De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

WEER.

Verwante presentaties


Presentatie over: "WEER."— Transcript van de presentatie:

1 WEER

2 HET WEER Opdracht Elke dag is het weerbericht te horen en te zien op radio en tv. Ga naar buiten en probeer de verschillende onderdelen van het weer van dit moment zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven.

3 Les 1 HET WEER Het KNMI Temperatuur Neerslag Wind en luchtdruk
weer en klimaat Les 1 HET WEER Het KNMI Temperatuur Neerslag Wind en luchtdruk Luchtvochtigheid Wolken Maar eerst….. Het weerbericht: (kies weer Afrika)

4 KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 31 januari 1854.
“het nationale centrum van kennis over en onderzoek naar klimaat, klimaatverandering, en seismologie.” dagelijkse weersverwachting waarneming van aardbevingen. Laten we eens kijken:

5 Weer en weerbericht Wat is weer?
Als je naar buiten gaat heb je altijd met het weer te maken. Het weer bepaalt vaak wat je gaat doen en welke kleren je aandoet. Als je overdag naar buiten kijkt zie wat voor weer het is: bewolkt, zonnig, regen, sneeuw, wind, mist, onweer, warm, frisjes, koud…….

6 Meteorologen maken weerberichten en weers­voorspellingen
houden bij hoe vervuilde lucht zich verspreidt geven waarschuwingen voor ‘gevaarlijk weer’, (mist, storm, windstoten, zwaar onweer, gladheid, luchtvervuiling) Onderzoeken veranderingen in het weer over een groot aantal jaren; of het klimaat verandert; wat de invloed van vervuilde lucht op het klimaat is

7 Het weer: KNMI Maak de vragen over het KNMI uit je reader.
weer en klimaat Het weer: KNMI Maak de vragen over het KNMI uit je reader.

8 Temperatuur Als we het hebben over het weer dan hebben we eigenlijk ook altijd over de temperatuur. Op meteorologische stations wordt de temperatuur van de lucht volgens internationale afspraak gemeten in graden Celsius op een hoogte van anderhalve meter boven een open grasvlakte. De temperatuur is afhankelijk van een aantal factoren: Breedteligging (wat is dat ook al weer?) Stand van de aarde t.o.v. de zon oftewel de seizoenen Hoogteligging Windrichting Invloed van de wolken

9 Het weer: temperatuur Deze al eens ooit gezien? De temperatuur wordt gemeten in graden Celcius. Onder de 0° C gaat water bevriezen. In de VS wordt nog gemeten in graden Farenheit. Op veel thermometers zie je nog beide manieren aangegeven

10 Het weer: temperatuur Ten aanzien van het weer is het ook altijd leuk om naar extremen te kijken: Maak de opgaven over temperatuur uit je reader.

11 Het weer: neerslag Om te beginnen hebben we de volgende vormen van neerslag: Regen (met motregen) Sneeuw (met natte sneeuw) Hagel IJsregen

12 Het weer: neerslag IJsregens: In de winter zit er soms een warme luchtstroom tussen de koude bovenlucht en koude lucht net boven het aardoppervlak. De sneeuw hoog in de lucht wordt regen, maar in de koude luchtlaag vlak boven de aarde bevriest dit water voordat het de grond bereikt en komt het als stukjes ijs naar beneden. De vorming van hagel:

13 Het weer: neerslag Neerslag meten: De meteorologen geven altijd netjes aan hoeveel mm neerslag ze verwachten. Maar hoe wordt dat gemeten? Als we het over het weer hebben dan hebben we het voornamelijk over de temperatuur en de neerslag. Inmiddels weet je een beetje hoe het met deze 2 weersfactoren werkt. Maar er zijn nog meer factoren die het weer beïnvloeden. Maak de vragen over hoofdstuk 3 uit je reader.

14 Het weer: wind en luchtdruk
Zonder wind zou het om te beginnen weinig regenen, want de meeste wolken ontstaan boven de oceanen. Wind is niets anders dan de stroming van de lucht. Wind ontstaat doordat de lucht beweegt van plaatsen met hogere luchtdruk naar plaatsen met een lagere luchtdruk. Hoge en lage luchtdruk hebben weer te maken met de opwarming en afkoeling van delen van de aarde.

15 Het weer: wind en luchtdruk
De functie van de wind is om die luchtdrukverschillen ongedaan te maken. Vindt de verplaatsing van de lucht over heel grote afstanden plaats, dan gaat ook nog de draaiing van de aarde een rol spelen. (tot 2.30 minuten) Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe meer wind er komt. Jij moet zo’n weerkaart kunnen “lezen”.

16 Het weer: wind en luchtdruk

17 Het weer: wind en luchtdruk
Gebieden met dezelfde luchtdruk worden met elkaar verbonden. Zo ontstaan de luchtdruklijnen die we isobaren noemen.

18 Het weer: wind en luchtdruk
Bij een lagedrukgebied stroomt de lucht naar het midden. Die toegestroomde lucht moet ergens naartoe, en gaat stijgen. Lucht die stijgt koelt af, dus er ontstaan wolken en er zal dan regen komen.

19 Het weer: wind en luchtdruk
De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. De luchtdruk laat een naald draaien. Achter de naald kan je dan “aflezen” hoe hoog de druk is en dus ook wat voor weer het wordt.

20 Het weer: wind en luchtdruk
De kracht van de wind kan je meten met de schaal van Beaufort.

21 Het weer: wind en luchtdruk

22 Het weer: wind en luchtdruk
De windsnelheid wordt gemeten met een Anemometer. Het is natuurlijk ook leuk om te kijken naar extremen. Deze records hebben te maken met de temperatuur, neerslag, luchtdruk en met de windsnelheden. Kortom: de factoren die iets zeggen over het weer. Maak de vragen over hoofdstuk 4 uit je reader.

23 Opdracht Opdracht Voor deze opdracht ga je gedurende een week de volgende gegevens verzamelen: - luchtdruk - windrichting - windsnelheid - neerslag - temperatuur - bewolking

24 Je docent geeft aan op welke dag we beginnen met meten.
Meet altijd op ongeveer dezelfde tijd: rond uur in de middag. Temperatuur: van eigen thermometer aflezen Neerslag: zet een lege plastic fles neer waarvan de hals is afgesneden. Zorg er voor dat hij niet kan omvallen. Meet op de aangegeven tijd het aantal mm neerslag die de afgelopen 24 uur is gevallen. Maak de fles leeg en droog en zet weer terug. Windrichting: Bepaal eerst (met kompas) waar het noorden is. De rest is simpel. Windsnelheid: kijk op: Luchtdruk: kijk op: Bewolking: kijk omhoog! Geef een van de 4 wolkensoorten aan uit het volgende hoofdstuk. (kan je ook nog de Latijnse benaming noemen misschien?).

25 Het weer: wolken Een wolk is een verzameling uiterst kleine waterdruppeltjes, ijskristallen of een mengsel van beide. Veel wolken ontstaan door stijging en afkoeling van een warme luchtlaag tegen een koudere laag. (zie “fronten” in hoofdstuk 4). Maar natuurlijk ook door verdamping (en condensatie) boven open water. Wolken verdwijnen door verdamping in drogere lucht, door 'uitregenen' of door verdampen en oplossen doordat de lucht dalende bewegingen ondergaat, vaak onder invloed van bijvoorbeeld een hogedrukgebied.

26 Het weer: wolken Er zijn vier hoofdtypen, ook wel wolkenfamilies genaamd: Lage bewolking Middelbare bewolking Hoge bewolking Verticaal ontwikkelde bewolking Laten we eens kijken…….

27 Het weer: wolken Alle wolken samen in een overzicht:

28 Het weer: wolken Die lange verticale wolken ontstaan wanneer een koudefront op een warm front “botst”. De warme lucht gaat altijd over de zwaardere koude lucht heen, koelt af, en……… er ontstaan wolken waaruit zeker regen gaat vallen.

29 Het weer: wolken In je reader staat over de verschillende wolkentypen nog wat meer uitgelegd. Hoe beter je de wolkentypen kent en in de lucht kan herkennen, hoe beter je ook het weer kan “voorspellen”. Van alle duizenden foto’s van het weer zijn die van de wolken wel het meest spectaculair! Maak de vragen van hoofdstuk 6 uit je reader. Een foto die ik zelf gemaakt heb:

30

31 Het weer: luchtvochtigheid
Water is in de atmosfeer het meest als waterdamp aanwezig. Je kan het dus niet zien! Toch voelen we het wel duidelijk als de luchtvochtigheid hoog is of laag. Denk maar aan de termen: drukkend, kil, guur en waterkoud, klam of schraal. Het maakt een groot verschil uit als je bij een temperatuur van 30°C buiten loopt in Egypte (1) of in Indonesië (2).

32 Het weer: luchtvochtigheid

33 Het weer: luchtvochtigheid
Wat is volgens jullie het verschil? In Nederland is de luchtvochtigheid buiten gemiddeld zo’n 87%. Wat zegt zo’n percentage? De relatieve luchtvochtigheid geeft aan hoeveel procent waterdamp zich ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht vindt. Actuele luchtvochtigheid: (scroll een stuk naar beneden)

34 Het weer: luchtvochtigheid
Als de luchtvochtigheid nu boven de 100% uitkomt dan vormen zich waterdruppeltjes. Buiten zie je dat als mist en dauw, binnen als condens op bv. de ramen. Want een raam is kouder en tegen het raam aan is de lucht dus eerder verzadigd dan wat verderop in de kamer. Brildragers kennen dat ook wel als ze uit de kou een warm vertrek binnenkomen.

35 Het weer: luchtvochtigheid
Ook de luchtvochtigheid kan je meten. Dat gebeurt met een hygrometer. Net als met de temperatuur en de luchtdruk gebeurt dat steeds meer digitaal. maak de vragen over hfdst 5!

36 Opdracht Je hebt nu 7 dagen het weer bijgehouden. Naar aanleiding daarvan (en met behulp van de theorie uit je reader) schrijf je een weerbericht. Het wordt een voorspelling voor de komende 24 uur. Laat de 6 gegevens terugkomen in je voorspelling. Veel succes!

37 opdracht Je hebt nu aardig wat kennis opgedaan van het weer.
Voer de volgende opdrachten uit: Geef op de weerkaart aan waar je denkt dat de lucht warm is en waar de lucht koud is. Geef op de weerkaart aan waar je bewolking verwacht. Geef op de weerkaart aan waar je neerslag verwacht. Geef op de weerkaart aan waar je veel wind verwacht. Maak een legenda om een verklaring te geven van jouw kleuren/symbolen


Download ppt "WEER."

Verwante presentaties


Ads door Google