De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het formuleren van hoofd- en deelvragen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het formuleren van hoofd- en deelvragen"— Transcript van de presentatie:

1 Het formuleren van hoofd- en deelvragen

2 Index Plaats in het schrijfproces Belang van een hoofdvraag
Criteria goede hoofdvraag Tips Typen hoofdvragen Voorlopig antwoord Meer tips Deelvragen

3 Waar in het schrijfproces, formuleer je hoofd- en deelvragen?
Nadat je je hebt georiënteerd op de opdracht en informatie hebt gezocht Voordat je gaat beginnen met onderzoeken en schrijven Waar in het schrijfproces, formuleer je hoofd- en deelvragen? 1. Oriënteren op de taak 2. Plannen hoe je je doel kunt bereiken 3. Uitvoeren van het plan 4. Verslag leggen van de bevindingen: schrijven van de tekst Je formuleert je hoofdvraag en deelvragen in principe pas nádat je je eerst hebt georiënteerd op de opdracht en informatie hebt gezocht, maar vóórdat je gaat beginnen met onderzoeken en schrijven

4 Waarom een hoofdvraag? Werken met een vraag is doelgericht:
de rode draad helder voor lezer de rode draad helder voor schrijver geeft structuur aan (alle onderdelen van) je onderzoek en tekst maakt dus het onderzoek- én schrijfproces makkelijker & efficiënter Vraag/vragen beantwoord? Dan PWS afgerond! Waarom een hoofdvraag? Omdat werken met een hoofdvraag doelgericht is. Door een heldere hoofdvraag wordt de rode draad in de tekst duidelijker voor lezer én schrijver. De hoofdvraag geeft structuur aan (alle onderdelen van) je tekst. In tekst vraag je je steeds af: Hoe schrijf ik vervolgens zo verder dat mijn vraag verder beantwoord wordt? Dus maakt een hoofdvraag het schrijfproces makkelijker en efficiënter: Je kunt immers op een bepaald moment constateren dat de vraag beantwoord is, en daarmee kun je je onderzoek/PWS als afgerond beschouwen.

5 Welke hoofdvraag is beter? En waarom?
Voorbeeld van een goede hoofdvraag van vorig jaar: …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voorbeeld van een slechte hoofdvraag van vorig jaar: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

6 Criteria voor een hoofdvraag
Onderzoekbaar Interessant Passend binnen je profiel/vak Geeft specifiek aan waar het PWS precies over gaat Is meestal een open vraag Bevat alle kernwoorden uit het thema Is alles overkoepelend Er zijn verschillende criteria voor een goede hoofdvraag te onderscheiden. Zo moet deze allereerst onderzoekbaar zijn. Een verhaal over iets wat je niet met empirisch onderzoek hebt kunnen funderen, is weinig veelzeggend. Ten tweede moet het interessant zijn. Je gaat vier maanden met dit onderzoek aan de slag. Wel zo handig als je leuk vindt wat je onderzoekt. Ten derde moet het passend zijn binnen je profiel en/of vak. Als je iets doet dat hier niets mee te maken heeft, wijk je misschien te ver af. Daarnaast moet een hoofdvraag specifiek genoeg aangeven waar het PWS precies over gaat. De vraag moet alle onderwerpen omvatten die in het werkstuk voor komen, maar moet ook niet meer aangeven dan dat. Geen criterium maar wel een richtlijn voor de meeste vakken: de hoofdvraag is een open vraag. Geen vraag waar je enkel ‘ja’ of ‘nee’ op kunt antwoorden. Zo´n ´gesloten´ vraag maakt over het algemeen dat er te snel geantwoord kan worden (maar bij bijvoorbeeld het vak filosofie is een gesloten vraag juist soms wel weer toepasselijk!) Alle kernwoorden uit je thema staan in je hoofdvraag. Dus als je iets wil onderzoeken over armoede in allochtonen in Nederland, dan staan de woorden ‘armoede’, ‘allochtonen’ en ‘Nederland’ in de hoofdvraag. De hoofdvraag moet een duidelijke aankondiging zijn van alles wat je onderzoekt in je onderzoek. Aan de ene kant moet het niet te vaag zijn en doen vermoeden dat je onderzoek over veel meer gaat dan het eigenlijk gaat. Aan de andere kant kan de hoofdvraag geen elementen missen die je wel gaat behandelen in je onderzoek.

7 Tip 1: Denk na over typen hoofdvragen
Bedenk wat voor type hoofdvraag je wilt stellen. Wil je iets vergelijken, iets evalueren, iets beschrijven, iets verklaren of…? Zelf aan de slag? Zie: Hand-out 2: ‘Welke typen hoofdvragen kan ik gebruiken?’ Bij het formuleren van een hoofdvraag is het belangrijk je af te vragen wat voor type hoofdvraag je wilt stellen. Wil je met je PWS iets vergelijken, iets evalueren, iets beschrijven, of…? De hand out ‘Welke typen hoofdvragen kan ik gebruiken?’ kan gebruikt worden als een handvat voor de formulering van verschillende typen hoofdvragen

8 Tip 1: Denk na over typen hoofdvragen
Stel je wilt iets onderzoeken over armoede onder allochtonen in Nederland… Bedenk dat met verschillende typen vragen je over een onderwerp verschillende informatie kunt krijgen

9 Typen hoofdvragen Type 1: Beschrijvende vraag
“Bij welke groepen allochtonen komt armoede in Nederland voor?” Type 2: Vergelijkende vraag “Wat zijn de verschillen en overeenkomsten bij armoede onder allochtonen in Nederland en in Duitsland” Type 3: Definiërende vraag “Wat is typerend voor armoede onder allochtonen in Nederland?” Type 4: Evaluerende vraag Wat zijn de positieve kenmerken van het armoedebeleid voor allochtonen in Nederland? Type 1: Beschrijvende vraag “Wat zijn de kenmerken van..?” “Waaruit bestaat..?” Type 2: Vergelijkende vraag “Wat zijn de verschillen tussen..?” “In welke opzichten lijken... en ... op elkaar?” Type 3: Definiërende vraag “Behoort... tot het soort?” “Waarvoor is...typerend?” Type 4: Evaluerende vraag “Wat zijn de positieve kenmerken van..?” “Wat is de waarde van?”

10 Typen hoofdvragen (2) Type 5: Verklarende vraag
”Wat zijn de belangrijkste oorzaken van armoede van allochtonen in Nederland?“ Type 6: Voorspellende vraag “Hoeveel armoede onder allochtonen in Nederland zal er waarschijnlijk zijn in 2025?” Type 7: Ontwerpende of adviserende vraag “Hoe kan armoede onder allochtonen in Nederland verminderd worden?” Type 8: Toetsende vraag “Zorgt voorlichting voor een toename van aanmeldingen van allochtonen onder de armoedegrens voor informatiebijeenkomsten?“ Type 5: Verklarende vraag “Hoe komt dat?” “Wat zijn de oorzaken?” Type 6: Voorspellende vraag “Waar zal dat toe leiden?” “Wat mogen of kunnen we verwachten?” Type 7: Ontwerpende of adviserende vraag “Wat kan er aan gedaan worden?” “Hoe kan het verbeterd worden?” Type 8: Toetsende vraag “Zorgt……ervoor dat?” “ Welk effect heeft….op….?”

11 Typen hoofdvragen, hypothese nodig?
Bij sommige onderzoeksgebieden hoort een hypothese. Een hypothese kan een hoofdvraag vervangen, maar kan ook een manier zijn om de hoofdvraag te toetsen Veronderstelling of aanname die voortkomt uit de theorie Geeft een voorlopig antwoord op de onderzoeksvraag Geeft een mogelijke relatie aan tussen verschillende aspecten In het onderzoek wordt getest of de hypothese klopt Bij sommige onderzoeksgebieden hoort een hypothese. Een hypothese is een veronderstelling of aanname die voortkomt uit theorie en geeft een voorlopig antwoord op de onderzoeksvraag. De hypothese geeft een mogelijke relatie aan tussen verschillende aspecten. “De kans op……is ……%.” “ Variabele x leidt tot een ..… effect op variabele y.”

12 Voorbeeld hypothese “Zorgt voorlichting voor een toename van aanmeldingen van allochtonen onder de armoedegrens voor informatiebijeenkomsten?” H1: voorlichting zorgt voor een toename van aanmeldingen H2: voorlichting zorgt niet voor een toename van aanmeldingen

13 Tip 2: Denk na over een voorlopig antwoord
Maak bij het formuleren van je hoofdvraag alvast een voorlopig antwoord Stappen: schrijf mogelijke uitkomsten van je onderzoek op schrijf de conclusie op controleer aansluiting vraag/antwoord Zelf aan de slag? Zie: Hand-out 3: ‘Het formuleren van de voorlopige antwoorden op de hoofdvraag en deelvragen: hoe doe ik dat?´

14 Voordelen van het opstellen van een voorlopig antwoord
Voorlopig antwoord helpt om je hoofdvraag te formuleren Voorlopig antwoord helpt om je hoofdvraag te controleren Gekke verschillen tussen vraag en antwoord en tussen antwoorden onderling vallen op Bespaart veel tijd Voordelen van het opstellen van een voorlopig antwoord zijn: Als je nog geen hoofdvraag hebt, kan je het voorlopige antwoord gebruiken om deze te formuleren. Met behulp van het (voorlopige) antwoord, kun je je hoofdvraag controleren. De discrepanties tussen vraag en antwoord en tussen antwoorden onderling, vallen op als je ze formuleert. Door alvast een antwoord op te stellen bespaar je jezelf veel tijd! P.s.: Klinkt misschien kinderachtig en vanzelfsprekend, maar zelfs masterstudenten op de universiteit hebben regelmatig hoofdvragen die laat in het schrijfproces ineens niet blijken te passen met wat ze uiteindelijk willen en kunnen zeggen!

15 Samenhang voorlopig antwoord en typen hoofdvragen
Het voorlopig antwoord moet passen bij het type hoofdvraag Als je een vergelijkende vraag hebt gesteld kun je checken: wil ik straks wel een vergelijking maken in mijn antwoord? Als je uiteindelijk een voorspelling wil doen, moet je vraag ook voorspellend zijn Als je uiteindelijk iets denkt te kunnen zeggen over wat iets precies is, is een definiërende hoofdvraag geschikt

16 Meer tips Probeer één enkelvoudige vraag te formuleren
Probeer een open hoofdvraag te formuleren; de toetsende vraag kan ook gesloten zijn Wees niet bang om te kiezen. Dan kun je verder! Probeer één enkelvoudige vraag te formuleren. Als je meerdere vragen moet beantwoorden geeft dit vaak veel werk en maakt de structuur van je tekst ook veel complexer. Probeer een open vraag te formuleren. Anders ben je in principe snel klaar in je antwoord (gesloten vragen zijn soms wel goed toepasbaar. Bijvoorbeeld bij het vak filosofie) Wees niet bang om te kiezen. In een later stadium kun je altijd je keuze heroverwegen. Toch is het belangrijk om een voorlopige keuze te maken. Daarmee kun je namelijk verder.

17 Antwoord hoofdvraag/conclusie
1717 Een hoofdvraag wordt beantwoord door middel van het beantwoorden van verschillende deelvragen. De antwoorden van deze deelvragen (en dus van de hoofdvraag) leiden gezamenlijk tot een conclusie. Hoofdvraag Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4 Antwoord deelvraag 1 Antwoord deelvraag 2 Antwoord deelvraag 3 Antwoord deelvraag 4 + + + = Antwoord hoofdvraag/conclusie 17

18 Deelvragen? Deze zijn nodig om de hoofdvraag in stappen te beantwoorden
Alle vragen die nodig zijn om de vraag te beantwoorden Alleen die vragen die nodig zijn om de vraag te beantwoorden Altijd wel één of twee beschrijvende deelvragen Uit type hoofdvraag volgt een aantal logische deelvragen Zelf aan de slag? Zie: Hand-out 2: ‘Hoe maak ik deelvragen die passen bij mijn hoofdvraag?’ Deelvragen zijn…: Alle vragen die nodig zijn om de vraag te beantwoorden Alleen die vragen die nodig zijn om de vraag te beantwoorden Alleen al vanuit een type hoofdvraag zijn een aantal logische deelvragen af te leiden Hoewel een beschrijvende hoofdvraag niet vaak voorkomt, zijn er vaak beschrijvende deelvragen Bijvoorbeeld bij een vergelijkende hoofdvraag zijn minstens twee beschrijvende deelvragen Bij verschillende type hoofdvragen, formuleer je verschillende soorten aanvullende deelvragen Dit is ook te zien op de handout ‘Hoofd- en deelvragen’

19 Belang deelvragen Formuleren van deelvragen geeft beeld van hoeveel je nog moet doen Door deelvragen na te lopen weet je of je alle stappen hebt gezet om je hoofdvraag te beantwoorden Formuleren van deelvragen geeft je een idee van hóe je het gaat doen Deelvragen zijn om de volgende redenen van belang: Door je deelvragen meteen te formuleren krijg je inzicht in hoe omvangrijk je onderzoek wordt op basis van de hoofdvraag die je opgesteld hebt. Door je deelvragen na te lopen weet je of je alle stappen hebt gezet om je hoofdvraag te beantwoorden. Deelvragen kunnen veel zeggen over de aanpak van je onderzoek. Ze vormen uiteindelijk het raamwerk voor je onderzoek.

20 Opdracht: Deelvragen In groepjes van 3 5-10 minuten
Zie de volgende slide. Bedenk: welk type hoofdvraag heeft dit onderzoek? Formuleer hier vervolgens deelvragen bij. Zelf aan de slag? Zie: Hand-out 2: ‘Hoe maak ik deelvragen die passen bij mijn hoofdvraag?’

21 Opdracht deelvragen: De hoofdvraag van dit werkstuk is: ‘In hoeverre hebben mensen in landen die rijker zijn gemiddeld een grotere mate van geluk dan mensen in landen die armer zijn?’ Wat voor type hoofdvraag is dit? Welke deelvragen horen hierbij?

22 Voorbeeld uitwerking opdracht deelvragen
Een vergelijkende hoofdvraag: daarbij horen vergelijkende deelvragen Deelvraag 1: Wat is de gemiddelde ‘geluksscore’ van mensen in relatief rijke landen? Deelvraag 2: Wat is de gemiddelde ‘geluksscore’ van mensen in relatief arme landen? Deelvraag 3: Wat is het verschil in geluk tussen mensen in rijkere landen en in armere landen?

23 Zelf aan de slag? Check ook de hand-outs van deze module om zelf aan de slag te gaan: Hand-out 1: ‘Welke typen hoofdvragen kan ik gebruiken?’ Hand-out 2: ‘Hoe maak ik deelvragen die passen bij mijn hoofdvraag?’ Hand-out 3: ‘Voorlopige antwoorden op de hoofdvraag en deelvragen bedenken: waarom en hoe?’ Hand-out 4: ‘Wat zijn handige links?’

24 Bronvermelding Boeken:
Jong, de J. (2011), Handboek academisch schrijven, in stappen naar een essay, paper of scriptie, Uitgeverij Coutinho Kuypers, G. (1986), ABC van een onderzoeksopzet, Muiderberg: Coutinho Oost, H. & Markenhof, A. (2002), Een onderzoek voorbereiden, Baarn: HBUitgevers Websites: Theorie over het maken van hoofd- en deelvragen: Praktische oefening van ´Digitale Leerlijn´ om deelvragen te maken bij de hoofdvraag: HAN: tips om goede hoofd- en deelvragen te formuleren:


Download ppt "Het formuleren van hoofd- en deelvragen"

Verwante presentaties


Ads door Google