De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Agenda Theorie En dan in de praktijk … Inleiding en cursusopzet

Verwante presentaties


Presentatie over: "Agenda Theorie En dan in de praktijk … Inleiding en cursusopzet"— Transcript van de presentatie:

0 floorball scheidsrechterscursus
Theorie & Praktijk © Nederlandse Floorball en Unihockey Bond Versie 6.1, november 2010 Auteur en eigenaar: Johan Kruseman Tekeningen scheidsrechterstekens: Anna Eriksson Het is toegestaan dit document te kopiëren en verspreiden ten behoeve van de promotie van floorball in Nederland. Voor alle andere doelen is vooraf schriftelijke toestemming van de auteur vereist.

1 Agenda Theorie En dan in de praktijk … Inleiding en cursusopzet
Hoofdstuk 1: Het speelveld Hoofdstuk 2: Duur van de wedstrijden Hoofdstuk 3 & 4: Deelnemers & Uitrusting Hoofdstuk 5: Spelhervattingen Hoofdstuk 6: Straffen Hoofdstuk 7: Doelpunten Hoofdstuk 8: Gevolgtekens Hoofdstuk 9: Tekens voor overtredingen En dan in de praktijk …

2 Inleiding Ervaringen delen Wie heeft als eens gefloten (andere sport)?
Wat weet je al van de regels? Doel van de spelregels: veiligheid eerlijkheid floorball-karakter (snel, dynamisch, attractief) De spelregels zijn er niet voor niets. Elke regel heeft een gedachte. Probeer bij elke regel te bedenken waarom die regel er is. Dat maakt het leren en onthouden van de regels een stuk makkelijker.

3 Wat zijn eigenschappen van een scheidsrechter?

4 Eigenschappen scheidsrechter
Persoonlijk: common sense besluitvaardig duidelijk durf onpartijdig geconcentreerd prettig contact met spelers dikke huid niet over je heen laten lopen niet te aanwezig Technisch: regelkennis teamwork / positionering anticiperen / spel lezen Fysiek: conditie achterwaarts/zijwaarts rennen.

5 Hoofdstuk 1: Het speelveld
wisselbank A wisselbank B 10 meter 5 meter keepersgebied: 5x4 meter veld: 40x20 meter doelgebied: 1x2,5 meter 3,5 m. 1,5 m. wedstrijdtafel strafbank A strafbank B

6 Hoofdstuk 1: Het speelveld (variant)
Straf- bank B wedstrijdtafel Straf- Bank A wisselbank A wisselbank B 10 meter 5 meter keepersgebied: 5x4 meter veld: 40x20 meter doelgebied: 1x2,5 meter 3,5 m. 1,5 m.

7 Hoofdstuk 2: Duur van de wedstrijden
Reguliere speeltijd wedstrijdduur: 3x20 minuten rust tussen periodes: 10 minuten * hele wedstrijd effectieve tijd * maximaal 1 time-out per team * Merk op dat hier in de Nederlandse competitie van wordt afgeweken.

8 Hoofdstuk 3 & 4: Deelnemers & Uitrusting
Spelers: zelfde tenue; geen sieraden e.d. (horloges, oorbellen, …) Keeper: lange broek en helm verplicht Captain: aanvoerdersband en is de enige die met de scheids mag praten Stickblad: maximaal 3 cm gebogen

9 Hoofdstuk 5: Spelhervattingen
face off inslag vrije slag (met of zonder tijdstraf) strafbal (met of zonder tijdstraf)

10 Face off Uitvoering face off op middenlijn kiest uitspelende team
op doellijn kiest verdedigende team spelers mogen elkaar niet aanraken voeten zelfde afstand tot middenlijn bladen en voeten loodrecht op middenlijn bal in midden van beide bladen stick met normale grip vasthouden andere spelers 3 meter afstand Wanneer een face off? Begin elke periode Na ieder doelpunt Na gemiste strafbal Als je niet gezien hebt wie de bal uitspeelde Bal kapot, bal raakt scheidsrechter, tweede bal in ‘t veld, vreemde situaties

11 Inslag en vrije slag Uitvoering inslag en vrije slag
locatie: op plek van overtreding of waar de bal uit ging (1,5 meter van de boarding) als dit achter de doellijn is, dan op dichtstbijzijnde face-off plek minimaal op 3,5 meter afstand van doelgebied (zodat verdedigende team nog 0,5 meter ruimte krijgt om muur te vormen) slaan; niet pushen/liften; 1 x raken tegenstanders inclusief sticks 3 meter afstand inslag en vrije slag mogen direct het goal in Wanneer een inslag? bal over de boarding bal tegen het plafond of objecten boven het speelveld (dan ook ne-men op 1,5 meter vanaf de boarding) De overtredingen die een vrije slag tot gevolg hebben worden in deze cursus samengenomen met de overtredingen die een tijdstraf tot gevolg hebben

12 Locatie van inslag/vrije slag
Bij overtreding achter doellijn, dan op face-off-stip Minimaal 3,5 meter vanaf doelgebied Bal tegen plafond, dan aan zijkant Bal tegen plafond

13 Strafbal Uitvoering strafbal speler start met bal op middenstip
keeper start op doellijn alle andere spelers zijn op wisselbank (of strafbank) speler moet de bal altijd voorwaarts spelen bal mag niet stil komen te liggen nadat de keeper de bal heeft aangeraakt, mag de speler de bal niet meer aanraken Wanneer een strafbal? bij een overtreding waarmee een gerichte kans op een doelpunt wordt onderbroken of voorkomen

14 Hoofdstuk 6: Straffen Teamstraffen 2-minuten teamstraf
Persoonlijke straffen 10-minuten persoonlijke straf * wedstrijdstraf 1, 2 en 3 ** * bij een 10-minuten persoonlijke straf komt altijd ook een 2-minuten teamstraf. ** bij een wedstrijdstraf komt altijd ook een 5-minuten teamstraf. Merk op dat een 10-minuten persoonlijke straf een minder zware straf is dan een 5-minuten teamstraf. De uitvoering van een of meerdere tijdstraffen wordt behandeld na de overtredingen die leiden tot een vrije slag en/of tijdstraf

15 Teamstraffen 2-minuten teamstraf hoort bij het spel
overgemotiveerde speler bewust groot voordeel weghalen ongecontroleerd nog geen bewuste kans op blessure 5-minuten teamstraf hoort niet bij het spel bewust te ruw niet goed te praten bewuste kans op blessure Bij teamstraffen speelt het team gedurende de straf met een man minder op het veld (powerplay versus shorthanded). De uitvoering van een of meerdere tijdstraffen wordt behandeld na de overtredingen die leiden tot een vrije slag en/of tijdstraf

16 Persoonlijke straffen
10-minuten persoonlijke straf onsportieve actie geen gevaar voor blessure verbaal of niet op andere spelers gericht wedstrijdstraf Verkeerd/onveilig materiaal (bv blad meer dan 3 cm gebogen) extreem fysiek/gevaarlijk spel bewust oneerlijk spel grof taalgebruik

17 Overtredingen die leiden tot een vrije slag/tijdstraf
Overtredingen die leiden tot een vrije slag (hoofdstuk 5) en die leiden tot een tijdstraf (hoofdstuk 6) worden in deze cursus samen in thema’s behandeld.

18 Hakken, blokkeren, liften, vasthouden
vrije slag: tegen een stick of been slaan of trappen een stick blokkeren of liften een tegenstander of diens stick vasthouden 2-minuten teamstraf: idem, maar met als doel aanzienlijk voordeel te halen of zonder mogelijkheid de bal te reiken

19 Hoge bal vrije slag: springen om de bal te spelen
een bal die boven kniehoogte is met de stick of voet spelen De bal mag wel met hoog dijbeen gestopt worden, indien veilig 2-minuten teamstraf: de bal spelen met hoofd, arm of hand een bal die boven taillehoogte is met de stick of voet spelen

20 Stickuitzwaai vrije slag: achterzwaai boven taillehoogte
voorzwaai boven taillehoogte terwijl er iemand in de buurt is voorzwaai mag hoger indien gecontroleerd en zonder gevaar 2-minuten teamstraf een ongecontroleerde/gevaarlijke zwaai de stick gevaarlijk of storend over het hoofd van een tegenstander halen 5-minuten teamstraf: bedreigende halen met de stick (ook als hoofd geraakt wordt) voor schijnbewegingen gelden dezelfde regels

21 Spelen met de voet vrije slag:
stick of voet tussen benen van tegenstander plaatsen bal twee keer bewust met voet spelen voetpass ontvangen van mede-veldspeler tenzij tegenstander de bal tussendoor kon pakken en dat naliet het ontvangen is de overtreding, niet het trappen de vrije slag is (dus) op de plek van ontvangen een voetpass van een keeper mag wel aangenomen worden

22 Obstructie vrije slag: achteruit tegen een tegenstander oplopen
een speler beletten te gaan waar hij wil 2-minuten teamstraf: idem, maar bewust en zonder bal

23 Afstand houden vrije slag:
aanvallende team voorkomt dat verdedigende team een muurtje kan vormen bij een vrije slag op 3,5 meter vanaf het doelgebied tegenstander hindert keeperuitworp passief (in keepersgebied of binnen 3 meter afstand vanaf waar de keeper de bal ontving) 2-minuten teamstraf tegenstanders nemen niet direct 3 meter afstand (inclusief stick) bij een inslag of vrije bal als meerdere mensen geen afstand houden wordt slechts 1 speler bestraft tegenstander hindert keeperuitworp actief (in keepersgebied of binnen 3 meter afstand vanaf waar de keeper de bal ontving)

24 Keeper Een keeper in zijn keepersgebied mag: springen
de bal met armen, handen en hoofd spelen de bal meerdere keren met de voet spelen zich in het doelgebied bevinden Een keeper buiten zijn keepersgebied wordt beschouwd als een veldspeler, zij het zonder stick. Dit betekent dat een voetpass van de keeper in dit geval niet aangenomen mag worden door een medespeler. vrije slag: een keeper verlaat tijdens de uitgooi zijn keepersgebied een keeper schopt of gooit de bal direct over de middellijn een keeper controleert de bal meer dan 3 seconden een keeper ontvangt een bewuste pass met zijn handen 2-minuten teamstraf: een keeper zet zijn doel niet terug nadat de scheidsrechter dat gevraagd heeft een keeper speelt zonder helm wedstrijdstraf 1: een keeper speelt met een niet goedgekeurde helm

25 Spel vertragen vrije slag:
een face off, inslag of vrije slag verkeerd nemen een face off, inslag of vrije slag bewust vertragen een speler van het team voor wie een vrije slag of inslag is, neemt de bal mee tegen de boarding of het doel gaan staan en daarmee de bal onbespeelbaar maken een keeper controleert de bal meer dan 3 seconden 2-minuten teamstraf: een speler van het team tegen wie een vrije slag of inslag is, slaat de bal weg opzettelijk of systematisch tijdrekken

26 Herhaalde overtreding
2-minuten teamstraf: een speler of team maakt herhaald overtredingen 5-minuten teamstraf: een speler maakt herhaald gelijksoortige overtredingen die tot 2-minuten teamstraffen leiden De 5-minuten teamstraf vervangt de laatste 2-minuten teamstraf. wedstrijdstraf 1: een speler maakt voor de 2e keer een overtreding die zou leiden tot een 10-minuten persoonlijke straf De wedstrijdstraf vervangt de 2e 10-minuten persoonlijke straf. wedstrijdstraf 2: een speler maakt voor de 2e keer een overtreding die zou leiden tot een 5-minuten teamstraf een begeleider maakt voor de 2e keer een overtreding die zou leiden tot een 10-minuten persoonlijke straf De wedstrijdstraf vervangt de 2e tijdstraf.

27 Fysiek spel geen overtreding:
duwen schouder tegen schouder in strijd om de bal vrije slag: duwen zonder dat de bal in de buurt is duwen anders dan schouder tegen schouder denk aan handen, heup, kont, of van achteren 2-minuten teamstraf: bewust (met impuls) over de boarding of tegen het doel duwen een speler laten struikelen of een speler fysiek aanpakken 5-minuten teamstraf: een speler tegen doel of boarding duwen, laten struikelen, body-checken iemand ruw aanpakken of hard op iemand inrennen het lichaam van een tegenstander met je stick haken

28 De stick 2-minuten teamstraf: spelen zonder stick
stick pakken ergens anders dan van eigen wisselzone gebroken of gevallen stick op het veld laten liggen aanvoerder vraagt onterecht stick op te meten 10-minuten persoonlijke straf: stick weggooien (ook in de wisselzone) Tegen de boarding slaan (uit frustratie/teleurstelling) 5-minuten teamstraf: stick gooien om de bal te raken wedstrijdstraf 1: spelen met een niet goedgekeurde stick of een stick met een blad dat teveel gebogen is stick uit woede kapot maken wedstrijdstraf 2: een speler wiens stick opgemeten wordt, probeert zijn stick te corrigeren blijven spelen met kapotte, versterkte of verlengde stick wedstrijdstraf 3: stick bewust naar een persoon toewerpen

29 Ruzie, beledigingen, frustraties
2-minuten teamstraf: storend of ergerlijk protesteren of coachen 10-minuten persoonlijke straf: onsportief gedragen. Onder onsportief gedrag wordt verstaan: beledigingen richting scheidsrechters, spelers, officials of publiek scheidsrechters om de tuin proberen te leiden schoppen of slaan tegen doel of boarding gooien van de stick of een ander deel van de uitrusting 5-minuten teamstraf: een stick of uitrusting gooien om de bal te raken wedstrijdstraf 1: uit woede zijn stick of een ander deel van zijn uitrusting kapot maken wedstrijdstraf 2: deelnemen aan een opstootje, zonder schoppen of slaan een overtreding maken vanuit de wisselzone tijdens een strafbal materiaal gooien vanuit de wisselzone tijdens het spel een overtreding begaan, duidelijk bedoeld om de wedstrijd te saboteren (spelbederf) wedstrijdstraf 3: betrokken zijn bij een vechtpartij, wrede overtreding, grove taal gebruiken

30 Wisselbank en strafbank
vrije slag: een speler speelt de bal van buiten het speelveld 2-minuten teamstraf: incorrecte wissel, teveel veldspelers een bestrafte speler verlaat de strafbank, zonder het veld in te gaan een speler, wiens straf is afgelopen, weigert de strafbank te verlaten een bestrafte speler betreedt het veld tijdens een onderbreking Hij mag wel naar het team tijdens de rust tussen reguliere periodes, maar niet in de rust voor extra tijd. Een bestrafte speler neemt deel aan een time-out wedstrijdstraf 1: een geblesseerde en bestrafte speler voor wie iemand anders de straf uitzit, neemt weer deel aan het spel wedstrijdstraf 2: een team speelt bewust met teveel spelers een bestrafte speler betreedt het veld tijdens het spel een speler, die niet bezig is te wisselen, speelt mee vanuit de wisselzone

31 Overige regels vrije slag: een speler bevindt zich in het doelgebied
een speler verplaatst opzettelijk het doel van de tegenstander 2-minuten teamstraf: liggend/zittend spelen hieronder valt 2 knieën of de niet-stick-vasthoudende hand op de grond een speler heeft incorrecte kleding (niet meer dan 1 straf per team) wedstrijdstraf 1: een speler of staflid staat niet op het wedstrijdformulier wedstrijdstraf 2: een speler speelt als veldspeler terwijl hij eerder als keeper gespeeld heeft

32 Voordeelregel spel gaat door na overtreding (voordeelregel):
als niet-in-overtreding-zijnde team na overtreding nog balcontrole heeft en doorspelen meer voordeel oplevert dan een vrije bal uitgestelde tijdstraf of strafbal als niet-in-overtreding-zijnde team na overtreding die tot een tijdstraf leidt, nog balcontrole heeft maximaal 1 straf tegelijk uitstellen, tenzij goalsituatie dan ook 2e spel moet constructief aanvallend zijn, niet tijdrekken keeperwissel mag (mag altijd) tegenstander kan niet scoren tijdens een uitgestelde straf spel wordt onderbroken en tijdstraf wordt uitgevoerd zodra: de tegenstander de bal controleert: spel hervatten met face-off team niet meer constructief aanvallend spel vertoont: spel hervatten met face-off er een overtreding is: spel hervatten met vrije slag Een strafbal is ook uit te stellen, maar stopt als directe goalsituatie over is

33 Hoofdstuk 6: Straffen (herhaling)
Teamstraffen 2-minuten teamstraf 5-minuten teamstraf Persoonlijke straffen 10-minuten persoonlijke straf * wedstrijdstraf 1, 2 en 3 ** * bij een 10-minuten persoonlijke straf komt altijd ook een 2-minuten teamstraf. ** bij een wedstrijdstraf komt altijd ook een 5-minuten teamstraf. Merk op dat een 10-minuten persoonlijke straf een minder zware straf is dan een 5-minuten teamstraf. De uitvoering van een of meerdere tijdstraffen wordt behandeld na de overtredingen die leiden tot een vrije slag en/of tijdstraf

34 Teamstraffen (herhaling)
2-minuten teamstraf hoort bij het spel overgemotiveerde speler bewust groot voordeel weghalen ongecontroleerd nog geen bewuste kans op blessure 5-minuten teamstraf hoort niet bij het spel bewust te ruw niet goed te praten bewuste kans op blessure Bij teamstraffen speelt het team gedurende de straf met een man minder op het veld (powerplay versus shorthanded).

35 Uitvoering tijdstraffen
Een 2-minuten teamstraf aan een keeper wordt uitgezeten door een veldspeler (die zelf nog geen straf uitzit), tenzij de keeper tegelijk ook andere soort straffen krijgt of al op de strafbank zit. Straffen van dezelfde speler worden achter elkaar uitgezeten. Er kunnen maximaal twee teamstraffen per team tegelijkertijd lopen. Eventuele andere bestrafte spelers moeten wel alvast op de strafbank plaatsnemen, wachtend totdat hun straf kan beginnen. Als de tegenstanders scoren terwijl ze in overtal zijn, wordt de langstlopende 2-minuten straf opgeheven (met uitzondering van een gescoorde strafbal). Een 5-minuten straf en persoonlijke straffen worden niet opgeheven bij een doelpunt.

36 Voorbeeld 1: Twee straffen voor zelfde speler
speler A krijgt op 4:00 een 5-minuten teamstraf speler A krijgt op 6:00 een 2-minuten teamstraf deze begint pas te lopen op 9:00, als de eerste tijdstraf is afgelopen deze tijdstraf loopt af op 11:00 * Het team van speler A speelt van 4:00 tot 11:00 met 1 man minder, tenzij de tegenstander scoort tussen 9:00 en 11:00. speler A speler A 4 6 8 10 12 5 7 9 11 14 16 18 13 15 17

37 Voorbeeld 2: meerdere tijdstraffen voor zelfde team
speler A krijgt een 2-minuten teamstraf op 4:00 speler B krijgt een 2-minuten teamstraf op 4:30 speler C krijgt een 2-minuten teamstraf op 5:00 van 4:00 tot 4:30 loopt tijdstraf A van 4:30 tot 5:00 lopen tijdstraf A en B van 5:00 tot 6:00 lopen tijdstraf A en B; speler C zit al wel op de strafbank van 6:00 tot 6:30 lopen tijdstraf B en C; speler A zit nog op de strafbank totdat hij deze op een dood spelmoment kan verlaten van 6:30 tot 8:00 loopt tijdstraf C Van 4:30 tot 6:30 speelt het team met 2 man minder. speler C speler B speler A 4 6 8 10 12 5 7 9 11 14 16 18 13 15 17

38 Voorbeeld 3: teamstraf en een persoonlijke straf
op 4:00 krijgt speler A een 2-minuten teamstraf op 5:00 krijgt speler A een 10-minuten persoonlijke straf op 5:00 zal een speler B naast speler A op de strafbank plaatsnemen op 6:00 eindigt de 2-minuten teamstraf en start de 2-minuten teamstraf die hoort bij de 10-minuten persoonlijke straf op 8:00 is de 2e 2-minuten teamstraf afgelopen en moet speler B het veld in; de 10-minuten persoonlijke straf begint te lopen op 18:00 is de 10-minuten persoonlijke straf afgelopen. Speler A moet de strafbank verlaten in een dood spelmoment. Het team speelt van 4:00 tot 8:00 met 1 man minder. speler A speler B speler A 4 6 8 10 12 5 7 9 11 14 16 18 13 15 17

39 Voorbeeld 4: persoonlijke straf onderbroken
speler A krijgt een 10-minuten persoonlijke straf op 4:00 een speler B neemt naast A plaats op de strafbank op 6:00 is de 2-minuten teamstraf die hoort bij de 10-minuten persoonlijke straf afgelopen; speler B gaat het veld in; de 10-minuten persoonlijke straf van A begint te lopen. speler A krijgt op 8:00 een 2-minuten teamstraf de 8 resterende minuten van de 10-minuten persoonlijke straf worden opgeschort Een speler C neemt naast A plaats op de strafbank op 10:00 is de 2-minuten teamstraf afgelopen; speler C gaat het veld in; de persoonlijke straf van A wordt hervat op 18:00 zijn de resterende 8 minuten verstreken. Speler A mag de strafbank in een dood spelmoment verlaten. speler B speler C speler A 4 6 8 10 12 5 7 9 11 14 16 18 13 15 17

40 Voorbeeld 5: Doelpunt tijdens meerdere tijdstraffen
speler A krijgt een 5-minuten teamstraf op 4:00 speler B krijgt een 2-minuten teamstraf op 6:30 speler C krijgt een 2-minuten teamstraf op 7:00 speler A, B en C horen tot hetzelfde team de tegenstander scoort op 7:30 speler B verlaat nu de strafbank omdat hij de langst lopende 2-minuten teamstraf heeft de 5-minuten teamstraf kan immers niet opgeheven worden speler C speler B speler A 4 6 8 10 12 5 7 9 11 14 16 18 13 15 17

41 Hoofdstuk 7: Doelpunten
Een doelpunt is correct als de volgende punten alle gelden de bal van de voorkant de doellijn geheel passeert er geen overtreding van het aanvallende team aan voorafging de bal door het aanvallende team met de stick gespeeld is, of per ongeluk afgebogen is door het lichaam of als de bal op welke wijze ook door het verdedigende team in het doel komt Het doelpunt telt niet als het aanvallende team de bal bewust schopt en deze direct of via een andere speler het doel ingaat. verschoven doel doellijn doelpunt geen doelpunt

42 Hoofdstuk 8: Gevolgtekens
time out face off inslag / vrije slag voordeel strafbal uitgestelde straf(bal) straf (2 vingers; 5 vingers; vuist) wedstrijdstraf doelpunt geen doelpunt / doorspelen

43 Hoofdstuk 9: Tekens voor overtredingen (1/2)
incorrecte slag stick blokkeren stick liften hoge stick stick/voet/been tussen benen plaatsen haken incorrect duwen achterwaarts tegen tegenstander oplopen ruw gedrag vasthouden obstructie incorrecte trap hoge trap

44 Hoofdstuk 9: Tekens voor overtredingen (2/2)
betreden van het doelgebied incorrecte afstand incorrecte sprong incorrect uitworp / keeper verlaat gebied incorrecte inslag/vrije slag liggend spelen hands kopbal incorrecte wissel herhaalde overtreding spel vertragen wangedrag

45 floorball scheidsrechterscursus
Vragen ? floorball scheidsrechterscursus En dan nu de praktijk…

46 Ontwikkelingspatroon scheidsrechter
spelregels leren spelregels toepassen in de praktijk positionering houding/communicatie (met fluit, tekens, woorden, lichaamstaal) game management

47 Spelregels toepassen in de praktijk
Fluit hard en overtuigend Geef daarna direct aan voor welke partij en waar de vrije slag is Geef daarna aan, indien nodig, voor welke overtreding Kijk de spelers aan Fluit ook voor elke inslag Fluit hard en overtuigend. Liever in het begin te hard, maar wel laten horen dat je ‘er staat’. Vooral de aanzet moet fors zijn, ook als je kort fluit. Geef daarna direct aan voor welke partij de bal is. Dit ontneemt spelers de mogelijkheid ‘de bal op te eisen’. Wijs de richting aan met horizontaal gestrekte arm. Geef daarna aan, indien nodig, voor welke overtreding. Zorg ervoor dat je de officiële tekens hiervoor goed kent en duidelijk toont. Kijk de spelers aan. Als je naar de grond kijkt, straal je uit dat je onzeker bent. Geef, in geval van twijfel bij de spelers, aan welke speler de overtreding heeft gemaakt. Fluit voor elke inslag. Scheidsrechters hebben soms de neiging niet voor inslagen te fluiten als het voor iedereen duidelijk is voor wie de bal is. Door echter ook hiervoor consequent, kort maar duidelijk, te fluiten en direct duidelijk aan te geven voor wie de inslag is, voelen de spelers veel meer betrokkenheid van de scheidsrechter bij de wedstrijd en bestaat minder ruimte om de bal op te eisen in minder duidelijke situaties. Los snel en helder op als jij en je collega verschillend beslissen. Als beide scheidsrechters fluiten voor een overtreding maar verschillende kanten opwijzen, maak dan snel oogcontact met de andere scheidsrechter en voel aan wie van de twee de situatie het beste gezien heeft. Zijn jullie allebei even zeker van je zaak, zet de tijd dan stil, kom snel bij elkaar en overleg wat je gezien hebt (misschien kom je erachter dat de ene overtreding voorafging aan de andere). Probeer dit echter te voorkomen, want het haalt alle snelheid uit het spel. Beide teams spelen vaak liever door als het om een onbelangrijke bal gaat. Kom je er niet uit, dan geef je een face off. Maar in veruit de meeste gevallen levert een snel oogcontact voldoende op om één scheidsrechter te laten beslissen. Zorg er in alle situaties wel voor dat het voor alle spelers duidelijk is voor wie de bal uiteindelijk is en laat pas doorspelen als iedereen tijd heeft gehad zich aan de nieuwe situatie aan te passen.

48 Positionering Doel van goede positionering goed zicht op situaties
acceptatiegraad door spelers verhogen mogelijk maken snelle spelhervattingen snel ter plekke in geval van beginnend opstootje samen met collega alles zien (1 controleert bal, ander overall) Richtlijnen Wees dichtbij / betrokken bij het spel Sta zoveel mogelijk in het veld Loop niet voor het doel/de keeper langs Zorg voor een goed zicht op de doellijn Houd samen de bal en de rest van het veld in de gaten Vermijd onnodig lange afstandsswitches Lees het spel en anticipeer Wees dichtbij/betrokken bij het spel. Sluit als scheidsrechter zoveel mogelijk aan. Als het spel zich verplaatst van de helft waar jij staat naar de andere helft, kan je niet op de achterlijn blijven staan, maar zal je met het spel mee op moeten lopen naar voren. Probeer altijd zo dicht mogelijk bij het spel te zijn (betrokken), waarbij je rekening houdt dat je op tijd terug bent voor een mogelijke counter en dat je niet het zicht of passingsmogelijkheden van spelers achter je blokkeert. Houd de bal en de rest van het veld in de gaten. De scheidsrechter die het dichtst bij de bal staat, houdt spelers rond de bal in de gaten; de andere scheidsrechter focust meer op de rest van de spelers, voornamelijk de spelers in het slot. Zorg voor een goed zicht op de doellijn. De scheidsrechter die het dichtst bij het doel staat van het team dat op dat moment aan het verdedigen is, heeft de taak te zien of een bal het doel in is gegaan. Verkijk je er niet op hoe moeilijk dit bij floorball soms te zien is en het zijn meestal cruciale beslissingen. Zorg dat je altijd achter de doellijn staat, zodat er niemand tussen jou en de doellijn staat. Als je niet achter de doellijn staat, heb je veel last van het grote aantal spelers in het slot die tussen jou en de doellijn bewegen. Beweeg in de breedte over het veld (achter het doel, eventueel achter de boarding) om continue een goed zicht te houden. Je kunt vanuit de hoek tot helemaal recht achter het doel moeten komen of zelfs daar voorbij. Sta zoveel mogelijk binnen de boarding. Hierdoor kan je beter met de spelers communiceren en ben je sneller ter plaatse om de plek van een overtreding aan te duiden. Je bent meer betrokken bij het spel. Kijk het veld in. Zorg dat je altijd, ook tijdens het aanwijzen van een vrije slag of inslag, het veld inkijkt en in de gaten blijft houden wat er gebeurt in het veld. Ook als je bij een doelpunt of tijdstraf bij de wedstrijdtafel staat, zorg dat dan één van beide scheidsrechters het veld in blijft kijken. Loop niet voor het doel/de keeper langs. Probeer lange afstandsswitches te voorkomen Door bij een vrije bal zo te switchen dat beide scheidsrechters de kleinste afstand hoeven af te leggen, zorg je ervoor dat de ene scheidsrechter snel ter plekke is van de overtreding (om eventuele gemoederen te bedaren en om aan te geven waar de vrije bal genomen moet worden), terwijl de andere scheidsrechter snel achter het verdedigende doel kan komen. Kies dus niet altijd de kortste route voor jou als dat betekent dat je collega de volle 40 meter moet rennen. Door het totale lopen van jou en je collega tijdens dit soort momenten te minimaliseren, zorg je ook voor beter overzicht tijdens deze momenten zelf. Lees het spel. Probeer het spel te lezen, zodat je op tijd ziet dat je positie moet veranderen (anticiperen). Zorg er voor dat je een counter voor bent en niet achter het spel aan hoeft te rennen. Sterker nog, houd voldoende ruimte om de counter achterwaarts/zijwaarts rennend voor te blijven, zodat je continue zicht op het spel hebt. Deze regel botst dus met het feit dat je zo dicht mogelijk op het spel moet zitten. Het vergt ervaring en spelinzicht om de balans te vinden zo dicht mogelijk op het spel te zitten en toch op tijd terug te zijn bij een snelle counter.

49 Richtlijnen positionering
Vermijd de hoeken Vermijd de boarding Vermijd de highway (alleen oversteken) de “Highway”

50 Normaal spel (1) B A A B A controleert gebied rond bal en de doellijn
B controleert rest van het veld B A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

51 Normaal spel (2) B A A B A controleert gebied rond bal
B controleert slot B A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

52 Vrije slag voor zwart (1)
B geeft locatie vrije bal aan A houdt doellijn in de gaten A B Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

53 Vrije slag voor zwart (2)
A geeft locatie vrije slag aan en gaat direct terug om doellijn te controleren B sluit aan A B Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

54 Vrije slag voor wit A B A B A geeft locatie vrije slag aan (sprint)
B switcht (sprint) en helpt A indien nodig met de locatie B Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

55 Na doelpunt of tijdstraf (1)
wedstrijdtafel B A A B B A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen loop- en kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

56 Na doelpunt of tijdstraf (2)
B B A wedstrijdtafel Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen loop- en kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

57 Na doelpunt of tijdstraf (3)
wedstrijdtafel A A B A B A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen loop- en kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

58 Face off, na een doelpunt tegen wit
wedstrijdtafel keepers klaar? wedstrijdtafel klaar? collega klaar? B A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

59 Strafbal voor zwart A B A B Niet meelopen! Scheidsrechter A
Scheidsrechter B (pijlen tonen kijkrichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

60 Breedteswitch tijdens het spel
A volgt spel rond de bal B switcht en controleert de slot A B A B Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijk- en looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

61 Opkomen tot het midden B B A A A B A controleert gebied rond bal.
B komt op tot midden en controleert de slot. A Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijk- en looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

62 Gebieden om te vermijden
Vermijd de hoeken Vermijd de boarding X A B X Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen kijk- en looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

63 Veld verdelen Als bal in groene gebied is, volgt A het spel rond de bal en houdt B de rest van het veld in de gaten en vice versa. A houdt ten alle tijde de doellijn in de gaten. A B Scheidsrechter A Scheidsrechter B (pijlen tonen looprichting) A B Aanvallende team Verdedigende team Bal

64 Communicatie (1/2) fluitje voorgeschreven tekens stem lichaamstaal

65 Communicatie (2/2) Varieer de sterkte van je fluitsignaal en tekens
Roep “voordeel!” Roep “ga door” Praat met spelers Wees niet te aanwezig/autoritair Varieer de sterkte van je fluitsignaal en tekens. Met de sterkte van je fluitsignaal en je tekens kan je ‘spelen’: hoe zwaarder de overtreding, hoe sterker en langer het fluitsignaal/de tekens. Bij minder ernstige overtredingen kan worden volstaan met een kort, maar wel krachtig fluitsignaal (vooral de aanzet zal altijd stevig moeten zijn). Tekens kan je achterwege laten als ze niets toevoegen (bijvoorbeeld omdat het voor iedereen al duidelijk is). Roep “voordeel”. Als een overtreding wordt begaan, maar er ontstaat een voordeelsituatie uit, roep dan duidelijk ‘voordeel’ en geef het teken van voordeel, zodat alle spelers weten dat een overtreding is begaan. Je laat weten dat je het hebt gezien en moedigt daarmee het slachtoffer van de overtreding aan, om door te spelen in plaats van te appelleren. Roep “ga door”. Ook bij situaties waarin spelers denken dat er een overtreding is gemaakt, maar jij bent van mening van niet, kan je er voor kiezen om te roepen (bijvoorbeeld ‘Ga door’). Op deze manier geef je spelers het vertrouwen dat je betrokken bent bij het spel en je je niet door appelleren laat beïnvloeden. Praat met spelers. Vraag bijvoorbeeld aan een keeper die op zijn handen geslagen is, of het gaat. Leg aan spelers uit wat er aan de hand is als je vragende gezichten ziet. Leg je beslissing uit als je aanvoelt dat een deel van de spelers er anders over denkt. Wees niet té aanwezig. Houd altijd in je achterhoofd dat je er staat om de wedstrijd zo eerlijk, leuk en veilig mogelijk te laten verlopen, met de regels als instrument.

66 Game management Zet een duidelijke, consequente lijn neer
Houd de snelheid in het spel (flow) Pas je aan het niveau van de wedstrijd aan Goede verstandhouding met spelers en staff Zet een duidelijke lijn neer. Probeer met name in de eerste tien minuten de lijn neer te zetten. Vaak proberen spelers in het begin van de wedstrijd uit, al dan niet bewust, wat door jullie als scheidsrechters wordt toegelaten. Houd de snelheid in het spel. De snelheid van het spel maakt floorball attractief en leuk om te spelen. Zorg dus voor een goede flow van de wedstrijd. Gebruik de voordeelregel waar mogelijk. Fluit een overtreding zonder voordeel direct af. Wees snel ter plekke bij een overtreding. Beperk onderling overleg tot een minimum en houd het kort. Pas je aan het niveau van de wedstrijd aan. Meer ervaren teams accepteren/willen een hoger niveau van fysieke inzet. Bij minder ervaren teams zul je strenger op moeten treden bij ruw spel: door onhandigheid kunnen hier juist blessures ontstaan. Fluit bij wedstrijden tussen meer ervaren teams juist meer voor hakken en andere overtredingen die voorkómen dat technisch goede spelers in hun spel kunnen komen. Als de wedstrijd van een lager niveau is, moet je er rekening mee houden dat er vaker overtredingen worden begaan uit onhandigheid. Leg bij beginnende teams meer uit waarom je fluit en waar de bal genomen moet worden. Bij ervaren teams zal dit veel minder nodig zijn. Goede verstandhouding met spelers en staff Zorg voor een goede verstandhouding met de spelers en staff. Als scheidsrechter moet je nu eenmaal beslissingen nemen, waar niet iedereen het mee eens is. Je ontkomt er dus niet aan, dat je soms door spelers/staff wordt aangesproken op bepaalde beslissingen. Door voor de wedstrijd al met spelers en staff van beide teams te spreken en voor en tijdens de wedstrijd de spelers en staff met respect te benaderen, zullen zij jou ook eerder respecteren.

67 Scheidsrechteren - meer dan spelregels alleen
Succes! De hier genoemde aandachtspunten worden in meer detail uitgewerkt in het volgende document: Scheidsrechteren - meer dan spelregels alleen Zet een duidelijke lijn neer. Probeer met name in de eerste tien minuten de lijn neer te zetten. Vaak proberen spelers in het begin van de wedstrijd uit, al dan niet bewust, wat door jullie als scheidsrechters wordt toegelaten. Houd de snelheid in het spel. De snelheid van het spel maakt floorball attractief en leuk om te spelen. Zorg dus voor een goede flow van de wedstrijd. Gebruik de voordeelregel waar mogelijk. Fluit een overtreding zonder voordeel direct af. Wees snel ter plekke bij een overtreding. Beperk onderling overleg tot een minimum en houd het kort. Pas je aan het niveau van de wedstrijd aan. Meer ervaren teams accepteren/willen een hoger niveau van fysieke inzet. Bij minder ervaren teams zul je strenger op moeten treden bij ruw spel: door onhandigheid kunnen hier juist blessures ontstaan. Fluit bij wedstrijden tussen meer ervaren teams juist meer voor hakken en andere overtredingen die voorkómen dat technisch goede spelers in hun spel kunnen komen. Als de wedstrijd van een lager niveau is, moet je er rekening mee houden dat er vaker overtredingen worden begaan uit onhandigheid. Leg bij beginnende teams meer uit waarom je fluit en waar de bal genomen moet worden. Bij ervaren teams zal dit veel minder nodig zijn. Goede verstandhouding met spelers en staff Zorg voor een goede verstandhouding met de spelers en staff. Als scheidsrechter moet je nu eenmaal beslissingen nemen, waar niet iedereen het mee eens is. Je ontkomt er dus niet aan, dat je soms door spelers/staff wordt aangesproken op bepaalde beslissingen. Door voor de wedstrijd al met spelers en staff van beide teams te spreken en voor en tijdens de wedstrijd de spelers en staff met respect te benaderen, zullen zij jou ook eerder respecteren.

68 floorball scheidsrechterscursus
Auteur en eigenaar: Johan Kruseman Tekeningen scheidsrechterstekens: Anna Eriksson Alle rechten voorbehouden aan de NeFUB. Het is toegestaan dit document te kopiëren en verspreiden ten behoeve van de promotie van floorball in Nederland. Voor alle andere doelen is vooraf schriftelijke toestemming van de NeFUB vereist.


Download ppt "Agenda Theorie En dan in de praktijk … Inleiding en cursusopzet"

Verwante presentaties


Ads door Google