De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De inhoud van dit thema:

Verwante presentaties


Presentatie over: "De inhoud van dit thema:"— Transcript van de presentatie:

1 De inhoud van dit thema:
1.2 Problemen in de samenleving 1.3 Persoonlijke ontplooiing 1.4 Maatschappelijke ontplooiing 1.5 Multiculturele samenleving en mondialisering 1.6 Samenlevingsopbouw 1.7 Tips voor de praktijk 1-1

2 Problemen in de samenleving:
• het onderscheid tussen sociale en maatschappelijke kwesties • verharding van het sociale leven • individualisering • armoede • de taak van het sociaal-cultureel werk 1-2

3 Voorwaarden voor een optimale persoonlijke ontwikkeling:
• een juiste stimulering tijdens de opvoeding • voldoende scholing • voldoende mogelijkheden om eigen kwaliteiten te ontwikkelen • positief rolmodel • voldoende financiële middelen • een goede maatschappelijke positie • de taak van het sociaal-cultureel werk 1-3

4 Voor een zinvolle bijdrage aan de samenleving moet je:
• voldoende liefde ervaren (hebben) en geven • je voldoende zinvol sociaal betrokken voelen en zijn • voldoende tevreden zijn met je werk/tijdsbesteding • voldoende financiële mogelijkheden hebben 1-4 4

5 Multiculturele samenleving en mondialisering:
• multiculturele en monoculturele opvoeding • sociaal-economische positie van allochtonen • mondialisering • integratie • de taak van het sociaal cultureel werk 1-5

6 Samenlevingsopbouw: • samenleving • samenlevingsopbouw
• de taak van het sociaal cultureel werk 1-6

7 Invloeden op de samenleving:
• demografie • religie • cultuur • maatschappelijke klassen • wereldpolitiek • landelijke politiek • economie en welvaart 1-7

8 De inhoud van dit thema:
2.2 Doelstelling sociaal-cultureel werk 2.3 Het aanbod van het sociaal-cultureel werk 2.4 Aanbodgericht, vraaggericht of vraaggestuurd? 2.5 Vraagsturing in het welzijnswerk 2.6 Maatschappelijk ondernemerschap 2.7 Van vraag naar aanbod 2.8 Valkuilen 2.9 Andere manieren van financiering 2-1

9 Het sociaal-cultureel werk:
• biedt ondersteuning • aan (groepen van) mensen • bij hun deelname aan de samenleving 2-2

10 De ontwikkeling van het sociaal (cultureel) werk:
• armoedebestrijding • club- en buurthuiswerk • sociaal-cultureel werk 2-3

11 Het dienstenpakket: • aanbodgericht • vraaggericht • vraaggestuurd
• vraaggericht of vraaggestuurd 2-4

12 Vraagsturing in het welzijnswerk:
• de relatie burger - overheid • de relatie overheid - welzijnswerk • de relatie welzijnswerk - burger 2-5

13 Het proces van beleidsgestuurde outputfinanciering
1 vaststellen van gemeentelijke beleidsdoelstellingen 2 analyse van vraag en aanbod 3 formuleren van opdrachten aan welzijnsorganisatie 4 offerte door welzijnsorganisatie 5 beoordeling van offerte door gemeente 6 opstellen van contract 7 uitvoering van het contract 8 relatie opdrachtgever-opdrachtnemer 9 meten en rapporteren 10 evaluatie en subsidievaststelling 2-6

14 Financiering van sociaal-cultureel werk:
• fondsen • sponsoring • aanbesteding 2-7

15 De inhoud van dit thema:
3.2 Activiteiten, projecten en programma’s 3.3 Projecten sociale samenhang 3.4 Projecten maatschappelijke participatie 3.5 Projecten ondersteuning, informatie en advies 3-1

16 Activiteiten, projecten of programma’s:
• soorten en doelen • een keuze maken 3-2

17 Een bespreking van projecten en programma’s ingedeeld naar:
• sociale samenhang • maatschappelijke participatie • ondersteuning, informatie en advies 3-3

18 Projecten sociale samenhang:
• Krachtwijken • Jong en Oud Interactief (JOIN) • Maatjes Clup • Doe mee in je buurt • Buurtvader- en buurtmoederprojecten 3-4

19 Projecten ondersteuning, informatie en advies:
• programma’s ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning • projecten voor jongeren • projecten voor volwassenen • projecten voor ouderen 3-5

20 Programma’s ontwikkelingsondersteuning:
• kindvolgsystemen • VVE-programma’s • overdrachtsformulieren • themadozen • taalstimuleringsprogramma’s • programma’s voor oudere kinderen en tieners 3-6

21 Programma’s opvoedingsondersteuning:
• gezinsgerichte programma’s • oudercursussen • oudertrainingen 3-7

22 De inhoud van dit thema:
4.2 De methodische cyclus 4.3 Projectmatig werken 4-1

23 De methodische cyclus:
• beginsituatie vaststellen • probleem of specifieke vraag formuleren • doel formuleren • een plan maken en uitvoeren • acties en activiteiten evalueren en bijstellen 4-2

24 Probleem of specifieke vraag formuleren:
• informatie ordenen • analyseren • formuleren 4-3

25 Projectmatig werken in vier fasen:
1 de oriëntatiefase 2 voorwaardenscheppende fase 3 de uitvoering 4 de evaluatie 4-4

26 Beslismomenten: 1 oriëntatiefase: heeft een project kans van slagen en starten we het project daadwerkelijk 2 voorwaardenscheppende fase: gaan alle partijen akkoord met het projectplan en is er financiering voor 3 uitvoering: er kunnen verschillende beslismomenten opgenomen zijn voor de uitvoering; bijvoorbeeld na de eerste week van de vakantieactiviteiten, na een belangrijke bijeenkomst met de doelgroep, na een belangrijk onderzoek 4 evaluatie en afronding: is het project geslaagd en wat zijn de aanbevelingen 4-5

27 De inhoud van dit thema:
5.2 Het maken van een plan van aanpak 5.3 Signaleren van een probleem … en dan? 5.4 Omzetten van outputafspraken naar een uitvoeringsplan 5.5 De activiteitenmap 5-1

28 Het maken van een plan van aanpak:
1 oriëntatie 2 analyseren 3 strategie bepalen 4 uitvoeren 5 evalueren 5-2

29 De activiteitenmap: • aandachtspunten bij het samenstellen van de activiteitenmap • de indeling van een activiteitenmap 5-3

30 Indeling van een activiteitenmap:
• voorkant • wijzigingen • inhoudsopgave • gebruiksaanwijzing • evaluatieformulier • activiteiten in rubrieken 5-4

31 De inhoud van dit thema:
6.2 De groep 6.3 Groepscohesie en groepsstructuur 6.4 Het groepsproces 6.5 Invloeden op het groepsproces 6.6 De rol van de begeleider in het groepsproces 6-1

32 Een goede groep: een groep waarin alle groepsleden het prettig vinden om bij elkaar te zijn en samen activiteiten te doen 6-2

33 Drie belangrijke groepsverschijnselen:
groepscohesie: de samenhang van de groep groepsstructuur: de opbouw van de groep groepsproces: het proces dat zich afspeelt als groepsleden samen optrekken 6-3

34 De vijf fasen van het groepsproces:
1 verkennen 2 accepteren van de situatie en aangaan van relaties 3 bijdragen aan het groepsproces en een eigen plek creëren 4 zich afwenden van de groep 5 afscheid nemen van de groep 6-4

35 Verkennen is: • kennismaken met de begeleiders en de andere groepsleden • leren hoe het toegaat op de groep • verkennen van de ruimte, de materialen en de mogelijke activiteiten • de eerste contacten leggen met groepsgenoten 6-5

36 Behoeften die bevredigd moeten worden:
primaire behoeften: • voedsel • warmte • verzorging hogere behoeften: • respect en waardering • zelfstandigheid • ontwikkeling van de eigen talenten • een positief zelfbeeld 6-6

37 Invloeden op het groepsproces:
• individuele groepsleden en de groep • invloedrijke gebeurtenissen 6-7

38 Gebeurtenissen die invloed hebben op het groepsproces:
• ruziemaken • pesten • subgroepvorming • ziekte en dood 6-8

39 Functies van ruziemaken:
• verkennen van grenzen • spelen met macht • conflicten oplossen • zichzelf verdedigen • gevoelens uiten • aandacht vragen 6-9

40 De inhoud van dit thema:
7.2 Probleemoplossing 7.3 Technieken voor het oplossen van problemen 7.4 Gespreksvaardigheden 7-1

41 De zes fasen van probleemoplossing:
1 probleemdefinitie, doel en plan van aanpak vaststellen 2 systematisch verzamelen van informatie 3 het trekken van voorlopige conclusies 4 voorbereiden van het gesprek 5 bespreking van de signalen en problemen 6 evalueren van de aanpak 7-2

42 Probleemdefinitie, doel en plan van aanpak:
• de aanpak 7-3

43 Bespreking van de signalen en problemen:
• opening van het gesprek • bespreking • afronding met afspraken • aandachtspunten 7-4

44 Evalueren van de aanpak:
• vaststellen van de evaluatiecriteria • vaststellen van de evaluatiemomenten • evalueren van het proces van probleemoplossing 7-5

45 Technieken en methoden voor het oplossen van problemen:
• besluitvorming • brainstormen • mindmapping • onderhandelen 7-6

46 Besluitvorming: • besluitvormingsproces
• aandachtspunten bij de besluitvorming • soorten besluiten 7-7

47 Gespreksvaardigheden:
• actief luisteren • non-verbale houding • vragen stellen • samenvatten • concretiseren • reflectie van gevoel • reguleren 7-8

48 Vragen stellen: • open vragen • gesloten vragen • brede vragen
• dieptevragen • doorvragen • waarom-vragen • nieuwe vragen • suggestieve vragen 7-9

49 Reguleren: • openen • gespreksdoelen vaststellen
• gesprekspunten vaststellen • beschikbare tijd noemen • terugkoppelen naar begindoelen • samenvatten • vragen stellen die sturing geven • hardop denken • afsluiten 7-10

50 De inhoud van dit thema:
8.2 Invloeden op het opvoeden 8.3 Wat is opvoeden? 8.4 Basisregels opvoeden 8.5 Opvoedmiddelen en opvoedstijlen 8.6 Opvoeden in verschillende culturen 8.7 Veel voorkomende opvoedingsproblemen en de aanpak 8.8 Opvoedingsvaardigheden 8.9 De rol van televisie en computer bij het opvoeden 8-1 50

51 Invloeden op je manier van opvoeden:
• ideeën, wensen en idealen • je persoonlijkheid • je eigen opvoeding • de samenleving • lezen, praten en voorbeelden zien 8-2

52 Invloeden op je manier van opvoeden:
sturen: leiding geven en grenzen stellen: • veiligheid bieden • consequent zijn • reageren op storend gedrag • ouder-kind grens aangeven steunen: bij de hand nemen en geven wat nodig is: • aandacht • begrip • geduldig zijn stimuleren:aanmoedigen zich te ontwikkelen: • ruimte bieden • een boeiende omgeving bieden structureren: regels en routines overdragen en handhaven: • praten en uitleggen • onderhandelingsruimte geven 8-3

53 Opvoeden is: • het verzorgen, grootbrengen en vormen van kinderen
• door het bieden van structuur, het steunen en stimuleren van de sociaal-affectieve, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling en het sturen van gedrag • negatief gedrag wordt daarbij zoveel mogelijk genegeerd en positief gedrag beloond 8-4

54 Opvoedmiddelen: een gesprek voeren/uitleg geven • een regel stellen
• afspraak maken • orde handhaven • actief luisteren • ik-boodschap gebruiken • belonen • negeren • straffen 8-5

55 Opvoedstijlen: • autoritatieve • autoritaire
• permissieve/ laissez-faire • verwaarlozende 8-6

56 Opvoeden in verschillende culturen:
• Turkse en Marokkaanse opvoeding • Kaapverdiaanse opvoeding • Antilliaanse en Arubaanse opvoeding • Hindoestaanse opvoeding • afsluitend 8-7

57 Opvoedingsproblemen en de aanpak:
• liegen • ongehoorzaamheid • machtsstrijdjes • jaloezie • druk gedrag • agressief en antisociaal gedrag • contactproblemen 8-8

58 Opvoedingsvaardigheden:
• motiveren en stimuleren • sfeer maken • omgaan met gevoelens • zelfredzaamheid stimuleren • kinderparticipatie • structuur bieden • regulerend optreden 8-9

59 Structuur bied je door:
• een goede inrichting van de ruimte • de overdracht van waarden en normen • vaste regels en rituelen • opvoedmethoden en opvoedtechnieken • vaste begeleiders 8-10

60 Methoden om gedrag te reguleren:
• kinderen leren zelf problemen op te lossen • schildpadmethode • time-out 8-11

61 De inhoud van dit thema:
9.2 Activerend wijkonderzoek 9.3 Panels en cliëntenraden 9.4 Outreachend werken 9.5 Omgaan met diversiteit 9.6 Open en gesloten activiteiten 9-1

62 Omgaan met diversiteit:
• formulering van beleid • draagvlak binnen de organisatie • nieuwe samenwerkingsrelaties • vaardigheden van de professionals 9-2

63 De inhoud van dit thema:
10.2 Open en gesloten systemen 10.3 Netwerken 10.4 Het opbouwen en onderhouden van netwerkrelaties 10.5 De sociale kaart 10-1

64 Netwerken: • wat is netwerken? • het doel van netwerken
• voorwaarden aan een netwerk • als het netwerk niet meer functioneert • netwerken als sociaal-cultureel werker • de taken van de sociaal-cultureel werker in een netwerk 10-2

65 Netwerken: Een netwerk:
het aangaan en onderhouden van relaties die op de een of andere manier betekenis kunnen hebben voor een individu, een groep of (sub)systeem Een netwerk: een groep mensen of organisaties die met elkaar verbonden is en/of samenwerkt 10-3

66 Voorwaarden aan een netwerk:
• relaties opbouwen en onderhouden • doelgerichtheid • doelmatigheid • positieve inzet • goede afspraken 10-4

67 Het opbouwen en onderhouden van netwerkrelaties:
• het opbouwen van vertrouwen • problemen en oplossingen in het netwerk 10-5

68 De sociale kaart: • wat is een sociale kaart
• functie van de sociale kaart • samenstellen van de sociale kaart • gebruiken van de sociale kaart 10-6

69 Gegevens voor de sociale kaart:
• naam van de instelling • werkgebied • werkwijze • adres en telefoonnummer • website en adres • bereikbaarheid • kosten 10-7

70 Voorwaarden voor toepassing sociale kaart:
• vraagstelling moet duidelijk zijn • weten welke informatie je zoekt • eventueel alternatieven onderzoeken • vraagstelling en informatie checken • informatie doorgeven aan de cliënt 10-8

71 De inhoud van dit thema:
11.2 Positie en functie van het vrijwilligerswerk 11.3 Visie op en beleid voor vrijwilligerswerk 11.4 Werkwijze 11.5 Regels en regelingen 11.6 Het werven van vrijwilligers en de introductie 11.7 De begeleiding 11.8 De tevredenheid van vrijwilligers onderzoeken 11.9 Algemene tips voor de begeleiding 11-1

72 Werkwijze: • twee soorten vrijwilligers • plaats in de organisatie
• inspraak • klachten • het werken met vrijwilligers samengevat 11-2

73 Regels en regelingen voor vrijwilligers:
• vergoedingen • verzekeringen • alcohol en roken • regels, afspraken en protocollen • het vrijwilligerscontract • ondersteuning 11-3

74 Organisaties die ondersteuning bieden:
• vrijwilligerscentrale of vrijwilligerssteunpunt • mantelzorgorganisaties • landelijke organisaties 11-4

75 Werven en selecteren van vrijwilligers:
• werven van vrijwilligers • selecteren van vrijwilligers • introductie van nieuwe vrijwilligers 11-5

76 Het werven van vrijwilligers:
• vrijwilligerscentrale • mond op mond reclame • adverteren 11-6

77 Selecteren van vrijwilligers:
• functieomschrijving, taakomschrijving en profiel • selectiecriteria • het sollicitatiegesprek • aannemen van de vrijwilliger • afwijzen • introductie 11-7

78 Begeleiding: • het begrip begeleiden
• de begeleidingstaken van een sociaal-cultureel werker • begeleidingsstijlen • begeleidingsmethoden 11-8

79 Begeleiden is: het geheel van activiteiten en handelingen dat je
beroepsmatig, bedoeld en bewust uitvoert om een vrijwilliger te helpen zijn functie goed uit te oefenen 11-9

80 Begeleidingsstijlen:
• sturend • ondersteunend • laissez-faire (laat gaan) 11-10

81 Begeleidingsmethoden:
• individuele begeleiding • groepsbegeleiding • coachen • zelfsturing • competentiegericht begeleiden • trainingen, opleidingen, cursussen en themabijeenkomsten 11-11

82 De inhoud van dit thema:
12.2 Begripsvorming kunst en cultuur 12.3 Kunstzinnige ontwikkeling van kinderen 12.4 Indeling van activiteiten 12.5 Verschillende soorten activiteiten 12.6 De rol van de sociaal-cultureel werker 12.7 Programmeren van activiteiten 12-1

83 Kunstzinnige ontwikkeling van kinderen:
• de presymbolische fase (0 tot 2 jaar) • de symbolische fase (3 tot 4 jaar) • schematisch werken (5 tot 7 jaar) • de fase van regelsystemen (8 tot 14 jaar) • de metacognitieve fase (vanaf 15 jaar) 12-2

84 Indeling activiteiten naar:
• doel • frequentie 12-3

85 Frequentie van activiteiten:
• eenmalige activiteiten • projectmatige activiteiten • cursorische activiteiten 12-4

86 Verschillende soorten activiteiten:
• schilderen en tekenen • fotografie • driedimensionaal werken • textiel maken of bewerken • drama • muziek • dans • multimedia • taal • cross-over 12-5

87 De rol van de sociaal-cultureel werker:
• zelf creatieve of culturele activiteiten voorbereiden, uitvoeren en evalueren • samenwerken met anderen in voorbereiding en/of uitvoering en evaluatie • belangrijke aandachtspunten in de samenwerking 12-6

88 Programmeren van een grootschalige activiteit, enkele praktische tips:
• doelstelling • organisatie • doelgroep • plaats en tijdstip van het festival • financiën • vergunningen en verzekeringen • het afsluiten van contracten • publiciteit • klussen 12-7

89 De inhoud van dit thema:
13.2 Functie van recreatie en ontmoeting 13.3 Frequentie van activiteiten 13.4 Onderzoeken van behoeften en interesses 13.5 Organiseren van activiteiten 13.6 Jouw rol als sociaal-cultureel werker 13-1

90 Mensen recreëren voor:
• ontmoeting • ontspanning of juist spanning • vermaak • interesse • ontplooiing (geestelijk of fysiek) • kickervaringen (grenzen verleggen) 13-2

91 Frequentie van activiteiten:
• dagelijkse activiteiten • wekelijkse activiteiten • cursorische activiteiten • incidentele activiteiten of festiviteiten 13-3

92 Onderzoeken van behoeften en interesses:
• kwalitatief onderzoek • kwantitatief onderzoek 13-4

93 Jouw rol als sociaal-cultureel werker:
• competenties • samenwerking met vrijwilligers 13-5

94 De inhoud van dit thema:
14.2 Kenmerken en belang van sport en spel 14.3 Functie van sport en spel 14.4 Frequentie van activiteiten 14.5 Verschillende soorten activiteiten 14.6 Organiseren van sport- en spelactiviteiten 14.7 De rol van de sociaal-cultureel werker 14.8 Speciale projecten rond sport en spel 14-1

95 Frequentie van activiteiten:
• dagelijkse activiteiten • projectmatige activiteiten • cursorische activiteiten • incidentele activiteiten of festiviteiten 14-2

96 Verschillende soorten activiteiten:
• spelactiviteiten • sportactiviteiten 14-3

97 Organiseren van sport- en spelactiviteiten:
• analyse van de beginsituatie • planning • realisatie • evaluatie 14-4

98 De rol van de sociaal-cultureel werker:
• zelf uitvoeren van activiteiten • samenwerken met anderen • makelaar tussen vraag en aanbod 14-5

99 De inhoud van dit thema:
15.2 Wat verstaan we onder educatie en ondersteuning? 15.3 Educatieve activiteiten 15.4 Burgerschapsvorming; cursussen voor allochtonen 15.5 Alfabetisering 15.6 Informatie en advies; gezondheidsvoorlichting 15.7 Activiteiten sociale dienstverlening 15-1

100 Educatie: het vergroten van kennis en het stimuleren van de
persoonlijke ontwikkeling van de cliënt of van de ontwikkeling van groepen cliënten 15-2

101 Educatieve activiteiten:
• computercursussen • taalcursussen • activiteiten opzetten • vergadercursussen • cursussen voor vrijwilligers 15-3

102 Burgerschapsvorming; cursussen voor allochtonen:
• het begrip allochtoon • werken met allochtonen • cursussen voor allochtonen 15-4

103 Integratie: het uitwisselen van identiteiten tussen verschillende
groeperingen om te komen tot een situatie waarin wederzijdse acceptatie ontstaat 15-5

104 Sociale integratie: het proces van samenwerken tussen individuen en
groeperingen van verschillende afkomst of oorsprong in een buurt waardoor zij opgenomen worden in het grotere geheel van de samenleving 15-6

105 Alfabetisering: • wat is alfabetisering?
• het herkennen van laaggeletterdheid en analfabetisme • educatie en alfabetisering • alfabetisme en de actualiteit 15-7

106 Activiteiten sociale dienstverlening:
• sociale dienstverlening en de sociaal-cultureel werker • administratieve ondersteuning • schuldsanering • klussendiensten 15-8

107 De inhoud van dit thema:
16.2 Waarom blijven leren? 16.3 In de praktijk 16.4 Evalueren 16.5 Reflectie 16.6 Intervisie 16.7 Intercollegiale consultatie 16.8 Supervisie 16-1

108 Evalueren: het vaststellen en beoordelen van acties of activiteiten
om op basis van dat oordeel conclusies voor het vervolgtraject te trekken 16-2

109 Evalueren: • waarom evalueren • wanneer evalueren
• werkvormen voor de evaluatie 16-3

110 Informatie verzamelen om te evalueren:
• reflectiewandeling • barometer • grafiek • foto’s • kernvragen • vragenlijst • smiley • rode draad 16-4

111 Reflectie: • wat is reflectie • zelfreflectie met het reflectiemodel
16-5

112 Intervisie: • een methode om intervisie vorm te geven
• de intervisiegroep 16-6

113 De inhoud van dit thema:
17.2 Beleidsontwikkeling 17.3 Niveaus van beleid 17.4 Soorten beleid 17.5 De beleidscyclus 17.6 Bijdragen aan beleidsontwikkeling; taken en verantwoordelijkheden 17.7 Kwaliteitszorg 17.8 Vakkennis en vaardigheden bijhouden en toepassen 17.9 Rapporteren 17.10 Samenwerken 17-1

114 Beleidsontwikkeling is:
• vaststellen van doelen • aangeven hoe die doelen bereikt kunnen worden 17-2

115 Arbeidorganisatie: een samenwerkingsverband waarin de leden betaald
worden voor hun werk 17-3

116 Niveaus van beleid: • strategisch beleid • tactisch beleid
• operationeel beleid 17-4

117 Soorten beleid: • algemeen beleid • productie/dienstverleningsbeleid
• personeelsbeleid • financieel beleid • marketingbeleid • communicatiebeleid 17-5

118 De beleidscyclus: • voorbereiding beleidsplan
• vaststelling van beleid • uitvoering van beleid • evaluatie van beleid 17-6

119 Voorbereiding beleidsplan:
• analyse van de organisatie • omgevingsanalyse • SWOT-analyse 17-7 119

120 Een omgevingsanalyse volgens de PEST-methode is een analyse van:
• politieke ontwikkelingen • economische ontwikkelingen • sociaal-culturele ontwikkelingen • technische ontwikkelingen 17-8

121 Een SWOT-analyse is een analyse van:
strengths: sterkten van de eigen organisatie weaknesses: zwakten van de eigen organisatie opportunities: kansen die de maatschappelijke ontwikkelingen bieden voor de organisatie threats: bedreigingen voor de organisatie die uit de maatschappelijke ontwikkelingen voortvloeien 17-9 121

122 Een beleidsplan: • gaat uit van de huidige situatie binnen de organisatie • is afgestemd op de ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie • geeft richting aan de koers van de organisatie • kan worden vertaald in concrete activiteiten • wordt gedragen door alle geledingen binnen de organisatie 17-10

123 Bijdragen aan beleidsontwikkeling; taken en verantwoordelijkheden:
• productie-/dienstverleningsbeleid • personeelsbeleid • financieel beleid • marketingbeleid • communicatiebeleid 17-11

124 Kwaliteitszorg: • wat is kwaliteitszorg
• de kwaliteitscirkel van Deming • HKZ 17-12

125 Voorwaarden voor samenwerking in een netwerk:
duidelijkheid over het doel van de samenwerking acceptatie van ieders deskundigheid bereidheid om de werkzaamheden op elkaar af te stemmen coördinatie 17-13

126 De inhoud van dit thema:
18.2 Wat is marketing? 18.3 Marketing en sociaal-cultureel werk 18.4 Marketingbeleid 18.5 Marketingdoelen 18.6 Marketingstrategie 18.7 De marketingmix 18.8 Public relations 18.9 PR-activiteiten 18-1

127 Marketing: • alle activiteiten
• gericht op het optimaal afzetten van producten en diensten • door bij het aanbod van de producten en diensten zo goed mogelijk rekening te houden met de behoeften en specifieke wensen van de (potentiële) afnemers 18-2

128 Fasen marketingplan: analyse van de kansen en bedreigingen
onderzoek en selectie van de doelen definitie van de marketingstrategie planning van het marketingprogramma organisatie en implementatie van het marketingprogramma meting en evaluatie van de resultaten en eventueel herdefinitie van de doelen 18-3

129 De marketingmix: product prijs plaats promotie personeel 18-4

130 De levenscyclus van een product kent vijf fasen:
introductiefase groeifase rijpheidsfase verzadigingsfase neergangsfase 18-5

131 Public relations: • het stelselmatig bevorderen
• van wederzijds begrip • tussen een organisatie en haar publieksgroepen 18-6

132 PR-activiteiten: • huisstijl • interne communicatie
• externe communicatie • protocol 18-7

133 De inhoud van dit thema:
19.2 Financiën 19.3 Registratie en administratie 19.4 Archiveren 19-1

134 Financiën: • inkomsten en uitgaven • begroten • budgetteren
• boekhouden • verantwoordelijkheden en bevoegdheden 19-2

135 Inkomsten buurthuizen:
• bijdragen van deelnemers • subsidies van gemeenten • eventuele giften en sponsorgelden • subsidies van fondsen 19-3

136 Begroten: • functies van begroten • externe begroting
• interne begroting • begroting van een activiteit 19-4

137 Functies van een begroting:
• het toekennen van budgetten aan verschillende activiteiten, werkeenheden en kostenposten (bijvoorbeeld personeel) • inzage geven in de financiering • vergelijkingen mogelijk maken tussen verschillende activiteiten, werkeenheden en over verschillende jaren • keuzes kunnen maken voor het beleid op basis van de inkomsten en uitgaven; prioriteiten stellen bijvoorbeeld • het bewaken van de inkomsten en uitgaven 19-5

138 Boekhouden: • boekhoudkundige begrippen • een kasboek bijhouden 19-6

139 Registratie en administratie:
• administreren algemeen • financiële gegevens • kind- en oudergegevens buitenschoolse opvang • gegevens deelnemers buurthuizen • interne gegevens • Wet bescherming persoonsgegevens 19-7

140 Administreren houdt in:
• het boeken (registreren) van gegevens • verspreiden van gegevens • archiveren van gegevens • wegdoen of vernietigen van gegevens 19-8

141 Redenen voor het bewaren en registreren van gegevens:
• vastleggen van persoonsgegevens medewerkers en ouders • voldoen aan wettelijke vereisten • vastleggen van beleid, afspraken en werkwijzen • ontwikkelingen van kinderen kunnen volgen • verantwoording afleggen en controle mogelijk maken • bewijzen vastleggen • historie vastleggen 19-9

142 Kindgegevens: • persoonsgegevens en bijzonderheden over de kinderen
• overdrachtsgegevens • gegevens over de ontwikkeling • verantwoordelijkheden van de assistent-leidinggevende 19-10

143 Persoonsgegevens en bijzonderheden:
• inschrijfformulier • plaatsingsformulier • intakeformulier • kennismakingsformulier 19-11

144 Interne gegevens: • beleidsplannen en uitvoeringsplannen
• inhoudelijke verslagen, registraties en rapporten • overige administratie en beheer • PR-materiaal • verantwoordelijkheden van de sociaal-cultureel werker 19-12

145 Overige administratie en beheer:
• inkomende en uitgaande post, , fax en telefoon • voorraadlijsten en bestellijsten • vakliteratuur • werkroosters • presentielijsten van kinderen en deelnemers • verzekeringen en garantiebewijzen • PR-materiaal 19-13

146 Archiveren: • het archief • het bewaarprotocol 19-14

147 Inhoud bewaarprotocol:
• welke gegevens blijven bewaard • de bewaarperiode per soort gegevens • hoe worden ze bewaard • waar worden ze bewaard • door wie worden ze beheerd 19-15

148 De inhoud van dit thema:
20.2 Beheerstaken algemeen 20.3 Inventaris- en voorraadlijsten 20.4 Onderhoud 20.5 Milieuzorg 20.6 Veiligheid en gezondheid 20-1

149 Beheerstaken: • het belang van procedures en afstemming
• procedures en regels • verzekeringen • taakverdeling 20-2

150 Werkprocedures zorgen voor:
• duidelijkheid • constante kwaliteit • coördinatie en afstemming • veiligheid 20-3

151 Procedures en regels: • openstelling en sleutelbeheer • veiligheid
• openbare en gesloten ruimten • afstemmen van werk op elkaar • taakverdeling 20-4

152 Verzekeringen: • opstalverzekering • inboedelverzekering
• glasverzekering • bedrijfsschadeverzekering • aansprakelijkheidsverzekering • geldverzekering • autoverzekering • inzittendenverzekering • rechtsbijstandsverzekering 20-5

153 Milieuzorg: • wetten • energie- en waterbesparing • afvalverwerking
• het invoeren van milieumaatregelen 20-6

154 Veiligheid en gezondheid:
• risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) • Warenwet en hygiënecode • gezondheidsmanagement • veiligheidsmanagement • leren omgaan met gevaren • vergiftiging • Arboregels • alcohol en roken 20-7 154

155 Alcohol en roken: • Drank- en Horecawet • Tabakswet 20-8


Download ppt "De inhoud van dit thema:"

Verwante presentaties


Ads door Google