nodig is Verplichtingen die stagiaire moet naleven ivm risico’s eigen aan de werkpost in voorkomend geval, de aard van de opleiding

82 Stagiaires (4) Eerste werkgever zorgt voor gezondheidstoezicht: voorafgaande gezondheidsbeoordeling Enkel herhaling van gezondheidsbeoordeling bij wijziging van de risico’s Bewijs van gezondheidsbeoordeling: FGB Werkgever neemt maatregelen inzake onthaal en begeleiding Voorwaarden voor tewerkstelling van de kandidaat-stagiaire in de onderwijsinstelling Als stagiaire in de onderwijsinstelling gelijkaardige activiteiten uitvoert als de arbeid die hij zal uitvoeren bij een WG, dan is de onderwijsinstelling belast met: Risico analyse voor de activiteiten in de onderwijsinstelling Preventiemaatregelen vaststellen van toepassing in de school Stelt de WG in kennis van de resultaten van de risicoanalyse en de te nemen maatregelen Als de activiteiten dezelfde zijn als deze van de andere WN, volstaat de Ri- analyse, eventueel aangevuld met de risico-analyse specifiek voor jongeren Preventiemaatregelen worden aangevuld met deze die specifiek zijn voor de jongeren Wie voert dit uit? IDPBW of EDPW van de school Ook de medische onderzoeken (voorafgaand aan de tewerkstelling) FGB wordt aan de WG bezorgd

83 E.H.B.O. Eerste onderzoek van het slachtoffer met als doel de ernst en de fysische gevolgen van een ongeluk te beperken Verplichting door ondernemingen van meer dan 50 werknemers (20 werknemers van industriële ondernemingen): Opleiding van één of meerdere hulpverleners (artikel 176 en 177 van het ARAB) Ondernemingen (ook scholen) moeten een aantal wettelijke richtlijnen respecteren in verband met eerste hulp (ARAB art. 174 – 183). Deze artikels hebben betrekking op enerzijds het materiaal en de lokalen (eerste hulp koffer, draagbaar, verzorgingslokaal,…) en anderzijds op organisatorisch vlak (de aanwezigheid van opgeleide hulpverleners, aanvulling eerste hulp koffers,…).

84 E.H.B.O. en hulpverleners Basisopleiding van 20 uur (16u opleiding + 4 u examen) Erkend diploma industriële hulpverlener Jaarlijkse herscholingen

85 Interessante informatiebronnen

86 Beroepsziekten Ziekten, die hun oorzaak vinden in de uitoefening van het beroep Gezondheidskosten worden verzekerd door Fonds voor de BeroepsZiekten (FBZ)

87 Wie is verzekerd? Werknemers met een arbeidsovereenkomst in de privé-sector Vakherscholing (werklozen, lichamelijk ongeschikte personen) Leercontracten, stagiaires, leerlingen en studenten in beroepsopleiding Personeelsleden van provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Het FBZ erkent en vergoedt de BZ. Voor het overheidspersoneel bestaat een aparte regeling, zelfstandigen zijn niet verzekerd.

88 Wie is niet verzekerd? Personeel van de overheidssector*
Personeel van de NMBS Militairen Zelfstandigen* * Opmerking asbestfonds

89 Beroepsrisico Art 32 van de wet betreffende de beroepsziekten:
Een beroepsrisico bestaat als de blootstelling aan de schadelijke invloed inherent is aan de beroepsuitoefening beduidend groter is dan de blootstelling van de bevolking in het algemeen volgens algemeen aanvaarde medische inzichten van die aard is dat zij de ziekte kan veroorzaken

90 Beroepsziekten Beroepsziekte is
Een rechtstreeks maar niet plots gevolg Van een min of meer langdurige blootstelling van een WN Aan een fysisch, chemisch of biologisch risico of van de omstandigheden waarin hij zijn beroepsactiviteit uitoefent De getroffene vertoont een objectief vast te stellen abnormale lichamelijke of psychische toestand die Ofwel een medische behandeling vereist Ofwel arbeidsongeschiktheid met zich meebrengt Ofwel het overlijden veroorzaakt

91 Beroepsziekten: open en gesloten systeem
Gesloten systeem: lijstsysteem Wettelijk vastgestelde (limitatieve) lijst van BZ Werknemer moet enkel bewijs leveren van bestaan van de ziekte en de blootstelling tijdens het werk Open systeem: Werknemer moet bewijs leveren van rechtsteeks en oorzakelijk verband tussen de ziekte en de arbeidssituatie Lijstsysteem: grote voordeel dat de werknemer het oorzakelijk verband niet moet bewijzen: dit wordt wettelijk vermoed! Voorbeelden: tussen blootstelling van aromatische amines en het optreden van blaaskanker verlopen vaak decennia . Als je het oorzakelijk verband moet bewijzen is dit practisch onmogelijk. Een glas-in-loodzetter: drinkt water dat hij uit loden buizen betrekt. Men zou kunnen beweren dat, indien hij een loodintoxicatie oploopt, dit hieraan te wijten is. De wetgever heeeft dergelijke situaties en hieruit voortvloeiende betwistingen willen vermijden door het invoeren van het wettelijk vermoeden. Het is duidelijk dat het lijstsysteem gunstig is voor de slachtoffers van een BZ. Het grote nadeel is dat ziekten die niet op de lijst voorkomen niet kunnen vergoed worden. Vanaf 1990: open systeem! Ziekten die niet op de lijst voorkomen worden vergoed als het slachtoffer het determinerend en rechtstreeks verband kan aantonen.Het bewijs van het causaal verband ligt ten laste van de WN! Is zwaar en tijdrovend. Voorbeelden: latexallergie bij VPK; tendinitis bij repetitief werk

92 Beroepsziekten Lijst van de erkende beroepsziekten: 5 categorieën
1. Chemische risico’s 2. Fysische risico’s 3. Biologische risico’s 4. Dermatologische risico’s 5. Pneumologische risico’s Slechts de aandoeningen die voorkomen op deze lijst komen in aanmerking voor vergoeding. Oorspronkelijk was deze lijst zeer beperkt, maar met de jaren sterk uitgebreid, en bevat nu meer dan 100 rubrieken. De grote groepen zijn: intoxicaties, de beroepsdermatosen, de pneumoconiosen (silicose en asbestose(3%)), tropische ziekten, infectieziekten en aandoeningen veroorzaakt door fysische agentia zoals ioniserende en warmte straling, lawaai(9%) en mechanische trillingen(48, 5%). Mijnwerkerssilicose: nog een derde van het aantal gerechtigden, maar de 2de plaats wat bedrag van de uitkeringen betreft (reden: hogere graad van AO en veel overlijdens)

93 Beroepsziekten: arbeidsgerelateerde aandoeningen
Arbeidsgerelateerde ziekten zijn ziekten die in art 30 en 30bis niet bedoeld worden en die, volgens algemeen aanvaarde medische inzichten, mede kunnen veroorzaakt worden door een blootstelling aan een schadelijke invloed die inherent is aan de beroepsuitoefening en die groter is dan de blootstelling van de bevolking in het algemeen, zonder dat deze blootstelling in groepen van blootgestelde personen de overwegende oorzaak van de ziekte vormt. Een arbeidsgerelateerde ziekte is dus een ziekte die te maken heeft met het werk, zonder dat er een duidelijk oorzaak-gevolg verband is. Er is een associatie met blootstellingen op het werk (inclusief fysieke en mentale belasting) maar ook met life-style en gewoonten van de persoon, leefmilieufactoren, psychosociale factoren en individuele gevoeligheid. Meestal zijn het veel voorkomende ziekten die meerdere oorzaken hebben, zoals: Cardiovasculaire aandoeningen (hypertensie, angor, hartinfarct) Chronisch obstructieve longaandoeningen Locomotorische aandoeningen (rugpijn, nekpijn) Gedragsaandoeningen (depressie, angssyndromen) kanker

94 Beroepsziekten: aangifte
Aangifte = melding van een BZ of van het vermoeden van een BZ. De arbeidsgeneesheer is verplicht een aangifte te doen indien hij een ziekte vaststelt die haar oorsprong vindt in het beroep. De arbeidsgeneesheer is ook verplicht aangifte te doen wanneer hij door een andere geneesheer op de hoogte gesteld wordt van een BZ.

95 Beroepsziekten: aangifte
De aanvraag gebeurt door de werknemer. De arbeidsgeneesheer vult het medische luik in Het FBZ onderzoekt de gegrondheid van de aanvraag, beslist om al dan niet de BZ te erkennen en een vergoeding uit te keren Beslissing wordt meegedeeld aan de getroffene of rechthebbenden Mogelijkheid tot beroep (bij de arbeidsrechtbank) Kan ook voor de nabestaanden. Aangifte gebeurt via speciale formulieren van het FBZ. Enkel deze formulieren mogen gebruikt worden. Alle relevante documenten (RX, labo, audiogram, verslagen, etc.) moeten bij de aanvraag gevoegd worden. Als de aanvraag volledig is, wordt de WN in principe uitgenodigd voor een medisch onderzoek in het FBZ. Uitzonderlijk kan dit ook in een universitair centrum. Soms wordt de aanvraag verworpen: bvb als er uit het dossier al kan vastgesteld worden dat de betrokkene beroepshalve niet werd blootgesteld aan het risico waarvoor aanvraag ingediend werd.

96 Beroepsziekteverzekering
Omvat: Preventie Schadeloosstelling

97 Beroepsziekteverzekering
Preventie Primaire preventie: o.a. vaccinaties ‘Hepatitis B’ bij verplegend en verzorgend personeel Secundaire preventie: o.a. beschermingsmiddelen, terugbetaling van andere geneeskundige verstrekking, opgenomen in de specifieke nomenclatuur van het FBZ Preventieve acties Verwijdering (tijdelijk of blijvend) uit het beroepsrisico PBM: is secundaire preventie/ tertiaire Latexallergie: latexvrije handschoenen Chroomallergie: chroomvrije werkschoenen Bursitis van de knie: kniebeschermers Preventieve acties: vaagheid Vroegere hepatitis campagnes? Is eigenlijk dode letter gebleven in de praktijk

98 Maatregelen Schadeloosstelling
Medische kosten (met inbegrip van prothesen) Tijdelijke arbeidsongeschiktheid Blijvende arbeidsongeschiktheid Hulp van derden overlijden Medische kosten: alleen het ‘remgeld’ Tijdelijke AO: wordt toegekend zolang de AO geen onomkeerbare afwijkingen heeft veroorzaakt. De AO moet min 15 dagen bedragen. Vb: VPK met hepatitis B die werk volledig stopzet: vergoeding 90% van het loon. parttime werken: loonverlies wordt gecompenseerd Bliivende AO:als er blijvende letsels optreden wordt de graad van blijvende AO geschat in functie van de mogelijkheden die er nog zijn voor de getroffene op de volledige arbeidsmarkt. Dit gebeurt a.h.v. medische schalen waarbij ook rekening gehouden wordt met economische factoren zoals leeftijd en opleidingsniveau Opmerking: de graad van AO kan steeds worden herzien: er is geen consolidatie! De vergoeding is cumuleerbaar met inkomsten uit arbeid en werkloosheidsvergoedingen. Kan ten vroegste ingaan 120 dagen vóór de indiening van de aanvraag. Voorbeeld: beroepshardhorigheid bij schrijnwerkers: blijven verder werken; cumuleren toegekende vergoeding met hun loon Overlijden: jaarlijkse uitkering aan de rechthebbenden indirect oorzakelijk verband aantonen is voldoende

99 Vragen-bedenkingen?


Download ppt "Jeugdgezondheidszorg De school als gezonde leefomgeving"

Verwante presentaties


Ads door Google