De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem (1 Jn 4:16).

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem (1 Jn 4:16)."— Transcript van de presentatie:

1 Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem (1 Jn 4:16).
GOD IS LIEFDE Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem (1 Jn 4:16).

2 ENCYCLIEK VAN PAUS BENEDICTUS XVI
Deel 1: Gods liefde wordt aan alle mensen aangeboden, en heeft iets te maken met menselijke liefde. Deel 2: Christenen hebben de roeping deze liefde uit te dragen naar mensen die dit op verschillende manieren nodig hebben.

3 Deel 1: Wie is God? Wie zijn wij?
Soms wordt de Naam van God in verband gebracht met haat en geweld. Maar de Bijbel zegt dat God Liefde is en dat Hij ons voor alles heeft liefgehad (1Jn 4:16). Maar wat bedoelen we als we zeggen “God is Liefde”? Wat bedoelen we met het woord liefde? ( vgl . par )

4 Wat is “Liefde”? Wij gebruiken het woord ‘liefde’ in verschillende betekenissen: we hebben liefde voor onze moeder en vader, onze troeteldieren, ons vaderland, ons werk. Heel bijzonder is de liefde tussen man en vrouw (vgl. par.2).

5

6 Nu is de vraag! Zijn al deze verschillende vormen van liefde fundamenteel het zelfde? Is ‘liefde’ in wezen het zelfde maar op verschillende manieren uitgedrukt? Of…gebruiken we alleen maar hetzelfde woord ‘liefde’ met totaal wezenlijk verschillende inhoud? (vgl. par. 2.)

7 Het antwoord ? Al deze dimensies van liefde zijn aspecten van een en dezelfde werkelijkheid of kunnen dit op zijn minst zijn.(vgl. par. 8.) Het hoe hiervan gaan we nu bekijken…..

8 Eros en Agape Door de oude Grieken werd de liefde tussen man en vrouw met het woord ‘eros’ aangeduid. Ze beschouwden eros als zoiets overweldigends dat de oorsprong er van bij de goden moest liggen. Het was een goddelijke waanzin dat bij mensen a.h.w. een soort dronkenschap opwekte. Men geloofde dan ook dat een sterke eros mensen dichter bij het goddelijke bracht. (vgl. par. 3-4).

9 Vervolg van Eros en Agape
Maar wat als eros uit de hand loopt? Als alleen ‘erotische’ liefde onze aandacht krijgt, en als het alleen maar een “bedwelmende” liefde is dat mensen onmenselijk maakt? M.a.w. als mensen niet meer als personen worden behandeld maar alleen maar als middel worden gebruikt, als sex –object? Wat dan? Vanuit een christelijk oogpunt zou dit ons van het goddelijke verwijderen en zeker niet dichter bij brengen (vgl.. par 4-5).

10 Vervolg van Eros en Agape
Wat kunnen wij hiermee? Eros is goed en kan ons tot God brengen, maar alleen als het beheerst en gezuiverd wordt en gekoppeld aan een andere dimensie van liefde: agape ( vgl.. par 5; 6). Agape is een ander Grieks woord dat vele malen gebruikt wordt in het Nieuwe Testament en verwijst naar de liefde van de christenen onderling en de liefde voor arme mensen en mensen in nood. Het is een bijzonder soort ‘geestelijke ’liefde “door het geloof in Jezus Christus gevormd”. Het is het soort liefde dat Jezus heeft voor ons, en de liefde die ons toonde door op het kruis voor ons te sterven.(Vgl. par 3;6;7).

11 Eros en Agape samen Eros, of ‘erotische’ liefde kan ons echt naar God leiden als agape-liefde er bij betrokken wordt.. Dit betekent dat seksuele liefde tussen man en vrouw ons geloof in Jezus tot uitdrukking kan brengen. Dit is nogal wat! Maar het vraagt dan ook beheersing en groei (Vgl. par 5-7)…

12 De ontwikkeling van de liefde
Het begin van romantische, erotische liefde van een koppel is vol opwindende gevoelens maar erg onzeker. Als de liefde rijpt wordt het minder zelfzuchtig, toont meer zorg en belangstelling voor de ander. Het is bereid offers te brengen voor het goed van de ander. Het is hier dat twee mensen elkaar ontdekken (Vgl. Par 6).

13 De ontwikkeling van de liefde II
Hoe rijper deze liefde wordt des te meer gaat ze lijken op de agape. Ze wordt zekerder, cijfert zichzelf meer weg en wijdt zich aan slechts een persoon. Ook draagt ze in zich de belofte van een altijddurende verbintenis. Het is een reis waarin wij ,door ons zelf te geven, onszelf meer ontdekken, onze partner en God. Dus agape en eros zijn niet met elkaar in tegenspraak.

14 Samenvatting van deel I.
Samenvattend zijn de menselijke liefde en de liefde van God voor ons fundamenteel met elkaar verbonden. Omdat God in Jezus Christus mens geworden is en uit liefde zijn leven opofferde, kunnen we leren hoe ook wij menselijkerwijs kunnen liefhebben door het brengen van offers.

15 Wat vertelt de bijbel over God en zijn liefde voor ons?
Het Oude Testament laat ons zien dat er maar een God is, en dat Hij de bron is van heel de schepping. Daar Hij menselijke wezens heeft geschapen houdt Hij ook persoonlijk van deze menselijke wezens (Vgl. par 9).

16 Wat vertelt de bijbel over God en zijn liefde voor ons?
Enkele profeten van het Oude Testament beschrijven God’s liefde voor zijn volk Israël in sterk erotische beelden! Bijvoorbeeld: God is de echtgenoot en Israël de echtgenote: hun huwelijksleven begon toen God het verbond sloot met Israël (Vgl. par.9).

17 Wat vertelt de bijbel over God en zijn liefde voor ons?
God heeft Eros voor zijn volk, maar deze liefde is ook agape (Vgl.par 9 10). God gaf zijn liefde vrijwillig aan zijn volk, ze hadden het niet verdiend. En als Israëli (de echtgenote) God (de echtgenoot) bedroog door in andere goden te geloven, vergaf God haar altijd weer.Dit is agape (Vgl.par.10)

18 Wat zegt de bijbel ons over mensen?
God schiep man en vrouw op voet van gelijkheid, Hij schiep ze voor elkaar. Van nature worden zij naar de eros gevoerd. Dit brengen zij tot uitdrukking in het huwelijk.(Gn.2:23; Vgl. par.11) Menselijke wezens zijn op hoger plan gebracht en gered door de dood en de verrijzenis van Jezus. We gedenken de liefde die Jezus voor ons heeft wanneer wij samen de Eucharistie vieren(Vgl. par.12,13-14).

19 Door het schouwen en overwegen van de doorstoken zijde Christus (Vgl
Door het schouwen en overwegen van de doorstoken zijde Christus (Vgl. 19:37 kunnen wij het uitgangspunt begrijpen van deze encycliek: “God is liefde”. (1 Jn 4:8)

20 Liefde voor God en liefde voor de naaste
God liefhebben met heel ons hart en de naaste als onszelf- dit is het grote gebod dat Jezus gaf (Vgl.par 1) In de parabel onderwees Hij ons de liefde voor onze naaste, vooral in de parabel van de barmhartige Samaritaan; onze naaste is niet alleen maar onze beste vriend, broer of zus, maar is iedereen in nood.(Vgl. par. 15). Gedurende zijn leven hier op aarde was Jezus zelf in nood en vereenzelfdigde zich met de arme, de zieke de hongerige en de dorstige mensen. Als wij zulke mensen dienen, dienen we Hem,en als wij Hem dienen, dienen we God Vgl. par.15).

21

22 Kan liefde bevolen worden?
Wacht eens even- is liefde niet een gevoel ? Hoe kan er een bevel uitgaan anderen lief te hebben?Vgl. par. 16). Liefde is niet wezenlijk een gevoel. Gevoelens komen en gaan en de eerste ‘vonk’ van liefde kan niet nog eens aangestoken worden. Liefde is meer dan dat: liefde is besluit, constante groei en brengt met zich mee ons verstand, onze keuzes, en bovenal ons gunstig accepteren van de ander. Vgl. (Par.17)

23 Aanvaarding Ons aanvaarden van Gods liefde is ons antwoord op Gods liefde. Denk wel dat Hij ons het eerste heeft bemind (I Jn. 4:16). Als wij zijn liefde ervaren, kan ook in ons liefde tot bloei komen Vgl.Par 17). Op die manier is liefde meer dan een gebod – ofschoon het dat ook is- het is een weerwoord op Gods gave van liefde jegens ons (Vgl.Par 1)

24 Deel twee: de manier waarop de Kerk liefde in de wereld in praktijk brengt.
We hebben gezien hoe God van ons houdt en vooral hoe Hij deze liefde voor ons toonde in Jezus Christus. Als we leven in een verhouding met Jezus, zijn we geroepen te leven zoals Hij. Dit is de verantwoordelijkheid van de Kerk (Vgl. par. 20). Daarom ligt in de liefde de opdracht van de Kerk, de liefde die zij uitdraagt naar mensen die lijden en die in nood verkeren. We noemen dit de dienst van de opofferende liefde, liefdadigheid of caritas. (Vgl. par. 19).

25 Liefdadigheid in de Vroege Kerk
De handelingen van de apostelen (2;44-5; )laat ons zien dat de christelijke gemeente hun bezittingen deelden en goederen onder de armen verdeelden(Vgl. Par. 20). Toen de Kerk groeide kon deze radicale vorm van materieel delen niet blijven maar de kern van het delen bleef wel, namelijk:de wil om niemand te weigeren wat nodig is voor een waardig bestaan(Par. 20)

26 Liefdadigheid als een wezenlijke kant van kerkelijke dienstbaarheid
Terwijl de Kerk groeide en tot ontplooiing kwam werd het uitoefenen van naastenliefde een van de voornaamste activiteiten (Vgl. Par 22). Andere voorname activiteiten waren het toedienen van de sacramenten en de verkondiging van het evangelie (Vgl. Par. 22)

27 Heilige Laurentius De H.Laurentius was verantwoordelijk voor de armenzorg in Rome in het jaar 258. Toen zijn vrienden die ook diaken waren, gedurende de kerkvervolging gevangen waren genomen, kreeg Laurentius even de tijd om aan het burgerlijk gezag te laten zien “de geestelijke rijkdom van de Kerk” Hij liet hen de arme en noodlijdende mens zien (Vgl. par. 23).

28 Liefdadigheid is het wezenlijke kenmerk van de Kerk
Voor de Kerk is liefdadigheid niet een soort welfareactiviteit dat net zo goed aan anderen kan worden toevertrouwd, het is een deel van haar wezen, waarin zij zichzelf uitdrukt, zonder welke zij niet kan bestaan.(Par.25a)

29 Rechtvaardigheid en liefdadigheid
Een belangrijke vraag ,vandaag aan de dag, is:Hebben de armen liefdadigheid nodig of rechtvaardigheid? Is het niet zo dat de rijken hun geweten sussen met aalmoezen geven, terwijl zij het moeilijk werk onrechtvaardige sociale structuren te veranderen vermijden om met deze onrechtvaardige structuren de armen arm te houden en afhankelijk van liefdadigheid? (Vgl. par 26)

30 De verhouding tussen rechtvaardigheid en liefdadigheid
Ofschoon er enige waarheid schuilt in de laatste vraag, veel ervan is onjuist. (Vgl. par.26) Het is niet de verantwoordelijkheid van de Kerk de Samenleving te voorzien van een rechtvaardig sociaal systeem als zodanig zodat iedereen in de Maatschappij zijn of haar deel krijgt van de gemeenschapsgoederen. Zo’n systeem is de verantwoordelijkheid van de Staat; rechtvaardigheid is de maat en “doel van alle politiek”. (Vgl. par.28a)

31 Rechtvaardigheid en liefdadigheid
Nieuwe religieuze congregaties werden in de 19de eeuw gesticht om aan de noden van de armen zoals gezondheid en onderwijs te voldoen. Verschillende pauselijke encyclieken behandelden sinds 1891 zaken betreffende sociale rechtvaardigheid. In de wereldeconomie van vandaag is de sociale leer van de Kerk een fundamentele richtlijn geworden als men daarbij de zich voortzettende ontwikkeling in aanmerking neemt(Par.27).

32

33 De rol van de Kerk in de samenleving
De Kerk is onafhankelijk van de Staat (Vgl.par 28a) maar in zekere zin is ze wel op de Staat betrokken.. Hoe kunnen regeringen er zeker van zijn dat ze rechtvaardig handelen? Maken soms macht en speciale interesses hen niet blind om precies te weten wat rechtvaardig is? Welnu, geloof – als een ontmoeting met de levende God- helpt bij het zuiveren van het verstand van ‘blinde vlekken’ en hier is het dat de Kerk een rol speelt: zij kan zorgen voor een goed verstaan van de eisen van rechtvaardigheid en hoe aan deze eisen politiek te voldoen.(vgl. Par.28a).

34 De rol van de Kerk in de samenleving II
Zonder zich met de rol van de Staat te bemoeien, kan de Kerk haar bijdrage leveren aan rechtvaardigheid zonder aan de kant te blijven staan. Zij kan mensen weer bewust maken van hun “geestelijke energie” om te tonen dat rechtvaardigheid offers vraagt en verruiming van de geest (par 28}.

35 Liefdadigheid is van groot belang
Rechtvaardige sociale structuren geven niet het hele plaatje: ze kunnen het geven van aalmoezen niet vervangen omdat liefdadigheid in essentie een uitdrukking is van ’liefdevolle, persoonlijke belangstelling’ voor iedere mens die in nood verkeert. (Vgl. par.28b). De liefdadigheid organisaties van de Kerk proberen precies dit te doen. De gelovige leken nemen deel aan het functioneren van de sociale orde, in haar economie en cultuur, en helpen zo mee correct vorm te geven aan het sociale leven. Het is te wensen dat liefdadigheid het hele leven van de leken bezielt en daarom ook hun politieke leven(Vgl.28b)

36 Staat en het Samenwerken van de Kerk
De massamedia hebben onze planeet kleiner doen worden. Wij komen bijna onmiddellijk te weten wat de noden van anderen zijn overal ter wereld. We worden uitgedaagd hen te hulp te komen en te delen in hun moeilijkheden. Vandaag de dag staan ons ontelbare middelen ter beschikking om noodlijdenden humanitaire hulp te doen toekomen. Instanties van de staat een kerkelijke instanties zijn begonnen samen te werken vanwege deze nieuw situatie (Vgl. par 30).

37 Betrokkenheid van jonge mensen
Jonge mensen van nu zijn meer en meer betrokken als vrijwilligers bij liefdadigheidsinstanties of kerkelijke instanties. Hieruit blijkt een liefde die niet zichzelf zoekt en een bereidheid zichzelf te verliezen voor anderen(Vgl. Lucas 17;33). Voor anderen (Vgl.par 30).

38 Wat maakt Kerkelijke liefdadigheid uniek?
Christelijke liefdadigheid behoort onafhankelijk te zijn van partijen en ideologieën. Charitatieve activiteiten mogen niet terzijde geschoven worden omdat ze niet op de agenda staan van “ het verbeteren van de wereld”. Het is veel eerder zo dat we bijdragen aan het verbeteren van de wereld door hier en nu, persoonlijk, goed te doen bij elke gelegenheid die ons geschonken wordt. Het hart ziet waar liefde nodig is en zal daar op inspelen (par.31).

39 Liefde is getuigen De in praktijk gebrachte naastenliefde mag geen middel zijn voor opdringerige bekeringsijver of proselitisme. Een zuivere en edelmoedige liefde is dikwijls het beste getuigenis voor de God in Wie wij geloven. Soms spreken wij over God, soms spreekt alleen de liefde over God (Vgl. par.31.)

40 Wie brengt liefdadigheid ten uitvoer?
De Kerk is de familie van God en moet een plaats zijn van wederzijdse hulp, waar hulp gegeven en ontvangen wordt. Maar christenen moeten ook bereid zijn voor behoeftige mensen die niet tot de Kerk behoren (Vgl. par.32). Mensen op alle niveaus van de Kerk zijn verantwoordelijk voor charitatieve werken (Vgl.par.32).

41 Gave van onszelf Van ons wordt verwacht dat onze liefde altijd meer is dan alleen handelen: “Al geef ik alles weg, .. maar als ik de liefde niet heb , baat het mij niets”(1 Cor. 13:3) Het persoonlijke, innerlijke deelnemen aan de nood en het lijden van de ander wordt een gave van mijzelf aan hem, gevoed door onze eigen ontmoeting met Christus. (par. 34)

42 Gebed Wij komen met Gods liefde in aanraking in het gebed, Gebed is in werkelijkheid de onuitputtelijke bron van de liefdadigheid als we de feitelijke werken van naastenliefde naar de hulpbehoevenden brengen. Wie bidt verdoet zijn tijd niet, zelf als de situatie alleen tot handelen lijkt aan te zetten (par. 36).

43 De grote heiligen De heilige.Martinus van Tours deelt zijn mantel met een arme. De volgende nacht verschijnt hem Jezus zelf, gekleed in die mantel. De zalige Teresa van Calcutta, Camillus de Lellis, Vincentius a Paulo en anderen zijn de ware lichtdragers van de geschiedenis en beroemde voorbeelden van sociale liefdadigheid.(Par.4)

44 Maria , Moeder van de Heer
De heilige die boven alle anderen uitsteekt is Maria. Ze bewees veel liefdediensten aan anderen, vooral aan haar bloedverwante Elizabeth om haar in haar zwangerschap bij te staan(Lukas 1:56) Ze was werkelijk thuis in Gods Woord en haar denken dacht mee met Gods gedachten en haar willen wilde mee met de wil van God (Par.41)

45 Laatste terugblik “De liefde is mogelijk en wij kunnen die in praktijk brengen omdat we naar Gods beeld geschapen zijn. De liefde verwezenlijken en daarmee het licht van God in de wereld toelaten daartoe wil ik met deze Encycliek uitnodigen” (Par.39)..


Download ppt "Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem (1 Jn 4:16)."

Verwante presentaties


Ads door Google