De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Introductie Werkboek en foto’s

Verwante presentaties


Presentatie over: "Introductie Werkboek en foto’s"— Transcript van de presentatie:

1

2 Introductie Werkboek en foto’s
De foto-knop wordt gebruikt om het scherm vast te leggen. Met dit pictogram maak je een foto van de pagina. Door het pictogram aan te klikken komt de foto in je verslag te staan. Met de werkboek-knop worden foto’s en tekst vastgelegd in het werkboek van de Spark. De keuze-knop wordt gebruikt om je verslag te exporteren of af te drukken. Opmerking: je kan een foto maken van de eerste pagina van je werkboek en dit dan als voorblad van je verslag gebruiken.

3 Vraagstelling Welke stoffen gaan er door een halfdoorlatend membraam?

4 Achtergrond De inhoud van een cel wordt van de buitenwereld afgeschermd door een membraan. Het celmembraam, ook wel plasmamembraan genoemd, bestaat voornamelijk uit fosfolipiden en eiwitten. Fosfolipiden hebben 2 aparte gebieden: een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. Ze vormen een dubbellaag, omdat de staarten naar elkaar toe staan en de koppen zowel naar binnen als naar buiten de cel in de waterige omgeving steken.

5 Toets Fosfolipiden schikken zichzelf in een dubbellaag omdat ze ____________________. Hydrofobe staarten en hydrofiele koppen hebben Hydrodrofiele en hydrofobe staarten hebben Tegengestelde ladingen hebben Dipolair DNA bezitten Het fotootje in je werkboek is een herinnering van de pagina waarvan je een foto hebt gemaakt en om het in je werkboek in te voeren. Druk op om de foto te maken. L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

6 Achtergrond Soms gedraagt de celmembraan zich als een passieve barriѐre en kunnen stoffen naar binnen of naar buiten gaan alleen gebaseerd op concentratie van gradiënten. Zo kunnen water, koolstofdioxide, zuurstof, cholestorol en andere kleine polaire moleculen gewoon door het membraan heen diffunderen. In andere gevallen kan het membraan zeer kieskeurig zijn over wat wel en wat niet kan passeren. Stoffen die niet door het membraan kunnen moeten via een eiwitkanaal door de wand. Sommige daarvan laten bepaalde stoffen vrij in en uit, maar andere kanalen pompen stoffen in of uit tegen het concentratie verval in.

7 Toets Stoffen die niet direct door de fosfolipide dubbellaag van het celmembraan kunnen, gaan door ____________. Een ion poort Water poriёn Koolstof ketens Een eiwit kanaal L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

8 Veiligheid Volg alle veiligheidsvoorschriften op die in het lokaal gelden. Draag een veiligheidsbril en een labjas. Gooi chemicaliёn en oplossingen op de voorgeschreven wijze weg.

9 Materialen en benodigdheden
Verzamel al deze benodigdheden voordat je met je experiment begint. pH sensor 1 bekerglas van 250 ml 1 stevig statief 2 statiefklemmen Joodjoodkali oplossing volgens Lugol 0.1 M Zoutzuur 0.1 M Natrium hydroxide Zetmeel oplossing 2x 15 cm dialyseslang Magnetische roerder met roervlo Plastic knijpfles Gedestilleerd water Papierklem Paktouw

10 Zet in de juiste volgorde
De stappen links maken deel uit van dit practicum. Ze staan echter niet in de juiste volgorde. Zet alle stappen in de juiste volgorde en maak er een foto van. A. Verzamel de meet gegevens en stel de pH verandering vast voor elke meetserie. B. Dompel de dialyse slang in het water. C. Maak de dialyse zakken gereed. D. Vul het bekerglas met gedestilleerd water en zet de roerder aan. L6 – Text Box [De juiste volgorde is…]

11 Proefopstelling: dialyseslang met zoutzuur en zetmeel
Opmerking: Was eerst grondig je handen, vet verstopt de poriёn in de dialyseslang. Bind een uiteinde van de dialyseslang dicht met een touwtje en wrijf het andere uiteinde tussen je vingers om het open te maken. Giet 15 ml 0.1M zoutzuur en 5 ml zetmeeloplossing in de slang. Waarschuwing: HCl is een gevaarlijke stof die huid-en oogirritatie kan veroorzaken en gaten in kleding kan branden. Waarschuw je leraar als je er mee morst, zeker op handen of ogen. Vouw het open uiteinde om en sluit het af met een papierklem of een touwtje.

12 Proefopstelling : dialyseslang met natrium hydroxide( NaOH)
Bind een uiteinde van de dialyseslang dicht met een touwtje en wrijf met het andere uiteinde tussen je vingers om het open te maken. Giet 15 ml NaOH in de slang. Waarschuwing: NaOH is corrosief en kan je kleding beschadigen en irritatie aan je huid en ogen geven. Waarschuw je leraar bij contact met huid en ogen. Vouw het open uiteinde om en sluit het af met een papierklem of een touwtje. Was beide slangen af onder stromend water en leg ze op keukenpapier waarop je de naam van de vloeistof hebt geschreven.

13 Proefopstelling: waterstof ionen
Verbind een pH sensor met het Spark Science systeem. Doe een magneetroerstaafje in een bekerglas van 250 ml en zet het op een magneetroerder. Hang met behulp van een statief met statiefklem de pH sensor vlak bij de bodem van het bekerglas maar zodat deze het magneetroerstaafje niet raakt. Gebruik nog een klem om de dialyseslang met zoutzuur en zetmeel boven het bakerglas te hangen. Voeg ongeveer 100 ml water met 25 druppels joodjoodkali (Lugol) toe en zorg ervoor dat de pH sensor goed in het water hangt.

14 Vr1: Wat gebeurt er als je de dialyseslang met zoutzuur in het bekerglas hangt?
Teken je voorspelling in de grafiek in *. *Voorspelling tekenen: Druk op om het menu te openen. Druk op en gebruik je vinger om de lijn te tekenen. Druk op als je klaar bent. Maak je een vergissing, druk dan op om de lijn te wissen.

15 Vr. 2: Zullen de waterstofionen uit de slang komen
Vr.2: Zullen de waterstofionen uit de slang komen? En hoe kun je zien dat dit gebeurt? Vr.3: Zullen de zetmeel moleculen uit de slang komen? En hoe kun je zien dat dit gebeurt? Vr.4: Zullen de jodium moleculen uit de slang komen? En hoe kun je zien dat dit gebeurt? L4 – Text Box [Waterstofionen zullen…] [Dat kun je zien, want…] L5 – Text Box [Zetmeel moleculen zullen…] [Dat kunt zien, want…] L6 – Text Box [Jodium moleculen zullen…]

16 Meten: HCl Zet de magneetroerder aan.
Druk op om de meting te beginnen. Laat na 60 seconden de dialyseslang in het water zakken. Druk na 5 minuten op om te stoppen met de meting.

17 Als een kleuring optreedt, vermeld deze dan in de tabel.*
*Meetgegevens invoeren: Druk op om het palet te openen. Druk op selecteer vervolgens een cel in de lijst. Deze zal geel oplichten. Druk op om het toetsenbord scherm te openen. L1245 – Table Col 1: [Plaats] Col 2: [Beginkleur] Col 3: [Uiteindelijke kleur]

18 Proefopstelling: hydroxide ionen
Haal de dialyseslang uit het bekerglas en spoel dit goed om. Doe de roervlo weer in het bekerglas en zet deze terug op de magneetroerder. Hang met behulp van een statief met statiefklem de pH sensor vlak bij de bodem van het bekerglas zonder de roervlo te raken. Gebruik nog een klem om de dialyseslang met NaOH boven het bekerglas te hangen. Hang de pH sensor in het water.

19 Vr.5: Wat gebeurt er als je de dialyseslang met NaOH in het bekerglas hangt? *
*Een voorspelling tekenen: Druk op om het palet te openen. Druk op en gebruik je vinger om de lijn te tekenen. Druk op als je klaar bent. Maak je een vergissing, druk dan op om de lijn te wissen.

20 Meten:NaOH Zet de magneetroerder aan.
Druk op om de meting te beginnen. Laat na 60 seconden de dialyseslang in het water zakken. Druk na 5 minuten op om te stoppen met de meting.

21 Gegevensverwerking Bepaal de begin- en de eind-pH en de pH verandering voor elke meetserie.* Opmerking: je kunt de waarden invullen in de tabel op de volgende pagina. * X en Y waarden vinden: Druk op om het palet te openen. Druk op en dan op een meetpunt. Druk op of om de dichtbij gelegen meetpunten te selecteren.

22 Gegevensverwerking Vul de begin- en de eind -pH en de pH verandering voor elke meetserie in de tabel in *. *Meetgegevens invoeren: Druk op om het palet teopenen. Druk op selecteer vervolgens een cel in de lijst. Deze zal geel oplichten. Druk op om het toetsen bord scherm te openen. L1245 – Table Col 1: [Run: HCI, NaOH] Col 2: [begin pH ] Col 3: [Eind pH ] Col 4: [Verandering in pH ]

23 Analyseren Wat gebeurde er toen je de slang met HCL in het water hing en wat zegt dat over de doorlaatbaarheid van het membraan voor H⁺ ionen? L45 – Text Box [Met de slang met HCL ging…] [Dit betekent…]

24 Analyseren Wat gebeurde er toen je de slang met NaOH in het water hing en wat zegt dat over de doorlaatbaarheid van het membraan voor OH⁻ ionen? L45 – Text Box [Met de slang met NaOH ging…] [Dit betekent…]

25 Analyseren Wat gebeurde er met de jodium en het zetmeel? Was het jodium nog in staat de slang binnen te gaan? Kon zetmeel uit de slang? Leg aan de hand van je resultaten je antwoord uit. L45 – Text Box [Als zetmeel en jodium met elkaar in contact komen…] [Zetmeel kon de slang uit, want…]

26 Analyseren Dit practicum laat je diffusie en de werking van halfdoorlaatbare membranen zien. Leg beiden uit. L4 – Text Box [Diffusie…….] [Osmose……-]

27 Samenvatting Hoe zou je de diffusiesnelheid kunnen vergroten?
L4 – Text Box [Je kunt de diffusisnelheid vergroten door…]

28 Samenvatting Hoe zou je een aantal verschillende moleculen kunnen gebruiken om de grootte van de poriёn in het membraan te bepalen? L45– Text Box [Om de grootte van de poriёn te bepalen…]

29 Samenvatting Hoe verschilt dit membraanmodel van een echt celmembraan dat van invloed is op wat er de cel in en uit gaat? L45 – Text Box [Dit membraan verschilt…] [In een echt celmembraan zitten…]

30 Samenvatting Laat dit model een actief of een passief transport zien? Motiveer je antwoord. L45 – Text Box [Dit model toont __________ transport, omdat…]

31 Meerkeuze vraag Ondanks de verschillende soorten cellen bezitten ze allemaal een _________________. celwand celmembraan golgi apparaat endoplasmatisch reticulum L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

32 Meerkeuze vraag Het celmembraan laat stoffen zoals water, zuurstof, koolzuurgas en glucose wel door maar andere stoffen niet. Dit soort membraan heet: halfdoorlatend geperforeerd doorlatend ondoorlatend L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

33 Meerkeuze vraag Het celmembraan bestaat voornamelijk uit:
eiwitkanalen koolhydraat kanalen dubbellagen van lipiden hydrofobe gebieden L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

34 Meerkeuze vraag Bekijk het diagram rechts en kies de juiste stelling.
= zetmeel = glucose Het membraan is doorlaatbaar voor glucose maar niet voor zetmeel. Glucose gaat van rechts naar links. Zetmeel gaat van rechts naar links. Zout gaat van rechts naar links. De moleculen blijven waar ze zijn. L6 – Text Box [Mijn keuze is…]

35 Gefeliciteerd! Je hebt je onderzoek klaar. Volg de instructies van de docent om alles op te ruimen en de resultaten van het onderzoek door te geven.

36 Naslag Alle illustraties zijn afkomstig uit PASCO documentatie, clip art uit het publieke domein, of Wikimedia.


Download ppt "Introductie Werkboek en foto’s"

Verwante presentaties


Ads door Google