De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2"— Transcript van de presentatie:

1 Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2
Workshop 15 januari 2010 1

2 Probleemstelling MAAR:
Stijgend aantal leerlingen met ASS Goed uitgewerkte auti – werking in klasverband Goed opgeleide leerkrachten MAAR: De werking vanuit klas wordt jammer genoeg niet doorgevoerd in de lessen bewegingsopvoeding Workshop 15 januari 2010

3 CONCREET: Ik had al enige ervaring opgedaan in voorgaande tewerkstellingen aangaande het werken met kinderen/jongeren met ASS Ik stapte naar de directie met de vraag of ik mocht proberen een auti – turnles op te bouwen samen met een collega De directie zag dit meteen haalbaar en zo startten we vijf jaar geleden met onze werking Workshop 15 januari 2010

4 Theoretisch deel Wat is ASS? (autismespectrumstoornis)
Wat houdt de TEACCH – filosofie in? Waarom structureren, verhelderen en visualiseren? Wat is ComVoor? Workshop 15 januari 2010

5 Wat is ASS? Autisme is een hersenstoornis die tot op heden onverklaarbaar blijkt en meestal vanaf de geboorte aanwezig is. De verwerking van informatie uit de omgeving verloopt anders. Men spreekt van een triade van stoornissen: beperking in de sociale interactie beperking in de communicatie beperkte interesses en weinig verbeelding Workshop 15 januari 2010

6 Autisme, een handicap met vele gezichten.
Workshop 15 januari 2010

7 Wat houdt de TEACCH – filosofie in?
TEACCH staat voor Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped CHildren. Het is geen methode maar een interventieprogramma. Het zorgt voor een integrale aanpak. Het begeleidt mensen met een ASS naar een zo hoog mogelijke vorm van zelfstandigheid. Visualisering en voorspelbaarheid staan centraal in het programma. Workshop 15 januari 2010

8 Concreet houdt TEACCH in:
Individualiseren Streven naar een pos. pedag. benadering Aanpassen van de omgeving in termen van duidelijkheid in personen, tijd en ruimte Aanleren van functionele vaardigheden gericht op het maximaliseren van de zelfstandigheid Hulp bij de integratie van personen met een ASS in de samenleving Continuïteit in de hulpverlening gedurende het hele leven van personen met een ASS Workshop 15 januari 2010

9 Waarom structureren, verhelderen en visualiseren?
Heel belangrijk om te beantwoorden aan de specifieke vragen van personen met een ASS. Een antwoord bieden aan wie-, wat-, waar-, hoe-, wanneer – vragen. Dit kan door middel van een geïndivualiseerd dagschema. Binnen de verschillende lessen werken de leerlingen met een werkschema. Workshop 15 januari 2010

10 Wat is ComVoor? De ComVoor geeft een antwoord op twee vragen:
Op welk niveau van betekenisverlening kunnen de gekozen middelen ingezet worden? Welke ondersteunende middelen kunnen we gebruiken? We kunnen verduidelijken met foto’s, picto’s, voorwerpen, … Alleen is niet elke foto of tekening een goede verwijzer. A.d.h.v. deze test wordt bepaald op welk niveau de leerkracht kan communiceren met de leerling. Workshop 15 januari 2010

11 Vier niveau’s van ComVoor.
Sensatieniveau: zintuigelijke waarneming, geen verwijzende betekenis Presentatieniveau: verwijzer is duidelijk aanwezig Representatieniveau: de persoon begrijpt de verwijzende functie van taal, gebaar, voorwerpen, … Metarepresentatieniveau: begrijpt de diepere betekenis Workshop 15 januari 2010

12 Concrete uitwerking van de les bewegingsopvoeding
Stap voor stap aanleren. Hoe wordt de TEACCH-filosofie geïntegreerd in de les? Waarom gebruiken we de ComVoor? Oefeningenreeksen Workshop 15 januari 2010

13 Stap voor stap aanleren.
Alle leerlingen in de vrije tijdsruimte. De leerkracht heeft een gele overgangskaart. Met deze kaart haal je een leerling op en begeleidt je hem/haar naar een opdracht. Er is voortdurende begeleiding van de leerkracht. Na de opdracht gaat de leerling terug naar de vrije tijdsruimte. VOORDEEL: strikte 1/1 begeleiding NADEEL: iets te veel vrije tijd in verhouding met het effectieve werken Workshop 15 januari 2010

14 Stap voor stap aanleren.
Alle leerlingen in de vrije tijdsruimte. De leerkracht heeft een gele overgangskaart. Met deze kaart haal je een leerling op en begeleidt je hem/haar naar zijn/haar individueel werkschema. Aan het werkschema hangt zijn/haar foto met eronder een opeenvolging van 3 of 4 opdrachten. Er is voortdurende begeleiding van de leerkracht. Na het uitvoeren van de opdrachten gaat de leerling terug naar de vrije tijdsruimte. De leerkracht zorgt dan voor een nieuwe reeks oefeningen. VOORDEEL: bij deze vorm zijn de leerlingen langere tijd na elkaar aan het werken, dit leidt tot minder vrije tijd Workshop 15 januari 2010

15 Stap voor stap aanleren.
Deze stap sluit heel nauw aan bij de vorige stap met als enig verschil dat in plaats van 3 of 4 opdrachten, alle opdrachten worden uitgehangen. De leerlingen worden nog altijd aan het werk gezet met de gele overgangskaart. De leerlingen mogen hun vrije tijdsmomenten zelf vrij kiezen. Alleen geldt de afspraak dat alle opdrachten tegen het einde van de les dienen afgewerkt te zijn. VOORDEEL: bij deze vorm zijn de leerlingen heel veel aan het werk NADEEL: er zal soms moeten gewacht worden tot een oefening vrij komt als deze bezet is door een andere leerling, daarom voerden we de wachtbank in Workshop 15 januari 2010

16 Stap voor stap aanleren.
In deze stap zetten we een eerste stap in de richting van het zelfstandig werken. De leerling wordt uit de vrije ruimte gehaald met de gele overgangskaart en gaan samen met de leerkracht naar het werkschema. De leerling mag nu zelf zijn schema samenstellen onder toezicht van de leerkracht. Hierna begint de leerling aan zijn opdrachten. Workshop 15 januari 2010

17 Stap voor stap aanleren.
Het gebruik van de gele overgangskaart verdwijnt. De leerling stelt, nadat hij omgekleed is zijn eigen schema op en begint aan de opdrachten. Als hij/zij klaar is met alle opdrachten mogen ze naar de vrije tijdsruimte. In deze stap werken de leerlingen volledig zelfstandig. Workshop 15 januari 2010

18 Stap voor stap aanleren.
STAP 6 De leerlingen stellen zelfstandig hun werkschema samen en beginnen te werken. Als er een opdracht bezet is, gaan de leerlingen op het wachtmatje bij de opdracht gaan staan. Zo zien de andere leerlingen dat er al iemand aan het wachten is voor de betreffende opdracht. Zo kunnen zij eventueel een kleine wijziging in hun eigen schema maken of eventjes in de vrije ruimte gaan zitten. In deze stap wordt de wachtbank vervangen door een wachtmatje Workshop 15 januari 2010

19 Stap voor stap aanleren.
STAP 7 Tot nu toe werden de opdrachten door de leerkrachten klaar gezet. Vanaf deze stap worden de leerlingen ingeschakeld. In groepjes van twee wordt hen een vaste opdracht toegewezen die ze iedere keer moeten proberen zelfstandig klaar te zetten. Ze doen dit nadat ze zijn omgekleed. Pas als alle opdrachten klaar staan, mogen de leerlingen beginnen aan hun werkschema Workshop 15 januari 2010

20 Stap voor stap aanleren.
STAP 8 Invoeren van een partneroefening. Bij één bepaalde opdracht moeten de leerlingen gaan communiceren met de medeleerlingen of leerkrachten. Er is een duidelijke vraagstelling “Wil je met mij … oefening doen” Er is een duidelijk antwoord: “ja” of “neen” Workshop 15 januari 2010

21 Hoe wordt de TEACCH-filosofie geïntegreerd in de les?
Structureren en visualiseren is van cruciaal belang. - Werkschema: visualiseren a.d.h.v. concreet materiaal (flessendopjes, e.a.), foto’s, beta – prenten, picto’s, … Opdrachten: deze worden dusdanig opgesteld zodat het heel duidelijk is waar de opdracht begint en waar deze eindigt. Bijvoorbeeld: aan het begin van de oefening ligt een hoepel met een wekker, aantal flessendopjes, aantal wasknijpers, ballen, … (cfr verwijzer aan het werkschema) Op het einde van de opdracht ligt een hoepel met een potje waarin de verwijzers gedeponeerd worden. Duur van de opdracht: aantal min op wekker, aantal dopjes, … Leerlingen zorgen ervoor dat de opdracht terug klaar ligt voor de volgende leerling. Workshop 15 januari 2010

22 Waarom gebruiken we de ComVoor?
Via de ComVoor weten we op welk niveau de leerling de verschillende verwijzers begrijpt. Zo kunnen we voor iedere leerling individueel een manier van visualisatie creëren die voor hen het meest begrijpbaar, het meest duidelijk en verhelderend is. CONCREET: Leerling A: concrete verwijzers Leerling B: een combinatie van concrete verwijzers en beta Leerling C: geschreven woordbeeld ComVoor = handig middel om iedere leerling op zijn eigen niveau te benaderen. Workshop 15 januari 2010

23 Oefeningenreeksen De oefeningenreeksen worden gedurende een achttal weken herhaald. Herhaling biedt voor leerlingen met een ASS ‘zekerheid’ en ‘rust’ Het is echter wel zo dat we iedere laatste les voor een vakantie afstappen van de oefeningenreeks en een andere vorm van gestructureerde werking geven. Waarin we bijv. netbal spelen, kegelspel, … Workshop 15 januari 2010

24 Besluit ‘Als het kriebelt, moet je sporten’ : niet altijd even eenvoudig voor jongeren met een handicap! Met deze workshop hopen we te hebben aangetoond dat structuur bieden tijdens bewegingsmomenten, voor jongeren met een ASS, wel degelijk mogelijk is. Mag dit een stimulans zijn voor collega’s om ook op zoek te gaan, zodat ook hun jongeren kunnen sporten als het kriebelt. Günther De Craemer Marina Verlé Workshop 15 januari 2010


Download ppt "Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2"

Verwante presentaties


Ads door Google