De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Samenvatting van de lessen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Samenvatting van de lessen."— Transcript van de presentatie:

1 Samenvatting van de lessen.
Duurzaam ondernemen Samenvatting van de lessen.

2 Intro….. Hierbij mijn samenvatting van de lessen. Ik heb de onderwerpen van de lessen samengevat in 2 a 3 dia's per les. Ik ben bij elke les aanwezig geweest en heb dus sommige aantekeningen van eerdere lessen doorgetrokken naar andere lessen. Omdat ik dan soms niet meer weet bij welke les welke aantekening precies hoort heb ik over alle onderwerpen die u in de les behandeld heeft wat extra informatie gezocht. Hoop dat u dit toch goed vindt.

3 1 Inleiding

4 BNG(business off the next generation)
1 BNG(business off the next generation) Verandering op het gebied van communicatie. Op welk gebied????? ICT Duurzaamheid Web 2.0 Trend uit ict: Marketing 2.0 Nieuwe economie Duurzaamheids revolutie! Duurzaamheid kent problemen en oplossingen. Oplossingen: - Innovatie: - Techniek - Samenleving - Organisaties - Instellingen. - Gedrag. Web 2.0 = speciale software,samenwerken, netwerken en mobiele apparatuur. De term Web 2.0 verwijst naar een trend op internet, die sterk toeneemt. Web 2.0 wordt omschreven als de tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het WWW. Trend uit ict: Marketing 2.0 = vooral gericht op verandering van internet. Marketing 2.0 gaat over de cultuur in een organisatie die is doorgevoerd tot in de haarvaten van de organisatie Nieuwe economie = nieuwe stap in economie, de economie wordt socialer en moet eerlijk en groen zijn. Deze vindt vooral plaats in de Westerse landen en landen met een industriële/ product gebaseerde economie en diensteneconomie. De nieuwe economie is gebaseerd op globalisatie en technologische veranderingen. Innovatie = Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe en vaak ook betere manier aan te pakken.

5 1 Opdracht in les 1 1. Brainstormen over thema duurzaam ondernemen. 2. Hoger niveau tillen van onderwerken en vat het samen in een mindmap. (verschillende onderwerpen samen vatten en een mindmap van maken. Opdracht uit de les behoeft geen verdere uitleg.

6 De 3 P’s People Planet Profit
People Planet Profit (ook wel: de drie P's) is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor de drie elementen, people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/winst), die in een harmonieuze wijze gecombineerd dienen te worden. De term is bedacht door John Elkington, een consultant op het terrein van duurzame ontwikkeling. Wanneer de combinatie niet harmonieus is zullen de andere elementen hieronder lijden. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, dan zullen mens en milieu hiervan de dupe worden, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheid of vernietiging van de natuur. Andersom ziet de slogan ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van ontwikkeling dat niet verwaarloosd dient te worden.

7 Krediet crisis. 2

8 Ontstaan krediet crisis
De Kredietcrisis is de aanduiding voor een crisis op de financiële markten die in de zomer van 2007 ontstond. De crisis werd in belangrijke mate geïnitieerd doordat door de stagnerende huizenmarkt in de Verenigde Staten als obligaties verpakte gebundelde hypotheken in het laagste segment in een hoog tempo minder waard werden. Hierdoor kwamen financiële instellingen in problemen en werden er uiteindelijk honderden miljarden afgeschreven op gekochte obligaties. Doordat onduidelijk was welke instellingen hierdoor in de problemen zouden komen droogde de geldmarkt op, banken leenden elkaar geen geld meer. Verschillende banken zijn genationaliseerd, failliet gegaan of overgenomen. Het opmerkelijke aan de kredietcrisis is dat verschillende negatieve ontwikkelingen op deelmarkten elkaar versterkten. De ontwikkelingen bedreigden al snel het ongestoord functioneren van het internationale financiële systeem, en ingrijpen van nagenoeg alle centrale banken bleek noodzakelijk. Vanaf oktober 2008 namen diverse overheden op grote schaal rechtstreeks deel in het risicodragend kapitaal van banken. Door de interferentie tussen deelmarkten is niet exact aan te geven welke gebeurtenissen elkaar op welke wijze beïnvloedden. In het algemeen kan gesteld worden dat problemen rond Amerikaanse hypotheken de onmiddellijke aanleiding vormden tot de crisis, die oversloeg op de markt voor daaraan gerelateerde complexe financiële producten. Een en ander werd versterkt doordat de bij de waardebepaling van dergelijke complexe financiële producten gebruikte wiskundige formules op drijfzand waren gebaseerd. Vanaf begin 2010 veranderde de crisis van voorwerp: men maakte zich steeds meer zorgen over de financiële positie van een aantal overheden. Dit leidde in april 2010 tot een crisis rond Griekse overheidsfinanciën. Ook andere landen (met name Portugal en Spanje) dreigden in een financiële crisis te komen. De EU-ministers van financiën presenteerden op 10 mei 2010 een reddingsplan van in totaal € 500 miljard, terwijl het IMF tot € 250 miljard toezei.

9 Op 8 oktober 2008 bleek dat de IJslandse bank landsbanski , in Nederland actief onder de naam Icesave, zijn verplichtingen niet kon nakomen. De vraag of de garantieregeling door de IJslandse regering zou worden nagekomen, bleek niet bevestigend te kunnen worden. Gemiddeld hadden spaarders euro gespaard bij Icesave. Doordat het garantiebedrag opgehoogd was zouden uiteindelijk maar enkele honderden spaarders geld echt kwijtraken. Het betreft dan meestal spaartegoeden boven de euro. Een aantal gedupeerde spaarders richtten een comité op om te trachten hun verloren spaargeld alsnog via de Nederlandse overheid terug te krijgen. Zij baseerden zich op het feit dat Icesave door de Nederlandse toezichthouder goedgekeurd was, en dat er niet eerder is gewaarschuwd door de toezichthouder tegen risico's die wellicht al in een eerder stadium bekend waren. Op 17 november 2008 werd bekend dat de IJslandse, Britse en Nederlandse regeringen een akkoord bereikt hadden over terugbetaling van tegoeden bij Icesave. In augustus 2009 bleek in het IJslandse parlement geen meerderheid te bestaan voor de goedkeuring van deze akkoorden. Het IMF en andere kredietverstrekkers stelden zich op het standpunt dat toegezegde leningen eerst na het definitief worden van de akkoorden zouden worden uitbetaald. Op 31 december 2009 nam het IJslandse parlement de desbetreffende wet, die voorzag in overheidsgaranties ter waarde van $ 5,5 miljard, alsnog aan. Na protesten van de IJslandse bevolking weigerde de president de wet te tekenen, waarna de premier een referendum aankondigde. Onderhandelingen tussen de regeringen van IJsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk omtrent wijziging van de leningsvoorwaarden, in februari 2010, leidden niet tot resultaat. Op 6 maart 2010 wees de IJslandse bevolking in een referendum de wet omtrent de terugbetaling van de aan IJsland verstrekte leningen met een overweldigende meerderheid af: slechts 1,5% stemde ervoor.

10 People: Rijk en Arm 3

11 People: Rijk en Arm Het verschil is soms heel groot.

12 Woordenboek Arm (bn) 1 weinig geld of goederen bezittend => behoeftig, bezitloos, kaal, minvermogend, nooddruftig, onbemiddeld, onvermogend, schraalhans is er keukenmeester; <=> rijk rijk (bn.) 1 veel geld en goed bezittend => begoed, bemiddeld, draagkrachtig, gefortuneerd, gegoed, gezeten, in bonis, kapitaalkrachtig, vermogend, welgesteld, welstellend; <=> arm Nederland ARM: Minder geld uit kunnen geven aan; eten,verwarming en kleding. Verkleinen je kansen op een goede toekomst/opleiding Derde wereld ARM: Geen geld voor; kleding en eten. Geen huis. Geen toekomst.

13 Artikel over armoede in Afrika onder blanken.
Hoewel de afschaffing van apartheid in 1990 voor veel Zuid-Afrikanen een stap betekende naar een beter leven, zijn de gevolgen voor een relatief kleine groep blanke Afrikanen alles behalve positief. In haar documentaire 'White Poverty - In the New South Africa', belicht Saskia Vredeveld het leven van enkele van deze 'arme blanken'. Saskia Vredeveld, geboren in Nederland maar opgegroeid in Zuid-Afrika, wil niet laten zien dat het huidige overheidsbeleid slecht is, legt ze na afloop van de documentaire uit. Ze wil slechts een ontwikkeling laten zien die voor veel mensen onzichtbaar is. Terwijl de overheid Zuid-Afrika steeds meer presenteert als een 'Rainbow Nation', waar iedereen gelijk is en gelijke kansen krijgt, valt deze groep van 'arme blanken' buiten de boot. Balans  Het gaat in de documentaire White Poverty - In the New South Africa vooral om een lagere klasse blanken. Mensen die bijvoorbeeld voor de spoorwegen werkten. Door het nieuwe beleid, dat gericht is op balancing the unbalance of the past, het ongedaan maken van de enorme ongelijkheid die apartheid heeft veroorzaakt, krijgen jonge zwarte Zuid-Afrikanen een voorkeursbehandeling op blanke burgers. Dit beleid, het zogenaamde 'Broad-based Black Economic Empowerment', gaat uit van positieve discriminatie om de werkloosheid onder de zwarte bevolking te verminderen en meer gekleurde burgers in hogere posities te krijgen. Er wordt veel kritiek geuit op het programma: een nieuwe vorm van discriminatie zou niet de oplossing zijn en meer polarisatie tot gevolg hebben. Vredeveld's documentaire laat zo'n vorm van polarisatie zien: de arme blanken. Door de verhalen te vertellen van onder andere een ouder echtpaar dat voedselhulp verschaft in een blanke achterbuurt, en van een groep kampbewoners die samen probeert de eindjes aan elkaar te knopen. Ontevredenheid Onder deze blanke armen groeit de ontevredenheid. De regering die zij zelf destijds gekozen hebben, laat hen nu in de steek - zo stellen zij in de documentaire. Ook de vijandigheid van de blanken ten opzichte van de zwarte bevolking schemert nog duidelijk door de houding van de eersten heen. "Apartheid was voor deze mensen een sociaal vangnet", legt Saskia Vredeveld uit. "Nu dat er niet meer is, vallen zij buiten de boot." Natuurlijk zijn er nog altijd veel meer 'arme zwarten' dan 'arme blanken', maar vooral de grote achteruitgang is voor deze mensen moeilijk te verkroppen. Van redelijk welgestelde families, met huis en auto, zijn zij op de sociale ladder gedaald tot één van de onderste treden. Voor hen betekent het einde van apartheid ook het einde van een goed bestaan - door het BEE-beleid is de kans op een nieuwe baan voor hen minimaal. White Poverty - In the New South Africa laat enerzijds de bijwerkingen van het nieuwe beleid zien, maar anderzijds vooral ook de complexiteit van de Zuid-Afrikaanse samenleving en hoe de samenleving nog steeds doordrongen is van tegenstelling in wit en zwart. De Rainbow Nation is in deze film slechts een utopie - op papier. Zie onderstaand artikel.

14 Wie is de boosdoener? Rijk Arm Overontwikkeling Onderontwikkeling
- Rijke landen maken vaak het milieu kapot. In 2008 waren er net zoveel mensen met overgewicht als mensen die ondervoed zijn. - In arme landen heerst hongersnood en armoede

15 Duurzaam denken. 2 John Elkington.
Kenmerken van het systeem People Planet Profit – Prosperity - Performance Problemen Oplossing Maatschappelijk verantwoord ondernemen = ondernemen met aandacht voor de 3 P’s. People: Mensen binnen en buiten de onderneming Planet: Gevolgen voor het milieu. Profit: de productie en economische effecten van goederen en diensten. Deze benadering levert een lange termijn winst op voor ondernemers en maatschappij. People Plantet Profit is een term uit duurzame ontwikkeling. Deze 3 elementen moeten zo met elkaar gecombineerd worden dat ze in harmonie staan. De term is bedacht door John Elkington. John Elkington is een consultant op het terrein van duurzame ontwikkeling. Wanneer bovenstaande combinatie niet harmonieus is zullen de andere elementen hieronder lijden. Wanneer bijvoorbeeld de winst te veel prioriteit krijgt, dan zullen mens en milieu hieronder leiden. Dit kan bijvoorbeeld zijn door slechte arbeidsomstandigheden of milieuschaden. De 3 P’s worden door veel ondernemingen/mensen gezien als richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. John Elkington.

16 2 Niet nadenken over de nadelige gevolgen voor de toekomst, ik wil meer winst! (bedrijven uit china) Bij systeem denken met je in onderdelen componenten en elementen denken. Deze elementen zijn onderling gerelateerd en beïnvloeden elkaar onderling. De actie heeft doorwerking voor het hele systeem. Maar kan ook zijn doorwerking elders hebben. Vaak vindt er dan afwenteling plaats. Afwenteling is dat mensen nemen de nadelen (kosten, moeite) van handelingen die ongunstig zijn voor het milieu niet voor eigen rekening. Ze wentelen de nadelen in de vorm van milieuschade (verontreiniging, aantasting, uitputting) af op andere milieugebruikers, andere gebieden of op toekomstige generaties. Deze kosten worden dus niet meegerekend en eventueel pas later toegepast op andere generaties. Mijn mening hierover is de volgende: Ik hoop dat de bedrijven die op dit moment opereren er beter over nadenken dan de bedrijven in de geschiedenis. Ik weet niet of we de bedrijven in de geschiedenis iets kwalijk kunnen nemen, misschien wist ze wel niet beter. Ik denk dus dat de bedrijven uit de geschiedenis niet beter wisten en ook niet de middelen hadden om de milieu schaden tegen te gaan. Feit is wel dat we op dit moment de tol aan het betalen zijn voor foute uit de geschiedenis. Maar niet alleen uit de geschiedenis. Op dit moment zijn er nog genoeg bedrijven in de wereld die hun ogen sluiten voor de problemen die ze veroorzaken.

17 2 Behoeft geen uitleg. Schema is duidelijk!

18 2 Begrippen die we moesten kiezen.
3

19 Mijn gekozen onderwerpen:
Spanning en gewapende conflicten. Wanbestuur en corruptie.

20 Spanning, gewapende conflicten wanbestuur en corruptie
Singer & Small en Deutsch & Senghaas. Criteria  Oorlog. " Grootte: Het resulteert in minstens 1000 doden op het slagveld. Voorbereiding: Het is van tevoren voorbereid, en/of wordt onderhouden door grootschalige sociale organisaties door middelen als rekrutering, training en opstelling van troepen. Legitimatie: Het wordt gewettigd door een opgezette regeringsorganisatie, zodat de moord op grote schaal niet als misdaad maar als plicht wordt gezien. " Eckhardt "elk gewapend conflict, waar een of meer overheden bij betrokken zijn, en dat 1000 of meer slachtoffers per jaar kost" Bovenstaande informatie is een opsomming van verschillende definities van oorlog. Richardson " 1 dode een moord is en 1000 doden een gewapend conflict "

21 Gewapend conflict Colombia.
Het gewapende conflict in Colombia woedt al 50 jaar. In de strijd is het onderscheid tussen guerrilla, militairen en paramilitairen moeilijk te maken. De grenzen tussen goed en kwaad zijn vaag. De guerrilla beweert te streven naar vrijheid en rechtvaardigheid maar vergrijpt zich eveneens aan drugshandel en ontvoering. Permanente schending van de mensen rechten. Probleem: ‘straffeloosheid in het land’ De overheid verzwijgt en negeert de misdaden.

22 Seksueel geweld tegen vrouwen
Seksueel geweld wordt als oorlogswapen gebruikt, zowel tegen vrouwelijke burgers als tegen hun vrouwelijke strijders. Waarom?????? Omdat ze niet luisteren naar de gewapende groepen. Omdat ze beschouwd worden als nuttige instrumenten om de vijand te vernederen. En omdat ze ervan verdacht worden met de vijand te heulen. Colombiaanse overheid negeert de misbruiken!!!!! Vrouwen durven geen aangifte te doen! Wraak,schaamte,angst,gevaar voor familie,schuldgevoel. Vrouwen zien zichzelf vaak niet als slachtoffers omdat ze niet geloven of niet weten dat seksueel geweld een misdaad is. 52% van de vrouwen op de vlucht is opnieuw slachtoffer van seksueel geweld.

23 50% van de misbruikte vrouwen is tussen de 14 en 17.
Farc 3000 meisjes, de helft wordt misbruikt! Kinderen die werden aangenomen door guerrilla werden verkracht door commandanten. Zwanger  pas na 7 maanden abortus! Jonge meisjes en vrouwen van een hele gemeenschap worden misbruikt om duidelijk te maken dat die ene groep van paramilitairen of de guerrilla de controle heeft over een bepaald gebied.

24 4 Planet à biodiversiteit
1 onderwerp uit de les gekozen wat toen actueel was.

25 Wat bepaalt biodiversiteit?
Definitie: De verscheidenheid van het leven op aarde, op het niveau van genen, soorten en ecosystemen. Wat bepaalt biodiversiteit? Energie: Waar schijnt de zon het hardst? Stability: Waar is de biodiversiteit het stabiels Area: Ongestoord tropisch regenwoud is het meest biodivers.

26 Onderwerp: Biodiversiteit
Eerst kijken naar onderstaand filmpje om goed beeld te krijgen van mijn onderwerp!

27

28 Stille Oceaan, tussen San Francisco en Hawaï.
Deze presentatie is in punten verdeeld hoe ik het zou presenteren. 10 jaar geleden. Kolossale drijvende hoeveelheid plastic. Van de Amerikaanse westkust tot Japan. Grootste vuilnisbelt ter wereld. 80 procent afkomstig is van het land. 20 procent van het plastic komt van overboord geslagen containers. Vogelmagen Tandenborstel en balpendopjes Hongergevoel van de vogel wordt wegenomen. 98 procent vliegt met plastic rond. Noord-Atlantisch afvaleiland Bolletjes Schoonmaak Ergens op de Stille Oceaan, tussen San Francisco en Hawaï, drijft een serie vreemde objecten. Het is een soort archipel, tien jaar geleden ontdekt, die minstens zo groot is als Frankrijk, Spanje en Portugal samen. Dat is een conservatieve raming; er circuleren ook schattingen waarbij aan het ding tweemaal de omvang van de Verenigde Staten wordt toegekend. Het gaat om een kolossale drijvende hoeveelheid plastic. Afvalplastic om precies te zijn, voornamelijk afkomstig van de stranden van de Amerikaanse westkust. De plastic brij dobbert op de wervelstroom van de Stille Oceaan, die door de passaatwinden in stand wordt gehouden. De typische oceaancirculatie komt ook tot stand door de roterende aarde. Een enorme maalstroom, van de Amerikaanse westkust tot Japan, trekt daardoor langzaam noordwaarts en legt vervolgens de afstand oostwaarts naar Canada af, waarna de wervelstroom zuidelijk verloopt. De randen van de wervelstroom zijn continu in beweging en hebben een hoger zeeniveau dan verder naar binnen, waardoor de plastic brij steeds geconcentreerd in het centrum bij elkaar blijft drijven. Door deze typische wervel of gyre komt er naast afval van de Verenigde Staten ook Canadese rommel in het zwevende kunststofkerkhof terecht, terwijl tegelijkertijd aan de andere kant van de oceaan Japan en Indonesië een forse bijdrage aan de afvalstroom leveren. In de Zuidelijke Stille Oceaan, onder de evenaar, verloopt de oceaanwervel precies omgekeerd. Milieuorganisaties beschouwen de draaikolk van afval als de grootste vuilnisbelt ter wereld. Uit een inventarisatie van de Amerikaanse milieuorganisatie Ocean Conservancy, die onder meer met vrijwilligers de stranden schoonmaakt, blijkt dat het zeezwerfvuil voor ongeveer 80 procent afkomstig is van het land. 20 procent van het plastic komt van overboord geslagen containers met speelgoedeendjes tot en met plastic granulaatkorrels uit de beroepsvaart en allerhande troep die de pleziervaart over de reling kiepert. Vogelmagen Sinds de dobberende kunststofbelt tien jaar geleden in de Stille Oceaan werd ontdekt, is de maalstroom alleen maar toegenomen. Ook op de zes andere grote oceaanwervelingen kunnen deze samendrijvende plastic afvalbelten ontstaan, waarschuwt Jan van Franeker. De zeebioloog van Wageningen Imares op Texel analyseert al jaren de maaginhoud van Noordse stormvogels in onze contreien. In 2006 bleek uit een studie van de UNEP, het milieuprogramma van de VN, dat op elke anderhalve vierkante kilometer zee 46 duizend plastic deeltjes zwerven, variërend van verloren teenslippers tot minuscule plastic snippers. ‘Vanaf de jaren tachtig zagen we een scherpe toename van de hoeveelheid kunststoffen in de maag van de vogels. Tot en met stukken tandenborstel en balpendopjes aan toe’, zegt Van Franeker. Veel vogels maar ook kreeftachtigen en zeehonden raken verstrikt in de plastic ring van een sixpack, een plastic zak of een nylon koord. Op het internet circuleren dramatische foto’s. Erger nog, zegt Van Franeker, is dat stormvogels net als veel zeeschildpadden echte alleseters zijn. ‘Soms sterven de vogels doordat een groot object als een plastic zak de keel en het maagdarmstelsel afsluit. Maar vaker raken de dieren verzwakt doordat kleinere stukjes plastic afval in de maag het hongergevoel van de vogel wegnemen. De hersenen krijgen daardoor geen seintje meer van ‘eten, nu!’, waardoor vele vogels verhongeren.’ Van de onderzochte vogels vliegt 98 procent met plastic rond, de maag bevat gemiddeld dertig stukjes. Bolletjes Van Weenen, geboren en getogen Castricummer, speurt al vele decennia naar plastic afval op het strand. Het gaat hem niet om ergerlijk zwerfafval als petflessen, badslippers of milkshakedeksels, nee, Van Weenen verzamelt kleine, wonderlijke bolletjes plastic. Tijdens een korte strandwandeling trekt hij moeiteloos tientallen kunststoffen granulaatkorrels uit het zand. ‘Ze komen uit overboord geslagen containers en waren op weg gesmolten te worden tot allerlei producten.’ Als student milieuchemie werd zijn aandacht er in de jaren zeventig al door getrokken tijdens strandwandelingen; duizenden bolletjes. Dertig jaar later komen er steeds meer bij, strand op, strand af, door vloed en eb. Ook aan de bolletjes kleven onzichtbare vormen van microverontreiniging, zoals de restanten van bestrijdingsmiddelen, zegt Van Weenen. ‘Deze stoffen zijn ook nog eens bijzonder slecht afbreekbaar, waardoor ze een gevaar vormen voor het waterleven in de wereldzeeën.’ Zowel Van Franeker als Van Weenen zegt dat er nauwelijks onderzoek wordt gedaan naar de neurotoxische effecten van het afval op het zenuwstelsel of naar de gevolgen ervan voor de hormoonhuishouding van het waterleven. Weliswaar zijn de bolletjes slecht afbreekbaar, maar onder invloed van uv-licht van de zon, het zoute water en natuurlijke verwering vallen de deeltjes na verloop van tijd toch uiteen in minuscule stukjes, vaak niet dikker dan een mensenhaar. En daarin schuilt een gevaar dat mogelijk groter is dan van het kolossale eiland van wegwerpplastic. ‘Hoe kleiner de afzonderlijke deeltjes, hoe groter hun gezamenlijke oppervlakte, dus hoe meer giftige stoffen ze kunnen adsorberen’, zegt de Zweedse expert Frederik Norén. Als de plastic archipel zo zichtbaar en geconcentreerd is, waarom wordt de boel er dan niet als de bliksem uitgevist? Net als bij rampen met olietankers kan er een net omheen worden gelegd, waarna pompen en zuigers op schepen de zaak binnenhalen. Het zal een paar centen kosten, maar behalve de schoonmaak van de oceaan is er ook een opbrengst in de vorm van een gigantische partij kunststof: niets meer dan gestolde aardolie, die wellicht een rol kan spelen als brandstof. ‘Onmogelijk’, zegt Norén. ‘Het kunststofafval is weliswaar geconcentreerd, maar er zit eindeloos veel water tussen, zodat je jaren moet filteren.’ Ook Richard Thompson heeft er een hard hoofd in. ‘Het is een enorme brij van allerlei verschillende soorten plastic, met allemaal verschillende toeslagstoffen, kleuren en weekmakers. Wat moet je ermee? Verstoken wordt een helse klus’, zegt hij. Technisch is het vermoedelijk niet haalbaar, oordelen ook de wetenschappers Jan van Franeker en Hans van Weenen. ‘En als het al kan, is het bovenal zeer kostbaar.’ De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) vindt het drijvende plastic niet haar pakkie-an. Ze wil het probleem ook niet in de Europese brancheorganisatie van de chemische industrie aan de orde stellen, laat staan er op wereldniveau aandacht voor vragen. ‘Het is de vervuiler die de problemen heeft veroorzaakt’, zegt woordvoerder Jan Willem Vreuls. ‘ Als ik met een auto dwars door een plantsoen rijd, kan ik toch ook niet de fabrikant van de auto aansprakelijk stellen?’ Bij het ministerie van Milieubeheer staat plastic op zee niet boven aan de lijst. ‘Gevaarlijk afval en gifschepen hebben een hogere prioriteit’, zegt een woordvoerder. ‘We financieren wel het VN-afvalprogramma.’ Zijn collega op het ministerie van Verkeer en Waterstaat zegt dat ‘het probleem van het afvaleiland in de wereldzee de verantwoordelijkheid van een land als Nederland overstijgt’. Brussel reageert ronduit afwijzend. ‘De Europese Commissie beschikt niet over afdoende wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van een eiland van afval in de Stille Oceaan’, laat de woordvoerder van milieucommissaris Dimas weten. ‘Mocht dat bewijs er komen, dan is het een zaak voor de landen in wier territoriale wateren het eiland ligt, of moet de VN ernaar kijken’, aldus Dimas, die al helemaal niet wil ingaan op ‘de hypothese dat een dergelijk eiland in de Atlantische Oceaan ontstaat’. Bij het Milieubureau van de VN in Nairobi (Kenia) zegt woordvoerder Nick Nuttal dat het eiland het gevolg is van honderden miljoenen bronnen in de wereld. ‘Het is een global problem dat begint met het onthutsende gegeven dat er nog altijd plastic zakken in de supermarkt gratis worden weggegeven’, aldus Nuttal. ‘De VN overlegt met de Australische organisatie Clean Up the World om een schip naar het eiland te sturen, nog dit jaar, of anders begin volgend jaar. Dat schip kan natuurlijk nooit de troep opruimen, maar wel publiciteit en bewustzijn creëren.’

29 Zuid-Afrika à studenten
5

30 De samenleving van Zuid Afrika

31 Multicultureel

32 Bantoetaligen

33 Zulu’s Ca

34 Xhosa’s Ca

35 Noord- en Zuid Sotho’s Noord- en Zuid Ndebele’s Tswana’s Swazi’s Venda’s Sjangaan Tsonga’s

36 Afrikaans en Engels km2 81% zwart 10% wit 7% kleurlingen 2% Indiërs

37

38 Apartheid - Grote apartheid - Kleine apartheid Daniël François Malan

39 Grote apartheid Bophuthatswana Ciskei Transkei Venda
Totaal 13% van het Zuid Afrikaanse landoppervlak. Dorre stukken land. Geen eigen industrie, geen werkgelegenheid.

40 Kleine apartheid Enkele wetten tijdens de apartheid:
De wet op verbod van gemengde huwelijken De groepsgebiedenwet De wet op aparte gerieven De wet op werkgelegenheden

41

42

43 Nelson Mandela

44 Leider van het ANC (African National Congress) 1961
Gevangen genomen en verbannen naar Robbeneiland 1964 Vrijgelaten in 1990, verbod op ANC opgeheven, Mandela voorzitter ANC Eerste zwarte president van Zuid Afrika 1994

45 ANC “Een nationalistische partij van alle kleuren en voorstander van een non-raciale samenleving” 1961 verboden 1990 verbod opgeheven door presitdent de Klerk Sinds 2006 net zoveel zwarten als blanken in bedrijven In hetzelfde jaar verloor het ANC een groot deel van de aanhang

46 Minder leuk…

47 Bedankt voor jullie aandacht
Vragen?

48 People 6 cultuur- (consumentisme) en gedragsverandering/ transitiemanagement

49 Uitleg onderstaand schema
Enable betekent in het nederlands; duurzame alternatieven. Dus je beidt een duurzaam alternatief aan. Encourage moedigt duurzaamheid aan. Bijvoorbeeld door het ontmoedigen van aankomen. Engage zorgt dat mensen die hetzelfde doel na streven met andere mensen in contact komen en de andere overtuigt van een bepaald onderwerp. Exemplify is of je zelf wel het goede voorbeeld geeft. Je kan als overheid wel alles duurzaam willen maar dan zal je zelf wel het goede voorbeeld moeten geven. Wat is rational choice eigenlijk? Wat kost het mij en wat is het voordeel? Als overheid kan je hier op inspelen door duidelijk te maken wat de voordelen zijn van duurzame handel. Waarom werkt het rational choice model soms niet??? Om dat men emotionele keuzes maakt. Mensen kiezen niet bewust maar vaak uit routine. Keuzes worden vaak bepaald door een sociale content.

50

51 Communisme: Communisme is een klasseloze maatschappijvorm met een economisch systeem gebaseerd op gemeenschappelijk eigendom van productiemiddelen, waarbij een ieder produceert naar vermogen en neemt naar behoefte, of een politieke en ideologische stroming die streeft naar een dergelijk systeem. Kapitalisme is een politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt wordt door prive-eigendom van de productiemiddelen (zoals: machines, grond, gebouwen, grondstoffen en arbeid). Het kapitalisme, in verschillende verschijningsvormen, is op dit moment het heersende economische systeem in vrijwel alle landen ter wereld. Het is sterk gerelateerd aan de liberale staatsfilosofie, die uitgaat van de individuele (politieke en economische) vrijheid, het eigendomsrechten vrije marktbewerking. Het Angelsaksisch model is een systeem van maatschappelijke ordening waarbij voornamelijk wordt uitgegaan van marktbewerking. Het model kent zijn oorsprong in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Bij een onderneming die volgens dit model bestuurd wordt heeft de directie als voornaamste taak de financiële belangen van de aandeelhouders te behartigen door een zo hoog mogelijke winst te genereren. Het bestuur van de onderneming wordt in het Angelsaksisch model gevormd door één board. Daarin zitten zowel actieve als toezichthoudende bestuurders. Het Rijnlands model is de naam die gebruikt wordt voor een systeem van maatschappelijke ordening. Het wordt meestal gebruikt als een alternatief voor het zogeheten Angelsaksisch model. Angelsaksisch model waarbij alle ruimte aan de krachten van de vrije markt wordt gelaten en de overheid zich zoveel mogelijk afzijdig houdt. Het Rijnlands model veronderstelt een overheid die zich actief bezighoudt met zaken als milieu, ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken. In deze zin wordt ook wel van de sociale verzorgingsstaat gesproken. Voorts veronderstelt het een samenwerkingsbereidheid tussen overheid, werkgevers en werknemers. Het Rijnlands ondernemingsmodel legt de nadruk op het middellange- en langetermijndenken, waarbij continuïteit van de onderneming belangrijker is dan het nemen van een snelle kortetermijnwinst.

52 Profit: naar een nieuwe, duurzame en faire economie.
7

53 Wij proberen met ons project in te spelen op het gedrag van jongeren
Wij proberen met ons project in te spelen op het gedrag van jongeren. Wij proberen de jongeren een mening te laten vormen over de situatie rondom het WK in Zuid – Afrika. Om zo goed mogelijk in te spelen op onze doelgroep moeten wij deze volledig uitlichten. Hierbij moet u denken aan cultuur,wereldbeeld en houding. Zodra wij deze informatie hebben kunnen wij inspelen op het gedrag. Het probleem met bovenstaande criteria is de GAP. De GAP is eigenlijk kloof tussen het opnemen van de informatie en het daadwerkelijk aanpassen van het gedrag. Dit is het moeilijke maar tevens ook het leuke aan het beïnvloeden van mensen. Hoe vindt ik een manier om de kloof dicht te storten.

54 Wat is nodig: paradigma shift Ontmoedigen van onduurzame ontwikkeling
Een consumptiemaatschappij is een samenleving waar vrije tijd wordt gebruikt om goederen te kopen, om daarover na te denken en om te pronken met de aangeschafte goederen. Deze goederen bevredigen geen basisbehoeftes, maar verschaffen prestige of maken onderdeel uit van de identiteit van de eigenaar. Volgens de Britse econoom Paul Ekins is de consumptiemaatschappij een samenleving waar het bezit en het gebruik van een toenemend aantal en toenemende variëteit aan goederen en diensten het belangrijkste culturele doel is, en tevens de verwachte kortste route naar individueel geluk, status en nationaal succes. In een samenleving waar succes kan leiden tot welvaart en de mogelijkheid om statusverhogende goederen te kopen, werken die goederen zélf statusverhogend. Daardoor proberen mensen zo veel mogelijk van zulke goederen aan te schaffen, zonder dat er nog een relatie is met een eerdere succesvolle prestatie. Drivers in consumentisme zijn de media, je sociale netwerk, reclame, marketing, overheid. Dit zijn allemaal drivers die je beïnvloeden om bepaalde producten/diensten te kopen. Maar er zijn ook instellingen die je behoeden voor het teveel en te snel kopen van producten. Het onderwijs geeft aandacht aan: Duurzaamheid: Dat je niet zomaar alles moet kopen maar ook moet letten op de duurzaamheid. Reclame: Kritisch kijken naar reclame, niet alles zomaar overnemen. Systeem denken: Niet denken aan de gevolgen die jou product heeft voor de toekomst. Verantwoordt producten kopen ook kijkend naar de gevolgen voor de toekomst. Wat is nodig: paradigma shift Ontmoedigen van onduurzame ontwikkeling Privé bezit - Meer collectief gebruik (openbaar vervoer etc.) - Minder consumeren

55 Profit: creativiteit en innovatie
8

56 Bovenstaand schema spreek voor zich.

57 Economische groei: De kosten zijn kleiner dan de opbrengsten Oneconomische groei: De kosten zijn groter dan de opbrengsten Koppeling bnp: Bepaalde kosten worden niet in BNP berekend. Deze kosten worden afgewenteld naar bijvoorbeeld de toekomst, Of andere gebieden. Extern analiseren: iemand opzadelen met jouw kosten. Olievervuiling  olie op vis  schoon gemaakt door andere. Planet: ecologische kosten Profit: economische kosten People: sociale kosten

58 Defra 4e model. Enable ofwel stel in staat. Biedt duurzame alternatieven Encourage ofwel moedigt duurzame keuzes aan. Engage ofwel betrek mensen bij duurzame ontwikkeling. Creëer kleine (digitale?) gemeenschappen. Exemplify ofwel geef zelf het goede voorbeeld. De eerste E, enable, wijst erop dat een overgang naar duurzaam gedrag en slimme consumptie in de eerste plaats mogelijk gemaakt moet worden. Beschikbaarheid is bepalend. Instrumentele attitudes van mensen moeten worden ingecalculeerd bij het aansturen op veranderingsprocessen. Het betekent het openstellen en duidelijk maken van alternatieven. Enabling houdt in dat de overheid ervoor zorgt dat het niet langer aan enkelingen wordt overgelaten om tegen de stroom in te zwemmen, maar dat de stroomrichting zélf veranderd wordt. Zo kan iedereen gemakkelijk met de stroming meedrijven. Duurzame keuzes maken moet gewoon eenvoudig en vanzelfsprekend worden. Indien men wenst dat er meer gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer en minder van de auto, dan moet er eerst een goed uitgebouwd openbaar vervoersnetwerk beschikbaar zijn. Bovendien moet het openbaar vervoer betaalbaar zijn én moet het een kwalitatief alternatief voor de auto vormen. Daarnaast heeft de overheid een belangrijke taak te vervullen op het vlak van choice editing. Hierdoor legt zij stringente kwaliteitsnormen op aan producenten en verhindert zij dat consumenten voor valse keuzes worden geplaatst. Op die wijze kunnen onduurzame keuzes uit het marktaanbod geweerd worden, zodat de consument enkel nog kan kiezen tussen duurzame alternatieven. Zo is het bijvoorbeeld ecologisch, economisch en sociaal niet te verantwoorden dat men op dit moment nog steeds kan (moet) kiezen tussen een (goedkope) energieverslindende en een (minder goedkope) energie efficiënte ijskast. Wie het goedkope type neemt, zal op termijn meer betalen door de veel hogere elektriciteitrekening. Indien de inefficiënte categorieën gewoon niet meer verkocht zouden mogen worden, dan zal de prijs van de betere apparaten ook dalen, waardoor iedereen toegang heeft tot de aankoop ervan. De tweede E, encourage, houdt in dat duurzame keuzes op verschillende manieren aangemoedigd moeten worden. Dat kan deels met behulp van prijssignalen en vergt een omkering van de huidige prijsvorming. Wij leven immers in een wereld waar duurzame keuzes worden ontmoedigd. In de praktijk zijn er veel mogelijkheden om gedrag te sturen via het prijs- en marktmechanisme. Het betreft onder andere het gebruik van ecobelastingen en ecosubsidies, quotasystemen en gecombineerde heffing- en quotasystemen. In dit geval moet men zich ook steeds de vraag stellen in hoeverre deze mechanismen op een sociaal rechtvaardige manier kunnen worden ingezet. De derde E, exemplify, houdt in dat de overheid zelf het goede voorbeeld geeft. Practice what you preach. Daar zijn veel goede redenen voor aan te geven. De overheid is de grootste consument in een economie. Een groen openbaar aanbestedingsbeleid (wagenpark, elektrische toestellen, gebouwen, enz.) kan een wereld van verschil maken. Door massaal over te schakelen op milieuvriendelijke producten en diensten geeft de overheid bovendien een extra stimulans aan deze nieuwe sectoren in de economie (bv. energie-efficiënte gebouwen, hernieuwbare energie, elektrische voertuigen). Hierdoor kunnen die goedkoper worden en een groter marktaandeel halen. Het vierde instrument, engage, vertrekt vanuit het besef dat het belangrijk is om mensen te betrekken bij veranderingsprocessen. De mens is immers een wezen dat ingebed is in sociale relaties. Ons gedrag wordt in grote mate beinvloed door de heersende sociale normen. Mensen individueel overbelasten met informatie heeft weinig effect. Het is veel efficiënter om hen als kleine gemeenschappen te betrekken bij gedurfde gemeenschapsprojecten. Sociale normen en gewoontes veranderen pas wanneer hele gemeenschappen in beweging worden gebracht. In de ‘social marketing’ staat dit transitiepad bekend als community-based social change (Jackson, 2005; Peattie en Peattie, 2009). De 4de vorm is engagering, engagering is het investeren in de zogenaamde pull-factoren. Dat betekent dat er wordt ingespeeld op de emoties en dat de aantrekkelijkheid van het duurzame alternatief wordt beklemtoond. Voor een groot aantal doelgroepen hebben de pull-factoren meer invloed dan de push-factoren. Terwijl de push-factoren aantonen waarom we, rationeel gezien, weg moeten van de huidige onduurzame situatie, spelen pull-factoren meer in op de volgende vragen: Waarom zouden we kiezen voor het duurzame alternatief? Wat kan mensen aantrekken in de transitie naar een ecologische economie? Slechts wanneer men er in slaagt voldoende enthousiasmerende pull-factoren aan te brengen, kan men hopen op de vereiste duurzaamheidstransitie. Bij pull-factoren wordt er vooral op verleiding ingespeeld en/of bijvoorbeeld om vegetarisch eten trendy te maken.

59 Ik heb van de onderstaande, in het rood geschreven onderwerpen een onderwerp gekozen en daar meer informatie over gezocht. Zet Griekenland Europa schaakmat? Wanneer Athene alsnog besluit dat de echte oplossing in het kwijtschelden van schulden ligt, krijgt Europa het heel moeilijk. Slim, heel slim Ondanks de recente noodsteun van het IMF ligt een Grieks moratorium op schulden in het vooruitzicht. Het zou weleens het begin van een heel gedurfde herfinanciering van Griekenland kunnen zijn. Europa zou er schaakmat door kunnen komen te staan. Griekenland weet namelijk als geen ander dat het land het niet zal redden. Meerdere injecties zullen de komende maanden nodig zijn. Van Europa is weinig te verwachten. Uiteraard vanwege een volledig gebrek aan draagvlak bij de Europese bevolking. Rusland en China liggen op de loer om wél steun te verlenen en daarmee macht te winnen. Wie zonder zonde is Het gebrek aan Europese solidariteit is slechts ten dele terug te voeren op de creatieve boekhouding van Griekenland. Want wie in Europa momenteel zonder zonde is moet nu de eerste steen werpen. Portugal geeft al schoorvoetend toe dat het zaken te rooskleurig heeft voorgesteld. Geen enkel begrip heeft Griekenland voor de hardheid van ingrijpen zoals door Duitsland geëist. Griekenland stoort zich mateloos aan het machtsspel dat Europa momenteel speelt, daartoe handig gebruikmakend van het IMF. Onhaalbaar De Griekse regering ziet de onhaalbaarheid van te hard en te snel ingrijpen scherp in. ‘Terug naar af’ betekent dat de lonen dramatisch moeten dalen en dát zonder enige verdoving. Nog slechts één foute ingreep en de regering valt per direct. De kans op revolutionaire acties neemt met de dag toe. Daarom begrijpt de Griekse regering de stugge houding van Europa niet. Wat Griekenland gebeurt kan de overige lidstaten immers ook overkomen. Vluchten kan wel Om onder deze druk uit te komen lijkt Griekenland een geheel eigen weg in te willen slaan, namelijk die van het herstructureren van de schuldenposities. In het algemeen is dat een goede weg om te bewandelen. Ondernemingen doen het ook om een nakend faillissement tegen te gaan. Schuldeisers moeten inleveren, door delen van hun schuld kwijt te schelden. Het is de bekende ‘haircut’. Op straffe van lege handen. In het geval van Griekenland zullen vooral de Europese banken geschoren gaan worden. Op dat lesje zit Europa niet te wachten. Dominospel Als Griekenland in haar opzet slaagt, vallen er banken om. Als banken vallen zullen die gered moeten worden. Hoe dan ook. Dat wil de politiek nu eenmaal. Daardoor komen veel lidstaten nog dieper in de problemen dan ze nu al zijn. In feite dwingt Griekenland Europa in dezelfde positie als het land zelf. Er zal overal nog scherper bezuinigd worden. Ondertussen houden burgers keihard vast aan hun welvaart. Die laten burgers zich niet zonder slag of stoot afnemen. Doemdenken Europa moet hopen dat dit allemaal bij theorie blijft. Want als een moratorium op schulden zich daadwerkelijk aandient, is het uiteenvallen van Europa nabij. Tenzij de Europese economie snel weer groeit. Dan nog is het de vraag of de situatie weer wordt zoals vroeger. Ondertussen maakt Griekenland geen vrienden. Maar een kat in nood maakt soms rare sprongen.

60 Rozenmeer van Naivasha (planet, profit)
9

61 Interview Bloemen uit Kenia (Naivasha).
Het onderwerp is globalisering en de effecten daarvan; gerelateerd aan duurzaamheid. Nederland is de grootste afnemer van bloemen uit Kenia. Het Afrikaanse land exporteerde in de periode in totaal 40 ton bloemen naar de EU. Ongeveer 65% daarvan ging naar Nederland. Groot-Brittannië volgt op ruime afstand met 25%. Voor Kenia is de bloementeelt van groot belang. In het land, waar ongeveer de helft van de bevolking werkloos is, biedt alleen de sierteelt al aan mensen werk. Ook is een half miljoen Kenianen voor hun levensonderhoud afhankelijk van deze sector. Dit stelt voorzitter Rod Evans van de in 1996 opgerichte Kenya Flower Council (KFC). De omzet van de Keniase sierteelt bedraagt ongeveer 120 miljoen dollar/jaar. `Na de thee en het toerisme is de horticultuur, dus bloemen en groenten, de belangrijkste inkomstenbron van Kenia. En wat belangrijk is, de sector groeit nog steeds`, aldus Evans.

62 Vragen die wij gesteld hebben.
1.Graag uw eerste reactie op dit fragment in relatie tot duurzaamheid. 2.Bloemen uit Kenia zijn energieneutraler of zelfs CO2-besparender dan bloemen uit Nederlandse kassen. Ondanks het luchttransport, want extra verwarming en licht in Nederland kost meer energie. Toen enkele Britse supermarktketens (Tesco en Marks & Spencer) in sept 2007 besloten minder bloemen uit Afrika te gaan verkopen leidde m.n. dat aspect tot protesten vanuit Kenia. Per bos bloemen veroorzaken Keniase bloemen tot 6000 kg CO2-uitstoot i.t.t kg in Nederland. Dus is telen in Kenia dan toch beter? 3.Volgens anderen leveren deze bedrijven een onmisbare bijdrage aan de ontwikkeling van de Keniase economie. Er komt tot 150 miljoen euro per jaar binnen en er is veel directe en afgeleide werkgelegenheid: onderhoud kassen, transport, etc…. In de discussie die eind 2009 ontstond over het stoppen van de ontwikkelingshulp (Dambisa Moyo, Wiet Jansen) werd steeds weer naar voren gebracht dat het van het grootste belang is dat zich in ontwikkelingslanden een middenklasse kan ontwikkelen. Dat is een centraal punt: zonder een middenklasse zal onvoldoende afgeleide werkgelegenheid worden gecreëerd. Dus toch ook vanuit die optiek hebben we hier te maken met een wenselijke ontwikkeling of niet?

63 De documentaire toont de nadelige milieueffecten van de bloemen- en inmiddels ook groenten(boontjes)teelt. Hier worden kosten niet in rekening gebracht maar afgewenteld op een arm ontwikkelingsland en op toekomstige generaties (externaliseren). Weegt het verweer dat dit alles werkgelegenheid schept, daar wel tegenop? Is het niet zo dat, gezien de geweldig lage prijs van ons voedsel, overal sprake is van externaliseren? En krijgt de boer niet altijd een te lage prijs, gegeven het feit dat van alle kosten voor voedsel 10% gaat naar de input, 80% naar de tussenhandel en maar 10% naar de boer. Geeft onze te lage voedselprijs in het westen niet een duurzaamheidsprobleem? Berucht is Naivasha vanwege de slechte arbeids- en sociale omstandigheden. Als dat aan de orde wordt gesteld is de standaardreactie dat inmiddels de situatie al veel beter is. Bovendien zouden enkele malafide bedrijven de situatie slechter doen lijken dan ze daadwerkelijk is. Zou niet bekend moeten zijn welke bedrijven de verbetering van deze omstandigheden aan zijn laars lapt zodat die te treffen zijn met een kopersboycot?

64 In haar rapport The waterfootprint stelt het WNF: “Duidelijk is dat import van dorstige gewassen uit gebieden met weinig water grote risico’s oplevert, zoals katoen uit Centraal Azië of bloemen uit Kenia”. Hierbij speelt het begrip virtueel water een rol. Mondiaal zal (drink)water een van de eerste beperkingen zijn (is het al) waar de groeiende mensheid tegenaan loopt:1,4 mld mensen leven in gebieden waar ecosystemen dreigen uit te drogen of dat al zijn. Is het wel verantwoord bloemen uit Kenia te importeren, want wat je eigenlijk doet is het schaarse water uit Kenia in een andere vorm transporten naar Nederland? De meeste ontwikkelingslanden kenmerken zich door scheve machts- en daarmee rijkdomsverhoudingen. Dus is het de vraag wie er profiteren van deze bloementeelt?. Deze nationale ongelijkheid herhaalt zich op mondiale schaal. We herkennen de asymmetrische machtsverhoudingen in de visrechten van de EU voor de kust van Mauretanië, veeteelt Brazilië, garnalenteelt zo Azië. Steeds zie je hetzelfde patroon. De totale productie daalt, maar wat resteert wordt effectief omgesluisd naar een beperkte groep mensen en de meerderheid van de bevolking heeft het nakijken, evenals de natuur en het milieu. Moet ook niet vanuit dit perspectief naar de casus Naivasha worden gekeken?

65 Waarbij het overigens de vraag is of wij niet hetzelfde doen?
Volkskrant 16 nov “FAO-top te Rome over miljard hongerende mensen”. Volgens de FAO hebben wereldwijd 30 landen schreeuwende voedseltekorten, waarvan alleen al in Afrika twintig, zoals Ethiopië, Somalië en Kenia.” Als je dit in ogenschouw neemt, dragen de bloemen uit Kenia dan niet bij aan armoede en honger elders. En voeg daar nog eens de zich versterkende trend bij dat bepaalde landen, zoals China en Saoedie Arabië op grote schaal grond aankopen in Afrika teneinde de eigen voedselproductie veilig te stellen. Aan de lokale bevolking heeft men daarbij geen boodschap. Waarbij het overigens de vraag is of wij niet hetzelfde doen? Meer van Naivasha.

66 In zijn boek The new peasantries bespreekt de Wageningse hoogleraar transitiemanagement Jan Douwe van der Ploeg de ontwikkeling van voedselimperia (Parmalat, Ahold, Unilever, Nestlé of Danone) die vampirisme ten toon spreiden, m.n. in ontwikkelingslanden. Ten koste van de lokale bevolking die buiten spel wordt gezet en zonder oog voor de regionaal sociaal economische situatie en ecologisch onduurzaam worden producten geteeld voor de N.Amerikaanse/W. Europese markt. Hij werkt als voorbeeld asperges van Peru uit. De lokale bevolking profiteert niet; zij worden van hun grond gezet, beschikken niet meer over toegang tot water en tot de markt. De asperges worden massaal geïrrigeerd, dit deel van Peru kent een woestijnklimaat, maar er wordt niet gedraineerd. Gevolg is dat deze gronden binnen nu en 10 jaar zullen zijn verzilt. Voor de grote bedrijven van het imperium geen probleem. Die trekken gewoon verder. Hij spreekt van hit and run bedrijven. Hij zegt verder nog:” Als dat in Peru ontwikkeling zou brengen, zou dat misschien nog tot daar aan toe zijn. Maar realiteit is, dat het in Peru leidt tot harde sociaal-economische uitbuiting, tot het buitenspel zetten van boerengemeenschappen. Boeren, die in de loop van de tijd hebben bewezen de streek met hun producten tot ontwikkeling te kunnen brengen, en nu als zijnde irrelevant terzijde worden geschoven.”” Soortgelijke ontwikkelingen zie je met de soja in Argentinië en Brazilië, de katoen in India enzovoorts. Speelt dat mogelijkerwijs ook in Kenia? Hoe kijkt u tegen deze problematiek aan? Toont het voorbeeld niet duidelijk dat duurzaamheid toch ook vooral een probleem van rijk-arm/ontwikkelingsproblematiek is? En een ethisch probleem?

67 PPP: oplossingen allerlei: factor 10, C2C,keurmerken,ketenmanagement

68 Presentatie Duurzaam wonen Elektrische auto

69 Duurzaam wonen

70 Duurzaamheid en innovatie op het gebied van wonen.
In 2010 woont naar verwachting 55% procent van de wereldbevolking in een stad. Verstedelijkte en dichtbevolkst land Happy street is een leefbare stad in de 21e eeuw.

71 Happy street is stad langs een handelsroute.
Straat in vorm van 8, chinees geluksgetal. Elk huisje toont hoe innovatief en duurzaam Nederland omgaat met ruimte, energie en water.

72 Elektrische auto Hoe de gemeente Amsterdam bezig met elektrisch vervoer. En hoe Amsterdam elektrisch vervoer probeert te stimuleren.

73 Sport en duurzaamheid 11

74 Right to play Projectgroep 1 Sandra Feijen Wouter spruijtenburg
David dilien Joost feijen

75 Wat is Right to Play Right To Play is de toonaangevende internationale humanitaire ontwikkelingsorganisatie…

76 Ontwikkelingsthema Basisonderwijs en ontwikkeling van kinderen
Promotie van gezondheid en preventie van ziekten Oplossen van conflicten en bouwen aan vrede Ontwikkeling van de gemeenschap en participatie

77 Gesteund door… … topsporters uit meer dan 40 landen Johann Olav Koss

78 Voor wie? Iedere week nemen kinderen deel aan de sport en spel activiteiten

79 Door wie? Mogelijk gemaakt door coaches, teachers en leaders.

80 Doel Belangrijke besluitvormers uit de sectoren - ontwikkeling - sport - bedrijfsleven - media - overheid betrekken en verder te verzekeren dat ieder kind profiteert van de positieve kracht van sport en spel.

81 Geschiedenis Voortgekomen uit 1992 Olympic Aid
Ambassadeurs Johan Olav Koss Prijzengeld voor Righ to play 18 miljoen US dollar

82 RTP & UNICEF 1996 partnerschap met UNICEF 13 miljoen dollar opgehaald
12,2 miljoen kinderen en vrouwen gevaccineerd

83 Verdere ontwikkeling Van ‘Fondswervingsorgaan’ naar ‘Non-governmental Organisation’ ‘Een mooiere toekomst bouwen voor kinderen over de hele wereld’ Meer ambassadeurs en financiers uit de private sector

84 Sportambassadeurs Sponsors & Partners

85 Kracht van Sportambassadeurs
350 topsporters uit meer dan 40 landen Kracht van Sport Rolmodel  Levenswaardigheden

86 Sportambassadeurs Clara Hughes Anni Friesinger Haile Gebrselassie
Ellen van Langen Wilco van Rooijen Arnold Vanderlijde Bart Veldkamp

87 Acties sportambassadeurs
Media Projecten in het veld

88 Sponsors & Partners Platinum Partners Partners Business Friends
Sport Partners Media Partners Partners en Foundation Education Partners Event Partners Verenigingen

89 Right to play internationaal
Peru Mali Ghana Sudan Ethiopië Kenia Uganda Rwanda Tanzania China Thailand Pakistan

90 Peru 29 miljoen inwoners in Peru. 65% extreme armoede.
2.7 miljoen kinderen.  Kinderen bereikt 166 Begeleiders Right to play  zorgt voor werk. Right to play  sport wordt opgenomen in les progamma. Right to Play  verschillen tussen groepen.

91 Sierra Leone en Rwanda Sierra Leone
Right To Play  Heeft kennis overdracht op studenten. (vrienden en familie) Rwanda Right To Play  werkt samen met basisscholen en onderwijscentra. Right To Play Geeft leraren training in Play modules (ontwikkeling van kinderen) Right To Play  Geeft sport en spelactiviteiten(leerzaam en ontwikkeling.

92 Azerbaijan en feiten 2009 Azerbaijan
Right to Play helpt Kinderen in Azerbaijan minder gewelddadig te worden en helpt ze het verschil in te zien tussen "good" en "bad“. Feiten: In 2009: kinderen neem deel aan Right To Play. getrainde begeleiders. Actief 23 landen.

93 Conclusie Bedankt voor de boeiende lessen en veel beterschap.
Ik vond de lessen van u altijd erg boeiend. Ik heb veel van de lessen opgestoken en zal de opgedane kennis in de toekomst toepassen in het beroepenveld. Ik persoonlijk denk dat bedrijven in de toekomst duurzaam moeten zijn om winstgevend te zijn. Dit wordt niet alleen door de consument verlangt maar tevens ook door de overheid. Bedankt voor de boeiende lessen en veel beterschap.


Download ppt "Samenvatting van de lessen."

Verwante presentaties


Ads door Google