De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

in internationaal perspectief

Verwante presentaties


Presentatie over: "in internationaal perspectief"— Transcript van de presentatie:

1 in internationaal perspectief
Nederland in cijfers in internationaal perspectief

2 Outline Nederlandse economie Sociale zekerheid

3 Korte geschiedenis Gouden Eeuw  Nederland handelsland (denk aan VOC)
Industriële revolutie  stoommachine Verenigd Koninkrijk tweede helft 17e eeuw; België volgt Nederland industrialiseert relatief laat, vanaf Na WOI tweede golf industrialisatie (elektriciteit en staal)

4 Waar staan we nu? De economie in vogelvlucht
Grootte  Bruto Binnenlands Product (BBP) Naar verwachting 615 miljard euro (2011, CPB) Veel? 2 maal Griekse economie Duitse economie 4,5 keer zo groot 6% van totale eurogebied economie Verenigde Staten 21x zo groot … zegt niets over welvaart! 2007: 572 mrd. 2008: 596 mrd.* 2009: 572 mrd.** 2010: 593 mrd. (CPB) 2011: 615 mrd. (CPB) Vergelijking op basis van data OECD 2009

5 Nederland in de wereld Qua BBP-volume: 16e economie
Global Competitiveness Report (World Economic Forum): 8e Human Development Index (VN): 7e IMF: voor grootste economieën ter wereld World Economic Forum: concurrentiekracht gemeten (betreft de instituties, beleid, factoren die economische welvaart brengen). Beter presterende landen: Zwitserland, Zweden, Singapore, VS, Duitsland, Japan en Finland HDI: Landend die het beter doen: Noorwegen, Australië, Nieuw-Zeeland, VS, Ierland, Liechtenstein. Levensverwachting bij geboorte, BBP per capita, mean and expected years of schooling

6 Hoe is het BBP opgebouwd?
BBP = 571 mrd. Bron: CBS 2009

7 Sectoren Bron: CBS

8 Bedrijfsleven Nederland kent ruim 840.000 bedrijven:
meer dan de helft eenmanszaken ( ) 99% midden- en kleinbedrijf (minder dan 100 man personeel) Groot aantal Nederlandse bedrijven wereldspelers Bron aantal bedrijven: CBS, op 1 januari 2009

9 Belang internationale handel
(Export + import) 130% van het BBP Bron: OECD 2009

10 Belang internationale handel
Nederlands handelsoverschot 7% van het BBP Bron: OECD nov. 2010, cijfers over 2009

11 Welke goederen exporteert Nederland?
Olie en gas grootste waardeaandeel in export Balassa index 2008

12 Comparatieve voordelen Nederland
Goed in linoleum, bloemen, palmolie, cacao, ei, papier en varkens Balassa index 2008

13 Hoe groot is onze welvaart?
Bruto Binnenlands Product per hoofd (ongeveer gemiddelde welvaart, maar vertekend beeld!) Voor Nederlanders $ ,- Indicator omvat niet alle aspecten van welvaart: vrije tijd natuur herverdeling Op basis van OECD data 2009 in dollars én PPP (internationale data dus in dollars)

14 BBP per capita Bron: Eurostat 2009

15 BBP per hoofd van de bevolking
Opgebouwd uit: arbeidsproductiviteit relatief aantal werkzame personen gemiddeld aantal gewerkte uren stand van de technologie Nederland: hoge productiviteit, hoge participatie, weinig uren Nederland wereldkampioen deeltijdwerk Gemiddeld aantal gewerkte uren (2008): Nederland 1389, Duitsland 1430, Frankrijk 1544, België 1568, VK 1653, VS 1792, Italië 1802, Griekenland 2120 Netto-participatiegraad (2008): Nederland 76% (alleen hoger in Noorwegen, Denemarken, Zwitserland en IJsland). Verenigde Staten 71%, Verenigde Koninkrijk 72,7%, Duitsland 70%, Frankrijk 64,6%, België 62%. Gemiddeld OECD: 66,7%

16 Participatie beroepsbevolking
Bron: OECD 2009 Brutoparticipatie, jaar

17 Nederland deeltijdland
Parttimewerk als percentage van de totale werkgelegenheid, OECD 2009

18 Aantal uren Aantal gewerkte uren per jaar Nederland 1389
Noorwegen Duitsland Frankrijk België Denemarken 1587 Zweden Oostenrijk Zwitserland Spanje Verenigd Koninkrijk 1653 Portugal OECD gemiddeld 1764 Japan Verenigde Staten 1792 Italië Griekenland Bron: OECD 2008

19 Ter illustratie Schoonmaker: € 25.000,- Politieagent: € 36.000,-
Leraar basisonderwijs: € ,- Verpleegkundige: € ,- Minister-president: € ,- Ter controle Gidsen: € ,- Bron: Loonwijzer.nl & Parlement.com

20 Inkomens Nederland kent een relatief grote inkomensgelijkheid
Gemiddeld brutohuishoudinkomen: € ,- anderhalfverdienersmodel Gemiddeld inkomen per persoon: € ,-. Per persoon met inkomen € ,- Modaal inkomen: € ,- Let op: bruto-inkomens! Let op: data op basis van 2009 Gebaseerd op Gini-coefficient (OECD mid-2000s): 0,27. Ongeveer gelijk aan België, Finland, Frankrijk, Zwitserland en Noorwegen. Denemarken en Zweden scoren beter (0,23). Duitsland minder(0,30). OECD gemiddeld 0,31. Japan, Canada en Spanje (0,32), Ierland (0,33), VK (0,34), VS (0,38), Portugal (0,42). Brutohuishoudinkomen 2009 (bron: CBS). Het bruto-inkomen bestaat uit het primair inkomen verhoogd met: uitkeringen inkomensverzekering zoals uitkeringen ingevolge de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Algemene Ouderdomswet (AOW), uitkeringen sociale voorziening zoals de Bijstandsuitkering, gebonden overdrachten zoals huursubsidie en tegemoetkoming studiekosten, en ontvangen inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e). Gemiddeld inkomen per persoon 2009 (bron: CBS). Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Modaal inkomen 2009 (bron: CPB)

21 Belasting- en premieheffing
Nederland relatief hoog toptarief (52%) Alleen in België, Denemarken en Zweden hoger (binnen EU) Hoogste tarief grijpt relatief vroeg aan (1,7x modaal inkomen) Maar veel 'grondslagversmallers' Bron: Studiecommissie Belastingstelsel huidige tarieven van CPB

22 Minimuminkomen Wettelijk minimumloon (2011) bedraagt €18.500,- bruto (+/- $8,20 per uur) Internationaal gezien hoog: Hoger in België, Australië, Frankrijk en Luxemburg (tot $8,90) Lager in VS ($5,50), VK ($8,00) en Japan ($5,20) Duitsland: geen minimumloon Op basis van OECD-data (2008) in dollars PPP

23 Sociale zekerheid Werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ouderschap, ouderdom, overlijden partner  Genereren inkomen wordt moeilijker Deze risico’s legitimatie voor overheidsingrijpen, evenals wens tot herverdeling

24 Vormen van sociale zekerheid
Diversiteit Europese sociale zekerheidstelsels groot Vier 'Europese' modellen (Sapir, 2005) Noords model (Finland, Denemarken, Zweden) Angelsaksisch model (Ierland, Verenigde Koninkrijk) Continentaal model (Duitsland, België, Frankrijk, Lux.) Mediterraan model (Spanje, Italië, Portugal, Griekenld.) In deze indeling Nederland ‘Noords’. Terecht? André Sapir (2005) Globalisation and the reform of european social models (Bruegel Institute)

25 4 Europese modellen Bron: Sapir, 2005

26 Verdere verschillen modellen
Noords: kleine inkomensverschillen, sterke vakbeweging Angelsaksisch: grote inkomensverschillen, weinig vakbeweging, sociale zekerheid in geval van nood, relatief veel laagbetaald werk Continentaal: verzekeringen voor alle nood, sterke vakbeweging Mediterraan: vooral pensioenen die vroeg ingaan, zeer sterke ontslagbescherming, maar weinig royale uitkeringen NB: Angelsaksisch ≠ Amerikaans model: weinig bescherming, nog minder verzekering

27 Nederlandse sociale zekerheid; veelzijdig
Werkloosheid: WW (max. 38 maanden, afh. van arbeidsverleden, 70% loon) Wet werk en bijstand (onbeperkt, 50%, 70% of 90% WML) Wet investeren in jongeren (tot 27 jaar, werkleeraanbod) Arbeidsongeschiktheid Ziektewet (max. 2 jaar, >70% loon) Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA, eerder WAO) Wajong (75% WML) Wet Sociale werkvoorziening (WSW)

28 Nederlandse sociale zekerheid; veelzijdig
Ouderdom Algemene ouderdomswet (AOW), vanaf 65 jr. Niet overheid: aanvullende pensioenen Ouderschap Kinderbijslag (voor iedereen) Kindgebonden budget (tot euro) Kinderopvangtoeslag Alleenstaande ouders (vrijstelling sollicitatieplicht WWB) Ouderschapsverlof en ouderschapsverlofkorting Overlijden Algemene Nabestaandenwet (ANW; nabestaanden en wezen)

29 Nederlandse sociale zekerheid; veelzijdig
Overig: Zorgverzekeringswet Huurtoeslag Zorgtoeslag etc…

30 Ontslagbescherming Nederland gemiddelde ontslagbescherming. Echter, veel voor vaste contracten, relatief weinig voor tijdelijke contracten Bron: OECD 2008

31 Werkloosheid Nederland: 5,2% (CBS) / 4,4% (Eurostat). Laagste in Europa! Japan en Verenigd Koninkrijk betreft okt. 2010 Bron: Eurostat dec. 2010

32 WW-uitkering in internationaal perspectief
Bron: OECD, 2007

33 Pensioenen Naast AOW ook aanvullende pensioenen
Totale pensioenpot meer dan BBP! Verplicht sparen voor (meeste) werknemers. Zelfstandigen moeten pensioen opbouwen Bron: DNB, dec. 2010

34 Conclusie Nederland Noords als Scandinavische landen?

35 Meer weten? Bronnen: www.cbs.nl Nederlandse data
Economische ramingen, maar ook historische reeksen ec.europa.eu/eurostat Data lidstaten Europese Unie stats.oecd.org Data lidstaten Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, OESO CIA World Factbook, met veel data over alle landen ter wereld

36


Download ppt "in internationaal perspectief"

Verwante presentaties


Ads door Google