De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kinderen en jongeren: een landschap in beweging

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kinderen en jongeren: een landschap in beweging"— Transcript van de presentatie:

1 Kinderen en jongeren: een landschap in beweging
Peter Degadt Gedelegeerd bestuurder Zorgnet Vlaanderen

2 Kinderen en jongeren: een landschap in beweging
Naar een GGZ zorgprogramma kinderen en jongeren : historiek en actuele aandachtspunten Patrick Cokelaere Algemeen directeur PZ Heilige Familie Kortrijk

3 Overzicht inhoud Evolutie tussen 1990 en vandaag binnen de hulpverlening GGZ voor kinderen en jongeren Residentiële en ambulante ontwikkelingen in K diensten CGG en revalidatiecentra onder impuls van de federale en of de Vlaamse overheid Knelpunten ervaren door het werkveld

4 1. Evoluties Reconversiebesluiten 1990: weinig rechtstreeks effect op kinderpsychiatrie Concepten van zorgcircuits & netwerken ontstaan i/d loop v/d jaren 90 grote spelers GGZ KJ:

5 CAR revalidatiecentra:
1. Evoluties CAR revalidatiecentra: Revalidatie van kinderen met o.a. autismespectrumstoornis Diagnoseprogramma en functionele evaluatie Coördinatieprogramma & interventieplan Evolutieverslagen Jaarlijkse evaluatieverslagen Zorgcircuit en sociale netwerkintegratie

6 2. Recente ontwikkelingen
KB 2002 art 11 en art 107 vermaatschappelijking van de zorg via zorgcircuits en netwerken 2003: blauwdruk toekomst GGZ K&J vanuit werkveld (VD) 2007: 78 therapeutische pilootprojecten (46 in Vlaanderen waarvan 10 voor jeugd) worden opgezet dr RIZIV vr complexe en chronische problematiek, empowerment cliënt, intersectorale samenwerking, welzijn en ambulante + residentiële GGZ, casusoverleg, inclusiebeleid Na vier jaar worden een aantal gestopt/afgeslankt verder- gezet via OPP, beperking door strenge voorwaarden Erkenning eenheid moeder-kind: postpartum psychose of depressie in Zoersel en St. Denijs Westrem

7 2. Recente ontwikkelingen
BLAUWDRUK ZORGCIRCUIT K&J 2003: MODULES DOELGROEP JEUGD

8 2. Recente ontwikkelingen: opstart van FOR K en SGA IBE
2003: drie IBE 10 pl: Antwerpen, Geel en (Brussel) 2006: twee outreachprojecten Sleidinge voor GI De Zande + Gent Eeklo en Geel voor GI De Kempen 2007: drie eenheden O-W Vl, één Limburg en Vlaams Brabant; 0,5 brugfunctie (5) en 0,5 TP (2) 2007: IBE voor verstandelijk gehandicapte jongeren met psychiatrische problematiek 8 pl 5 x IBE voor sterk gedragsgestoorde en agressieve jongeren: Antw, St-Truiden, Kortenberg en Sleidinge en Fioretti 8 pl Totaal 70 pl FOR K en 48 pl SGA

9 2. Recente ontwikkelingen
Knelpunten For K en SGA Multiproblematiek, exclusie: primaire verslaving, mentale beperking, zware seks delinquentie, psychopathie Communicatie beroepsgeheim, samenwerking GI, TP, falende context, vastlopende hulpverlening POS jongeren

10 2. Recente ontwikkelingen
Preventieve actieplannen vanuit Vlaanderen: Vlaams actieplan Tabak, Alcohol en Drugs (TAD) VAD en druglijn Zelfmoordlijn portaalsite LOGO’s

11 2. Recente ontwikkelingen
Outreach projecten: Ambulante hulp aan K&J met psychiatrische problemen, crisishulp, liaison naar E en K, thuis, school, … 13 mobiele teams worden gefinancierd in België sedert 2002, nu nog 12 waarvan 7 Vl Samenwerking GDT, CGG, PZ of AZ 2FTE mw en 0,25 kinderpsychiater Begeleiding/behandeling aanbieden in de thuis (vervangende) situatie Multidisciplinair en netwerk met actoren Nazorg, verkorting opnameduur, alternatief voor klassieke behandelingen

12 2. Recente ontwikkelingen: evolutie binnen CGG
Uitbreidingen outreach 2008 & 2009: 3 mio € senioren bijzondere jeugdzorg personen met een handicap gedetineerden en geïnterneerden asielzoekers en vluchtelingen samenwerking met CAW VDIP, KOPP, KIPEO, keep it clean, online hulpverlening, CAPA model,…

13 2. Evolutie binnen CGG: 8 projecten VDIP

14 2. Evolutie binnen CGG: 8 projecten VDIP
voorzien een eerste contact binnen de week de gelegenheid om uitgebreid stil te staan bij de klachten behandeling en begeleiding op psychisch vlak rond : sombere gevoelens, angsten, vreemde waarnemingen, bizarre gedachten… ondersteuning in de relatie met de omgeving en bij wonen, opleiding, werken, vrije tijd... begeleiding en behandeling op de plek die de cliënt verkiest opvolging in samenspraak met naast betrokkenen, huisarts en of andere hulpverleners 8 teams in Vlaanderen en Brussel

15 2. Evolutie binnen CGG:KOPP werking

16 2. Recente ontwikkelingen: KIPEO

17 2. Recente ontwikkelingen: KIPEO
Suïcide pogingen bij kinderen/jongeren Psycho-sociale evaluatie Adequate opvang van de suïcidepogers Risico inschatting en vervolgtraject Vragenlijst voor ouders/voogd Afname in een empathische en veilige sfeer Mate van hopeloosheid inschatten Bereidheid tot verdere begeleiding?

18 2. Recente ontwikkelingen: Keep it Clean

19 Eindconclusies van Keep it Clean
3 op 10 jongeren in de bijzondere jeugdzorg gebruikt 1 op 10 gebruikende jongeren groeit op in een gezin waar 1 of beide ouders ook gebruiken Zowel bij jongeren als bij ouderen komt combigebruik veelvuldig voor Preventie, tijdige detectie, dagelijkse aanpak van misbruik en toeleiding naar gespecialiseerde zorg vormen een blijvende uitdaging voor elk team binnen de bijzondere jeugdzorg

20 2. Recente ontwikkelingen: CAPA
CAPA is a clinical system that brings together the active involvement of young people and their families, demand and capacity ideas and a new approach to clinical skills and job planning It was developed in Richmond and East Herts CAMHS by Ann York and Steve Kingsbury It is used in many teams across the UK and in New Zealand, Western Australia and Belgium

21 2. CAPA: belangrijkste voordelen
Gereduceerde wachttijden Gereduceerde vraag naar (gespecialiseerde) dienstverlening Beter gestructureerde teamwerking Betere planning-tools Grotere transparantie

22 2. Recente ontwikkeling: samenwerking K&J psychiatrie en Integrale JeugdHulp
Pilootprojecten voor elke provincie 2014, euro subsidie door Vlaanderen Faciliteren van de intersectorale samenwerking op casusniveau: Vlaamse jeugdhulp en K&J Psychiatrie Netwerking van voorzieningen => hulpaanbod Uitstroom GI en uitwisseling van expertise Screening, diagnose, trajectplan,

23 3. Knelpunten ervaren door het werkveld
Wachtlijsten - onevenwichtige spreiding Onvoldoende urgentie- en crisisopvang, outreach en aanklampende zorg Evidence based outcome indicatoren Context ondersteuning en –preventie Terugbetaling psychologen/psychotherapeuten Gedwongen opnames Intensieve samenwerking met alle actoren uit 1°, 2° en 3° lijn, welzijn, onderwijs.

24 3. Knelpunten ervaren door het werkveld
Structureel tekort aan uitstroommogelijkheden na behandeltraject in de K diensten => 25% van de behandeltijd gaat verloren in wachten op een voorziening uit de Bijzondere Jeugdbijstand of een VAPH-voorziening !!! Gebrek aan voldoende onderwijsactiviteiten binnen de residentiële voorzieningen, er is geen recht op onderwijs!!!

25 GGZ kinderen en jongeren in een (inter)nationaal beleidsperspectief
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging GGZ kinderen en jongeren in een (inter)nationaal beleidsperspectief Isabel Moens Sectorcoördinator GGZ Zorgnet Vlaanderen

26 Structuur van de presentatie
1. Inleiding 2. Belang van een GGZ-beleid voor K&J 2.1. prevalentiecijfers 2.2. DALYs 2.3. Absolute en relatieve behandelingskloof 3. Waarom hervormen: organisatorische beperkingen en stem van de familie en de jongeren. 4. Nood aan specifiek beleid in de GGZ 4.1. De gemeenschappelijke verklaring 4.2. De optimale mix van diensten 4.3. Timing en experimenten 5. Besluit: essentiële succesfactoren.

27 1. Inleiding De hervorming GGZ voor kinderen en jongeren is geen geïsoleerd fenomeen: volgende stap in de globale hervorming GGZ alsook analoge evoluties in verschillende werkvelden. We zien echter overal in de wereld dat er tot op heden onvoldoende aandacht besteed wordt aan kinderen en jongeren. Onterecht!

28 2. Belang van een GGZ-beleid voor kinderen en jongeren
2.1. Prevalentiecijfers 2.2. DALYs 2.3. Absolute en relatieve behandelingskloof

29 2.1. Prevalentiecijfers Land Leeftijd Prevalentie %
Brazilië (Fleitlich-Bilyk & Goodman 2004) 7 – 14 12.7 Canada (Offord et al 1987) 4 – 16 18.1 Ethiopië (Tadesse et al 1999) 1- 15 17.7 Duitsland (Weyerer et al 1988) 12 – 15 20.7 Indië (Indian Council of Medical Research ) 1 – 16 12.8 Japan (Morita et al 1993) 15 Spanje (Gomez-Beneyto 1994) 8, 11, 15 21.7 Zwitserland (Steinhausen 1998) 1 – 15 22.5 VSA (US Department of Health &Human Services 1999) 9 - 17 21.0

30 2.1. Prevalentiecijfers WGO : prevalentie van 20% van psychische problemen bij kinderen en jongeren Ongeveer 5 tot 6% hebben nood aan gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (in Vlaanderen zijn dit ongeveer kinderen en jongeren) Slechts 10% - 22% van deze gevallen worden door de eerste lijn herkend waardoor een heel groot aantal van deze kinderen en jongeren geen gepaste hulpverlening krijgt.

31 2.2. DALYs in 2000 toegewezen aan aandoeningen per leeftijd en meisjes

32 2.3. De absolute behandelingskloof
Bron: WHO World Mental Health Consortium JAMA, June 2nd 2004

33 2.3. De behandelingskloof If we look just at the treatment gap, we notice that even though mental, brain and substance-use disorders can be managed effectively with medication and/or psychosocial interventions, only a small minority of patients receives even the most basic treatment. Initial treatment is frequently delayed for many years. In developed countries with well-organised health care system, between 44% and 70% of patients with depression, schizophrenia, alcohol-use disorders and child and adolescent mental illnesses do not receive treatment. In developing countries, the treatment gap is likely to be closer to 90% for these disorders.

34 2.3. Relatieve kloof (lack of focus)
Heel wat mensen ontvangen een behandeling voor een mentale stoornis terwijl er geen sprake is van een mentale stoornis. In 2003 in de USA: de helft van de behandelde populatie beantwoordde aan diagnostische criteria! (Kessler 2005)

35 2.3. GGZ-budget in verhouding tot het totale gezondheidsbudget.

36 2.3. Relatieve kloof Waar worden de middelen ingezet ?
Kenletter Vlaanderen België A (incl A1 en A2) 3.555 5.778 T (incl T1 en T2) 4.634 7.001 K (incl K1 en K2) 283 650 Totaal 8.472 13.429 In Vlaanderen vertegenwoordigen de K-bedden 3,3% van de totale beddencapaciteit

37 3. Waarom hervormen? 3.1. Organisatorische beperkingen 3.2. Stem van de familie en de jongeren.

38 3.1. Huidige organisatorische beperkingen.
Geestelijke gezondheidszorg voornamelijk bedgebonden: weinig flexibiliteit in de organisatie ifv de vraag van de cliënt («  balanced care ») De kenletters zijn voornamelijk administratief en dekken niet de intensiteit van de zorg en de geleverde zorg (« wat en hoe ») Het accent ligt voornamelijk op de zorg en minder op rehabilitatie. De personen met een GGZ-probleem komen zeer laattijdig in contact met de gespecialiseerde GGZ (« wanneer ») Geen duidelijk verwijssysteem (« stepped care »),

39 3.2. Wat denken de ouders en de jongeren er zelf over ?
Onvoldoende betrokkenheid van ouders en jongeren bij het behandelplan en onvoldoende informatie-doorstroming. Weinig transparantie in het aanbod, toeval is een grote factor om zorg te vinden. Een te late herkenning van signalen. Te weinig coördinatie tussen de voorzieningen.

40 3.2. Wat denken de ouders en de jongeren er zelf over ?
Partners hebben onvoldoende kennis van wat elke partner kan inbrengen in het netwerk. Een betere opleiding en vorming is nodig want iedereen werkt binnen zijn eigen domein. De situaties zijn zodanig complex: dé oplossing bestaat niet. Te weinig aandacht voor rehabilitatie en begeleiding in de thuissituatie. Er is een grotere differentiatie nodig in het aanbod.

41 4. Nood aan een specifiek beleid
4.1. De gemeenschappelijke verklaring 4.2. De optimale mix van diensten 4.3. Experimenten

42 4. Nood aan een specifiek beleid
Geen enkel land in de wereld heeft een duidelijk omschreven GGZ beleid voor kinderen en jongeren Slechts 7% van de landen hebben een globaal GGZ-beleid met enkele specifieke maatregelen voor kinderen en jongeren Belang van een schriftelijke beleidsnota omwille van 2 redenen: 1) een referentie punt voor de planning en als hulp bij besluitvorming voor andere stakeholders 2) Ten tweede heeft dit een belangrijke symbolische functie

43 4.1. De gemeenschappelijke verklaring
Het besluitvormingsproces = Interministeriële conferentie volksgezondheid 10 december 2012 : Gemeenschappelijke verklaring voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits voor kinderen en jongeren. Oprichting van een redactiecomité voor het schrijven van een gids.

44 4.1. Gemeenschappelijke verklaring
Visie: enkele kernwoorden Globale aanpak van alle zorgcomponenten (inclusie preventie, rehabilitatie, …) Realisatie via zorgcircuits en netwerken Complementariteit en continuïteit van de zorg Zorg op maat: algemeen en specifiek indien nodig Preventie en gezondheidspromotie; belang van vroegdetectie Behandeling binnen zijn eigen leef- en leeromgeving vanuit een stepped care model Ziekenhuisbehandeling enkel voor acute situaties en rol van ziekenhuizen wordt herdacht. Aandacht voor socio-economische context en specifieke aandacht voor risicogroepen Gelet op overgang van jongeren naar volwassenen, samen werking met projecten artikel 107

45 4.2. Optimale mix van diensten (WHO)
HOOG GGZ in de eerste lijns-gezondheidszorg Ambulante GGZ- diensten Psychiatrische diensten in Algemene Ziekenhuizen Psychiatrische ziekenhuizen & gespecialiseerde diensten ZELFZORG INFORMELE ZORG IN DE MAATSCHAPPIJ HOEVEELHEID ZORG LAAG KOSTEN FREQUENTIE LAAG HOOG

46 4.2. Optimale mix ? Waar de noden zijn, is er geen zorg
2. De allocatie van middelen komt niet overeen met de behoeften 3. De plaats van de zorg komt niet overeen met de behoeften

47 4.3. Timing 1ste mijlpaal: beleidsvisie (gids) en – scenario’s
2de mijlpaal: Vertaling beleidsvisie in acties 3de mijlpaal: Organisatie pilootprojecten Gids ter ondertekening voorleggen op de IMC van februari 2014 en start van proefprojecten voorzien vanaf 1/1/2015.

48 4.3. Experimenten? Perspectief van minstens 5 jaar.
Iedereen zou in staat moeten zijn om op hetzelfde moment te starten. Wat is het voordeel om te werken met experimenten? Wel bruikbaar om nieuwe zorgmodules uit te testen maar niet voor de ontwikkeling van een netwerk of van basisdiensten.

49 5. Besluit: essentiële succesfactoren.
Bijkomende middelen zullen nodig zijn die prioritair dienen ingezet te worden in de ontwikkeling van een netwerk en vermaatschappelijking van de zorg. Een faciliterende en flexibele regelgeving wat zowel de normen betreft als de financiering. Een beleid dat ook intersectorale samenwerking stimuleert en mogelijk maakt. Een beleid van “alle” overheden in één gelijktijdige beweging en één zelfde richting

50 Vragen? ISABEL MOENS

51 Het integrale jeugdhulplandschap
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging Het integrale jeugdhulplandschap Stefaan Van Mulders Administrateur-generaal Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn

52

53 H1 ONZE AMBITIE

54 WAAROM? Moeilijk toegang tot specifieke vormen van jeugdhulp
Moeilijk combineren van hulpverlening Tegelijkertijd of op elkaar volgend Over sectoren heen

55 KRACHTLIJNEN vermaatschappelijking van de zorg
tijdig toegang krijgen tot de jeugdhulp waarborgen van continuïteit in de jeugdhulp gepast omgaan met verontrusting crisishulp aanbieden participatie aan de jeugdhulp

56 H2 INTEGRALE JEUGDHULP IN VOGELVLUCHT

57 BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp MDT Hulpvrager
Versnelde indicatie en toewijzing: 7 dagen ISV opmaken 30d Extra info opvragen 10d Extra info aanleveren 10d Second Opinion 5d JHB of JHV 15d + wachttijd Rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp Parket OCJ SDJ MDT VK Jeugd rechter Gemeens. instelling Jeugdhulp buiten toep.gebied IJH CAP Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

58 H3 EFFECTEN IN DE PRAKTIJK

59 Intersectorale toegangspoort
Alle aanbod geestelijke gezondheidszorg rechtstreeks toegankelijk Regie voor toewijzing aan NRTJ ligt bij intersectorale toegangspoort Second opinion Contactpersoon-aanmelder is eerste aanspreekpunt

60 BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp MDT Hulpvrager
Versnelde indicatie en toewijzing: 7 dagen ISV opmaken 30d Extra info opvragen 10d Extra info aanleveren 10d Second Opinion 5d JHB of JHV 15d + wachttijd Rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Fase 3 BREDE INSTAP Indicatiestelling Jeugd hulpregie Probleem gebonden hulp pleegzorg CGG A-doc Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp Parket OCJ SDJ MDT VK Jeugd rechter Proces naar niet rechtstreeks toegankelijke hulp, geen verontrusting De moeder van Kenny vertelt aan de regioverpleegkundige van K&G (Kind en Gezin) dat ze de opvoeding van haar zoon niet meer aankan, ze weet niet waar naar toe en vreest voor ongelukken als er niets gebeurt. De regioverpleegkundige bevraagt bij de moeder het probleem en zoekt naar ondersteunende krachten in de omgeving. Gezien de verpleegkundige de situatie vrij ernstig inschat en de moeder weinig of geen context heeft, stelt de medewerker voor om beroep te doen op een CKG (Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning). De jongen kan daar tijdelijk terecht (korte residentiële module van 6 weken) en er wordt meteen ook gezinsbegeleiding opgestart in functie van een spoedige terugkeer naar huis. Toen het net iets beter ging verliest de moeder haar job en komt ze in een zware depressie terecht. Het CKG beslist samen met de moeder om een A-document (Aanmelddocument bij de intersectorale toegangspoort) in te vullen om meer langdurige opvang (in het eigen CKG) aan te vragen bij de toegangspoort. Het team indicatiestelling screent de aanvraag en onderzoekt of de nood aan ingrijpende hulp reëel is. Op basis van de aangereikte informatie kiest het team indicatiestelling voor een vorm van pleegzorg. Deze conclusie wordt vastgelegd in een indicatiestellingsverslag aan de hand van typemodule(s). De beslissing wordt teruggekoppeld naar het CKG dat de rol van contactpersoon/ aanmelder opneemt tijdens de procesvoering van de toegangspoort. Het CKG informeert op haar beurt de moeder over alle stappen in de besluitvorming. De moeder ontvangt ook rechtstreeks het indicatiestellingsverslag van het team IS. Wanneer het indicatiestellingsverslag is afgerond komt dit terecht bij het team jeugdhulpregie. Dit team gaat na welke voorzieningen in aanmerking komen voor de voorgeschreven of geïndiceerde hulp. Kenny komt op de wachtlijst terecht van een dienst voor pleegzorg. Het CKG bereidt de pleegplaatsing voor. Van zodra de pleegzorg opstart stopt de rol van toegangspoort en neemt de dienst voor pleegzorg Kenny ’s dossier in handen. Het A-document is een standaard te gebruiken digitaal aanmeldingsdocument. Het invullen van alle gegevens in het A-document tot en met het doorsturen van het A-document naar de toegangspoort gebeurt elektronisch. Daarvoor wordt/is Insisto, een elektronische applicatie, ontwikkeld. De werklast voor het invullen van het A-document is zoveel mogelijk beperkt. Het A-document is zodanig opgebouwd dat het invullen ervan zichzelf uitwijst. De invulling is beperkt tot uitsluitend die gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het volledig schetsen en motiveren van de vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp.  De opbouw van het A-document dwingt alle aanmelders om vragen naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp vanuit twee perspectieven te bestuderen: Vanuit de aanwezigheid van belastende én beschermende factoren. Vanuit een interactioneel perspectief. Het A-document zet aanmelders er toe aan om een vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp steeds genuanceerd en evenwichtig te bestuderen. Dit is merkbaar aan de aard van gegevens die worden opgevraagd. In de eerste plaats kunnen aanmelders in het A-document aangeven welke de risico's en belastende factoren zijn die de vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp mee verklaren. Vervolgens biedt het A-document ook de mogelijkheid om gegevens over positieve en beschermende elementen te rapporteren. Het is belangrijk om een zicht te krijgen op deze beschermende elementen, omdat deze in geval van aanwezigheid van bepaalde risicofactoren ‘verlichting’ kunnen geven of compenserend kunnen werken. Tot slot geeft dit geïntegreerd zicht op risico- én protectieve factoren de leden van het team indicatiestelling de kans om uit te zoeken welke niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp het beste tegemoet komt aan de beperkingen en moeilijkheden van het cliëntsysteem, maar die tegelijk ook inspeelt op de sterktes en krachten die aanwezig zijn in en rond de aangemelde minderjarige. Naast dit perspectief moet het team indicatiestelling – om de meest passende jeugdhulp te kunnen indiceren – ook vanuit een interactioneel perspectief naar een vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp kijken. Daarom laat het A-document niet toe om een vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp exclusief toe te schrijven aan factoren die gelinkt zijn aan de minderjarige. Het A-document zet er aanmelders toe aan om élke vraag naar niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp te bestuderen vanuit een samenspel van verschillende personen, factoren en omstandigheden die een rol kunnen hebben in de problematiek van de minderjarige en in de motivatie voor het aanvragen van niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Deze factoren, die elkaar kunnen beïnvloeden, kunnen zijn: - factoren bij de minderjarige - factoren bij de ouders en/of het gezin - factoren in de bredere context/leefomgeving waarin de minderjarige opgroeit  Van leden van het team indicatiestelling wordt verwacht dat ze dezelfde bril als aanmelders opzetten. Dat wil zeggen dat ze elk ingezonden A-document moeten bekijken en beoordelen vanuit een samenspel tussen verschillende personen, factoren en omstandigheden die elk op zich risico- en protectieve factoren met zich meedragen. Het decreet voorziet dat er verslag uitgebracht wordt “over de aan de aanmelding voorafgegane casusgerichte subsidiaire acties tot het inzetten en versterken van de krachten van de minderjarige, zijn ouders of, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige”. Zie verder. Gemeens. instelling Jeugdhulp buiten toep.gebied IJH CAP K-dienst Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

61 Verontrusting Gedeelde verantwoordelijkheid
Gevoel: de ontwikkelingskansen/integriteit zijn bedreigd Alertheid voor signalen van verontrusting De situatie inschatten (objectiveren) Open communicatie met cliënt Bespreken met collega’s Consult van gemandateerde voorzieningen Aanmelding bij ITP of gemandateerde voorziening Het is juist daar waar we nu stil zullen blijven bij staan, meer bepaald wat wordt er verwacht van hulpverleners/voorzieningen voor hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt en een aanmelding bij één van de twee gemandateerde voorzieningen zich opdringt of in situaties waarin er verontrusting is maar bereidheid vanuit cliënt(systeem) om hulp te aanvaarden/om mee te werken. Hulpverleners hebben de maatschappelijke verantwoordelijkheid cliënten hierin te begeleiden en op te treden als vrijblijvendheid geen optie meer is. Men kan niet wachten tot een cliënt probleeminzicht heeft. Een verontrustende situatie is een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fysieke of seksuele integriteit of die van één of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen. Dit kan zich op zeer diverse manieren uiten: o.a. spijbelproblematiek, verwaarlozing, (dreiging tot) zelfdoding, druggebruik, prostitutie, grensoverschrijdend gedrag tussen jongeren, misbruik, geweld, jongeren in extreme armoede De oorzaken kunnen toe te schrijven zijn aan: opvoeding, persoonlijkheid of gedrag (passief of actief) van minderjarigen & gezinsleden, somatische oorzaken, falen van hulpverlening

62 BREDE INSTAP Cindy Rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort
Versnelde indicatie en toewijzing: 7 dagen ISV opmaken 30d Extra info opvragen 10d Extra info aanleveren 10d Second Opinion 5d JHB of JHV 15d + wachttijd Rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp BREDE INSTAP Indicatiestelling Jeugd hulpregie JAC Probleem gebonden hulp TCK Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp CGG Parket Consult OCJ SDJ MDT M-doc VK Jeugd rechter Proces naar niet rechtstreeks toegankelijke hulp, verontrusting  Cindy, 16 jaar, stapt naar het JAC (Jongeren Advies Centrum) en vraagt raad om alleen te gaan wonen. Ze is de bemoeizucht van haar moeder beu. Het JAC stelt voor om de moeder ook eens uit te nodigen op gesprek en kan Cindy hiervan overtuigen. Daarbij vertelt de mama dat ze geen vat heeft op Cindy. Ze komt vaak dronken thuis, een stuk in de nacht. Cindy zwakt de feiten af en geeft aan dat haar moeder hopeloos ouderwets is. Na enkele bemiddelende gesprekken komen moeder en dochter tot een compromis: moeder zal Cindy meer vrijheid geven en Cindy komt op tijd thuis. Enkele weken later belt de moeder verontrust naar het JAC: Cindy hield zich aanvankelijk aan de afspraken, maar sinds ze een nieuwe vriend heeft gaat het van kwaad naar erger. Cindy is altijd dronken heeft vermoedelijk ook joints gerookt. Het JAC nodigt Cindy uit maar zij zegt dat er niets aan de hand is: een joint roken is zo erg toch niet. De JAC-medewerker maakt zich naar aanleiding van het laatste gesprek toch zorgen (Cindy ziet er vermagerd en verwaarloosd uit) en neemt contact op met het OCJ voor consult (Ondersteuningscentrum Jeugdzorg). Het OCJ stelt voor om Cindy te motiveren om hulp te zoeken bij een CGG (Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg). Het JAC probeert dit aan de hand van motiverende gesprekken maar Cindy weigert en minimaliseert alles. De situatie wordt erger en erger: Cindy spijbelt en blijft blowen. Het JAC verliest de grip op Cindy en beslist in team om een melding te doen bij het OCJ. Na de melding start het OCJ een caseonderzoek. Afhankelijk van de uitkomst kan het OCJ voor uiteenlopende sporen kiezen: Het druggebruik van Cindy staat centraal als probleem, gespecialiseerde hulp dringt zich op -> Cindy zal het CGG bezoeken i.f.v. haar drugprobleem, om een verwijzing naar het gerechtelijke te vermijden. Zij vindt evenwel niet dat er echt een probleem is en vindt de acties van OCJ en moeder zwaar overroepen. Het OCJ zal hier interveniërend optreden. Het druggebruik van Cindy is een symptoom van een onhoudbare thuissituatie, moeder werkt niet meer mee -> Het OCJ beslist tot interveniërend casemanagement en meldt aan bij de toegangspoort ifv TCK (kamertraining). Daarnaast wordt Cindy toegeleid naar het CGG. Gemeens. instelling Jeugdhulp buiten toep.gebied IJH CAP Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

63 Intersectoraal beschikbaar aanbod
Expertise ontsluiten Ter ondersteuning bij concrete case Rechtstreeks toegankelijk Beschikbaar voor elk aanbod Voorbeelden

64 BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp MDT Hulpvrager
Versnelde indicatie en toewijzing: 7 dagen ISV opmaken 30d Extra info opvragen 10d Extra info aanleveren 10d Second Opinion 5d JHB of JHV 15d + wachttijd Rechtstreeks toegankelijke hulp Toegangspoort Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Indicatiestelling Jeugd hulpregie BREDE INSTAP Probleem gebonden hulp EKC VAPH BJZ GGZ Gemand. voorz. Gerecht. jeugdhulp Parket OCJ SDJ MDT VK Jeugd rechter Gemeens. instelling Jeugdhulp buiten toep.gebied IJH CAP Politie Crisisjeugdhulp Bemiddeling Cliëntoverleg

65 MDT Specifiek indicatievoorstel & inschatting zorgintensiteit
Multidisciplinariteit onderkennende, classificerende, verklarende en handelingsgerichte diagnostiek analyse van context- en gezinssystemen Intersectorale oproep voor erkenningen Diensten die in aanmerking kunnen komen voor een erkenning als MDT Groep 2: Voorzieningen binnen IJH die binnen hun regluiere erkenning al een MDT-opdracht opnemen en er binnen hun reguliere subsidies voor vergoed worden. - Vertrouwenscentra Kindermishandeling - Onthaal, observatie en oriëntatiecentra - Observatie- en behandelcentra - Centra voor ontwikkelingsstoornissen ... Groep 3: Voorzieningen binnen IJH die noch erkend, noch gesubsidieerd worden vanuit hun reguliere opdracht voor de MDT-taak, maar die wel een bijkomende erkenning (kunnen) aanvragen. Bv. de centra voor leerlingenbegeleiding.Zij moeten min. 50 a-documenten per jaar afleveren i.f.v. hun erkenning (overgangsmaatregel wordt voorzien) Groep 4: Voorzieningen buiten IJH die een erkenning (zouden kunnen) aanvragen: Kinderpsychiatrische dienst privaat team van paramedici Revalidatiecentra

66 Crisishulpverlening Crisismeldpunt Consult Interventie Begeleiding
Opvang Samenwerkingsprojecten Diensten die in aanmerking kunnen komen voor een erkenning als MDT Groep 2: Voorzieningen binnen IJH die binnen hun regluiere erkenning al een MDT-opdracht opnemen en er binnen hun reguliere subsidies voor vergoed worden. - Vertrouwenscentra Kindermishandeling - Onthaal, observatie en oriëntatiecentra - Observatie- en behandelcentra - Centra voor ontwikkelingsstoornissen ... Groep 3: Voorzieningen binnen IJH die noch erkend, noch gesubsidieerd worden vanuit hun reguliere opdracht voor de MDT-taak, maar die wel een bijkomende erkenning (kunnen) aanvragen. Bv. de centra voor leerlingenbegeleiding.Zij moeten min. 50 a-documenten per jaar afleveren i.f.v. hun erkenning (overgangsmaatregel wordt voorzien) Groep 4: Voorzieningen buiten IJH die een erkenning (zouden kunnen) aanvragen: Kinderpsychiatrische dienst privaat team van paramedici Revalidatiecentra

67 Intersectoraal overleg
IROJ Organisatie van het jeugdhulpaanbod in de regio Uitnodiging voor kinder- en jeugdpsychiatrie Netwerken Diensten die in aanmerking kunnen komen voor een erkenning als MDT Groep 2: Voorzieningen binnen IJH die binnen hun regluiere erkenning al een MDT-opdracht opnemen en er binnen hun reguliere subsidies voor vergoed worden. - Vertrouwenscentra Kindermishandeling - Onthaal, observatie en oriëntatiecentra - Observatie- en behandelcentra - Centra voor ontwikkelingsstoornissen ... Groep 3: Voorzieningen binnen IJH die noch erkend, noch gesubsidieerd worden vanuit hun reguliere opdracht voor de MDT-taak, maar die wel een bijkomende erkenning (kunnen) aanvragen. Bv. de centra voor leerlingenbegeleiding.Zij moeten min. 50 a-documenten per jaar afleveren i.f.v. hun erkenning (overgangsmaatregel wordt voorzien) Groep 4: Voorzieningen buiten IJH die een erkenning (zouden kunnen) aanvragen: Kinderpsychiatrische dienst privaat team van paramedici Revalidatiecentra

68 H4 CONCLUSIES

69 Lessons learned Hulpvraag centraal, niet sectorale organisatie
Beschikbare expertise poolen Gedeelde verantwoordelijkheid en besluitvorming Diensten die in aanmerking kunnen komen voor een erkenning als MDT Groep 2: Voorzieningen binnen IJH die binnen hun regluiere erkenning al een MDT-opdracht opnemen en er binnen hun reguliere subsidies voor vergoed worden. - Vertrouwenscentra Kindermishandeling - Onthaal, observatie en oriëntatiecentra - Observatie- en behandelcentra - Centra voor ontwikkelingsstoornissen ... Groep 3: Voorzieningen binnen IJH die noch erkend, noch gesubsidieerd worden vanuit hun reguliere opdracht voor de MDT-taak, maar die wel een bijkomende erkenning (kunnen) aanvragen. Bv. de centra voor leerlingenbegeleiding.Zij moeten min. 50 a-documenten per jaar afleveren i.f.v. hun erkenning (overgangsmaatregel wordt voorzien) Groep 4: Voorzieningen buiten IJH die een erkenning (zouden kunnen) aanvragen: Kinderpsychiatrische dienst privaat team van paramedici Revalidatiecentra

70 een gedeeld engagement
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging Onderwijs en zorg – een gedeeld engagement Mieke Van Hecke Directeur-generaal Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs

71 Organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren – Wetenschap spreekt mee
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging Organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren – Wetenschap spreekt mee Raf Mertens Algemeen directeur Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

72 The organisation of mental health services for children and adolescents in Belgium: development of a policy scenario (Part II) Philippe Vandenbroeck*, Rachel Dechenne*, Kim Becher*, Koen Van den Heede**, Marijke Eyssen**, Guido Geeraerts*Beth Stroul* *Team coordinated by ShiftN **KCE

73 Introduction Background: call for national action by WHO Objective:
High prevalence rates Continuity disorders in adulthood Developmental perspective CAMHS-sector developed only recently Scope: including “adjacent sectors” like welfare, justice, disability care, education Objective: KCE commissioned by FOD/SPF to set up a participatory process to lay down the contours of a future Belgian CAMHS-system

74 Methods Soft System Methodology Participatory process:
5 events French- and Dutch-speaking 66 stakeholders involved All policy levels represented Evidence Review: Part I: literature review + analysis CAMHS policies in 4 countries. KCE-reports: psychiatric emergency + therapeutic projects children NRZV/CNEH advice

75 CAMHS-system: problems identified by stakeholders

76 What should an ideal future system deliver? Purpose
“The CAMHS system is an array of ethically guided, professionally supported and evidence-based services for children and adolescents with, or at risk of, mental health challenges and their entourage, that are provided in a coordinated, personalized, developmentally appropriate, and culturally competent manner in the least restrictive environment that is clinically appropriate and most adapted to the child’s needs, to help these young people to increase their wellbeing and potential for development, at home, in school, in the community and throughout life.”

77 What should an ideal future system deliver
What should an ideal future system deliver? Required activities: 35 activities, 9 modules

78 From envisaged model towards recommendations
Stakeholder mapping & gap analysis: Operational & regulatory complexity CAMHS system Potential of many actors to contribute to the diverse required activities Solution elements: Stakeholder encounters Part I of this KCE-study Previous KCE-studies NRZV-CNEH advice System innovation and transition management

79 10 recommendations Recommendations 1 to 4:
Master demands made on specialized mental health services Recommendations 5 to 6: Strengthen range of services (Serious, complex & multiple MH problems) Recommendations 7 to 9: Strengthen adaptive capacity and the ethical guidance of CAMHS system Recommendation 10: Next step to be undertaken

80 Strengthen capacity crisis and emergency care
Different, non mutually exclusive ways: Reserving K-beds for crisis admissions; Autonomous and local units (e.g. local day care centre); Mobile, multidisciplinary & cross-sectoral teams operating at ‘care basin’ scale to support non-specialized mental health services. Cross-sectoral contact point (24/7d) Core principles: Embedded in a cross-sectoral network of care providers; Least restrictive environment.

81 Professional competences in non-specialized mental health
Little support for a ‘single access point’, instead: Strengthen basic skills in non-specialized services (e.g. school, GP, youth care or daycare centers); Create the possibility to bring in specialized competences on a consultative basis. Key role GP’s ↔ difficulties in past (ther.projects) Relatively straightforward measures: Remote coaching by psychiatrists; Professionals interfacing between different lines or sectors to be supported by appropriate training.

82 Expand prevention, identification, intervention and promotion
International trend to allocate more resources to prevention, supported by evidence (cf. KCE-study 170) First line services should deploy preventive activities Selective prevention: Assertive & outreaching approach (e.g. ‘Huis van het Kind’) for very young children & vulnerable groups. Universal prevention

83 Expand formal and informal support services
Important gaps in the service offering: Home and community-based services; Respite services; Strong family organization and youth representation. Proximity is key

84 Children with serious, multiple & complex MH problems: strengthen accountability, reinforce flexible & assertive care “Passing the buck” Wraparound planning process is a promising approach (KCE-study 170): Multiple services are wrapped around the child via a personalized, strength-based care plan; ESPM Lille-Métropole: residential care (and waiting lists) diminished by activating a quick response mobile team that works in partnership with many regional partners Multitude of existing innovative initiatives (e.g. outreach teams, FOR-K) need to be integrated in a strategic perspective with a learning dynamic

85 Improve cultural and linguistic competences
Increasing diversity of populations, influx of migrants; Need for mediators: Who speak the language & are familiar with cultural sensitivities; Physical presence preferred in mental health care Culturally sensitive attitude in CAMHS practitioners

86 Shared vision – ethical charter – cross-sectoral forum
Consolidate shared professional values in ethical charter: Living document that adapts to societal developments and evolving needs of children; Allows professionals to creatively work (‘à la marge’) with procedural and institutional constraints in the interest of the child. Cross-sectoral forum: Service level: care-basin; System level: region or country (general assembly). Braided funding scheme involving partners from mental health care, youth care, disability care and others

87 Obtain good qualitative and quantitative data of the need for and offering of CAMHS
Information on type and frequency of demand hardly available: Qualitative & quantitative data gathering is necessary Mapping available services and capacities at a regional or 'care basin‘ scale should facilitate the formation of (cross-) sectoral networks

88 Evaluation methods to reinforce accountability, professionalism, quality improvement and multidisciplinarity Important characteristics of evaluation methods: Mindful of the complexity; Stimulate rather than restrain the therapeutic repertoire of care providers; Inspired by international best practices but adapted to national, regional or local circumstances; Respect the ethical guidelines embodied by a Charter (Recommendation 7); Sense of ownership by all stakeholders.

89 Strategic level recommendations (1-9):
Clear political signal from inter-ministerial conference that a culture of innovation in the Belgian CAMHS system is encouraged and rewarded. . Make this tangible by rapidly setting up actual implementation initiatives Strategic level recommendations (1-9): Innovation agenda Capitalize on good will by prompt action: Promote & recognize bottom-up innovation; Develop a comprehensive action plan & concrete innovation projects; Make sure supportive infrastructure for change is put in place.

90

91 THANK YOU!

92 Geen goed circuit zonder een goed netwerk
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging Geen goed circuit zonder een goed netwerk Raf De Rycke Voorzitter Broeders van Liefde

93 Structuur van de presentatie
Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken Strategisch en operationeel belang Basisprincipes Netwerkmodellen Netwerkcriteria

94 1. Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken
1.1. Algemeen Algemene toename van functionele samenwerkingsverbanden in alle (sub)sectoren Irreversibel karakter Variëteit inzake terminologie Netwerk Zorgcircuit Participatie aan meerdere samenwerkingsverbanden Belang van een netwerkovereenkomst

95 1. Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken
1.1. Algemeen Geografische gebiedsomschrijving Verschil tussen werkingsgebied van een netwerk en regioafbakening voor bepaalde functies Uittesten via proefopstellingen Randvoorwaarden Vrijwillige keuze Geen uitsluiting Relevante en functionele parameters (voldoende kritische massa, herkomst van de doelgroep, sociologisch geheel van steden en gemeenten, …)

96 1. Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken
1.1. Algemeen Uiteenlopende netwerkmodellen Meerdere engagementen: zorg, expertise uitwisseling, overleg, evaluatie, … Organische groei naar bestuurlijke samenwerkingsverbanden Grote tijdsinvestering

97 1. Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken
1.2. Specifiek voor kinderen en jongeren Experimentele netwerken vanuit casussen Interdisciplinaire en intersectorale samenwerkingsverbanden 1ste lijn Kinderpsychiatrische zorg, minderjarigen met een beperking, bijzondere jeugdzorg, gewoon en buitengewoon onderwijs, CLB’s, … Netwerk van netwerken Outreachequipes moet kunnen rekenen op het netwerk

98 1. Enkele vaststellingen en evoluties inzake netwerken
1.2. Specifiek voor kinderen en jongeren Eerste implementatie van de gids voor kinderen en jongeren: netwerken + coördinatoren? Additionele middelen voor bijkomende kosten (coördinatie, overleg, procesbegeleiding, evaluatie, …)

99 2. Strategisch en operationeel belang
Strategisch belang Kansen Bedreigingen Operationeel belang Evaluatie op basis van registratie Onderhandelingsmandaten bij verkennende gesprekken, voorbereiding en opstart van netwerken Aandacht voor beroepsgeheim, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid

100 3. Basisprincipes Netwerk is een middel en geen doel
Vrijheid in gebondenheid Samenwerken i.p.v. concurreren Evenwicht tussen behoud en inleveren van autonomie Rationele benadering moet primeren op emotionele benadering Vertrouwen, respect en dialoog zijn sleutelbegrippen

101 4. Netwerkmodellen Onderscheid in functie van: RECHTSPERSOONLIJKHEID
INZET VAN MIDDELEN AANSTURING/REGIE

102 4. Netwerkmodellen Bron: De Rycke, R., Interne visietekst Broeders van Liefde

103 4. Netwerkmodellen Overzicht van samenwerkingsmodellen in functie van de juridische vorm VORM Intentie-verklaring FSW-overeen-komst groepering associatie zonder rechtsper-soonlijkheid associatie met rechtsper-soonlijkheid vzw netwerk-vzw uitbatings-vzw INHOUD beperkte gezamenlijke inzet van middelen zonder overdracht aan het netwerk grote gezamenlijke inzet van middelen met overdracht aan het netwerk Bron: De Rycke, R. , Strategisch management voor de Gezondheids- en Welzijnssector, Lannoo (2010)

104 5. Netwerkcriteria De Rycke, R. Interne Visietekst, Broeders van Liefde

105 Dus, dames en heren, er is een consensus: “We zeggen niets, doen niets en hopen dat de netwerken niet meer dan een hype zijn”.

106 Prioritaire keuzes en uitdagingen bij de verdere ontwikkeling van GGZ
Kinderen en jongeren: een landschap in beweging Prioritaire keuzes en uitdagingen bij de verdere ontwikkeling van GGZ voor kinderen en jongeren Ann Moens Stafmedewerker GGZ Zorgnet Vlaanderen

107 BASISVRAGEN Is er voldoende/teveel capaciteit?
Zijn er groepen met specifieke zorgnoden? Hoe ver staan de kritische succesfactoren? nodige competentie, beschikbaarheid, inzetbaarheid “dicht” bij kind/jongere Wat zijn organisatievoorwaarden?

108 ALGEMENE VASTSTELLINGEN
Uitgangspunten : consensus Capaciteitsprobleem: slechts 6/10 heeft toegang Macrobudget: evenredig met bevolkingsaandeel Prioriteit = ambulante zorg, opname = tijdelijke uitzondering Onevenwichtige spreiding (leeftijd-geografie) oplossen Samenwerking met GGZ volwassenen op scharnierleeftijd Nodig: voldoende, voldoende-competent en erkend personeel

109 PRIORITAIRE NODEN BASISAANBOD: 4 grote lijnen
COLLECTIEVE verantwoordelijkheid in NETWERK VOLLEDIG zorgprogramma BASISAANBOD VERSTERKEN AMBULANT STERK UITBREIDEN GEEN AFBOUW K-BEDDEN wel optimaler gebruik TRAJECT URGENTIE, CRISIS, AANKLAMPENDE ZORG

110 PRIORITAIRE NODEN BASISAANBOD

111 BIJZONDERE GROEPEN EN BELENDENDE DOMEINEN: kindergeneeskunde - personen met een handicap - bijzondere jeugdbijstand – justitie – verslaving - ….. Regel = PSY in CORE

112 MAAR SOMS IS GGZKJ NODIG
- tijdelijk - specifiek - additioneel

113 Kinderen en jongeren: een landschap in beweging


Download ppt "Kinderen en jongeren: een landschap in beweging"

Verwante presentaties


Ads door Google