Ho 4:Talenten.

Presentatie over: "Ho 4:Talenten."— Transcript van de presentatie:

1 Ho 4:Talenten

2 Overzicht talenten

3 Talent betekent niets als er geen acties aan verbonden worden
Introductie Talent betekent niets als er geen acties aan verbonden worden

4 Cartoon Teken een boom met voorwerpen die jouw talenten vertegenwoordigen

5 Intelligentie Intelligentie is:
“Het vermogen om informatie te verwerken, dat in werking kan worden gesteld in een culturele situatie om problemen op te lossen of producten te scheppen die van waarde zijn in een cultuur”

6 Criteria onafhankelijk: kan bij een hersenbeschadiging afzonderlijk beschadigd raken. manifesteert zich soms op uitzonderlijke wijze. meerdere vaardigheden nodig die nauw met elkaar samenhangen. duidelijk ontwikkelingspad met kenmerkende eindexpertise. in tests zijn aannemelijke aanwijzingen voor het bestaan van een intelligentie gevonden. leent zich voor een symboolsysteem

7 Acht intelligentiegebieden
Verbaal - linguïstisch Logisch - mathematisch Lichamelijk - kinesthetisch Muzikaal - ritmisch Visueel - ruimtelijk Naturalistisch Intrapersoonlijk Interpersoonlijk

8 Uitgangspunten Meervoudige Intelligenties (MI)
Theorie Howard Gardner Iedereen bezit alle intelligenties Bij sommige mensen is bepaalde intelligentie extreem ontwikkeld (talent) Intelligenties kunnen samenwerken

9 Wie ben ik?

10 Tweekeuzevragen Patience Klaverjassen Muziek maken Sporten Bloementuin
Debatteren Klaverjassen Sporten Fototentoonstelling Boekhouden

11 MI-indicator Hoe schat je jouw eigen intelligentiepatroon in?
Vul het scoreformulier in aan de hand van jouw vragenlijst Kleur de grafische weergave

12 Verbaal-linguïstische intelligentie
houdt van taal en woordspelletjes houdt van lezen en schrijven luistert graag naar verhalen maakt graag aantekeningen heeft een rijke woordenschat houdt van discussiëren houdt van woordgrapjes

13 Logisch-mathematische intelligentie
houdt ervan problemen op te lossen past logica makkelijk toe werkt graag met getallen is goed in het herkennen van patronen kan goed ordenen en redeneren maakt gebruik van schema’s en symbolen

14 Visueel-ruimtelijke intelligentie
kan goed beelden in z’n hoofd creëren onthoudt goed wat hij gezien heeft kan goed kaartlezen heeft een levendige fantasie kijkt graag naar een voorbeeld is gevoelig voor kleurencombinaties tekent graag

15 Lichamelijk-kinesthetische intelligentie
gebruikt gebaren en bewegingen om te communiceren wil graag dingen aanraken is meestal sportief of actief wil graag dingen doen en uitproberen heeft een goede oog-hand coördinatie verbetert z’n concentratie door bewegen

16 Muzikaal-ritmische intelligentie
kan goed zingen of een instrument bespelen beweegt graag op ritmes hoort de structuur en het ritme in de muziek houdt van rijmende of muzikale ezelsbruggetjes schrikt van harde geluiden

17 Naturalistische intelligentie
voelt zich thuis in de natuur is milieubewust kan goed observeren en rubriceren vindt daglicht in de werkomgeving belangrijk is een echte verzamelaar heeft oog voor details

18 Intrapersoonlijke intelligentie
is geïnteresseerd in z’n eigen ontwikkeling werkt graag zelfstandig is erg zelfbewust betrekt graag zaken op zichzelf houdt van stilte en alleen zijn wil standpunten van alle kanten kritisch bekijken

19 Interpersoonlijke intelligentie
is gevoelig voor stemmingen van anderen is goed in het leggen van contacten vindt het leuk om met anderen opdrachten uit te voeren bemiddelt bij conflicten leeft sterk met anderen mee let goed op non-verbale signalen

20 Beestenbende Zoek bij elke intelligentie een foto van een dier dat als symbool kan dienen voor die intelligentie. Plak achterop de foto een post-it met de naam van de intelligentie. Presenteer na tien minuten de acht dierenfoto’s aan de andere groep(en). Zij mogen raden om welke intelligentie het gaat.

21 Talenten herkennen Hoe zorg jij ervoor dat jouw talenten duidelijk worden? Is jouw talent wel eens over het hoofd gezien?

22 Wat kun je ermee in de studie?
Sterke intelligenties inzetten bij het memoriseren van de leerstof. 2. Verdelen van de taken in regiekringen en werkgroepen. 3. Keuze van de stageplaatsen. 4. Keuze van verbredende minoren. 5. Vullen van jouw portfolio. 6. Een persoonlijk CV maken.

23 Opdracht Vul in het schema de beroepen in die passen bij jouw opleiding en waarbij bij een hoge score op die intelligentie handig is.