De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Formaties en kabinetten

Verwante presentaties


Presentatie over: "Formaties en kabinetten"— Transcript van de presentatie:

1 Formaties en kabinetten 1946-2012
September 2012

2 1. Naoorlogse kabinetten 2. Feiten en statistieken 3. Verbanden 4
1. Naoorlogse kabinetten 2. Feiten en statistieken 3. Verbanden 4. Formaties

3 1. Naoorlogse kabinetten
Jaar Partijen Zetels Formatie Duur Bijzonderheden Schemerhorn-Drees 1945 RKSP, SDAP, VDB 60/100 - 347 Eerste na-oorlogse 'koninklijk' kabinet (noodkabinet), verkiezingen voor de oorlog (1937), 'zuiveringen’, ‘Tientje van Lieftinck’ Beel I 1946 KVP, PvdA 61/100 48 766 Het laatste kabinet zonder staatssecretarissen, wederopbouw, verzorgingsstaat, onrust in Nederlands-Indië Drees-Van Schaik 1948 KVP, PvdA, CHU, VVD 76/100 31 950 Eindigde in kabinetscrisis over Nieuw-Guinea Drees II 1951 537 Voortzetting van eerste kabinet Drees, eerste formatie met informateur, EGKS, werkloosheidswet Drees III 1952 PvdA, KVP, ARP, CHU 81/100 69 1502 Twee ministers BuZa, 'vadertje' Drees' AOW, Greet Hofmans-affaire, waternoodsramp/deltaplan, Bisschoppelijk Mandement Drees IV 1956 127/150 122 800 Tweede Kamer van 100 naar 150, autoloze zondagen, Verdragen van Rome, Televisiebesluit, Marga Klompé eerste vrouwelijke minister Beel II 1958 KVP, ARP, CHU 77/150 148 Rompkabinet, algemene weduwen- en wezenwet, einde 'rooms-rode samenwerking' De Quay 1959 KVP, VVD, ARP, CHU 94/150 68 1527 Eerste volwaardige naoorlogse kabinet zonder PvdA, algemene bijstandswet, overdracht Nieuw-Guinea, begin mammoetwet Marijnen 1963 92/150 70 630 Kabinet valt over onenigheid omroepbestel, ziekenfondswet, 'Akkoord van Wassenaar' Cals 1965 KVP, PvdA, ARP 106/150 587 Eindigde in 'Nacht van Schmelzer', terugkeer PvdA regering, huwelijk Claus en Beatrix, mijnsluitingsprogramma, Provo/Boerenpartij/D66 Zijlstra 1966 KVP, ARP 63/150 134 Rompkabinet na de val van Cals, omroepwet, besluit winning aardgas Noordzee De Jong 1967 86/150 49 1553 Eerste naoorlogse kabinet zonder tussentijdse crises, Maagdenhuisbezetting, stadsvernieuwing en wegen Biesheuvel I 1971 KVP, VVD, ARP, CHU DS'70 82/150 400 Rapport Club van Rome en urgentienota milieuproblemen, benoeming formateur door Tweede Kamer mislukt, openbaarheid tijdens formatie Biesheuvel II 1972 74/150 275 Rompkabinet na vertrek DS'70, Drie van Breda Den Uyl 1973 PvdA, KVP, ARP, PPR, D66 97/150 163 1683 Meest progressieve NL kabinet, oliecrisis, Lockheed-affaire, affaire Menten, sluiting abortuskliniek Bloemenhove, spreiding Rijksdiensten Van Agt I 1977 CDA, VVD 208 1362 PvdA grootste partij (53 vs. 49 voor CDA) en winnaar (+10 vs. +1), formele oprichting CDA, Nationale Ombudsman, WOB, Beatrix koningin Van Agt II 1981 CDA, PvdA, D66 109/150 108 260 Eerste formatie Beatrix: bordesscène naar Huis ten Bosch, eerste breuk al tijdens opstelling regeringsverklaring, kruisraketten Van Agt III 1982 CDA, D66 65/150 159 Rompkabinet na vertrek PvdA, afschaffing van de cent als wettig betaalmiddel Lubbers I 81/150 57 1348 PvdA opnieuw niet in regering als grootste partij, 'No nonsense', ophef over kruisraketten, zure regen en kernenergie Lubbers II 1986 53 1212 Valt op reiskostenforfait, VINEX, algehele belastingherziening, Nationaal Milieubeleidsplan Lubbers III 1989 CDA, PvdA 103/150 62 1749 Dienstplicht opgeschort, kwartje van Kok, bataljon Srebrenica, Verdrag van Maastricht, privatisering NS, Ecologische Hoofdstructuur, OV-jaarkaart Kok I 1994 PvdA, VVD, D66 111 1442 Eerste kabinet sinds 1907 zonder christelijke inbreng, voorlopig laatste dat de eindstreep haalde, Betuwelijn, vijfde baan Schiphol, Dutchbat Kok II 1998 89 1449 Nacht van Wiegel', kabinet valt over Srebrenica-rapport NIOD, Máxima, 9/11, wachtlijsten in de zorg, homohuwelijk, wet dualisering, MKZ, Euro Balkenende I 2002 CDA, LPF, VVD 93/150 309 Fortuyn veranderde politiek, LPF tikkende tijdbom onder kabinet, 'waarden en normen', Irak, vogelpest, voor het eerst Kamerdebat regeerakkoord Balkenende II 2003 CDA, VVD, D66 78/150 125 1137 Wilders splitst zich af van VVD, D66 uit kabinet na conflict minister Verdonk, Theo van Gogh en Hofstadgroep, geen Europese Grondwet Balkenende III 2006 71/150 230 Rompkabinet, asielzoekers, motie van afkeuring minister Verdonk, rapport Schipholbrand Balkenende IV 2007 CDA, PvdA, ChristenUnie 80/150 93 1330 Onenigheid kabinet over kwesties Uruzgan en JSF, kraak- en rookverbod, Commissie-Davids, '100 dagen', ABN, aftreden 'knettergekke' Vogelaar Rutte 2010 VVD, CDA (PVV) 52(76)/150 127 716 Minderheidskabinet met gedoogpartner, van 16 naar 12 ministers, steun SGP Eerste Kamer, bezuinigingen en crisis, 'Kunduz-coalitie' Gemiddeld 89,5 876,5 (Zonder rompkabinetten ca dagen)

4 2. Feiten en statistieken: algemeen
Na de oorlog 28 kabinetten 20 geformeerd na verkiezingen, waarvan 1 minderheidskabinet met gedoogpartner (Rutte) Slechts drie zonder VVD of PvdA, alle ‘rompkabinetten’ Slechts vier met zowel VVD als PvdA

5 2. Feiten en statistieken: formatie
Gemiddelde formatieperiode meerderheidskabinetten: 2 partijen (5): 85,6 dagen (laatste: 1989) Zonder mislukte poging van Den Uyl 1977: 53,2 dagen 3 partijen (6): 95,7 dagen (Laatste: 2007) 4 partijen (6): 68,2 dagen (laatste: 1967) 5 partijen (2): 116 dagen (laatste: 1973) Gemiddelde toename formatieproces : 0,6468 dag per jaar

6 2. Feiten en statistieken: regeerperiode
Gemiddelde regeerperiode meerderheidkabinetten: 2 partijen: 1287,4 dagen 3 partijen: 987,8 dagen 4 partijen: 1160,3 dagen 5 partijen: 1041,5 dagen Gemiddelde toename regeerperiode : 0,2789 dag per jaar (Minus toename formatieproces (demissionair) -0,3679 dag per jaar) Opvallend: ondanks tussenliggende verkiezingen veranderde weinig tussen en Lubbers I en II bestonden beide uit CDA en VVD en haalden beide in totaal 81 zetels. Alleen onderling veranderde het zetelaantal.

7 3. Verbanden (I) Bij meerderheidskabinetten geformeerd na verkiezingen: Met drie partijen langste formatie en kortste regeerperiode, met zowel vier als – vooral – twee partijen sneller en stabieler. Op zichzelf correleren aantal formatiedagen en aantal regeerdagen niet. Maar: de cijfers van formatie- en regeerperiode lijken wel te correleren tussen verschillende kabinetten (2, 3 of 4 partijen) onderling. (Slechts 2 met 5 partijen, dus te weinig om uitspraken te doen.) Bij alle kabinetten sinds 1946: Formaties dijen in de periode langzaam uit, terwijl de regeerperiode – gecorrigeerd voor de formatieperiode – steeds iets korter wordt.

8 3. Verbanden (II) Bij meerderheidskabinetten geformeerd na verkiezingen: Geen verband tussen formatieperiode en stabiliteit (tabel 1) Formatieproces steeds langer (tabel 2) Verband tussen aantal zetels en stabiliteit? (tabel 3 en 4) Tabel 1: aantal regeer- (y) en formatiedagen (x) Tabel 2: aantal formatiedagen (y) per formatie

9 3. Verbanden (III) Verband tussen aantal zetels en stabiliteit? (tabel 3 en 4) Tabel 3: aantal zetels (y) en formatiedagen (x) Nb: Zetels teruggerekend naar 100 en bij Kabinet Rutte gedoogpartner PVV meegerekend. Conclusie: Er is geen verband tussen het aantal zetels dat een (toekomstig) meerderheidskabinet heeft en de duur van de formatie. Meerderheid is meerderheid, blijkbaar. En de mate van kritiek uit de Kamer niet relevant voor de stabliliteit. Tabel 4: aantal zetels (y) en regeerdagen (x) Nb: Zetels teruggerekend naar 100 en bij Kabinet Rutte gedoogpartner PVV meegerekend. Conclusie: Er bestaat geen duidelijk verband. Maar het valt wel op dat de 8 kabinetten die het langer dan 1400 dagen uithielden minimaal – teruggerekend naar 150 – 86 zetels hadden. Aan de linkerkant in de tabel staan vanzelfsprekend de minderheidskabinetten – vaak ‘rompkabinetten, met als belangrijkste doel nieuwe verkiezingen uit te schrijven – gegroepeerd. Rood gemarkeerd: Balkenende II komt qua zetels (78) het dichtst in de buurt van een eventueel VVD-PvdA (79). Belangrijk verschil is echter dat in 2003 drie partijen (CDA, VVD en D66) de regering vormden.

10 4. Formaties : proces Inhoudelijke veranderingen formatieproces: 1951: de Koningin geeft VVD’er Stikker de opdracht eerst informatie in te winnen, de informateur is geboren. 1971: Kamer wil via meerderheidsbesluit een kabinetsformateur door de Koningin laten benoemen, maar komt niet tot eensgezind oordeel. Daarna neemt de Koningin zoals gebruikelijk het voortouw. 1971: transparante formatie. Adviezen aan de Koningin worden allemaal gepubliceerd en ook de informateur informeert regelmatig de buitenwacht. 2002: informateur Donner stuurt voor het eerst het akkoord van CDA-LPF-VVD naar de Kamer en gaat op het regeringspluche erover in debat. 2012: Tweede Kamer onderneemt nieuwe poging (na 1971) zelf het voortouw in de formatie te nemen. Kersverse Kamervoorzitter Van Miltenburg (VVD) moet daar nog aan wennen.

11 4. Formaties 1946-2012 in anekdotes (I)
Markante gebeurtenissen tijdens formaties : 1945: Koningin Wilhelmina geeft de opdracht aan Schemerhorn en Drees, voormannen van respectievelijk de vernieuwingsgezinden en de SDAP. Zij wil een kabinet van ‘herstel en vernieuwing’, dat bestaat uit mannen die Nederland tijdens de oorlog niet verlieten en waarin ook voor leden van het voormalige verzet plaats is. Maar ook traditionele partijen namen snel hun vertrouwde plaats weer in. 1946: tijdens de formatie van Beel I wil de PvdA niet met politiek leider van de KVP onderhandelen, de KVP schuift Beel naar voren. 1948: Beel komt er niet uit met de PvdA, Van Schaik (ook KVP) wel. 1951: Dreesbenoemt twee ministers van BuZa en stelt een nieuw departement van Maatschappelijk Werk in om onenigheid tijdens de formatie- onderhandeling met zijn toekomstige regeerpartners te beslechten. 1956: langste en moeilijkste formatie tot dat moment, vooral door opgelopen spanningen tussen PvdA en KVP. 1959: De Quay heeft grote moeite ministers te vinden. 1963: Beel weet tijdens het ‘Akkoord van Wassenaar’ in 1 week KVP, ARP, CHU en VVD – ondanks veel voorafgaande spanningen – bij elkaar te brengen. Omdat De Quay niet opnieuw premier wil worden en zijn kandidaat Zijlstra voor de KVP onaanvaardbaar is, krijgt Marijnen (KVP) de eer. 1973: moeizame formatie door de tweedeling tussen progressieve (PvdA, PPR, D66) en confessionele (KVP, ARP, CHU) partijen. CHU valt af. De wissel van de wacht in de ARP, de progressievere Aantjes vervangt Biesheuvel, opent een mogelijkheid. Saillant: Van Agt (KVP) speelt als informateur een grote rol bij het overhalen van zijn partij voor samenwerking met Den Uyl. 1977: langste formatie ooit met 208 dagen. PvdA en CDA komen er niet uit. Den Uyl geeft de opdracht terug. Daarna wordt Van der Grinten (CDA) als informateur aangesteld en komen Van Agt en Wiegel er snel uit.

12 4. Formaties 1946-2012 in anekdotes (II)
Markante gebeurtenissen tijdens formaties : 1981: de eerste kabinetsbreuk tussen CDA, PvdA en D66 vindt al plaats voor het uitspreken van de regeringsverklaring. 1982: PvdA slaagt er opnieuw als grootste partij niet in een kabinet te vormen en Van Agt verlaat vrij plotseling de politiek, waarmee het tijdperk Lubbers is aangebroken. 1994: grootste winnaar D66 opteert voor ‘paars’ en daarmee komt voorlopig een einde aan ongeveer een eeuw christelijke inbreng in de regering. 2002: nieuwe partij LPF komt meteen in de regering. 2010: lastige uitslag leidt tot moeizame formatie en vernieuwende oplossing in de vorm van een minderheidskabinet met gedoogparter. Vooral het CDA zorgt voor problemen, omdat bij individuele Kamerleden en prominenten, maar ook bij de achterban veel weerstand bestaat tegen Wilders’ PVV. Met de komst van Rutte raakt ook het woord ‘radiostilte’ in het Haagse jargon in zwang. 2012: PvdA en VVD ondernemen eerste poging een kabinet te vormen nadat de Tweede Kamer Kamp (VVD) en Bos (PvdA) als informateurs aanstelde en zij houden met de andere onderhandelaars dat proces nagenoeg onzichtbaar voor binnen- en buitenwacht.


Download ppt "Formaties en kabinetten"

Verwante presentaties


Ads door Google