De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Starten met een doorlopende leerlijn taal

Verwante presentaties


Presentatie over: "Starten met een doorlopende leerlijn taal"— Transcript van de presentatie:

1 Starten met een doorlopende leerlijn taal
1 februari 2011 Lydia van Deelen-Meeng, managing consultant CPS M: © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

2 Programma De referentieniveaus als kapstok voor een doorlopende leerlijn taal De referentieniveaus: Wat? en Hoe? Starten: de schoolleider Starten: de teamleider en de taalcoördinator Starten: de docent Evaluatie en afsluiting

3 Welke vragen hebt u? Noteer de vragen die u hebt over de doorlopende leerlijn taal en de referentieniveaus.

4 Waarom referentieniveaus?
Wat kan beter voor taal en rekenen? Eisen overheid variëren per sector (termen, domeinen, mate detail) en sluiten onvoldoende aan Onvoldoende onderhoud of verdieping van basisvaardigheden Onderwijsprogramma’s niet doorlopend Onvoldoende aansluiting lesmethoden Onvoldoende aansluiting toetsen en examens Onvoldoende (gespecificeerde) informatie over instromende leerling eenduidige ijkpunten taal en rekenen referentieniveaus taal en rekenen

5 Expertgroep onderzoek huidige situatie advies over gewenste situatie 
Achtergrond Expertgroep onderzoek huidige situatie advies over gewenste situatie niveau moet omhoog drempels geslecht referentiekader taal en rekenen veldraadpleging naar gevoelige onderdelen advies referentiekader taal en rekenen bijgesteld en vastgesteld

6 Opbouw referentieniveaus
fundamentele niveaus en streefniveaus hoe onderdelen aansluiten te onderhouden kennis en vaardigheden te verdiepen kennis en vaardigheden

7

8 Toewijzing aan onderwijstypen door overheid
Taal 1F en 2F: primair en speciaal onderwijs 2F: mbo 1, 2, 3, vmbo 3F: mbo 4, havo 4F: vwo Rekenen 1F en 1S: Primair en speciaal onderwijs 3F: mbo 4, havo, vwo

9 eindtoets referentie- niveaus (2013)?!
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015 PO voorbereiding AMvB IJkingscie Plicht Info-overdracht Verplichte eindtoets referentie- niveaus (2013)?! VO Diagnostische toetsen Test rekentoets pilot rekentoets Diagn. toetsen Examens Start met: Nederlands en rekenen Mbo1 Diagn. toets Pilot examens Besluit voortgang Mbo2/3 Mbo 4 SO PABO Ontwikkeling kennisbasis Invoering kennisbasis Kennisbasis Landelijke examens

10 Doorlopende leerlijn taal
PO: leerlingvolgsysteem en eindtoets (vanaf 2013?) PO-VO: de warme overdracht VO onderbouw -bovenbouw: de afstemming VO: rekentoets als eindexamen onderdeel en gewijzigd examen Nederlands( ) en alle examens geijkt aan referentieniveau VO-vervolgonderwijs: de samenwerking De landelijke plannen: een elektronisch leerlingvolgsysteem over de drempels van de schooltypen heen

11 Referentieniveaus en de doorlopende leerlijn taal
Wat gaat er veranderen aan het eind van de basisschool? In bestaat informatieplicht van het PO naar VO (alle leerlingen met een uitgebreid reken- en taalprofiel naar vo) De verwachting is dat er een verplichte eindtoets komt in 2013 aan het eind van de basisschool waarmee het reken- en taalniveau van de groep 8 leerlingen wordt vastgesteld.

12 Referentieniveaus en de doorlopende leerlijn taal
Wat gaat er veranderen in het eindexamen van het voortgezet onderwijs? Rekenen aparte rekentoets als onderdeel van eindexamen per cijfer telt mee voor slaag/zak regeling Taal examen Nederlands per gebaseerd op de referentiekaders waarschijnlijk meer aandacht voor schrijven/taalverzorging (grammatica en spelling) alle eindexamens van alle vakken worden qua taalgebruik geijkt aan de referentieniveaus taal

13 Welke vragen hebt u nog? Gelegenheid tot het stellen van vragen over eerste deel presentatie.

14 Referentieniveaus: Wat en Hoe?
Referentieniveaus zijn beschrijvingen van wat een leerling op welk moment moet kennen en kunnen. De vertaling van de referentieniveaus moet plaatsvinden in de klas door de docent met behulp van o.a. een lesmethode en (diagnostisch) testmateriaal.

15 De referentieniveaus Wat moet iedere docent weten en kunnen?
Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Wat kunnen kinderen lezen (fictie)? © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

16 voorbeeld van één domein

17 voorbeeld van één domein

18 Referentiekaders : vaardigheid: Lezen (zakelijke teksten lezen)
Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de lezer en over onderwerpen die verder van de lezer afstaan. Kan een grote variatie aan teksten over opleidings- en beroepsgebonden en maatschappelijke onderwerpen zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details. Kan een grote variatie aan teksten lezen en in detail begrijpen over tal van algemeen maatschappelijke en beroepsgebonden onderwerpen.

19 Referentiekaders : vaardigheid: Lezen (fictie en literatuur)
Kan jeugdliteratuur belevend lezen. Kan eenvoudige adolescenten literatuur en zeer eenvoudige volwassenen literatuur belevend en herkennend lezen. Kan adolescenten literatuur en eenvoudige volwassenen literatuur kritisch en reflecterend lezen. Kan een grote variatie aan volwassenen literatuur lezen met aandacht voor vorm en stijl. Kan daarbij de tekst interpreteren en zich verdiepen in emoties die verder van hem af staan. Lekker bladeren in het drempelrapport. Vgl. je eigen boek en vakopdracht met de referentieniveaus. In gemengde groepen van 3. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

20 Opdracht Bepaal welk referentieniveau hoort bij welke tekst.

21 Taalbeleid en opbrengstgericht werken: hoe doe je dat
Taalbeleid en opbrengstgericht werken: hoe doe je dat? Wat staat u te doen? Bewust te worden van en ervaren dat er noodzaak is om het taal- en rekenbeleid (opnieuw) te doordenken; Belang inzien dat een vernieuwd taal-en rekenbeleid voor uw schoolorganisatie, de docenten en leerlingen kansen biedt tot een verbetering van het onderwijsaanbod en het leerrendement; Betrokken raken bij deze ontwikkeling en hierin uw eigen verantwoordelijkheid nemen; Bekwaam te worden om bewust en met kennis van zaken verantwoorde interventies te plegen ten behoeve van het vernieuwen van het taal-en rekenbeleid binnen uw schoolorganisatie.

22 Taalbeleid en opbrengstgericht werken: hoe doe je dat? Betrokken.
Doorlopende leerlijn taal in de praktijk Bewust? Overdracht aan nieuwe leerkracht/docent; Doelen op eindniveau, jaarniveau en lesniveau Bereid? Open gesprek met collega’s; Leren van elkaar (tijdens sectie en teamvergaderingen) Bekwaam? Pedagogisch-didactisch; Zelfkritisch.

23 strategisch niveau tactisch niveau operationeel niveau
Taalbeleid en opbrengstgericht werken: hoe doe je dat? Bekwaam De vier B’s op elk niveau! strategisch niveau tactisch niveau operationeel niveau

24 Taalbeleid en opbrengstgericht werken: hoe doe je dat? Bekwaam
Strategisch niveau Hoe past het taal/rekenbeleid in het schoolplan? Welke keuzes maken we om de referentiekaders te implementeren? Tactisch niveau Wat moet er worden gedaan, geregeld en afgesproken om de referentieniveaus effectief in te voeren? Wie gaat wat en hoe doen op welk moment op welk niveau? Operationeel niveau Wat betekent de invoering van de referentiekaders voor onze vaksectie, voor mij als docent (kennis, overdracht en monitoring)? Wat hebben de leerlingen nodig om het bij hen passende referentieniveau te halen?

25 Aandacht voor Taal vraagt om een schoolbrede aanpak
Middelen: Kennis van en scholing in taalgerichte vakdidaktiek Afstemming en afspraken over aanpak op het niveau van de secties en de teams Inbedding van het taalbeleid in het schoolprofiel en het schoolplan

26 Opdracht monitoring Noteer welke taalgegevens op school al beschikbaar zijn. Waar en door wie worden deze gegevens verzameld? Waar en door wie worden de gegevens besproken? Wat gebeurt er concreet in de lespraktijk met de gegevens? Werkblad maken: 2 kolommen, eerste = stavaza, tweede kolom is actie vereist. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

27 Opdracht effectiviteit monitoring
Wat is nodig om de PO gegevens over het taal-en rekenprofiel per leerling succesvol en effectief te gebruiken in de brugklas? Wat moet er inhoudelijk gebeuren? Wie moet wat uitvoeren? Wie is waarvoor verantwoordelijk (strategisch-tactisch en operationeel)? Wat moet er organisatorisch gebeuren? Werkblad maken: 2 kolommen, eerste = stavaza, tweede kolom is actie vereist. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

28 De schoolleider, strategisch niveau
Schoolleiding toont zichtbaar haar betrokkenheid bij de taalactiviteiten Geeft prioriteit aan taalbeleid; is voorbeeldig, opent bijeenkomsten, schrijft in de nieuwsbrief, vraagt regelmatig hoe het gaat, evalueert het beleid met de uitvoerders.

29 De teamleider, tactisch niveau
De teamleiders zijn betrokken bij de uitvoering van beleid door taal in hun team prioriteit te geven en intervisie te organiseren. De teamleiders zetten taal op de agenda in de teambesprekingen en tijdens de voortgangsgesprekken.

30 De taalcoördinator, tactisch niveau
Voert de opdracht van de schoolleiding uit, adviseert de schoolleiding over taalbeleid, organiseert activiteiten die het draagvlak vergroten, organiseert het uitwisselen van ‘good practices’ en scholingsbijeenkomsten, draagt zorg voor afstemming en samenwerking tussen de teams en tussen de docenten en de schoolleiding.

31 De docent, operationeel niveau Wat te doen?
Aansluiten bij voorkennis op een taalondersteunende manier; onbekende woorden uitleggen; aandacht geven aan lezen (leesstrategieën); aandacht geven aan schrijven; aandacht geven aan mondelinge taalvaardigheid; aandacht geven aan studievaardigheden. Aansluiten bij voorkennis op een taalondersteunende manier, bijvoorbeeld door een woordweb te maken tijdens een onderwijsleergesprek. Onbekende woorden uitleggen, ook wanneer het geen vakjargon is. Wanneer het woord ‘intussen’ onbekend is, is het aan de docent die daar achter komt om de betekenis uit te leggen. Leerlingen moeten naar de betekenis van deze woorden durven vragen. Aandacht geven aan lezen: als de opdracht is ‘Lees paragraaf zo en zoveel en maak de vragen’, hebben de leerlingen veel aan een korte instructie leesstrategieën toepassen. Zeer effectief is het als de docent voordoet hoe hij de leesstrategieën zelf toepast. Aandacht geven aan schrijven. Vraag van leerlingen in hele zinnen te antwoorden in hun schrift en geef instructie over het maken van aantekeningen of het schrijven van een werkstuk. Leg uit hoe je een tekst schrijft, ook al is dit een onderzoeksverslag van natuurkunde. Aandacht geven aan mondelinge taalvaardigheid. Neem geen genoegen met antwoorden bestaande uit één woord, maar vraag leerlingen een zin te formuleren. Aandacht geven aan studievaardigheden. Leg uit hoe en wanneer je een woordenboek gebruikt en wat het wil zeggen als je een tekst moet bestuderen. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

32 Opdracht Bedenk een activiteit voor een bewustwordingsbijeenkomst op
jouw school. Eisen: Motiverend Bewustwording bevorderend Met een grote groep uit te voeren Voorbeelden zijn: Lo docent Onbekende w bij Natuurkunde Aantal pagina’s tekst in cse bètavak © CPS Onderwijsontwikkeling en advies

33 Opdracht Maak een ‘to do list’: beschrijf wat je, in jouw functie, als eerste gaat ondernemen op school. Formuleer acties op de verschillende niveaus (strategisch, tactisch, operationeel).

34 Vragen? Lydia van Deelen-Meeng M:

35 CPS Onderwijsontwikkeling en advies
CPS Onderwijsontwikkeling en advies Plotterweg 30 3821 BB Amersfoort Postbus 1592 3800 BN Amersfoort T [033] F [033] E


Download ppt "Starten met een doorlopende leerlijn taal"

Verwante presentaties


Ads door Google