De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Lading zekeren.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Lading zekeren."— Transcript van de presentatie:

1 Lading zekeren

2 Dagindeling Welkom op de nascholing Code95 Theorie 1 t/m 8………………3uur
Pauze Theorie 9 t/m 14……………3 uur Theorie oefentoets…..…….1/2 uur Praktijkoefening……..……..1/2 uur

3 Leerdoelen; Uitleg geven over de krachten die ontstaan tijdens rijden met een vrachtauto. (kennisdoel) Uitleg geven over de technische gegevens van het voertuig of de voertuigen die vermeld staan op het kentekenbewijs deel 1A, zoals het ledig gewicht, het laadvermogen en het toegestaan maximummassa. (kennisdoel) Aangeven op welke wijze de lading moet worden geladen, zodanig dat het geen overbelading ontstaat tijdens het vervoer. (vaardigheidsdoel) Berekenen welk krachten ontstaan tijdens het optrekken, het afremmen of het nemen van een bocht. (kennisdoel)

4 Leerdoelen; Aangeven op welke wijze de lading moet worden gezekerd, rekening houdend met de krachten die ontstaan tijdens het vervoer. (vaardigheidsdoel) Heeft voldoende kennis over de zekeringsmiddelen die hem ter beschikking staan. (kennisdoel) Kan berekenen hoeveel zekeringsmiddelen nodig zijn tijdens het vervoer om de lading zonder enig risico te vervoeren.(kennisdoel) Aangeven welke zekeringsmiddelen mogen worden gebruikt om hiermee ladingzekering te mogen toepassen. (vaardigheidsdoel) Uitleg geven over de informatie die terug te vinden is op de labels van de zekeringsmiddelen.

5 Leer onderdelen; De krachten tijdens het rijden
Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren Waarom lading zekeren Wrijvingscoëfficiënt Gewichtsverdeling Voertuigeisen omtrent lading zekeren Sjorpunten aan voertuigen Spanbanden Spankettingen Methodes van zekeren Vormen van lading zekeren Voor u gaat laden

6 Voorwoord; De groeiende complexiteit van het nationale en internationale verkeer stelt hoge eisen aan de vakbekwaamheid van vrachtautochauffeurs. Het kwaliteitsniveau van chauffeurs is niet alleen van groot belang voor de verkeersveiligheid, maar ook voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven en van vervoersondernemingen.

7 Hoofdstuk 1 De krachten tijdens het rijden

8 De krachten tijdens het rijden
Tijdens het rijden krijgt u te maken met een aantal krachten Op-en-neergaande kracht Voorwaartse kracht Zijwaartse kracht Zijwaartse kracht

9 De krachten tijdens het rijden
Voorwaartse kracht = Flink moet remmen omdat de verkeerssituatie dit nodig maakt

10 De krachten tijdens het rijden
Zijwaartse kracht (ook wel centrifugaal kracht genoemd) = Een bocht met te hoge snelheid in gaat

11 De krachten tijdens het rijden
Op-en-neergaande kracht (ook wel dansen van de lading genoemd) = Hoogte verschil in het wegdek

12 De krachten tijdens het rijden
Uit onderzoek blijkt dat zo’n 70% van het transport niet of nauwelijks gezekerd is.

13 Hoofdstuk 2 Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren

14 Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
De wettelijke voorschriften zijn vastgelegd in de Wegenverkeerswet van 1994 en de Regeling voertuigen

15 Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Kapstokartikel = Iedereen die betrokken is bij de ontstane onveilige risicovolle situatie

16 Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Aansprakelijkheid = Een ieder kan aansprakelijk gesteld worden

17 Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Regeling voertuigen = Als niet voldaan wordt aan de eisen van het gebruik van het voertuig

18 Hoofdstuk 3 Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren

19 Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Het Burgerlijk Wetboek is onder meer van toepassing op het moment dat partijen met elkaar een overeenkomst aangaan. Op het moment dat een afzender een lading wil laten vervoeren naar de geadresseerde. Op dat moment zijn de Algemene Vervoercondities 2002 (AVC) van toepassing op het binnenlands beroepsvervoer.

20 Hoofdstuk 4 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren

21 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
In de vervoerovereenkomst, hetgeen een civielrechtelijke aangelegenheid is, hebben dus zowel de afzender als de vervoerder een verantwoordelijkheid in het lading zekeren en de goede uitvoering van het transport.

22 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De afzender is; verantwoordelijk voor het zekeren van de lading. is verplicht om de vrachtauto te laden, te stuwen en te lossen. De eindverantwoordelijke ook bij uitbesteding.

23 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De chauffeur, ‘centrale punt’; De chauffeur heeft een aantal verplichtingen tijdens het transport, ook al heeft hij deze lading niet zelf geladen. 1. voor aanvang van het transport zelf controleert; 2. voordat hij wegrijdt, controleert of de lading goed verdeeld is over de laadvloer, zodat er geen overschrijding van de aslasten ontstaat. 3. controleert onderweg voorts regelmatig of de lading nog steeds goed vaststaat. 4. rijstijl, de chauffeur moet zelf begrijpen dat een zware lading bij het remmen de neiging heeft om door te gaan.

24 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
Zijn de laadruimtes reeds gesloten om de lading te inspecteren en is de afzender niet bereid om de laadruimte weer te openen, dat is het zeer verstandig om op de vrachtbrief te vermelden dat hij de lading niet heeft kunnen controleren. U tekent dan ‘onder voorbehoud’ met de vermelding van de afwijking. Laat ook de afzender zijn naam vermelden en ondertekenen, ten teken dat hij dit bevestigd.

25 Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De vervoerder / werkgever De vervoerder heeft ondermeer de taak om de werknemers te instrueren in de uitvoering van hun werkzaamheden. Dit staat vermeld in de Arbeidsomstandighedenwet.

26 Hoofdstuk 5 Waarom lading zekeren?

27 Waarom lading zekeren? Lading zekeren moet worden toegepast voor normale verkeerssituaties. Bij deze normale verkeerssituaties horen ook - volle remmingen; - plotselinge uitwijkmanoeuvres; - slecht wegdek, en - slechte weersomstandigheden.

28 Waarom lading zekeren? Voorwaartse kracht (Fq) Als een vrachtauto gaat remmen, zal de lading naar voren schuiven. De kracht die in de voorwaartse richting wordt gedrukt komt overeen met 80 % van het gewicht van de lading. Lading van kg x 80% = kg (de kracht van het remmen) 0,8 Fg.

29 Waarom lading zekeren? Zijwaartse kracht (centrifugale kracht) Op het moment dat een vrachtauto met vrij hoge snelheid door een bocht rijdt, hebben we te maken met de zijwaartse kracht. De kracht die in deze zijwaartse richting wordt gedrukt is 50 % van het gewicht van deze lading. Lading van kg x 50% = kg (druk naar de zijkant) 0,5 Fg.

30 Waarom lading zekeren? Achterwaartse kracht (Fq) Ontstaat door het felle optrekken met de vrachtauto. De lading heeft dan de neiging, als deze niet goed vast staat, om achterover te vallen. De kracht die in deze achterwaartse richting wordt gedrukt is 50 % van het gewicht van deze lading. Lading van kg x 50% = kg (druk naar achteren) 0,5 Fg.

31 Waarom lading zekeren? Gewicht Gewicht ontstaat door de aantrekkingskracht van de aarde. Als deze aantrekkingskracht er niet zou zijn, zouden we zweven net zoals de astronauten dat doen als ze in de ruimte zijn. Het gewicht van een lading drukt dus op de laadvloer. Hoe zwaarder het gewicht, hoe moeilijker het door de chauffeur verplaatsbaar is. Denk dan niet dat een zware betonnen balk van 10 ton, die vervoerd moet worden, niet verplaatsbaar is. Op het moment dat deze los op de vrachtauto ligt, en de chauffeur moet remmen, zal ook deze betonnen balk gaan schuiven.

32 Hoofdstuk 6 Wrijvingscoëfficiënt

33 Wrijvingscoëfficiënt
Op het moment dat twee oppervlakken op elkaar drukken ontstaat er ‘micro-vertanding’. Hoe gladder beide oppervlakken zijn die op elkaar drukken, hoe minder microvertanding er ontstaat. Dus hoe ruwer beide oppervlakten zijn hoe stroever het wordt. We spreken hier over ‘wrijvingscoëfficiënt’. Bij een ruw oppervlak zal de lading dus veel minder snel gaan schuiven, terwijl op een gladde vloer een gladde lading al heel snel zal gaan schuiven.

34 Wrijvingscoëfficiënt
Antislipmatten Tabel wrijvingscoëfficiënt.

35 Hoofdstuk 7 Gewichtsverdeling

36 Gewichtsverdeling Het kentekenbewijs deel 1a vermeldt onder meer de navolgende gegevens: - massa ledig gewicht; - laadvermogen; - toegestane maximummassa; - maximum last as, zoals hier nummer (1) en (2)

37 Gewichtsverdeling Houd altijd rekening met: - Het toegestane maximummassa in z’n geheel. - Het toegestane maximummassa op de vooras. - Het toegestane maximummassa op de achteras.

38 Hoofdstuk 8 Voertuigeisen omtrent lading zekeren

39 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De vrachtautofabrikanten moeten bij de productie van hun vrachtauto’s, aanhangwagens en opleggers met een maximummassa van meer dan kg, die na april 2002 zijn gebouwd, rekening houden met de Europese richtlijnen. Deze richtlijnen staan vermeld in de Europese constructienorm EN ‘Code L’.

40 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Het kopschot van de vrachtauto In deze richtlijn staan dus de eisen van het draagvermogen van onder meer het kopschot, de achterwand en de zijwanden van een vrachtauto, aanhangwagen of oplegger zonder dat er misvorming is. Dat wil zeggen dat het kopschot in staat moet zijn weerstand te bieden aan een kracht die gelijk is aan 40 % van het laadvermogen, maar niet meer dan 5000 kg, voorwaarts gericht en gelijk is verdeeld over het kopschot zonder overmatige blijvende vervorming..

41 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden van de vrachtauto De zijwanden van de vrachtauto, aanhangwagen of oplegger met een toegestaan maximummassa van meer dan kg moeten minstens ontworpen zijn volgens de norm EN hetgeen betekent dat de wanden in staat moeten zijn weerstand te bieden aan de kracht van 30 % van het laadvermogen, zijdelings gericht en gelijkmatig verdeeld over de gehele zijwand, zonder noemenswaardige vervormingen.

42 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De achterwanden van de vrachtauto De achterwanden moeten zodanig zijn ontworpen, uiteraard conform de norm EN 12642, dat ook de achterwand in staat is om weerstand te bieden aan een kracht die gelijk is aan 25 % van het laadvermogen van de vrachtauto, aanhangwagen of oplegger, maar niet meer dan kg, naar achteren gericht en gelijkmatig verdeeld over de achterwand, zonder dat daardoor noemenswaardige vervorming ontstaat.

43 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden voor de huifopbouw Voor een huiftrailer stel de norm EN de eis dat de onderzijde met boordwanden bestand moeten zijn tegen een kracht van 24 % van het laadvermogen en de bovenzijde, met huif en insteekplanken, tegen 6 % van het laadvermogen van de trailer.

44 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden met schuifzijlopbouw Voor de zijkanten van voertuigen met schuifzijlen geldt 0 %. Dat wil dus zeggen dat voor deze zijwanden totaal geen draagkracht mag worden toegepast.

45 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
EN XL Sedert 2007 wordt er ook gewerkt met de code ‘EN XL’. Hierbij is de opbouw zodanig versterkt dat er nog hogere krachten kunnen worden toegepast op de opbouw van het voertuig. Hierbij gelden de navolgende normen: Het kopschot: 50 % van het laadvermogen; De zijwanden: 40 % van het laadvermogen; De achterwand: 30 % van het laadvermogen..

46 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Voorbeeld 1 U moet een lading vervoeren met een gewicht van kg, de wrijvingscoëfficiënt is daarbij 0,4. De vraag is nu of u deze lading nog extra moet gaan zekeren. Dat moet u dus zelf kunnen berekenen. U krijgt namelijk niet of nauwelijks informatie van de werkgever of van de afzender. U staat er dus op dat moment alleen voor. Hoe gaat u, bij de toepassing van deze berekening, te werk? Inventariseer de gegevens: Laadvermogen: kg. Naar voren gerichte kracht kg (80 % van het laadvermogen). Draagvermogen kopschot 40 % kg (EN 12642, code L). Wrijvingscoëfficiënt 0,4, is 40 % kg.

47 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Als u vormsluitend laadt, is de lading naar voren dus sluitend, dat wil zeggen dat deze lading naar voren voldoende gezekerd is. Hoe gaat u, bij de toepassing van deze berekening, te werk?

48 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Als u vormsluitend laadt, is deze lading in dit geval niet voldoende gezekerd en moet u zelf nog extra zekeren tot ten minste kg.

49 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Voorbeeld 2 Hetzelfde verhaal kunnen we ook toepassen op de zijwanden. We nemen een vrachtauto met een gesloten opbouw met een laadvermogen van kg., maar nu met een wrijvingskracht van 0,3. U rijdt met deze vrachtauto met vrij hoge snelheid door een scherpe bocht. Dan heeft u op dat moment te maken met de zijwaartse krachten die op die lading van toepassing zijn. Bij de zijwaartse kracht zagen we dat u rekening moet houden met een percentage van 50 % van de lading. Inventariseer de gegevens: Laadvermogen: kg. Naar de zijkant gerichte kracht kg (50 % van het laadvermogen). Draagvermogen zijwand 30 % kg (EN 12642, code L). Wrijvingscoëfficiënt 0,3, is 30 % kg.

50 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
,

51 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
We hebben inmiddels kennisgemaakt met de wrijvingskracht. Dit heeft dus alles te maken met het materiaal waaruit de lading of de verpakking bestaat en waaruit het materiaal van de laadvloer bestaat. Hoe hoger de wrijvingskracht, hoe minder moeite de chauffeur heeft om een goede ladingzekering te bereiken. De wrijvingskracht wordt dus aangegeven door het ‘wrijvingscoëfficiënt. Als het wrijvingscoëfficiënt vrij laag is, is het verstandig om bijvoorbeeld ‘antislipmatten’ te gebruiken. De matten zorgen ervoor dat het wrijvingscoëfficiënt wel 0,6 kan zijn, waardoor er veel minder gezekerd hoeft te worden.

52 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De curtainsider Dit is een vrachtauto die ook wel een ‘tautliner’ wordt genoemd. Zoals de naam al aangeeft is dit een laadruimte die aan de zijkant wordt afgeschermd door een ‘curtain’ of wel een gordijn.

53 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Wissellaadbakken Een wissellaadbak is een uitwisselbare (intermodale) voertuigopbouw voor het vervoer van lading. Wissellaadbakken zijn genormeerd en kunnen zonder verdere ter plaatse aanwezige technische hulpmiddelen afgezet en opgepikt worden. Zij worden met name in het gecombineerde weg-/railvervoer ingezet.

54 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Iso containers Ook containers moeten aan een aantal eisen voldoen. Volgens de iso-norm moeten zowel de voor- als de achterzijde aan weerstaand kunnen bieden aan de druk van de lading, die gelijk of hoger is dan 40 % van het laadvermogen. Uiteraard wanneer de druk over de gehele zijde wordt uitgevoerd.

55 Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Rongen Rongen voor rolvormige lading zijn verticale balken aan de zijkanten van een platte open vrachtwagen of oplegger. De rongen dienen als bevestiging en opsluiting van de lading, maar kunnen afgenomen of weg geklapt worden voor laden en lossen. Ze worden toegepast waar platte wagens met klapbare zijschotten minder geschikt zijn voor de ladingsvorm, zoals buizen, staalplaten, balken en rondhout. Oorspronkelijk werden rongen gebruikt bij hooiwagens in de oogsttijd.

56 Hoofdstuk 9 Sjorpunten aan voertuig

57 Sjorpunten aan voertuig
Sedert juli 2000 moeten in alle Europese Unie-landen de voertuigopbouwen voorzien zijn van zogenaamde sjorpunten. Dit is vastgelegd in de norm EN In deze norm worden de minimum eisen gesteld aan de sjorpunten op de vrachtauto, met een toegestaan maximummassa van meer dan kg, die worden gebruikt voor het vervoer van stukgoederen.

58 Sjorpunten aan voertuig
Dit sjorpunt of hijsoog geeft de gelegenheid om te hijsen. De maximale hijsbelasting wordt hierop dus aangegeven en is 6,7 ton. Als deze wordt gebruikt voor lading zekeren mag het dubbele worden toegepast dan wat is aangegeven. Dus, de maximale hijsbelasting is 6,7 ton, terwijl bij lading zekeren 14,4 ton gegarandeerd is.

59 Hoofdstuk 10 Spanbanden

60 Spanbanden Een spanband is samengesteld uit drie componenten, namelijk de spanner, de eindfittingen en het bandweefsel. Alle elementen worden steeds getest op breeksterkte. Een spanband wordt gebruikt om lading vast te zetten en via een sjorpunt te verbinden. EN 12195, deel 2. Deze normen zijn van kracht sedert februari 2001 en de Europese normen zijn voorgeschreven

61 Spanbanden Uitleg etiket dat aan de spanband hangt. Spanbanden moeten voorzien zijn van een rechthoekig en duurzaam etiket. Hierop treft u dus een aantal belangrijke gegevens aan. Vermelding van de norm EN 12195, deel 2.

62 Spanbanden STF (Standard Tension Force) SHF(Standard Hand Force)
voorspankracht van het spanmiddel in rechte lijn. Dit is de kracht die door handkracht, opgebouwd en als blijvende voorspankracht in de spanband blijft. SHF(Standard Hand Force) de normale handkracht. Dit is de kracht die voor het spannen van de spanband uitgeoefend moet worden en deze kracht wordt op basis van ergonomie vastgesteld op ongeveer 50 daN, ongeveer 50 kg. LC (Lashing Capacity); de toegestane trekkracht in rechte lijn. Op dit etiket treft u Lashing Capacity van 2000 daN aan, dus ongeveer kg. Zoals ook op het label wordt aangegeven is de toegestane trekkracht in de rechte lijn 2000 daN, dus ongeveer kg.

63 Spanbanden Wat bij spanbanden zeker niet is toegestaan
U mag slechts alleen die spanbanden gebruiken die onbeschadigd zijn. Dus controleer altijd de spanband en de onderdelen daarvan voordat u deze in gebruik neemt. Gebruik de spanbanden nooit om daarmee iets op te tillen. Daar zijn ze niet voor bedoeld. U mag geen spanbanden gebruiken als deze zijn ingesneden of bij weefselbreuk, indien de insnijding of breuk méér bedraagt dan 10 % van de bandbreedte of – dikte. Belast de spanbanden nooit boven het op het etiket aangegeven ‘Lashing Capacity’. Gebruik nimmer spanbanden die door hitte zijn vervormd of door chemicaliën zijn aangetast.

64 Spanbanden Wat bij spanbanden zeker niet is toegestaan
Er mogen ook nimmer knopen zitten in de gebruikte spanbanden. Meerdere spanbanden aan elkaar knopen is niet toegestaan. U mag op spanbanden geen andere lading plaatsen. Span de banden ook nooit over scherpe randen, maar gebruik daarvoor beschermhoeken. Spanbanden die zijn ingescheurd, of dat nu in de lengte of in de breedte is, mogen niet meer worden gebruikt. Ratelverlengers te gebruiken om nog meer kracht te zetten om aan te spannen. De ratel is daar niet op berekend en kan worden overbelast en wellicht uit elkaar klappen. Als de haakopening meer dan 5 % is verwijd, door welke omstandigheden dan ook, mag deze niet meer worden gebruikt.

65 Spanbanden Praktisch gebruik spanbanden
Rol het overtollige gedeelte van de spanband op het moment van laden goed op en voorkom dat dit gedeelte gaat slingeren of uitwaaien. Gebruik de banden waarvoor ze bedoeld zijn. Zorg ook dat deze banden niet gedraaid zitten als u ze aanspant. Vervang verouderde spanbanden tijdig. Door inwerking van vocht en vuil vermindert de sterkte.

66 Spanbanden Europese norm EN 12195-2
Deze norm vereist nog een aantal andere veiligheden. Het bandweefsel van de spanbanden. Deze kennen een veiligheidsfactor van 1: 3, dat wil zeggen dat de band minimaal drie keer zo sterk moet zijn als waarvoor hij mag worden gebruikt. De eindfittingen of eindhaken kennen een veiligheidsfactor van 1: 2, hetgeen wil zeggen dat deze elementen pas vervormen of breken wanneer er een kracht wordt toegelaten die minimaal twee keer zo groot is als waarop deze is goedgekeurd.

67 Hoofdstuk 11 Spankettingen

68 Spankettingen Spankettingen Spankettingen zijn rondstalen kettingen met een knevelspanner of ratelspanner. Bij spankettingen ten behoeve van ladingzekeren is kwaliteitsklasse 8 minimaal vereist. Kettingdikte LC in daN klasse 8 LC in daN klasse 10 6 mm 2.200 daN 3.000 daN 8 mm 4.000 daN 5.000 daN 10 mm 6.300 daN 8.000 daN 13 mm daN daN 16 mm daN daN

69 Spankettingen Wat is er bij spankettingen zeker niet toegestaan Aan de gebruikte spankettingen dient altijd een kenmerklabel te zijn aangebracht. Is deze niet (meer) aanwezig dan mag deze spanketting niet worden gebruikt. Als blijkt dat de spankettingen zijn verwrongen door overbelasting is het niet meer toegestaan deze kettingen voor ladingzekeren te gebruiken. De spankettingen mogen geen hogere belasting hebben dan volgens de LC waarde is toegestaan. De spanketting mogen nimmer worden geknoopt. De spankettingen mogen niet worden gebruikt voor het hijsen van ladingen. Er mogen geen ladingen worden geplaatst op spankettingen.

70 Hoofdstuk 12 Methodes van zekeren

71 Methodes van zekeren Opsluiten
Vastzetten met twistlocks De duizenden containers die we dagelijks vervoeren over de Europese wegen worden op het chassis van de vrachtauto of aanhangwagen gezekerd door middel van twistlocks die op elke hoek van de container terug te vinden zijn. Opsluiten Opsluiten doen we door de lading zodanig te stuwen dat deze tegen de voor- of zijwand wordt opgesloten. Er zit dus geen tussenruimte tussen de lading en de wanden of tussen de lading onderling.

72 Methodes van zekeren Opsluiten met vulmiddelen
Als de lading de ruimte tussen de zij- en achterwanden niet volledig opvult, zullen deze ruimtes moeten worden opgevuld met vulmiddelen om een goede vormsluiting te krijgen. Zorg als chauffeur ook altijd dat u voldoende middelen bij u heeft om de lading te zekeren. Enkele vulmiddelen die daarvoor veelvuldig worden gebruikt zijn: Pallets Luchtkussens Klembalken Opsluiten met drempels of panelen Fixeren- met keggen Krimp- wikkelfolie

73 Hoofdstuk 13 Vormen van lading zekeren

74 Vormen van ladingzekeren
Welke middelen worden bij ladingzekeren toegepast? Middelen om lading vast te zetten; Hiermee wordt onder andere bedoeld middelen die geschikt zijn om het schuiven van de lading in de vrachtauto te voorkomen zoals: vergrendelstangen; klemstangen; keggen; houtconstructies; spanbanden.

75 Vormen van ladingzekeren
Welke middelen worden bij ladingzekeren toegepast? Middelen om lege ruimtes op te vullen Voorbeelden hiervan zijn: stuwzakken; pallets; keggen; hardschuimvulling.

76 Vormen van ladingzekeren
Middelen om lading tegen te houden Voorbeelden hiervan zijn middelen ter afdekking van bijvoorbeeld losgestorte goederen, zoals netten en zijlen. Ladingzekeren Er zijn in feite vier vormen van lading zekeren. Al deze vormen kennen daarin hun voor- en hun nadelen. De lading kan worden gezekerd tegen schuiven en kantelen door gebruik te maken van een aantal mogelijkheden. U kunt gebruik maken van de stevigheid van het voertuig om krachten op te vangen, zoals het kopschot en de zijwanden. Ook de wrijving tussen de laadvloer en de lading kunnen een gedeelte van de krachten opvangen. De kracht die ontstaat bij gebruikmaking van een handbediende ratel van een spanband om de lading naarbeneden te drukken om daarmee de wrijvingskracht te verhogen. Het verhogen van de wrijvingsweerstand door gebruikmaking van antislipmatten.

77 Vormen van ladingzekeren
Neerzekeren Een van de vormen die veel worden toegepast bij ladingzekeren is ‘neerzekeren’. Als u gebruik maakt van ‘neerzekeren’ dan gaat u de wrijvingskacht verhogen, die van toepassing is tussen de lading en de laadvloer. U gebruikt dan bijvoorbeeld spanbanden die u zo vast mogelijk aantrekt waardoor u de lading naar beneden drukt. Als de wrijvingskracht sterk wordt verhoogd, zal het langer duren voordat de lading gaat schuiven. Dit wordt veroorzaakt door de microvertanding, waar al eerder over gesproken werd.

78 Vormen van ladingzekeren
Vormzekeren Zoals de naam als doet vermoeden, wordt de lading tegen de wanden of tegen andere lading geplaatst zodat deze niet verschuiven kan. Deze lading wordt, qua vorm, dus zo geplaatst dat alles precies tegen elkaar staat, waardoor er geen loze tussenruimtes zijn, die de lading de gelegenheid geeft te schuiven. Deze vorm van ladingzekeren is zeer effectief. U hoeft dan niet allerlei middelen te gebruiken om de lading vast te zetten.

79 Vormen van ladingzekeren
We gebruiken dus het kopschot en de zijwanden om lading tegen aan te plaatsen waardoor er vormsluiting ontstaat. Hieraan zijn een aantal voorwaarden verbonden: De lading moet aansluiten tegen het kopschot. Er is een maximale vrije ruimte toegestaan van 8 cm in de breedte van de laadruimte. Er is een maximale vrije ruimte toegestaan van 8 cm in de lengte van de laadruimte. Het kopschot, de zijwanden en achterwand moeten voldoende stevig zijn om krachten op te vangen. Als er vrije ruimtes ontstaan, moeten deze worden opgevuld met vormvast opvulmateriaal.

80 Vormen van ladingzekeren
Direct zekeren Bij direct zekeren kan gebruik worden gemaakt van meerdere mogelijkheden.. Schuin verbinden Diagonaal verbinden Kop verbinden Bocht verbinden En hulpmiddelen, wand of vloerrails

81 Vormen van ladingzekeren
“Sealen “ van de lading Bij Sealen van de lading kennen wij verschillende vormen; Strechtfolie Krimfolie Omspanning van lading

82 Voor dat u gaat laden Voordat u begint met laden, pas dan de volgende tien regels steeds weer toe om zodoende te voorkomen dat u risico’s loopt. Controleer, de laadvloer geen gebreken vertoont, daarna de voertuigopbouw. Zorg ervoor dat de lading zodanig gezekerd is, niet kan wegschuiven, wegrollen, zich verplaatsen door trillingen. Bepaal vervolgens wat de beste zekeringmethode is die kan worden toegepast, rekening houdend met de kenmerken van de lading. Volg de adviezen van de fabrikant van het voertuig en van het materiaal op. Controleer of het materiaal waarmee de lading wordt vastgezet is afgestemd op de omstandigheden. Let op, controleer, wanneer de lading wordt geladen, gelost of opnieuw verdeeld, of de lading nog in orde is. Let hierbij op overbelading/gewichtsverdeling. Zorg ervoor dat de lading zodanig is verdeeld dat het zwaartepunt van de totale lading zo dicht mogelijk bij de lengteas ligt en zo laag mogelijk wordt gehouden: zwaardere goederen onderaan, lichtere goederen bovenaan.

83 Voor dat u gaat laden Voordat u begint met laden, pas dan de volgende tien regels steeds weer toe om zodoende te voorkomen dat u risico’s loopt. Kijk de zekering van de lading regelmatig na tijdens de reis, overal waar mogelijk. De eerste controle kan het best gedaan worden na enkele kilometers te hebben gereden, op een plaats waar veilig kan worden gestopt. Daarnaast moet de zekering ook worden gecontroleerd na hevig remmen of andere abnormale situaties tijdens het rijden. Gebruik overal waar dat mogelijk is materiaal dat de ladingzekering ondersteunt, zoals antislipmatten, banden, hoekstukken, enz. Zorg ervoor dat de middelen waarmee de lading wordt gezekerd de lading niet kan beschadigen. Rij rustig en ontspannen, dat wil zeggen: pas uw snelheid aan de omstandigheden aan om bruuske veranderingen van rijrichting en hevig remmen te vermijden.

84 Vragen


Download ppt "Lading zekeren."

Verwante presentaties


Ads door Google