Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSaskia Claessens Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Centrum voor Trauma & Meditatie
Zorgzaam omgaan met ingrijpende gebeurtenissen en collectieve urgenties Erik De Soir Centrum voor Trauma & Meditatie Leopoldsburg
2
Calamiteiten en rampen
Inleidende beschouwingen over ingrijpende gebeurtenissen en collectieve urgenties Calamiteiten en rampen
3
Crash model Type slachtoffers Professionele band Sociaal weefsel
Gebeurtenis Traumatogeen Voorkomen Depressogeen Aanpakken Uitputting Opvolging Type gebeurtenis Type preventie Crash model
4
Natuurlijke rampen
5
Jaarlijkse gebeurtenissen in Mexico Colima, Mexico
Modderstromen na massale regenval, aardbevingen en orkanen (Cat 5)
6
Aardbevingen en overstromingen
Italië
7
Aardbevingen en overstromingen
Turkije
8
Technologische rampen
Technologisch falen als collectieve urgentie
9
Black-out in Rome 28 september 2003
10
Switelbrand Antwerpen 31 december 1994 (1995)
11
Gasontploffing van Ghislenghien
30 juli 2004
12
Verkeerscalamiteiten en -rampen
13
Verkeersongevallen Autobotsingen (kettingbotsingen) Busongevallen
Nazareth (1996), Rekkem (1998) Busongevallen Enkele per jaar … Sierre (13 maart 2012) Treinrampen Pécrot (2001), Halle Buizingen (2010) Vliegtuigcrashes Tarom (1996) Scheepsrampen Zeebrugge (1987)
14
Treinramp van Pécrot 23 maart 2001
15
Luxair Crash
16
Urban violence
17
Wasserbillig, Luxemburg 31 mei – 01 juni 2000
Gijzelingssituaties Wasserbillig, Luxemburg 31 mei – 01 juni 2000
18
Gijzelingsactie in Beslan 2001
Terrorisme Gijzelingsactie in Beslan 2001
19
Begin gijzeling Beslan
1 september: feestelijke opening schooljaar Plots en onverwacht: groene vrachtwagen op het schoolplein van school Uit de wagen springen dertig gemaskerde, zwaar bewapende mannen en twee sjachidka's Iedereen gedwongen naar gymzaal Ontsnapping van enkele oudere leerlingen 19
20
Begin gijzeling Beslan
1300 mensen nog aanwezig Executie deel mannen Ophangen explosieven Installatie tv: (verkondiging leugens) Voedsel en water Geen 350 gijzelaars gijzelaars 17 terroristen terroristen Geen eisen Tsjetsjenië Omsingeling school met veiligheidstroepen
21
Eindbalans 170 kinderen laten het leven 164 volwassen laten het leven
700 raakten gewond 21 terroristen gedood 1 overgave terrorist, anderen ontsnappen Persmededeling: internationale terroristen, maar zwarten = in realiteit verkoolde lichamen Opeising door Tsjetsjeense rebellenleider Basajev
22
Humanitaire rampen
23
Wat hebben deze gebeurtenissen gemeen en wat maakt ze verschillend?
CRITICAL INCIDENTS Wat hebben deze gebeurtenissen gemeen en wat maakt ze verschillend?
24
Uitgangsvragen Welke hulp? Voor welke slachtoffers? Wat? Waarom? Hoelang? Welke objectieven bereiken? Welke criteria bepalen of die objectieven bereikt zijn? Welke zijn de actoren? Wanneer stopt de psychosociale hulpverlening?
25
UITGANGSVRAAG m.b.t. de uitbouw van de PSYCHOSOCIALE HULP
STRUCTURELE ANALYSE van de psychosociale gevolgen van collectieve urgenties UITGANGSVRAAG m.b.t. de uitbouw van de PSYCHOSOCIALE HULP Wat gebeurt er met groepen mensen die getroffen worden door collectieve urgenties?
26
Bron: Australian Emergency Manual on Disaster Recovery
Hoe reageert een gemeenschap op een collectieve urgentie? Bron: Australian Emergency Manual on Disaster Recovery Een collectieve urgentie heeft een grote impact op de structuur en de identiteit van een gemeenschap Op de bestaande sociale netwerken en steunsystemen Op het vlak van de (clusters van) relaties tussen mensen De relaties tussen de subsystemen van een gemeenschap zijn afhankelijk van : 1) de bestaande communicatie tussen de samenstellende systemen; 2) de richtingen van de invloed van het ene systeem op het ander; 3) de geschiedenis en achtergrond van de gemeenschap; 4) de tradities (subculturen); en, 5) de sociale nabijheid van de subsystemen en de sterkte van de gehechtheidsrelaties
27
Structuur van de gemeenschap voorafgaand de ramp
28
Alarmering voorafgaand aan de collectieve urgentie ?
Indien er voorafgaand alarmering mogelijk is, wordt beroep gedaan op pre-incident networking en de bestaande banden en communicatiekanalen aangesproken. Voorbereide en vertrouwde copingmechanismen komen op gang alsook de voorziene procedures op basis van de kennis vanwege lokale experten, expertisecentra en overheden
29
Impact van de ramp : onthechting
De structuur van de gemeenschap is gehavend, ‘geschorst’ omdat de leden van de gemeenschap terugvallen op eigen overlevingsmechanismen – overlevingsgedrag Dit zorgt voor ‘onthechting’ = uiteenvallen van bestaande relaties tussen subsystemen – ruptuur bestaande structuur van de gemeenschap Door het overlevingsgedrag ontstaan nieuwe relaties en communicatievormen: lokaal, tijdelijk en opportunistisch -> beïnvloedt de bestaande samenlevingsvormen en de dagelijkse processen in de gemeenschap -> zorgt voor verwarring en deregulatie in de gemeenschap Area Disaster Event Disaster
32
In het stadium onmiddellijk na de impact ontstaan er nieuwe hechtingspatronen
REBONDING & FUSION Onthechting (debonding) wordt tegengegaan door ontstaan van nieuwe netwerken (subsystemen) = her-hechting (rebonding) Zorgt voor een honeymoon context tussen getroffenen, kameraadschap, altruïsme en samenwerking Nadruk op de basisbehoeften (basic survival needs) De afstand tussen de voorafbestaande clusters en subgroepen is (op zijn minst tijdelijk) verloren Nieuwe subsystemen ontstaan op ‘kunstmatige’ basis met één enkele reden: overleven, herstellen van de ramp, samen eruitkomen De getroffen groep of de gemeenschap verkeert tijdelijk in een fusionaire staat, als een ongedifferentieerde eenheid
35
Her-hechting (rebonding) en fusie (fusion):
heraanpassing (readjustment) van de gemeenschap (Bepaalde groepen) getroffenen delen dezelfde ervaring op basis van wat ze meemaakten Onderling emotioneel sterk gehecht door de bedreiging (gemeenschappelijk) die uitgaat (uitging) van de ramp Samengesmolten gemeenschap (fused community) = altruïsme, cohesie, unanimiteit, medeleven/-voelen, etc. Behoeften van de gemeenschap/getroffen groep zijn (op zijn minste tijdelijk) > individuele noden
36
Her-hechting en fusie: heraanpassing (readjustment) van de gemeenschap
Verlies aan interpersoonlijke afstand, verlies van privacy, tussen de verschillende subsystelen De initiële verwachtingen m.b.t. het herstel val alle sub-systemen zijn onmogelijk te bereiken – sommige verliezen zullen blijvend zijn Spanningen en conflicten (prioriteiten) zullen stilaan ontstaan tussen de subsystemen Diegenen die er ‘niet waren’ worden verworpen en uitgesloten (media, overheden, reddingswerkers, familieleden, vreemdelingen of buitenstaanders, etc.) Spanningen tussen de getroffenen die op verschillende niveaus getroffen zijn (direct getroffenen versus indirect getroffenen) Overschatting van eigen capaciteiten
37
Breakdown van de toestand van de post-impact FUSIE van de gemeenschap
Spanningen zullen, na verloop van tijd, ontstaan tussen: enerzijds het instinct op zelfbehoud van de gemeenschap (fusie, overleving - fusion, survival) en anderzijds de goed gestructureerde, georganiseerde lange termijn structuren aanwezig in de gemeenschap de behoeften van de gemeenschap en de behoeften van de individuen
38
Breakdown van de toestand van de post-impact FUSIE van de gemeenschap
3 krachten zullen ageren tegen de fusie 1) De verschuiving van prioriteiten, namelijk van gedrag dat gericht is op onmiddellijk overleven (en acute steun) naar activiteiten georiënteerd op het lange termijn herstel 2) De wil op de vroegere structuur en organisatie van de gemeenschap zoveel als mogelijk terug op te bouwen 3) De steeds groter wordende verschillen op het vlak van de emotionele reacties van de gemeenschap; o.a. met betrekking tot de onmiddellijke behoeften, de status als slachtoffer en de beslissingen die worden genomen
39
Breakdown van de toestand van de post-impact FUSIE van de gemeenschap
Samenvattend: Na verloop van tijd zal er een steeds grotere afstand komen tussen de getroffen mensen van eenzelfde ramp: op termijn komt er tussen de subgroepen van eenzelfde gemeenschap mogelijk vijandigheid, haat, jaloezie, rivaliteit, wantrouwen, ontgoocheling en cynisme. Dit gegeven is een grote valkuil voor al wie psychosociale hulpverlening plant en uitvoert.
40
Differentiatie en breuklijnen tussen de subsystemen van de gemeenschap
Verschillen in behoeften (op de lange termijn en emotionele conflicten produceren breuklijnen) De gewone bestaande hechtingspatronen en relaties zijn NIET FUNCTIONEEL tussen rampengetroffenen Elke subgroep heeft zijn eigen kenmerken en die bepalen (of beperken) het contact met de andere (o.a. in termen van ervaren verlies, verkregen compensatie, localisatie, geschiedenis, achtergrond, belangen, etc.) De breuklijnen tussen de subgroepen splitsen de getroffen gemeenschap op en conflicten verschijnen
43
Structurele conflicten in de gemeenschap
Conflict tussen oude (pre-disaster) en nieuwe structuren (post-disaster, survival oriented) De gemeenschap zal nooit meer dezelfde zijn Structurele spanningen tussen de getroffen en de niet-getroffen leden van de gemeenschap Problemen met het integreren van de herstelprocessen in de gemeenschap (herdenkingsproblematiek)
44
Processen werkzaam bij collectieve urgenties of rampensituaties
Serie van impacten op mensen en structuren, waardoor zowel als onmiddellijke veranderingen optreden Herstelprocessen zelf geraken in het slop (veel is op de korte termijn afgestemd) Getroffenen geraken ‘overgevictimiseerd’, bijkomende secundaire stressoren, kwetsbaarheidsfactoren Hulpeloosheid en verlatenheid van getroffenen Verwachtingen geschapen door de herstelprocessen die worden op gang gebracht (te hoge verwachtingen)
46
Partiële Conclusie Hoe meer een gemeenschap wordt bijgestaan in het proberen behouden van de eigen integriteit en de eigen hulpbronnen (‘resources’), zodat destructieve processen (ontstaan van breuklijnen, debonding, fusion, rebonding, shear stress) en conflicten kunnen worden vermeden, hoe meer dit het herstel van de leden van de groep of gemeenschap bevordert. Daarom moet gemeenschapsgericht herstel op dezelfde basis steunen als persoonsgericht herstel.
47
Een benadering vanuit zelfredzaamheid
RESILIENCE MODELS Een benadering vanuit zelfredzaamheid
48
Stress, Trauma en PTSS Algemeenheden
49
Wat is een traumatische gebeurtenis
Wat is een traumatische gebeurtenis? CENTRALE KENMERKEN Ervaringsgerichte verkenning
50
Traumatogene gebeurtenissen
Acute traumatogene gebeurtenissen Traumatische gebeurtenissen zijn in essentie een zeer ernstige en extreme confrontatie met de dood; ze zijn altijd overweldigend, gevaarlijk, bedreigend en vereisen van de getroffene(n) buitengewone coping mechanismen. Traumatische gebeurtenissen vernietigen in één klap de basisassumpties en/of -verwachtingen die mensen over het leven koesteren: de roes van voorspelbaarheid, veiligheid, (zelf)controle en rechtvaardigheid verdwijnt op zeer bruuske wijze.
51
Single Traumatic Events Donald Meichembaum, 1994
Single traumatic events zijn meestal gevaarlijk, bedreigend, levendig, overweldigend, plots en onverwacht (geen voorbereiding mogelijk) Collectieve urgenties voldoen aan deze criteria Natuurlijke rampen, technologische en verkeerstechnische rampen, industriële rampen, etc. IHD disasters (Intentional & Human Designed: aanslagen, schietpartijen, gijzelingen, opstanden, plunderingen, etc.
52
Traumatogene gebeurtenissen
Chronische traumatogene gebeurtenissen langdurige en/of evolutieve natuurlijke of technologische rampensituaties grootschalige overstromingen, orkanen, etc. nucleaire ongevallen, “gif-ongevallen”, etc. TYPOLOGIE : zeer grote impact, lage controleerbaarheid en geringe voorspelbaarheid m.b.t. de afloop intentionele (menselijke) chronische trauma’s hostage taking, war related disasters, vluchtelingen-syndroom, psychische terreur, e.a.
53
Traumatogene ische Gebeurtenissen (TG) Type I versus Type II Trauma’s Leonore Terr
Type I : onverwacht en acuut trauma-impact éénmalige, single blow TG plotse, verrassende TG TG beperkt in duur TG op het netvlies gebrand (levendiger & vollediger) leidt tot typische PTSS symptomatologie intrusieve herbeleving vermijding/ontkenning hyperarousal Type II : volgehouden, verlengd trauma-impact verschillende, multipele, chronische, herhaalde en/of geanticipeerde TG vnl. intentioneel, menselijk bvb. (recent) sexual abuse intieel Type I, vervolgens, (verwacht) herhaald trauma “fuzzy”/“spotty” geheugen leidt tot psychiatrische (complexe) symptomen DES, Complex PTSD
54
TIP VOOR HULPVERLENERS
Traumatische gebeurtenissen zijn ALTIJD een combinatie van GEWELD, MACHT en VERLIES TIP VOOR HULPVERLENERS Vermijdt macht in de hulpverlening aan trauma-getroffenen
55
Wat is de kern van de traumatische ervaring?
Door de confrontatie met het werkelijke gezicht van de dood ontstaat een overweldiging van het psychisme Deze overweldiging is onuitspreekbaar en woordenloos. In het psychisme zijn geen woorden, betekenisdragers of symbolen beschikbaar om de absolute horror en gruwel omtrent dit doodsbeeld aan vast te hangen. De getroffenen van dit soort ervaringen voelen zich totaal uitgesloten en niet meer behoren tot « de wereld van de sprekenden »
56
Stress & Trauma (1) De getroffenen van een buitengewoon erge en gevaarlijke gebeurtenis wordt geconfronteerd met de doodsvraag. Deze bedreiging kan zich klinisch uiten in twee verschijningsvormen met elk aparte gevolgen.
57
Stress & Trauma (2) François LEBIGOT (2001) - Les Traumatismes Psychiques : 1ste verschijningsvorm: de ernstige bedreiging die aanleiding zal geven tot « stress reacties » - het organisme mobiliseert zich om zich te verdedigen tegen de optredende bedreiging (die een tijdelijk onevenwicht draaglast – draagkracht doet ontstaan). 2de (complexe) verschijningsvorm: de getroffene ontmoet het « ware gelaat van de dood » waarmee « gruwel », « siddering » en « totale verschrikking » gepaard gaan. Hierna volgt de angst (voor de dood) en eventuele stressreacties die het individu tot verdediging tegen de dreiging aanzetten. Indien er later het « herhalingssyndroom » optreedt waarbij telkens eenzelfde episode zich zal voordoen, vergezeld van dezelfde angst en gruwelreacties, dan duidt dit op traumatisering.
58
Stress & Trauma (3) In een stress-situatie mobiliseert een individu dus – door het tijdelijke ontstane onevenwicht tussen draagkracht en draaglast – zijn defensieve hulpbronnen (angst maakt daar deel van uit want zet een individu aan tot vlucht- en vecht-gedrag) maar er ontstaat geen diepe indringing of penetratie van het doodsbeeld in het psychisme. In een trauma-situatie gaat een reëel doodsbeeld zich als een wig in het psychisme drijven en zich er innestelen als een « vreemd voorwerp ». Door het « herhalingssyndroom » zal het doodsbeeld telkens weer worden opgeroepen.
59
Gevolgen van traumatische ervaringen
In principe normale reacties op abnormale gebeurtenissen
60
Post-traumatische reacties (1)
Getroffenen voelen fysieke en psychische weerslag van confrontatie met de traumatogene gebeurtenis. Tijdens verkeerde het organisme in hyperactivatie. Resten niet “gemetaboliseerde” – “gekanaliseerde” energie geven aanleiding tot beven en natrillen. Hyperactivatie had tot doel getroffene te doen vluchten, vechten, reageren en overleven. Getroffenen worden makkelijk terug getriggerd en kunnen (opnieuw) dissociatief gedrag vertonen Dissociatief gedrag: afsplitsing uit de realiteit (derealisatie), niet beseffen wat gebeurt met eigen persoon (depersonalisatie), tunnelzicht, black outs, amnesie, verdoving, helicopterzicht, etc.
61
Post-traumatische reacties (2)
Tijdens de volgende uren en dagen - (Acute Stress Stoornis indien tussen 2 à 4 weken) Herbelevingssymptomen Flashbacks, gevoelens “as if” (alsof de gebeurtenis terug plaatsvindt), nachtmerries, weggezogen worden, etc. Vermijdings- en ontkenningssymptomen Emotionele verdoving en afstompen (niets meer voelen betekent ook traumatogene ervaring niet meer voelen), actief vermijden van plaatsen, personen, situaties, die terug aan traumatogene gebeurtenis doen denken, etc. Verhoogde activatie (hyperactivatie/arousal) Hartkloppingen, overmatige bewegingsdrang, schrikachtigheid, verhoogde irritabiliteit, emotionele labiliteit, etc. Dissociatieve symptomen
62
Secundaire (uitgestelde) gevolgen
Cardio-vasculaire pathologie Spierpijnen (nek-, rug, hoofd-, etc.) Relationele problematiek Profesionele problemen (dropout op werk) Sociale isolatie en dysfunctie Ontwikkeling bijkomende problematiek zoals depressie, afhankelijkheid van of verslaving aan alcohol- of medicatie
63
Post-Traumatische Stress Stoornis (volgens de DSM-IV of de ICD-10)
Gebeurtenis en de manier van ze te beleven voldoet aan de criteria A1 en A2 van de DSM-IV Criterium B – Minstens één symptoom van herbeleving Criterium C – Minstens drie symptomen van vermijding en ontkenning Criterium D – Minstens twee symptomen van verhoogde activatie en prikkelbaarheid Criterium E – Verstoring van het sociale-, beroepsmatige- of privé-leven op verschillende domeinen Criterium F - Duur van de stoornis = minstens 1 maand
64
Psychosociale opvang na psychotraumatisatie
THEORIE
65
Herstelfasen geïnspireerd op het boek van Judith Lewis Herman, Trauma en Herstel, 1996
Opbouwen helende relatie(s) Hervinden van veiligheid/geborgenheid Herinnering en rouw doorwerken de 4 taken van het rouwproces de 4 seizoenen van verlies en verdriet Herstel van verbondenheid vinden Hervinden van gemeenschappelijkheid Integratie in levensloop en levensverhaal
66
Acute impact fase: van 24 à 72 uur post-impact
Psychosociale opvang na een traumatisch keerpunt Het doorwerken in fasen Acute impact fase: van 24 à 72 uur post-impact Doorwerkingsfase: van enkele dagen tot 6m Trauma-fixatiefase: restletsels na 6m à 2 jaar De grote meerderheid van de hulpverleners verwerkt een traumatogene gebeurtenis of interventie spontaan, slechts een minderheid kampt met blijvende restletsels Grosso modo: 70 à 80% herstelt spontaan, 15 à 20% heeft ernstige doorwerkingsproblemen en ongeveer 1,5 à 3% zal er een blijvend trauma aan overhouden In sommige situaties zullen die cijfers beduidend hoger liggen: brandrampen (verminkingen), rampen met eigen collega’s zwaar gewond of dood, rampen met kinderen
67
Psychosociale opvang na traumatogene gebeurtenis: acute fase
Machteloosheid en hulpeloosheid, ‘in een traumatische roes verkeren’, onbesef van draagwijdte van gevolgen, periodes van derealisatie, hyper/hypo-actief gedrag, paradoxaal, agressief en cynisch gedrag Mogelijkheid om veiligheid, geborgenheid en rust aan te bieden zodat de impact langzaam kan doordringen Informatie verschaffen (over de situatie, de feiten, de gevolgen, de voorziene hulp, etc.) Ventilatie: praten, gevoelens uiten, tijd
68
Psychosociale opvang na traumatogene gebeurtenis: doorwerkingsfase
Dialectiek van emoties, heen en weer beweging tussen de herbeleving van de gebeurtenis en vermijding van de herinneringen die de getroffene terug met de gebeurtenis confronteren De omgeving kan helpen: luisteren, begrip tonen, erkenning bieden en dingen bespreekbaar maken Ondersteunende werkomgeving, ook van de leiding Contact met lotgenoten (community-based response) Psychologisch ontsmettende gesprekken, praatgroepen, debriefings met hulpverleners, etc.
69
[ Tijdsas van schokdoorwerking ]
Herbeleven / Denken Vermijden / Voelen DE SOIR, Erik, Traumatische stress en politie, 1997
70
Q U E S T I ON S erik.de.soir@telenet.be www.erikdesoir.be
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.