De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Alles over voedsel Thema: eten en … de wereld om je heen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Alles over voedsel Thema: eten en … de wereld om je heen"— Transcript van de presentatie:

1 Alles over voedsel Thema: eten en … de wereld om je heen

2 Duurzaam eten Onderwerpen:
Inleiding: eten en invloed van/ op de wereld Eten en milieu Eten en dierenwelzijn Eten en fair trade (eerlijke handel) Eten en verspilling Afronding en tips

3 Inleiding: wat beïnvloedt wat jij eet?
Er zijn veel factoren die jouw gedrag beïnvloeden. Ook als het eten betreft! Wat of wie beïnvloedt wat jij eet? Waardoor laat jij je leiden bij de keuze wat je eet? A) Denk eens na in algemene zin… B) En op welke wijze beïnvloedt de schoolkantine de keuze wat JIJ eet… Meer info:

4 Eten doet iedereen elke dag, maar niet iedereen eet hetzelfde op de zelfde manier
Wanneer eet jij? ‘s Ochtends ‘s Middags ‘s Avonds Tussendoor? Met wie eet je meestal? Alleen Met vrienden Met je gezin ? ? Waar eet jij? Thuis Aan tafel Op de bank Op school In de kantine Buiten op het plein In de horeca Restaurant Snackbar Voor het winkelcentrum Wat eet je graag? Brood Warm eten Hollandse pot Buitenlands Fruit, rauwkost Snoep en koek Snacks vegetarisch ? ?

5 Wat beïnvloedt jou het mééste in wát je eet?
De mensen om je heen? De sfeer waarin je eet? Hoeveel tijd je hebt om te eten? De plek waar je eet? Het aanbod van eten? De kosten ervan? Of het eten je dikker maakt? Het effect van eten op je gezondheid? Wellicht ook ….het effect van eten ”op de wereld om je heen” (aarde, mensen, dieren)?

6 Wederzijdse beïnvloeding
A) “IETS” beïnvloedt dus jouw eetgedrag En maakt dat je ergens wel of niet voor kiest. B) Maar weet jij dat jouw eetgedrag ook “IETS” beïnvloedt? En jouw keuze dus effect heeft op iets anders? Iets beïnvloedt jouw keuze Ja óf Nee Jouw keuze beïnvloedt iets A B ? ?

7 Effect van eten … duurzaam?
Natuurlijk wist je dat eten effect heeft op jezelf! Je eigen gezondheid Je gewicht Je energievoorraad Maar wist je dat eten ook effect heeft op de wereld om je heen? Mensen (fair trade) Dieren (welzijn) Milieu duurzaam?

8 & Duurzaam & duurzaam Duurzaam Duurzaam
Slijtvast of lang meegaand Toekomstbestendig Je eten kan ook meer of minder duurzaam zijn = iets gaat langer mee gaat dan je normaal gesproken zou verwachten = een keuze met respect voor mens, dier en milieu die rekening houdt met de wereld nu en i.d. toekomst

9 DUURZAAM betekent in de praktijk:
rekening houden met … milieu en klimaat (o.a. vervuiling, klimaatopwarming) dierenwelzijn (o.a. ruimte, stress, “dier”waardig) eerlijke handel (o.a. eerlijke prijs, kinderarbeid)

10 Kijk naar je eigen lunch als voorbeeld:
Zit er vleesbeleg op, zoals een plakje ham? Wat plakjes komkommer en tomaat misschien? Een lekker gekookt eitje erop? Een glaasje vruchten sap erbij? En tenslotte: alles opgegeten, of ook iets weggegooid? ?

11 Deel 1: Eten en Milieu Eten is belangrijk voor je gezondheid.
Maar eten heeft ook invloed op de belasting van het klimaat door energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen. In totaal 1/3 van alle klimaatbelasting ontstaat door maken en eten van voedsel. Hoeveel effect eten heeft op het klimaat is afhankelijk van het product. Hoe zit dat met jouw lunch? De mate waarin voedsel bijdraagt aan de klimaatverandering, is per product verschillend. Daarbij spelen ook andere zaken een rol zoals seizoen, land van herkomst en industriële verwerking. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de broeikasgasuitstoot van voedsel. Vlees Vlees (vooral rundvlees) geeft per kilo een hoge klimaatbelasting vergeleken met andere producten. Rundvee heeft veel voer nodig. De teelt hiervan kost water, land en energie. Daarbij zijn koeien herkauwers. Ze maken methaan in hun maag, dat ontstaat bij het fermenteren van gras en voer. Een deel van het methaan komt vrij uit mest en uit de bek bij het herkauwen. Ook lachgas wordt via mest uitgestoten. Een alternatief voor rundvlees is kip. Kippen eten minder en zetten het voer efficiënt om in ei of vlees. Kippen leven minder lang. Daardoor produceren ze ook minder mest. Als je bij het eten rekening wilt houden met het klimaat, kun je ook kiezen voor kleinere porties. Of kies voor producten met plantaardige in plaats van dierlijke eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan bonen of tofu. Kaas & zuivel Kaas wordt meestal gemaakt van koeienmelk. Voor 1 kilo kaas is 9 liter melk nodig. Om kaas te maken is een lang traject nodig, van grasland en veevoer naar koeienmaag en fabriek, voordat de kaas eindelijk in de winkel ligt. Dit proces brengt klimaatbelasting met zich mee. Kaas draagt per kilo flink bij aan de klimaatverandering, net zoveel als rundvlees uit Nederland. Vleesvervanger Vlees vervangen door vleesvervangers gemaakt van plantaardige producten, zoals tarwe, soja of lupine, is minder klimaatbelastend. Vleesvervangers worden wel in de fabriek verwerkt, wat energie kost. Toch geeft dat minder broeikasgas dan bijvoorbeeld de productie van kippenvlees. Sommige vleesvervangers bevatten dierlijke ingrediënten als ei en zuivel. Deze zijn hoger in klimaatbelasting. Groente en fruit In de winter komen groenten als paprika, tomaat en komkommer uit de verwarmde kas. Boontjes worden soms overgevlogen uit Kenia en asperges uit Peru. Beide manieren kosten energie. Groente- en fruitkalender Een handig hulpmiddel om meer over de klimaatbelasting te weten is de groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. Deze geeft een indeling in vijf klassen. Hoe hoger de uitstoot van broeikasgassen bij teelt en transport, des te hoger de klasse. De klassenindeling kan helpen bij het maken van een keuze voor producten met een lage uitstoot. Zowel klasse A als B zijn een lage klimaatbelastende keuze. Aardappelen, rijst of pasta Rijst is van de zetmeelrijke producten (vak 2 van de Schijf van Vijf) het meest klimaatbelastend. Rijst groeit namelijk in natte rijstvelden. Door bacteriën die in de velden groeien, ontstaat het gas methaan. Pasta belast het klimaat minder dan rijst, maar meer dan aardappelen. Zowel de teelt als de opslag van aardappelen kosten relatief weinig energie. Zoetwaren, snacks en dranken In onze huidige eetpatroon zitten veel bewerkte producten, zoals zoetwaren, snacks en dranken. Ze ondergaan heel wat stappen voordat ze in de winkel liggen. Vetten, suikers, bloem en cacao worden eerst gezuiverd en verwerkt. Daarvoor is energie nodig en er blijft een beperkt deel van het oorspronkelijke landbouwproduct over. Het zijn ook grondstoffen waarvoor relatief gezien veel land en water nodig is. Wat is de relatie tussen eten en klimaat? Het klimaat verandert de laatste decennia. De temperatuur stijgt en het regent vaker. De oorzaak ligt voor een deel in menselijke activiteiten. We verbruiken fossiele energie (aardgas, kolen en aardolie) voor industrie, transport en in het huishouden. Energie wordt opgewekt bij het verbranden van stoffen als olie, gas en kolen. Bij de verbranding komen extra broeikasgassen in de lucht. Dit gebeurt ook bij ontbossing, landbouw en veeteelt. Broeikasgassen De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan  (CH4) en lachgas (N2O). Deze stoffen houden de warmtestraling van de aarde vast, het zogenaamde broeikaseffect. Hierdoor vindt de opwarming van de aarde plaats. Broeikasgassen die nu worden uitgestoten blijven tientallen jaren in de atmosfeer en zorgen daarmee voor een klimaatverandering. Voedselproductie De klimaatverandering wordt deels veroorzaakt door onze voedselproductie en -consumptie, naar schatting 20% tot 35%. Er is bijvoorbeeld veel energie nodig voor het verwarmen van de kassen, transport en industriële verwerking. Energie is ook nodig voor het gekoeld en bevroren bewaren van verwerkt voedsel. Bij het opwekken van energie komt het broeikasgas kooldioxide vrij (CO2). Methaan en lachgas komen vrij bij het houden van vee, uit mest en bodembewerking. Alles bij elkaar zorgt de voedselproductie voor een flinke bijdrage aan het broeikaseffect. Ontwikkelingen Het kabinet wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen. In 2020 moet de uitstoot 30% minder zijn ten opzicht van Het kabinet wil ook het tempo van energiebesparing verdubbelen. Het heeft onder meer afspraken met industrie en bepaalde sectoren in de landbouw gemaakt. Veel voedingsmiddelenbedrijven hebben de laatste decennia al energie bespaard. Of ze kijken naar efficiëntere logistiek, zodat er minder transport nodig is. Dat bespaart vaak ook kosten. Kassen kunnen energiezuiniger worden gemaakt. De keuze voor ander veevoer en vergisting van mest kan de uitstoot van broeikasgassen in de veeteelt ook verminderen.   Waarom is het belangrijk? Onze voedselproductie en -consumptie veroorzaakt ongeveer een derde van de klimaatverandering. Met name voor de voedselproductie is energie nodig. Je staat daar als consument vaak niet bij stil als je iets koopt, omdat het vooral om indirecte energie gaat. Energie die wordt gebruikt bij de totstandkoming van een product,zoals wassen, snijden en pasteuriseren. Daarnaast gebruik je zelf energie bij het kopen, koken en bewaren van voedsel. Productieketen Op het moment dat een product in de winkel ligt, heeft het allerlei productiestadia doorlopen. Die productiestadia zijn de schakels van de voedselproductieketen, kortweg ‘voedselketen’ genoemd. Bij iedere productiefase wordt een hoeveelheid broeikasgassen uitgestoten. De grootste hoeveelheid ligt aan het begin van de keten. Volgens Nederlands onderzoek is de landbouw voor ongeveer 40% verantwoordelijk voor de broeikasgasuitstoot van voedsel. Denk aan de productie van vlees, gebruik van kunstmest en verwarming van kassen. Vervolgens wordt het verwerkt in de fabriek (17%), verpakt (5%) en vervoerd (6%) naar de supermarkt of catering (10%). Jouw klimaatinvloed Jij komt als consument (24%) in beeld vanaf het moment dat jij een product gaat kopen. Als je kiest voor een product, kies je ook voor een bepaalde keten. Ook door het gebruik bepaal je hoeveel broeikasgassen er nog worden uitgestoten. Doe je bijvoorbeeld boodschappen met de auto of met de fiets? Je kunt ook energie besparen door thuis slim te koken en te bewaren.

12 1A) Zat er vleesbeleg op, zoals een plakje ham? Prrrrrt!
Burp! Prrrrrt! Vlees (vooral rundvlees) geeft per kilo een hoge klimaatbelasting vergeleken met andere producten. Rundvee heeft veel voer nodig. De teelt van veevoer kost veel water, land en energie. Koeien zijn herkauwers: ze maken methaan in hun maag. Een deel v.h. methaan komt vrij uit mest (scheten) en uit de bek (boeren) bij het herkauwen. Ook lachgas wordt via mest uitgestoten. Deze gassen dragen bij aan het broeikaseffect. Voor een kilo rundvlees is liter water nodig. Meer info:

13 CO2 uitstoot maaltijd Voor de productie van een warme maaltijd is de invloed op het klimaat ongeveer net zoveel als: 20 km rijden met een zuinige auto of 1 dag wassen+drogen+verlichten voor een huishouden Bereken de CO2 uitstoot van jouw maaltijd gisteren. Ga daarvoor naar Bekijk het verschil als je: … ander vlees had gebruikt … minder vlees had gebruikt … het vlees op een andere manier had bereid VLEES heeft dus een grote impact op het milieu!.

14 Met welke producten heeft het te maken?
De Tabel Klimaat vriendelijk Eten  geeft aan hoeveel broeikasgas vrijkomt bij de productie van eiwitrijke producten per kg  vak 3 van de Schijf van Vijf. De klimaat weegschaal  maakt op eenvoudige wijze duidelijk welke producten meer of minder bijdragen aan het broeikaseffect.

15 … om te letten op de wereld om je heen?
VLEES; wat kan JIJ doen? Vind je het belangrijk .. … om te letten op de wereld om je heen? Minder belastend voor het milieu is …..: Kipfilet op je broodje i.p.v. rundvlees Varken (ham) zit daartussen in Minder vlees eten: Kleinere porties vlees of niet ham + kaas + ei, maar : óf /óf Vegetarisch broodje met humus of vleesvervangers Bron: youtube.com ander vlees kleinere porties alternatief

16 1B) Zat er een plakje tomaat of komkommer op?
Elke dag 2 ons groente en 2 stuks fruit eten om gezond te blijven weet je wel. Maar weet je ook waar je groente vandaan komt? Wat betekent seizoensgroente eigenlijk? Welke seizoensgroenten of fruit ken jij in dit seizoen?

17 Seizoensgroenten? Elk seizoen zijn er in Nederland verschillende soorten groente en fruit vers te verkrijgen, mààr … het is niet altijd seizoensgroente v.d. “volle grond”… Energieverbruik van kassen & vervoersmiddelen (bv vliegtuigen) belasten het milieu zwaar Seizoensgroentes belasten het milieu minder. Ze groeien namelijk gewoon op het land en in de zon. Let daarom op het etiket Land van herkomst staat wel op verpakking/ schap Of iets gekweekt is in de volle grond of in een verwarmde kas/ transportwijze staat er niet op. vers v.h. land (de volle grond? uit de kas? uit ander land?

18 Groente en fruitkalender
De Groente- en fruitkalender (Milieu Centraal) maakt klimaatvriendelijk kiezen makkelijk! Groente en fruit met energielabel A en B zijn klimaatvriendelijk. Opdacht: zoek m.b.v. de groente en fruitkalender App (of via de site) op welke groente / fruit deze maand label A of B hebben Meer info:

19 GROENTE EN FRUIT; wat kan JIJ doen?
Allereerst lekker veel groenten en fruit blijven eten! Vind je het belangrijk om op het milieu te letten? Kies dan voor groenten en fruit van het seizoen Gebruik hiervoor de groente- en fruitkalender Kies producten waar rekening is gehouden met milieubelasting en/of energiegebruik: bij de teelt, het transport, de productie vaak te herkennen aan een keurmerk (EKO/ Milieukeur).  

20 Deel 2: eten en dierenwelzijn
Eten is belangrijk om energie op te doen. Maar eten heeft ook invloed op het leven van de dieren die bij de voedselvoorziening betrokken zijn. Zowel de dieren die je (direct) eet, als de dieren die indirect voedsel leveren. Hoeveel effect jouw eten heeft op het welzijn v.d. dieren is afhankelijk v.h. product. Hoe zit dat met jouw lunch? De mate waarin voedsel bijdraagt aan de klimaatverandering, is per product verschillend. Daarbij spelen ook andere zaken een rol zoals seizoen, land van herkomst en industriële verwerking. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de broeikasgasuitstoot van voeding. Vlees Vlees (vooral rundvlees) geeft per kilo een hoge klimaatbelasting vergeleken met andere producten. Rundvee heeft veel voer nodig. De teelt hiervan kost water, land en energie. Daarbij zijn koeien herkauwers. Ze maken methaan in hun maag, dat ontstaat bij het fermenteren van gras en voer. Een deel van het methaan komt vrij uit mest en uit de bek bij het herkauwen. Ook lachgas wordt via mest uitgestoten. Een alternatief voor rundvlees is kip. Kippen eten minder en zetten het voer efficiënt om in ei of vlees. Kippen leven minder lang. Daardoor produceren ze ook minder mest. Als je bij het eten rekening wilt houden met het klimaat, kun je ook kiezen voor kleinere porties. Of kies voor producten met plantaardige in plaats van dierlijke eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan bonen of tofu. Kaas & zuivel Kaas wordt meestal gemaakt van koeienmelk. Voor 1 kilo kaas is 9 liter melk nodig. Om kaas te maken is een lang traject nodig, van grasland en veevoer naar koeienmaag en fabriek, voordat de kaas eindelijk in de winkel ligt. Dit proces brengt klimaatbelasting met zich mee. Kaas draagt per kilo flink bij aan de klimaatverandering, net zoveel als rundvlees uit Nederland. Vleesvervanger Vlees vervangen door vleesvervangers gemaakt van plantaardige producten, zoals tarwe, soja of lupine, is minder klimaatbelastend. Vleesvervangers worden wel in de fabriek verwerkt, wat energie kost. Toch geeft dat minder broeikasgas dan bijvoorbeeld de productie van kippenvlees. Sommige vleesvervangers bevatten dierlijke ingrediënten als ei en zuivel. Deze zijn hoger in klimaatbelasting. Groente en fruit In de winter komen groenten als paprika, tomaat en komkommer uit de verwarmde kas. Boontjes worden soms overgevlogen uit Kenia en asperges uit Peru. Beide manieren kosten energie. Groente- en fruitkalender Een handig hulpmiddel om meer over de klimaatbelasting te weten is de groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. Deze geeft een indeling in vijf klassen. Hoe hoger de uitstoot van broeikasgassen bij teelt en transport, des te hoger de klasse. De klassenindeling kan helpen bij het maken van een keuze voor producten met een lage uitstoot. Zowel klasse A als B zijn een lage klimaatbelastende keuze. Aardappelen, rijst of pasta Rijst is van de zetmeelrijke producten (vak 2 van de Schijf van Vijf) het meest klimaatbelastend. Rijst groeit namelijk in natte rijstvelden. Door bacteriën die in de velden groeien, ontstaat het gas methaan. Pasta belast het klimaat minder dan rijst, maar meer dan aardappelen. Zowel de teelt als de opslag van aardappelen kosten relatief weinig energie. Zoetwaren, snacks en dranken In onze huidige eetpatroon zitten veel bewerkte producten, zoals zoetwaren, snacks en dranken. Ze ondergaan heel wat stappen voordat ze in de winkel liggen. Vetten, suikers, bloem en cacao worden eerst gezuiverd en verwerkt. Daarvoor is energie nodig en er blijft een beperkt deel van het oorspronkelijke landbouwproduct over. Het zijn ook grondstoffen waarvoor relatief gezien veel land en water nodig is. Wat is de relatie tussen eten en klimaat? Het klimaat verandert de laatste decennia. De temperatuur stijgt en het regent vaker. De oorzaak ligt voor een deel in menselijke activiteiten. We verbruiken fossiele energie (aardgas, kolen en aardolie) voor industrie, transport en in het huishouden. Energie wordt opgewekt bij het verbranden van stoffen als olie, gas en kolen. Bij de verbranding komen extra broeikasgassen in de lucht. Dit gebeurt ook bij ontbossing, landbouw en veeteelt. Broeikasgassen De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan  (CH4) en lachgas (N2O). Deze stoffen houden de warmtestraling van de aarde vast, het zogenaamde broeikaseffect. Hierdoor vindt de opwarming van de aarde plaats. Broeikasgassen die nu worden uitgestoten blijven tientallen jaren in de atmosfeer en zorgen daarmee voor een klimaatverandering. Voedselproductie De klimaatverandering wordt deels veroorzaakt door onze voedselproductie en -consumptie, naar schatting 20% tot 35%. Er is bijvoorbeeld veel energie nodig voor het verwarmen van de kassen, transport en industriële verwerking. Energie is ook nodig voor het gekoeld en bevroren bewaren van verwerkt voedsel. Bij het opwekken van energie komt het broeikasgas kooldioxide vrij (CO2). Methaan en lachgas komen vrij bij het houden van vee, uit mest en bodembewerking. Alles bij elkaar zorgt de voedselproductie voor een flinke bijdrage aan het broeikaseffect. Ontwikkelingen Het kabinet wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen. In 2020 moet de uitstoot 30% minder zijn ten opzicht van Het kabinet wil ook het tempo van energiebesparing verdubbelen. Het heeft onder meer afspraken met industrie en bepaalde sectoren in de landbouw gemaakt. Veel voedingsmiddelenbedrijven hebben de laatste decennia al energie bespaard. Of ze kijken naar efficiëntere logistiek, zodat er minder transport nodig is. Dat bespaart vaak ook kosten. Kassen kunnen energiezuiniger worden gemaakt. De keuze voor ander veevoer en vergisting van mest kan de uitstoot van broeikasgassen in de veeteelt ook verminderen.   Waarom is het belangrijk? Onze voedselproductie en -consumptie veroorzaakt ongeveer een derde van de klimaatverandering. Met name voor de voedselproductie is energie nodig. Je staat daar als consument vaak niet bij stil als je iets koopt, omdat het vooral om indirecte energie gaat. Energie die wordt gebruikt bij de totstandkoming van een product,zoals wassen, snijden en pasteuriseren. Daarnaast gebruik je zelf energie bij het kopen, koken en bewaren van voedsel. Productieketen Op het moment dat een product in de winkel ligt, heeft het allerlei productiestadia doorlopen. Die productiestadia zijn de schakels van de voedselproductieketen, kortweg ‘voedselketen’ genoemd. Bij iedere productiefase wordt een hoeveelheid broeikasgassen uitgestoten. De grootste hoeveelheid ligt aan het begin van de keten. Volgens Nederlands onderzoek is de landbouw voor ongeveer 40% verantwoordelijk voor de broeikasgasuitstoot van voeding. Denk aan de productie van vlees, gebruik van kunstmest en verwarming van kassen. Vervolgens wordt het verwerkt in de fabriek (17%), verpakt (5%) en vervoerd (6%) naar de supermarkt of catering (10%). Jouw klimaatinvloed Jij komt als consument (24%) in beeld vanaf het moment dat jij een product gaat kopen. Als je kiest voor een product, kies je ook voor een bepaalde keten. Ook door het gebruik bepaal je hoeveel broeikasgassen er nog worden uitgestoten. Doe je bijvoorbeeld boodschappen met de auto of met de fiets? Je kunt ook energie besparen door thuis slim te koken en te bewaren.

21 1C) Een gekookt eitje erop?
Hoe zag het leven eruit van de kip … die jouw eitje heeft gelegd? Het welzijn van dieren krijgt steeds meer aandacht. Wat vind jij hiervan? Er zijn diverse keurmerken die iets zeggen over het leven van de dieren. Voor eieren is dat bijvoorbeeld: Beter Leven, biologisch of Vrije- uitloop. In Europa (en dus ook Nederland) zijn de volgende 5 rechten voor dieren afgesproken. Sommige boeren houden zich hier bewust aan! Bron: voedingscentrum Het dier heeft geen dorst en honger Het dier is vrij van ongemak (voelt zich prettig) Het dier heeft geen pijn, verwondingen en is niet ziek Het dier vertoont normaal gedrag Het dier heeft geen angst en stress

22 Dierenwelzijn keurmerken
Dierenwelzijn heeft te maken met hoe een dier geleefd heeft. Bij een vrije uitloop- ei heeft de kip bijvoorbeeld meer kunnen scharrelen dan bij een gewoon ei. Ook bij allerlei soorten vlees kun je letten op dierenwelzijn. Een kip kan niet kiezen voor een bepaald leven, jij wel. Keurmerken helpen je hierbij Binnen 9 hennen/ m2 Buiten 1 hen/ 4 m2

23 Vb keurmerken dierenwelzijn
Vrije uitloop Komt alleen voor op eieren en geeft aan dat dieren buiten minimaal 4 m2 vrij uitloop ruimte hebben EKO Allerlei producten (o.a. melk, brood en fruit) die biologisch zijn verbouwd. - Boeren gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetische modificeerde zaden en - Veehouders hebben een diervriendelijke werkwijze. MSC Vis afkomstig uit duurzame visserij waarbij visstanden duurzaam worden beheerd en zo min mogelijk schade wordt toegebracht aan het leven i.d. zee. Beter Leven Ontwikkeld door de dierenbescherming om diervriendelijke producten te ondersteunen 1* – 3* Te vinden op eieren, kippen en varkensvlees

24 DIERENWELZIJN; wat kan JIJ doen?
Let op keurmerken bv: vrije uitloop, beter leven, MSC of Europees biologisch keurmerk (EKO) Eet niet meer dan nodig & wees matig met vlees Overweeg de aanschaf van biologisch vlees: dezelfde prijs = iets minder vlees máár meer dierenwelzijn

25 Deel 3: eten en fair trade (eerlijke handel)
Eten is (zeker in gezelschap) ook gezellig. Maar bij de productie van eten zijn veel anderen mensen betrokken geweest, die niet bij jou aan tafel zitten Dat betreft niet alleen maar volwassen. En niet altijd ook is een eerlijke prijs betaald Of zijn de arbeidsomstandigheden veilig & schoon Hoe zit dat met jouw lunch? De mate waarin voedsel bijdraagt aan de klimaatverandering, is per product verschillend. Daarbij spelen ook andere zaken een rol zoals seizoen, land van herkomst en industriële verwerking. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de broeikasgasuitstoot van voeding. Vlees Vlees (vooral rundvlees) geeft per kilo een hoge klimaatbelasting vergeleken met andere producten. Rundvee heeft veel voer nodig. De teelt hiervan kost water, land en energie. Daarbij zijn koeien herkauwers. Ze maken methaan in hun maag, dat ontstaat bij het fermenteren van gras en voer. Een deel van het methaan komt vrij uit mest en uit de bek bij het herkauwen. Ook lachgas wordt via mest uitgestoten. Een alternatief voor rundvlees is kip. Kippen eten minder en zetten het voer efficiënt om in ei of vlees. Kippen leven minder lang. Daardoor produceren ze ook minder mest. Als je bij het eten rekening wilt houden met het klimaat, kun je ook kiezen voor kleinere porties. Of kies voor producten met plantaardige in plaats van dierlijke eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan bonen of tofu. Kaas & zuivel Kaas wordt meestal gemaakt van koeienmelk. Voor 1 kilo kaas is 9 liter melk nodig. Om kaas te maken is een lang traject nodig, van grasland en veevoer naar koeienmaag en fabriek, voordat de kaas eindelijk in de winkel ligt. Dit proces brengt klimaatbelasting met zich mee. Kaas draagt per kilo flink bij aan de klimaatverandering, net zoveel als rundvlees uit Nederland. Vleesvervanger Vlees vervangen door vleesvervangers gemaakt van plantaardige producten, zoals tarwe, soja of lupine, is minder klimaatbelastend. Vleesvervangers worden wel in de fabriek verwerkt, wat energie kost. Toch geeft dat minder broeikasgas dan bijvoorbeeld de productie van kippenvlees. Sommige vleesvervangers bevatten dierlijke ingrediënten als ei en zuivel. Deze zijn hoger in klimaatbelasting. Groente en fruit In de winter komen groenten als paprika, tomaat en komkommer uit de verwarmde kas. Boontjes worden soms overgevlogen uit Kenia en asperges uit Peru. Beide manieren kosten energie. Groente- en fruitkalender Een handig hulpmiddel om meer over de klimaatbelasting te weten is de groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. Deze geeft een indeling in vijf klassen. Hoe hoger de uitstoot van broeikasgassen bij teelt en transport, des te hoger de klasse. De klassenindeling kan helpen bij het maken van een keuze voor producten met een lage uitstoot. Zowel klasse A als B zijn een lage klimaatbelastende keuze. Aardappelen, rijst of pasta Rijst is van de zetmeelrijke producten (vak 2 van de Schijf van Vijf) het meest klimaatbelastend. Rijst groeit namelijk in natte rijstvelden. Door bacteriën die in de velden groeien, ontstaat het gas methaan. Pasta belast het klimaat minder dan rijst, maar meer dan aardappelen. Zowel de teelt als de opslag van aardappelen kosten relatief weinig energie. Zoetwaren, snacks en dranken In onze huidige eetpatroon zitten veel bewerkte producten, zoals zoetwaren, snacks en dranken. Ze ondergaan heel wat stappen voordat ze in de winkel liggen. Vetten, suikers, bloem en cacao worden eerst gezuiverd en verwerkt. Daarvoor is energie nodig en er blijft een beperkt deel van het oorspronkelijke landbouwproduct over. Het zijn ook grondstoffen waarvoor relatief gezien veel land en water nodig is. Wat is de relatie tussen eten en klimaat? Het klimaat verandert de laatste decennia. De temperatuur stijgt en het regent vaker. De oorzaak ligt voor een deel in menselijke activiteiten. We verbruiken fossiele energie (aardgas, kolen en aardolie) voor industrie, transport en in het huishouden. Energie wordt opgewekt bij het verbranden van stoffen als olie, gas en kolen. Bij de verbranding komen extra broeikasgassen in de lucht. Dit gebeurt ook bij ontbossing, landbouw en veeteelt. Broeikasgassen De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan  (CH4) en lachgas (N2O). Deze stoffen houden de warmtestraling van de aarde vast, het zogenaamde broeikaseffect. Hierdoor vindt de opwarming van de aarde plaats. Broeikasgassen die nu worden uitgestoten blijven tientallen jaren in de atmosfeer en zorgen daarmee voor een klimaatverandering. Voedselproductie De klimaatverandering wordt deels veroorzaakt door onze voedselproductie en -consumptie, naar schatting 20% tot 35%. Er is bijvoorbeeld veel energie nodig voor het verwarmen van de kassen, transport en industriële verwerking. Energie is ook nodig voor het gekoeld en bevroren bewaren van verwerkt voedsel. Bij het opwekken van energie komt het broeikasgas kooldioxide vrij (CO2). Methaan en lachgas komen vrij bij het houden van vee, uit mest en bodembewerking. Alles bij elkaar zorgt de voedselproductie voor een flinke bijdrage aan het broeikaseffect. Ontwikkelingen Het kabinet wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen. In 2020 moet de uitstoot 30% minder zijn ten opzicht van Het kabinet wil ook het tempo van energiebesparing verdubbelen. Het heeft onder meer afspraken met industrie en bepaalde sectoren in de landbouw gemaakt. Veel voedingsmiddelenbedrijven hebben de laatste decennia al energie bespaard. Of ze kijken naar efficiëntere logistiek, zodat er minder transport nodig is. Dat bespaart vaak ook kosten. Kassen kunnen energiezuiniger worden gemaakt. De keuze voor ander veevoer en vergisting van mest kan de uitstoot van broeikasgassen in de veeteelt ook verminderen.   Waarom is het belangrijk? Onze voedselproductie en -consumptie veroorzaakt ongeveer een derde van de klimaatverandering. Met name voor de voedselproductie is energie nodig. Je staat daar als consument vaak niet bij stil als je iets koopt, omdat het vooral om indirecte energie gaat. Energie die wordt gebruikt bij de totstandkoming van een product,zoals wassen, snijden en pasteuriseren. Daarnaast gebruik je zelf energie bij het kopen, koken en bewaren van voedsel. Productieketen Op het moment dat een product in de winkel ligt, heeft het allerlei productiestadia doorlopen. Die productiestadia zijn de schakels van de voedselproductieketen, kortweg ‘voedselketen’ genoemd. Bij iedere productiefase wordt een hoeveelheid broeikasgassen uitgestoten. De grootste hoeveelheid ligt aan het begin van de keten. Volgens Nederlands onderzoek is de landbouw voor ongeveer 40% verantwoordelijk voor de broeikasgasuitstoot van voeding. Denk aan de productie van vlees, gebruik van kunstmest en verwarming van kassen. Vervolgens wordt het verwerkt in de fabriek (17%), verpakt (5%) en vervoerd (6%) naar de supermarkt of catering (10%). Jouw klimaatinvloed Jij komt als consument (24%) in beeld vanaf het moment dat jij een product gaat kopen. Als je kiest voor een product, kies je ook voor een bepaalde keten. Ook door het gebruik bepaal je hoeveel broeikasgassen er nog worden uitgestoten. Doe je bijvoorbeeld boodschappen met de auto of met de fiets? Je kunt ook energie besparen door thuis slim te koken en te bewaren.

26 1D) Glaasje vruchtensap erbij?
Wist je dat de ingrediënten van jouw vruchtensapje vaak van ver komen? Zoals bananen uit Colombia Of Ananas uit Costa Rica Of Passievrucht uit Zimbabwe! Maar van ver weg komt bijvoorbeeld ook koffie, cacao, kokos, rijst, ….

27 Eerlijke handel – fair trade
In ontwikkelingslanden zijn arbeidsomstandigheden vaak slechter geregeld dan in Europa. Ook zijn de lonen vaak lager dan het minimum. Het kan dus zijn dat er slecht betaald wordt voor producten uit ontwikkelingslanden denk aan koffie, thee, cacao, fruit, soja.

28 Wat houdt fair trade in? Bij eerlijke handel spelen de volgende vragen: Krijgen producenten een eerlijke prijs? Worden werknemers niet uitgebuit? Komt er geen kinderarbeid voor? Is er sprake van eerlijke concurrentie? Bepalen multinationals de markt of hebben kleine ondernemingen een kans?

29 EERLIJKE HANDEL; wat kan JIJ doen?
Kies voor keurmerk producten met extra aandacht voor arbeidsomstandigheden als je eerlijke handel belangrijk vindt. De hogere prijs die je betaalt komt de arbeiders ter plaatse ten goede o.a. beter salaris, arbeidsomstandigheden en scholing Max Havelaar Fairtrade Rainforest Alliance Utz Certified

30 Een korte review: wat denk je?
1 Rundvlees geeft v.d. vleessoorten de hoogste klimaatbelasting. 2 Tomaten komen het hele jaar door uit Nederland 3 Aardbeien kosten medio januari meer energie dan ananas 4 Scharrelkippen hebben meer scharrel ruimte dan vrije uitloop kippen 5 In de cacaoteelt wordt geen kinderarbeid meer gebruikt. 1. Runderen groeien betrekkelijk langzaam en hebben gedurende hun leven veel voedsel nodig. Doordat het herkauwers zijn produceren ze al die tijd ook veel methaan dat via boeren en scheten hun lijf verlaat. Runvlees spant mede daarom v.w.b. klimaatbelasting qua vlees de kroon 2. Hoewel tomaten een typisch Nederlands product lijken komen ze zeker niet het gehele jaar uit eigen land. Door transport- en energiekosten stijgt de klimaatbelasting van tomaten. Toch zijn tros- en cherrytomaatjes uit Spanje voor het milieu beter dan tomaten uit een Nederlandse verwarmde kas. 3. Aardbeien zijn onze eigen zomerkoninkjes. Maar hartje winter groeit er in Nederland geen enkele aardbei. Wie ze toch wil hebben zal ze van ver moeten laten komen. Behalve dat ze door het transport minder lekker smaken, neemt ook de energie belasting toe. Zozeer dat zelfs ananas minder energie kost in januari 4. Scharrelkippen hebben binnen evenveel ruimte als de vrije uitloopkip. Net zoals zijn zusters (de scharrelkippen) zitten vrije uitloop kippen binnen met 9 kippen per m2 . Maar de vrije uitloop kip kan naar buiten. Een biologische kip heeft meer ruimte binnen. 5. Chocolade is een ware lekkernij. En ook onder kinderen erg geliefd. Maar dan wel als consument…. Want in de cacaoteelt werken wereldwijd nog steeds veel kinderen. Onder slechte omstandigheden en tegen oneerlijke prijzen. Om die reden vroeg de Groene Sint in 2009 met succes aandacht hiervoor!

31 Deel 4: Eten en verspilling
Eten is een kostbare zaak Er is veel arbeid voor verzet, veel zorg aan besteed en heeft het nodige gekost (en niet alleen in geld). Toch gooien Nederlanders gemiddeld 9% van hun eten onnodig weg. Daarnaast spoelt er nog heel wat door de gootsteen. Het maken van eten en vervoer naar de winkel kost echter veel energie. En weggegooid voedsel maakt de afvalberg groter. Zonde dus! De mate waarin voedsel bijdraagt aan de klimaatverandering, is per product verschillend. Daarbij spelen ook andere zaken een rol zoals seizoen, land van herkomst en industriële verwerking. Vlees en zuivel zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de broeikasgasuitstoot van voeding. Vlees Vlees (vooral rundvlees) geeft per kilo een hoge klimaatbelasting vergeleken met andere producten. Rundvee heeft veel voer nodig. De teelt hiervan kost water, land en energie. Daarbij zijn koeien herkauwers. Ze maken methaan in hun maag, dat ontstaat bij het fermenteren van gras en voer. Een deel van het methaan komt vrij uit mest en uit de bek bij het herkauwen. Ook lachgas wordt via mest uitgestoten. Een alternatief voor rundvlees is kip. Kippen eten minder en zetten het voer efficiënt om in ei of vlees. Kippen leven minder lang. Daardoor produceren ze ook minder mest. Als je bij het eten rekening wilt houden met het klimaat, kun je ook kiezen voor kleinere porties. Of kies voor producten met plantaardige in plaats van dierlijke eiwitten. Denk bijvoorbeeld aan bonen of tofu. Kaas & zuivel Kaas wordt meestal gemaakt van koeienmelk. Voor 1 kilo kaas is 9 liter melk nodig. Om kaas te maken is een lang traject nodig, van grasland en veevoer naar koeienmaag en fabriek, voordat de kaas eindelijk in de winkel ligt. Dit proces brengt klimaatbelasting met zich mee. Kaas draagt per kilo flink bij aan de klimaatverandering, net zoveel als rundvlees uit Nederland. Vleesvervanger Vlees vervangen door vleesvervangers gemaakt van plantaardige producten, zoals tarwe, soja of lupine, is minder klimaatbelastend. Vleesvervangers worden wel in de fabriek verwerkt, wat energie kost. Toch geeft dat minder broeikasgas dan bijvoorbeeld de productie van kippenvlees. Sommige vleesvervangers bevatten dierlijke ingrediënten als ei en zuivel. Deze zijn hoger in klimaatbelasting. Groente en fruit In de winter komen groenten als paprika, tomaat en komkommer uit de verwarmde kas. Boontjes worden soms overgevlogen uit Kenia en asperges uit Peru. Beide manieren kosten energie. Groente- en fruitkalender Een handig hulpmiddel om meer over de klimaatbelasting te weten is de groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. Deze geeft een indeling in vijf klassen. Hoe hoger de uitstoot van broeikasgassen bij teelt en transport, des te hoger de klasse. De klassenindeling kan helpen bij het maken van een keuze voor producten met een lage uitstoot. Zowel klasse A als B zijn een lage klimaatbelastende keuze. Aardappelen, rijst of pasta Rijst is van de zetmeelrijke producten (vak 2 van de Schijf van Vijf) het meest klimaatbelastend. Rijst groeit namelijk in natte rijstvelden. Door bacteriën die in de velden groeien, ontstaat het gas methaan. Pasta belast het klimaat minder dan rijst, maar meer dan aardappelen. Zowel de teelt als de opslag van aardappelen kosten relatief weinig energie. Zoetwaren, snacks en dranken In onze huidige eetpatroon zitten veel bewerkte producten, zoals zoetwaren, snacks en dranken. Ze ondergaan heel wat stappen voordat ze in de winkel liggen. Vetten, suikers, bloem en cacao worden eerst gezuiverd en verwerkt. Daarvoor is energie nodig en er blijft een beperkt deel van het oorspronkelijke landbouwproduct over. Het zijn ook grondstoffen waarvoor relatief gezien veel land en water nodig is. Wat is de relatie tussen eten en klimaat? Het klimaat verandert de laatste decennia. De temperatuur stijgt en het regent vaker. De oorzaak ligt voor een deel in menselijke activiteiten. We verbruiken fossiele energie (aardgas, kolen en aardolie) voor industrie, transport en in het huishouden. Energie wordt opgewekt bij het verbranden van stoffen als olie, gas en kolen. Bij de verbranding komen extra broeikasgassen in de lucht. Dit gebeurt ook bij ontbossing, landbouw en veeteelt. Broeikasgassen De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide (CO2), methaan  (CH4) en lachgas (N2O). Deze stoffen houden de warmtestraling van de aarde vast, het zogenaamde broeikaseffect. Hierdoor vindt de opwarming van de aarde plaats. Broeikasgassen die nu worden uitgestoten blijven tientallen jaren in de atmosfeer en zorgen daarmee voor een klimaatverandering. Voedselproductie De klimaatverandering wordt deels veroorzaakt door onze voedselproductie en -consumptie, naar schatting 20% tot 35%. Er is bijvoorbeeld veel energie nodig voor het verwarmen van de kassen, transport en industriële verwerking. Energie is ook nodig voor het gekoeld en bevroren bewaren van verwerkt voedsel. Bij het opwekken van energie komt het broeikasgas kooldioxide vrij (CO2). Methaan en lachgas komen vrij bij het houden van vee, uit mest en bodembewerking. Alles bij elkaar zorgt de voedselproductie voor een flinke bijdrage aan het broeikaseffect. Ontwikkelingen Het kabinet wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen. In 2020 moet de uitstoot 30% minder zijn ten opzicht van Het kabinet wil ook het tempo van energiebesparing verdubbelen. Het heeft onder meer afspraken met industrie en bepaalde sectoren in de landbouw gemaakt. Veel voedingsmiddelenbedrijven hebben de laatste decennia al energie bespaard. Of ze kijken naar efficiëntere logistiek, zodat er minder transport nodig is. Dat bespaart vaak ook kosten. Kassen kunnen energiezuiniger worden gemaakt. De keuze voor ander veevoer en vergisting van mest kan de uitstoot van broeikasgassen in de veeteelt ook verminderen.   Waarom is het belangrijk? Onze voedselproductie en -consumptie veroorzaakt ongeveer een derde van de klimaatverandering. Met name voor de voedselproductie is energie nodig. Je staat daar als consument vaak niet bij stil als je iets koopt, omdat het vooral om indirecte energie gaat. Energie die wordt gebruikt bij de totstandkoming van een product,zoals wassen, snijden en pasteuriseren. Daarnaast gebruik je zelf energie bij het kopen, koken en bewaren van voedsel. Productieketen Op het moment dat een product in de winkel ligt, heeft het allerlei productiestadia doorlopen. Die productiestadia zijn de schakels van de voedselproductieketen, kortweg ‘voedselketen’ genoemd. Bij iedere productiefase wordt een hoeveelheid broeikasgassen uitgestoten. De grootste hoeveelheid ligt aan het begin van de keten. Volgens Nederlands onderzoek is de landbouw voor ongeveer 40% verantwoordelijk voor de broeikasgasuitstoot van voeding. Denk aan de productie van vlees, gebruik van kunstmest en verwarming van kassen. Vervolgens wordt het verwerkt in de fabriek (17%), verpakt (5%) en vervoerd (6%) naar de supermarkt of catering (10%). Jouw klimaatinvloed Jij komt als consument (24%) in beeld vanaf het moment dat jij een product gaat kopen. Als je kiest voor een product, kies je ook voor een bepaalde keten. Ook door het gebruik bepaal je hoeveel broeikasgassen er nog worden uitgestoten. Doe je bijvoorbeeld boodschappen met de auto of met de fiets? Je kunt ook energie besparen door thuis slim te koken en te bewaren.

32 1E) En tenslotte: alles opgegeten, of ook iets weggegooid?
Zie bijgaande video. In de werkelijkheid zoals op de video in beeld gebracht blijkt, hoe verspillend wij in de voedselketen optreden. Niet alleen door goed eten weg te gooien, maar ook op andere fronten. En dat allemaal met voedsel waar feitelijk alle energie en kosten al voor zijn gemaakt Hoe zit dat met jouw lunch? Bron: etenisomopteeten.nl

33 Verspilling en duurzaamheid
Verspilling hoort ook bij “duurzaamheid”. Namelijk: onnodig (= weggooien) gebruik maken van kostbare grondstoffen en energie. Bijvoorbeeld: lunch weggooien op school en vervolgens snacks inkopen bij supermarkt of cafetaria

34 Opdracht “ongelooflijke getallen”
Vul onderstaande getallen in: Wist je dat wij JAARLIJKS … (%) van ons eten ongebruikt in de afvalbak verdwijnt …(gewicht) goed voedsel p.p. weggooien De totale voedselverspilling in NL zo’n … (kg) bedraagt Dit … (aantal) vuilniswagens vol voedsel betreft Dat overeenkomt met bijna … (bedrag) per persoon 800 miljoen kg € 175 114000 50 kg 10% Controleer of jouw antwoorden kloppen m.b.v. de volgende video Bron: etenisomopteeten.nl

35 Opdracht: DUURZAAMHEID: een KETEN VAN SCHAKELS
Vb. eten Vb. zaaien Welke schakels maken deel uit v.d. menselijke voedselketen? Oftewel: Wat gebeurt er allemaal met voedsel voor- en nadat je het eet? Waar treedt in deze keten “van grond tot mond” verspilling op? En waar kan dus ook duurzame winst geboekt worden?

36 DUURZAAMHEID … EEN KETEN VAN SCHAKELS
zaaien opslag cultiveren aankoop oogsten bereiden verwerken eten verpakken bewaren transport recyclen

37 Doe nu zelf de verspiltest en klik in de cirkel
Verspilling is zonde Bij de voedselproductieketen hebben we het vaak over ‘van grond tot mond’. In ‘t echt haalt 1/3 deel v.d. verse producten echter nooit de mond Producten gaan voor of tijdens de oogst verloren, Producten gaan bij bereiding, transport of opslag verloren Fabrikanten gooien producten weg als ze bij- of restproducten overhouden. Supermarkten gooien producten weg die over datum zijn. De consument gooit ook nog eens 1/6 van zijn boodschappen weg. Doe nu zelf de verspiltest en klik in de cirkel

38 Waarom deze verspilling?
Waarom gooien we jaarlijks gooien zoveel voedsel weg? Omdat we.. meer hebben gekookt/bereid dan nodig niet weten wat met de restjes te doen het niet op tijdig opkrijgen (en weggooien > THT-datum) denken dat we er ziek van worden het niet goed bewaren of vervoeren meer hebben gekocht dan nodig was het niet lekker vinden of het mislukt is

39 Verspilling; wat kan JIJ doen …om verspilling te voorkomen?
Slim kopen Slim bereiden Slim bewaren Plan je maaltijden Ga na wat je nog in huis hebt Maak een boodschappen lijstje Koop niet meer dan je nodig hebt Weeg je eten af. Bewaar kliekjes en hergebruik ze ≤ 2 dagen Vul een voorraad kast met lang houdbare producten voor creatief koken Deel je koelkast overzichtelijk in. Check deze dagelijks First in-first out principe. Resten in bakjes of verpakking

40 afronding en overall-tips
Vind jij aandacht voor eten en de wereld om je heen belangrijk? Wat zou jij morgen dan al anders kunnen doen? En welk concreet effect zou dit hebben?

41 Duurzaam voedsel; een vrijblijvende keuze?
Of kan en wil JIJ hier iets aan doen?

42 Tips en tricks Jouw eten heeft effect op je zelf:
je gezondheid. … mààr … Is ook van invloed op de wereld om je heen: medemensen, dieren en het milieu. Wil je fit blijven & Hecht je belang aan de wereld? Dan geldt: een FITTE burger =een WERELDBURGER Kortom: een SUPER - MA(e)N(s) Check daarvoor deze tips!

43 Opdracht wat kun JIJ doen & doe je al?
Bekijk onderstaande adviezen om een SuperMeans te worden. Welke adviezen spreken jou aan en doe je wellicht zelfs al? Eet volgens de Schijf van Vijf Eet regelmatig, genoeg maar niet te veel. Drink vooral kraanwater Beweeg minimaal 60 minuten per dag. Let bij aankoop eten op seizoen en herkomst. Wees alert op keurmerken fair trade en dierenwelzijn. Raadpleeg de keuzetabellen voor meer info Wees zuinig met eten! Je broodtrommel is groen; gebruik jij hem zo? Ben jij je bewust dat bepaald eten veel energie kost? Bijvoorbeeld: vlees, kaas, snacks?

44 Meer informatie?  www.voedingscentrum.nl
Eten en de wereld om je heen Een duurzame wereld heb je zelf in de hand … Meer informatie? 


Download ppt "Alles over voedsel Thema: eten en … de wereld om je heen"

Verwante presentaties


Ads door Google