De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ROM in de kinder en jeugd psychiatrie

Verwante presentaties


Presentatie over: "ROM in de kinder en jeugd psychiatrie"— Transcript van de presentatie:

1 ROM in de kinder en jeugd psychiatrie
Door Annelies Bovenhoff Klinisch psycholoog-psychotherapeut Hoofd behandelprogramma 6-12 jaar Fornhese Almere

2 Waar werk ik? GGz Centraal; een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg. Werkgebied: Flevoland, Gooi en Vechtstreek, Oostelijk Utrecht, Veluwe & Veluwe Vallei. Wij behandelen, begeleiden en ondersteunen mensen met psychische problemen opdat zij de regie over hun eigen leven kunnen houden. Jaarlijks behandelen we ongeveer cliënten. Onze patiënten worden meestal verwezen door de huisarts. Wij werken intensief samen met de algemene ziekenhuizen, de RIAGG, de forensische psychiatrie, de verslavingszorg en de RIBW-instellingen.

3 Kinder en jeugdpsychiatrie
0-18 jaar (0-23 jaar) Medisch specialisme: - wet WGBO; behandelrelatie met wettelijke vertegenwoordiger van het kind - privacy regelgeving en beroepsgeheim Beoordeling van de niet-normale ontwikkeling t.o.v de normale ontwikkeling 2e of 3e lijns voorziening (verwijzing vindt plaats na een eerste medische beoordeling of screening)

4 Psychiatrische stoornis
Klachten: Hebben geen ‘’lichamelijke’’ oorzaak Zijn beperkend voor de ontwikkeling en het functioneren Komen voor in meer dan één milieu

5 3 levensgebieden - milieus
1e milieu thuis, gezin 2e milieu school, opleiding, (werk) 3e milieu leeftijdgenootjes, vrije tijd met hobby’s/clubs

6 Psychiatrische problematiek
Ligt grotendeels bij het kind zelf (i.t.t. psychosociale problematiek) en: Wordt mede bepaald door erfelijke factoren Onder invloed van omgevingsfactoren kan de psychiatrische stoornis zich ontwikkelen en zichtbaar worden in de klachten die het kind heeft.

7 Taak van de kinder en jeugdpsychiatrie
Antwoord geven op de vraag: Wat is er aan de hand; - Wat is van het kind zelf? - Wat is de invloed van de omgeving? Wat kunnen we er aan doen? - Welke behandelingen zijn aangewezen? - Welke ondersteuning is daarbij nodig? Diagnostiek en behandeling

8 Werksetting Werken in multidisciplinaire teams
Gebruik 4 grote referentiekaders: - Psychoanalytisch - Leertheoretisch - Systemisch - Cliëntgericht Ontwikkelingspsychologie Ontwikkelingspsychopathologie Informatieverwerking theorieën Medische kennis (somatische stoornissen, syndromen e.d.)

9 Stoornissen op de kinderleeftijd (DSM IV)
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen (o.m. autisme, stoornis van Asperger) Aandachtstekortstoornissen (ADHD) Gedragsstoornissen Zwakzinnigheid/zwakbegaafdheid Leerstoornissen Communicatiestoornissen Voedings- en eetstoornissen Tic stoornissen Stoornissen in de zindelijkheid Separatie-angst stoornis Selectief mutisme Reactieve hechtingsstoornis

10 Stoornissen (vervolg)
Stoornissen die ook op latere leeftijd kunnen voorkomen zoals: Angst stoornissen (angst, dwang) Stemmingsstoornissen (depressie) Eetstoornissen Slaapstoornissen Psychotische stoornissen Persoonlijkheids stoornissen.

11 Diagnostiekfase Psychopathologie onderzoek Ontwikkelingsanamnese
Psychologisch onderzoek (intelligentie, neuropsychologisch, persoonlijkheid) Ouderanamnese Gezinsdiagnostisch onderzoek Sensomotorisch onderzoek Schoolobservatie Orthodidactisch onderzoek Groepsdiagnostiek

12 Behandelmogelijkheden
Medicatie Ouderbegeleiding Psycho-educatie Therapie voor het kind/jeugdige (individueel of groep) Gezinstherapie Dagbehandeling Klinische opname Logeerhuis

13 ROMCKAP romckap.org Routine Outcome Monitoring
Consortium Kinder- en Adolescenten Psychiatrie Samenwerkingsverband van kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen Gezamenlijk ontwikkelen van een ROM methode voor kinder- en jeugdpsychiatrie met als doel kwaliteit verbeteren

14 Doelen ROMCKAP Op niveau patiënt- behandelaar
Terugkoppeling behandelverloop ( zichtbaar maken van de verandering) Behandeling bijsturen Signalen van risico bij pt herkennen Pt nog meer bij de behandeling betrekken

15 Doelen ROMCKAP Instellingsniveau Betere zorgtoewijzing
Behandeleffecten behandelprogramma’s meten en indien nodig bijsturen Kritische zelfreflectie, streven naar zorgverbetering

16 Doelen ROMCKAP Gezamenlijk niveau Meer kennis en inzicht in:
kenmerken van pt, ontwikkelingsaspecten, effectiviteit behandelmethodes, vragenlijsten Evidence-based werken bevorderen Terugkoppeling van onderzoeksresultaten naar de praktijk, waardoor verbetering van zorg

17 Start opzet T0 T1 T2 Moment Kind v.a. 12 jaar Ouder Leerkracht
Behandelaar Intake SDQ/Spsy, KIDSCREEN SDQ/Spsy HoNOSCA Begin behandeling SDQ/Spsy, KIDSCREEN SDQ/Spsy HoNOSCA Max 6 maanden na begin behandeling SDQ/Spsy, KIDSCREEN SDQ/Spsy HoNOSCA

18 ROM op een rij Routine Outcome Monitoring (ROM) is een methode om het effect van de geleverde zorg inzichtelijk te maken, te evalueren en te verbeteren. In de praktijk wordt ROM toegepast door middel van één of enkele vragenlijsten, die tenminste aan het begin en aan het einde van een behandeling wordt afgenomen. Bij de toepassing van ROM binnen GGz Centraal is uitgangspunt: - ROM is een standaard onderdeel van elk behandelprogramma van GGz Centraal. Dit proces is beschreven en wordt periodiek geëvalueerd. - De uitkomsten van de ROM worden besproken met de cliënt en het behandelteam. - Er wordt per DBC minimaal een geldige voor- en nameting gehouden.

19 Instrumentarium SDQ/Spsy ernst van de problematiek of klachtenbeloop ingevuld door jongere, ouders, leerkracht Honosca dagelijks functioneren en impact probleemgebieden ingevuld door behandelaar Kidscreen kwaliteit van leven ingevuld door jongere, ouders

20 Aanmelding - intake Aangepaste brieven aan ouders met informatie en inlogcodes voor beide ouders, jongere en leerkracht Bij/na intake vult sturend behandelaar digitaal Honosca in (EPD kind: modules->webintegratie >weblink>Roqua) Digitale vragenlijsten ingevuld door ouders, jongere en leerkracht zijn eveneens in te zien op item en schaal niveau en in grafiek Terugkoppeling hiervan aan ouders/jongere (bv in adviesgesprek na intake) en team bij intakebespreking Met ouders bespreken dat er meerdere metingen volgen gedurende de behandeling (motiveren).

21 Rom metingen en DBC Eisen van de zorgverzekeraars
Per DBC (dus per 12 maanden) minimaal 2 metingen Met hetzelfde instrument Door dezelfde informant (code) Eerste meting binnen 3 maanden van eerste behandelcontact Laatste meting binnen 3 maanden van laatste behandelcontact (nog) Geen diagnostiek DBC’s

22 Feedback gespreksmomenten
De kracht zit in het feedback gesprek van de behandelaar met de pt (ouders/jongere) bij de evaluatiemomenten. Bij intake: samen met pt de aard en ernst van de problemen in kaart brengen en bepalen met welke doelen welke behandeling ingezet gaat worden. Bij tussenevaluatie: samen met pt evalueren van bereikte resultaten, beoordelen of deze goed genoeg zijn en bepalen waar komende periode nog aan gewerkt moet worden. Bij eindevaluatie en afsluiting: samen met de pt evalueren van bereikte resultaten en beoordelen of deze goed genoeg zijn. Indien wenselijk samen bepalen met welke doelen welke vervolghulp ingezet gaat worden.

23 Oplossingsgericht feedback gesprek (1)
Herkennen - Zijn de uitkomsten te plaatsen? Uit de lijst komt naar voren dat…Herkent u dat? Bij evaluatie: verschillen 1e en 2e metingen bepalen… herkent u de verschillen (toename / afname)? Begrijpen Kunnen we ze verklaren? Erkenning geven (hoe heeft u dat zolang kunnen volhouden?). Doorvragen naar situaties (wanneer/hoe, uitzonderingen en hulpbronnen & krachten). Bij evaluatie verschillen 1e en 2e meting bepalen: wat gaat er nu anders?)

24 Oplossingsgericht feedback gesprek (2)
Waarderen Vinden we ze goed genoeg? Wat betekenen deze uitkomsten voor u en uw kind? Schaalvragen stellen (op een schaal van 0-10, waar zit u nu?) Handelen Zijn er verbeteracties nodig? Zo ja: doelen stellen. Wat zou er anders zijn als deze doelen gehaald zijn? Concrete afspraken maken over het bereiken hiervan. Zo nee: kan behandeling afgesloten worden?

25 Wat verwacht onze doelgroep van ons?
Snel de juiste hulp Effectieve behandeling bij ontwikkelingsproblemen Zo kort als mogelijk Zo lang als nodig Evaluatie cyclus en ROM helpen hierbij!

26 ROM Een praktijkcasus

27 Introductie Intake mei 2012: E is bijna 9 jaar.
Van in behandeling geweest bij FAL, PDD-nos vastgesteld. Cluster-IV onderwijs en ESM-indicatie. Imponeert zowel op cognitief als op sociaal-emotioneel gebied op een lager dan gemiddeld niveau te functioneren. Heeft logopedie. E spreekt niet buitenshuis. Met leeftijdsgenoten en bij logopedie heel zacht. Taalbegrip laat een achterstand zien. Thuis bepalend gedrag, agressieve en boze buien. In contacten angstig, veel moeite met drukke kinderen. Sensorische gevoeligheden, onder andere aanraking. Voorheen zwakke weerstand. Dit gaat nu beter. Nog wel doorslaapproblemen.

28 Eerste meting ROM Juni 2012: - SPsy 1e ouder SPsy 2e ouder
Kidscreen 1e ouder Kidscreen 2e ouder September 2012: SPsy leerkracht Oktober 2012 (AVG na diagnostiek): - HoNOSCA

29 SPsy Schaal 1e ouder 2e ouder Leerkracht Emotionele problemen Klinisch
Gedrags-problemen Grenswaarde Niet-klinisch Hyperactiviteit/ aandachtstekort Sociale problemen Prosociaal gedrag Eetstoornissen Zelfdestructief gedrag Psychotische kenmerken Somscore SDQ Impactscore

30 Psychosociale problemen (thuis)/ difficulties
Veel zorgen, buikpijn/hoofdpijn, ongelukkig/ in de put/ in tranen, zenuwachtig in nieuwe situaties, angstig. Driftig, redelijk gehoorzaam Op zichzelf, wordt niet snel aardig gevonden Niet behulpzaam, deelt niet gemakkelijk Moeilijkheden hebben een duidelijk effect op het dagelijkse leven School: - Snel bang

31 Sterke kanten Op school voldoende concentratie, geen gedragsproblemen (voldoende gehoorzaam), geen sociale problemen en ook prosociaal gedrag. Geen bijzondere concentratieproblemen of impulsiviteit/hyperactiviteit in thuissituatie.

32 KIDSCREEN Schaal 1e en 2e ouder Lichamelijke activiteit en gezondheid
Zeer laag Gevoelens en zelfbeeld Gemiddeld Familie en vrije tijd Vrienden School en leren

33 Kwaliteit van leven: E heeft weinig energie, redelijke gezondheid
Geen eenzaamheid, geen somberheid, voldoende tevreden Voelt zich voldoende gewaardeerd en gehoord door ouders, voldoende mogelijkheden voor vrije tijd. Nauwelijks goede vrienden. Enige moeite met opletten en overweg kunnen met leerkrachten.

34 Behandeling Behandeling gericht op angst, met name rond het spreken, aangezien dit ook haar ontwikkeling op sociaal-emotioneel gebied belemmert. Start met ‘ Spreekt voor zich’. Later ook bredere CGT gericht op angst voor spinnen.

35 Evaluaties: Spsy ouder
Schaal Juni 2012 Maart 2013 November 2013 Emotionele problemen Klinisch Gedragsproblemen Grenswaarde Niet-klinisch Hyperactiviteit/aandachtstekort Sociale problemen Prosociaal gedrag Eetstoornissen Zelfdestructief gedrag Psychotische kenmerken Somscore SDQ Impactscore

36 Gaandeweg meer behulpzaam, wordt meer aardig gevonden door andere kinderen
Meer gehoorzaam, wel nog driftbuien. Angsten blijven, ook in nieuwe situaties. Dit blijft een flinke impact hebben in het dagelijkse leven.

37 Evaluaties: Spsy lkr Schaal September 2013 Emotionele problemen
Klinisch Niet-klinisch Gedragsproblemen Hyperactiviteit/aandachtstekort Sociale problemen Prosociaal gedrag Eetstoornissen Zelfdestructief gedrag Psychotische kenmerken Somscore SDQ Impactscore

38 Evaluaties: KIDSCREEN
Schaal Juni 2012 November 2013 Lichamelijke activiteit en gezondheid Zeer laag Laag Gevoelens en zelfbeeld Gemiddeld Familie en vrije tijd Goed Vrienden School en leren

39 Nog steeds redelijke gezondheid en matig energielevel.
Soms eenzaam, wel redelijk tevreden. Voldoende tijd voor zichzelf en ouders hebben veel tijd voor haar. Meer tijd met vrienden, meer plezier meer vrienden Betere concentratie, beter overweg kunnen met leerkrachten.

40 Evaluaties: HoNOSCA Meetmoment Somscore Score 3 of hoger Oktober 2012
17 Schaal 5, 9, 10 Mei 2013 22 Schaal 5, 8, 9, 10, 12 Oktober 2013 15 Schaal 5, 8, 9


Download ppt "ROM in de kinder en jeugd psychiatrie"

Verwante presentaties


Ads door Google