De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Groepsvoorlichting Voeding voor de BeweegKuur

Verwante presentaties


Presentatie over: "Groepsvoorlichting Voeding voor de BeweegKuur"— Transcript van de presentatie:

1 Groepsvoorlichting Voeding voor de BeweegKuur
Ontwikkeld door NVD en Invorm

2 Kennismaken naam sinds wanneer overgewicht of obesitas?
wat heeft u er zelf in het verleden al aan gedaan? Waarom neemt u deel aan de BeweegKuur? Schrijf vervolgens uw (voor)naam op het naambordje.

3 Overzicht programma (deze opzet is een richtlijn)
week 0 intake week 2 groepssessie week 5 groepssessie week 9 groepssessie week 12 individuele sessie week 15 groepssessie week 22 groepssessie week 29 groepssessie week 38 groepsbijeenkomst week 48 individuele sessie

4 Overzicht programma De groepsbijeenkomsten zijn onderverdeeld in 3 thema’s: 1. motivatie en individuele doelstellingen; 2. gezonde voeding en beweging; 3. gedragsverandering: - lijngerichte eter / externe eter/emotie eter; - stimuluscontrole / moeilijke situaties; - voor en nadelen van de huidige en toekomstige leefstijl; - vakantie en bijzondere gelegenheden; - disfunctionele gedachten; - actief zelf leren stabiliseren, terugvalpreventie en de toekomst.

5 Behandeling Aanpassen Leefstijl: voeding – gezonder eten;
beweging – meer bewegen. Nu we elkaar in ieder geval bij naam kennen gaan we verder. De inhoud van de komende bijeenkomsten dragen bij aan de behandeling om obesitas, diabetes etc te voorkomen of uw gewicht/ diabetes etc beter te controleren. Voeding of dieet en lichaamsbeweging zijn hierbij een belangrijk onderdeel en maken deel uit van de totale behandeling. Een gezonde leefstijl draagt hier aan bij. Zonodig wordt daarbij ook medicatie gebruikt. 5

6 Doel behandeling verbeteren van de leefstijl;
voedingspatroon leren waarmee gewichtsreductie bereikt wordt; streven naar 5-15% gewichtsreductie voedingspatroon ontwikkelen waarmee in de toekomst het gewicht stabiel kan blijven; goede kwaliteit van leven. Met een gezonde leefstijl wilt u voorkomen dat u obesitas/diabetes etc krijgt of als u al obesitas/diabetes etc heeft dat er een betere controle is. Hiermee kunt u de risicofactoren op ziekten of complicaties voorkomen of verminderen. Denk bij diabetes aan uw hart, ogen, nieren en voeten. Dit ga ik in de komende bijeenkomsten niet verder uitdiepen, maar dit komt wel bij de praktijkondersteuner aan bod. Daarnaast is het handhaven of bereiken van een gezond lichaamsgewicht een belangrijk onderdeel en is het de bedoeling dat u zoveel mogelijk een goede kwaliteit van leven heeft. 6

7 Ongezond gewicht? Hiervoor is een index bedacht, de Body Mass Index. Deze index deelt het gewicht door het kwadraat van de lengte. Is het index getal hierbij tussen de 18,5 en 25 dan heeft u een gezond gewicht. Tussen 25 en 30 is er sprake van overgewicht en bij 30 en hoger van ernstig overgewicht oftewel obesitas. Deze index geldt voor personen in de leeftijd van jaar. 7

8 Buikomvang VROUWEN - onder de 80 cm is ideaal; - tussen cm is acceptabel; - boven de 88 cm is ongezond. MANNEN - onder de 94 cm is ideaal; - tussen de cm is acceptabel; - boven de 102 cm is ongezond. Wanneer het overgewicht met name in de buik zit dan geeft dit een groter risico op diabetes of complicaties bij diabetes dan wanneer dit vet meer op de heupen zit. Buikvet is het gevarenvet dat de bloedglucose doet stijgen, de bloeddruk en de bloedvetten. Een maat om te meten of er sprake is van teveel buikvet is het meten van de buikomvang. Hierbij meet u met een centimeter de buikomvang tussen onderkant van de bovenste rib en de bovenkant van het bekken. Is de buikomvang bij vrouwen onder de 80 cm dan heeft u niet teveel buikvet. Tussen de cm is het verhoogd en boven de 88 cm is het risico op gezondheidsproblemen ernstig verhoogd. Voor mannen geldt gezond tot 94 cm. Tussen 94 en 102 cm is het risico verhoogd en boven de 102 cm ernstig verhoogd. Deze omvang geldt voor personen van jaar. 8

9 1. trek uw hemd uit en maak uw. riem los; 2. plaats het meetlint
1. trek uw hemd uit en maak uw riem los; 2. plaats het meetlint halverwege tussen de bovenkant van uw heupbeen en de onderkant van uw borstkast; 3. adem uit en ontspan uw buik wanneer u het meetlint plaatst; 4. noteer uw middelomtrek. Gebruik deze dia om te laten zien hoe cq waar de buikomvang gemeten moet worden

10 Persoonlijk doel welk doel gaat u nastreven oftewel wat wilt u veranderen op het gebied van uw huidige leefstijl (voeding/beweging)? hoe gaat u dat doen? wanneer wilt u dit doel bereikt hebben? welke moeilijkheden verwacht u hierbij? hoe groot is de kans dat u dit doel gaat bereiken op een schaal van 1-10? Voordat ik met alle inhoudelijke onderwerpen ga starten gaat u na wat u zelf persoonlijk wilt bereiken aan leefstijlverbetering. Dit gaat een ieder voor zichzelf bedenken en u schrijft dit ook op. Hiervoor krijgt u een formulier. Formulieren met pennen uitdelen. U beschrijft voor u zelf wat u zou willen veranderen aan uw huidige leefstijl. Vervolgens schrijft u op hoe u dit wil gaan, wanneer u dit bereikt wil hebben en welke moeilijkheden u verwacht tegen te komen. Uiteindelijk geeft u aan op een schaal van 1-10 hoe groot de kans is dat u dit doel bereikt. Hierbij wil 1 zeggen dat u u w doel niet bereikt en 10 dat u volledig uw doel bereikt hebt. 10

11 Stages of change

12 Stages of change In welke fase zit u zelf?

13 Huiswerk opdracht stages of change; individuele doelstellingen.

14 Schijf van vijf Hier ziet u de Schijf van Vijf, die opgebouwd is uit 5 vakken en 5 basisregels. Deze ga ik met u bespreken. Wat is uw eerste gedachte als u denkt aan gezonde voeding? 14

15 Schijf van vijf Vijf regels: gevarieerd; eet niet te veel & beweeg;
eet minder verzadigd vet; eet veel groente, fruit en brood; ga veilig met uw voedsel om. Vertel de 5 regels van de Schijf van Vijf en licht elke regel toe 15

16 Schijf van vijf Vijf vakken: groente en fruit;
brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten; zuivel, vlees(waren), vis, ei of vleesvervangers; vetten, olie; drinken (vocht). Vertel de 5 vakken/groepen voedingsmiddelen waaruit de Schijf van Vijf bestaat 16

17 Gezonde voeding Gezonde voedingsmiddelen geven ons alle benodigde voedingsstoffen: koolhydraten; vetten; eiwitten; vitamines en mineralen; vezels; vocht. Door elke dag voedingsmiddelen uit alle vakken te gebruiken en binnen deze vakken te varieren krijgt u alle voedingsstoffen binnen die u elke dag nodig heeft. Ik benoem de voedingsstoffen die u binnenkrijgt. Bij (een verhoogd risico op) diabetes is er extra aandacht voor de groep koolhydraten en vetten. Deze 2 voedingsstoffen zullen in de volgende bijeenkomsten aan bod komen. 17

18 Gezonde voeding Aanbevolen hoeveelheden: per leeftijdsgroep;
geslacht (man of vrouw); individueel aanpassen, o.a. aan lichamelijke activiteiten. De Schijf van Vijf geeft voor de verschillende leeftijdsgroepen aan welke hoeveelheden u dagelijks van alle vakken nodig heeft. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vrouwen en mannen. Mannen hebben een hogere verbranding en hebben meer nodig dan vrouwen. Uiteraard moet het individueel aangepast worden, aangezien de een bijvoorbeeld veel actiever is dan de ander en daardoor meer nodig heeft dan iemand die minder actief is. 18

19 Regelmatig eetpatroon
Waarom een regelmatig eetpatroon? Regelmatig eetpatroon bestaat uit: ontbijt; middagmaaltijd / lunch; avondmaaltijd / warme maaltijd; eventueel 3-4 tussendoor momenten. Bij het gebruik van een gezonde voeding is een regelmatig eetpatroon een onderdeel. Een regelmatig eetpatroon bestaat uit 3 hoofdmaaltijden, ontbijt, lunch en avondmaaltijd met eventueel 3-4 tussendoormomenten op een dag. Om u een beter inzicht in gezonde voeding te geven krijgt u de Schijf van Vijf. 19

20 Groene vak Groente en fruit; Vitamines en mineralen; Vezels.

21 Bruine vak ZETMEEL: aardappelen, rijst, deegwaren, brood, crackers, graanproducten, peulvruchten FRUCTOSE (= vruchtensuiker): fruit, vruchtensappen LACTOSE (= melksuiker): melk, melkproducten zoals yoghurt, karnemelk, kwark, koffiemelk, vla SACCHAROSE: (kristal)suiker, stroop, koek, snoep, frisdrank, gebak, zoet broodbeleg koolhydraten = brandstof vitamine B, vezels

22 Rode vak zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers;
eiwit = bouwstof; vitamine B, Calcium en IJzer; vis: bevat essentiële vetzuren (omega 3 en 6 vetzuren) ADH 1 á 2 x per week vis.

23 Rode vak Nederlandse voeding bevat voldoende eiwit voor een sporter
overschot opslaan als vet!

24 Gele vak vetten en olie vetten = brandstof vitamine A,E,D en K
verzadigd vet / onverzadigd vet onzichtbaar vet / zichtbaar vet risico op hart- en vaatziekten calorieën, relatie met (over)gewicht

25 Verzadigde vetten vooral in: volvette zuivelproducten, volvette kaas en roomboter; vet vlees en vleeswaren; kokosvet in o.a. koeken e.d.; cacaoboter in chocolade; harde margarine en bak en braadvetten, vaak in een wikkel; geharde plantaardige olie = transvet. Voorbeelden van producten met verzadigd vet zijn ………………………. Door van deze producten de magere en halfvolle soorten te kiezen krijgt u minder verzadigd vet binnen. Door te kiezen voor de vloeibare margarines en bak en braadvetten krijgt u ook minder verzadigd vet binnen. Uit onderzoeken wordt steeds duidelijker dat vooral de transvetten schadelijk zijn. De zuivelproducten blijken hierbij niet schadelijk te zijn. 25

26 Transvetten ook wel genoemd: geharde (hydrogenated) plantaardige olie;
oorspronkelijk dus onverzadigd vet; verzadigd gemaakt door: industriële bewerking. Transvetten zijn waarschijnlijk meest schadelijke vetten die er bestaan, verzadigde vetten in zuivel zijn waarschijnlijk niet gevaarlijk. Transvetten zijn vetten die van oorsprong onverzadigd waren, maar in de fabriek gehard zijn en daardoor verzadigd zijn geworden. Deze vetten zitten o.a. in kant en klaar maaltijden, koek, gebak e.d.. De overheid heeft bepaald dat er slechts een maximum aan transvet in producten mag zitten, zodat u in totaal hiervan niet teveel binnenkrijgen. Transvet is waarschijnlijk het meest schadelijke vet wat er bestaat. Verzadigd vet in zuivel is waarschijnlijk niet gevaarlijk blijkt uit onderzoeken. 26

27 Onverzadigde vetten vloeibare bak en braadvetten in knijpfles; olie;
zachte margarine en halvarine in kuipje; vis (met uitzondering van paling); zaden en noten. Onverzadigde vetten zijn goede vetten, die het risico op hart en vaatziekten doen dalen. Ze verlagen het cholesterolgehalte en het triglyceridengehalte. Voorbeelden van onverzadigde vetten zijn……………….. (voorbeelden noemen) 27

28 Vis Gebruik 2 keer per week vis, waarvan 1 keer per week vette vis: haring, zalm, makreel, sardines bokking (met uitzondering van paling). Een speciale plaats neemt visvet in. De visvetzuren zijn onverzadigde vetten die vele positieve effecten hebben die het risico op hart en vaatproblemen doen verlagen. Het is dan ook aan te raden om 2x per week vis te eten, waarvan 1x vette vis. Het gaat om het vet in de vis zelf, dus moet je voldoende vette vis eten om dit binnen te krijgen. Voorbeelden van vette vis zijn…………………… (voorbeelden noemen). Wees echter matig met paling, een vette vis die tevens veel cholesterol bevat (in tegenstelling tot andere vette vissen) en daardoor minder gezond is. 28

29 Blauwe vak dranken; vocht = vervoer; lichaamstemperatuur;
dagelijkse behoefte 1,5 - 2 liter.

30 Water/Frisdrank/Sap/zuivel/ sportdrank?
1 glas frisdrank bevat 5 klontjes suiker; 1 glas sap telt als 1 stuk fruit; sportdrank vult mineralen en energie aan en bevat energie (energiedrank/dorstlesser); zuivel 600 ml per dag; water mag altijd!

31 Alcohol Bij het onderwerp alcohol bespreek ik de invloed van alcohol op uw gezondheid 31

32 Alcohol alcohol bevat calorieën en kan het gewicht negatief beïnvloeden. TEVEEL ALCOHOL IS ONGEZOND. Puur alcohol heeft een dalend effect op de bloedglucose. Dit alcohol effect begint pas later, waardoor een aantal uren na het alcoholgebruik dit effect nog kan optreden. Op moment dat dit gebeurt is het nodig een koolhydraatbevattend tussendoortje te gebruiken. Is er kans dat dit snachts gebeurd dan is het verstandig bijvoorbeeld nog een snee brood voor het slapen gaan te nemen. Hoe meer glazen alcohol u drinkt hoe groter het dalende effect zal zijn. Verder bevat alcohol calorieen en kan dus bijdragen aan het ontstaan van overgewicht. Teveel alcohol is ongunstig voor uw gezondheid (lever) 32

33 Alcohol gezond gebruik van alcohol:
MANNEN, MAX. 2 CONSUMPTIES PER DAG; VROUWEN, MAX. 1 CONSUMPTIE PER DAG; dagelijks gebruik mag niet tot verslaving leiden. Een gezond gebruik van alcohol houdt in max. 2 consumpties per dag voor mannen en max. 1 consumptie voor vrouwen. Ook voor mensen met diabetes of een verhoogd risico op diabetes. Het alcoholgebruik mag niet tot steeds meer gebruik leiden, want dat kan er verslaving optreden. 33

34 Variatie variëren binnen de vakken van de Schijf van Vijf is belangrijk; alleen dan is het vol te houden tot uw 100ste! de volhouder is de winnaar! Gezond eten betekent varieren binne de 5 vakken van de Schijf van Vijf. Bij (verhoogd risico op diabetes) diabetes is het tevens van belang om de koolhydraten in balans te houden, waardoor er niet te lage en te hoge bloedglucosewaarden ontstaan. 34

35 Bewegen-sporten verbetering lichaamssamenstelling; fitter voelen;
Gewichtsvermindering; handhaven gewichtsvermindering; betere conditie; daling bloedglucosewaarden; daling bloeddruk en bloedvetten. Wat is de invloed van bewegen bij diabetes of voorkomen van het krijgen van diabetes. Noem de positieve effecten op. Geef aan dat bij gebruik van SU derivaten en insuline door bewegen te lage bloedglucosewaarden kunnen ontstaan. Dit wordt voorkomen door voorafgaand aan de beweging wat extra koolhydraten te eten, zoals plak ontbijtkoek, banaan of 1 snee brood of bij insulinegebruik de insulinedosering aan te passen. Ontstaat er tijdens het bewegen een te lage bloedglucose (hypo) dan moet deze met druivesuiker, glas gewone frisdrank of energiedrank opgevangen worden. Als de beweging verder doorgaat is het verstandig direct daar achteraan een snee brood of plak koek of banaan te eten.

36 Hoeveel bewegen? GEZONDHEIDSNORM:
Minimaal 5 dagen per week 30 minuten matig intensief bewegen BIJ OVERGEWICHT OF VOORKOMEN GEWICHTSTOENAME (Gezondheidsraad): Dagelijks 60 minuten matig intensief bewegen - fietsen, wandelen, zwemmen. Matig intensief: Vertel hoeveel er moet worden bewogen volgens de gezondheidsnorm en hoeveel moet er worden bewogen om af te vallen of gewichtstoename te voorkomen. Noem mogelijke vormen van matig intensief bewegen. Hierbij gaat het om stevig fietsen, wandelen en zwemmen en dus niet te langzaam fietsen, slenteren of stilstaan tijdens het baantjes zwemmen

37 Huiswerk opdracht eetdagboek; beweegdagboek.

38 Type eters extern eten; lijngericht eten; emotie eten.

39 Externe eter Wanneer iemand ongevoelig is geworden voor prikkels binnen in het lichaam die een honger of verzadigingsgevoel geven. Eten is niet meer afhankelijk van interne prikkels binnen het lichaam maar eerder van externe omstandigheden zoals de aanwezigheid van voedsel, reclame of een vast tijdstip waarop men gewend is te gaan eten. Externe eters kunnen dus ook door blijven eten ook al is er sprake van verzadiging.

40 Externe eter behandeling; verhoging van de zelfcontrole.

41 Lijngerichte eter Binnen het lichaam is er sprake van een onbewust proces dat zorgt dat mensen gaan eten zodat er geen tekorten ontstaan en dat zorgt dat mensen stoppen met eten zodat er geen sprake is van overmaat. Langdurig lijnen kan dit proces verstoren. Door te lijnen ga je automatisch meer aan eten denken.

42 Lijngerichte eter Veronderstelling dat hongergevoelens veroorzaakt door langdurig caloriebeperkt diëten bij mensen met overgewicht kan de aanleiding zijn om te gaan eten. Mensen zijn in staat om langdurig bepaalde eetregels te volgen maar wanneer ze de eigen dieetgrens overtreden, bijvoorbeeld door overeten, bestaat het risico om door te schieten. (Ik heb het nu toch al verpest dus kan ik net zo goed die zak chips ook leegeten).

43 Lijngerichte eter behandeling; zoeken naar balans.

44 Emotionele eter Wanneer eetgedrag als functie heeft om met bepaalde emoties om te gaan. Emotionele eters eten om negatieve emoties te onderdrukken. Eten zorgt voor onderdrukking van de onaangename emoties en leidt tot aangename gevoelens.

45 Emotionele eter Behandeling:
Het leren herkennen, verdragen en reguleren van onaangename gevoelens.

46 Huiswerkopdracht type eters; moeilijke situaties.

47 Voor,- en nadelen leefstijl
Voordelen van ongezond eten doen zich vaak op de korte termijn voor terwijl nadelen zich vaak op de lange termijn voordoen. Dit maakt het vaak lastig om motivatie te blijven houden om het eetgedrag te veranderen. Wanneer er meer voordelen dan nadelen zijn zal het gedrag gemakkelijker stand houden, anders om zal er makkelijker terugval in het oude gedrag voorkomen. Daarom is het belangrijk de voor en nadelen van uw eetgedrag op een rijtje te krijgen.

48 Nadelen gezonde leefstijl
kan niet altijd meedoen; zal keuzes moeten maken; zal regelmatig moeten blijven eten; kan niet alles zomaar gedachteloos meer eten; zal moeten blijven bewegen volgens NNGB; zal niet altijd direct beloning krijgen voor het gezonde gedrag; omgeving vindt dat het nu genoeg is en gaan vragen of u niet weer gezellig meedoet!

49 Voordelen gezonde leefstijl
voelt zich fitter; heeft betere conditie; krijgt complimenten; kan makkelijker bewegen; kan makkelijker kleding kopen; weegschaal geeft minder gewicht aan.

50 Lichamelijke gevolgen, minder risico op:
Hart- en vaatziekten; Slaap apneu; Diabetes Mellitus type II; Obstipatie; overbelasting gewrichten; afname vruchtbaarheid; minder kwaliteit van leven; Minder fit voelen zijn; Minder tevreden met je lichaam; Minder makkelijk kleding kopen etc.

51 Motivatie bij de start en na maanden
motivatie vooral door afvallen; motivatie door groter subjectief ervaren rendement; motivatie door reacties uit directe omgeving. gemotiveerd blijven bij gelijk gewicht; gemotiveerd blijven bij geringer subjectief ervaren rendement; gemotiveerd blijven bij ontberen positieve reacties uit omgeving.

52 Motivatie Als het voor u moeilijk is de motivatie te vinden of vast te houden die belangrijk is voor het veranderen van uw leefstijl kun je het volgende doen: Nagaan of de veronderstelde voordelen van het ongezonde eetpatroon ook daadwerkelijk voordelen zijn. Motivatie die vanuit jezelf komt heeft vaak een langere werking dan motieven die alleen vanuit anderen komen. Het is belangrijk je motivatie zelf hoog te houden.

53 Huiswerkopdracht huiswerkopdracht voor,- en nadelen analyse;
zoeken naar valkuilen en motivatoren.

54 Bijzondere gelegenheden
Een belangrijk onderdeel van uw en mijn sociale leven zijn feestjes en uit eten gaan, als daarnaast ook bijvoorbeeld op vakantie gaan. Voor mensen met (verhoogd risico op) diabetes is dit net zo’n belangrijk gebeuren als voor mensen zonder (verhoogd risico op) diabetes. Hoe kunt u dit het beste aanpakken? 54

55 Bijzondere gelegenheden
vakantie; feestjes; uit eten gaan; verjaardagen. Let op de volgende zaken (noem de verschillende aspecten in de dia) 55

56 Vakantie bereid de reis voor, qua eten en drinken;
geniet ervan dat u in een andere omgeving bent en denk niet zo nu is het vakantie nu kan ik weer alles eten; neem gezonde producten (voeding en vocht) mee voor onderweg; geniet van de locale producten maar denk niet “nu is het vakantie nu hoef ik niet gezond te eten”; blijf keuzes maken; probeer van te voren te beslissen wat u over het algemeen doet met ontbijt, lunch en diner.

57 Vakantie blijf goed (water en kcal-arme dranken) drinken, te weinig drinken zorgt vaak dat u meer gaat eten; eet regelmatig dat zorgt voor minder trek en vergeet fruit niet; geniet ook van het lekkers van het land, probeer een afspraak met uzelf te maken over hoevaak u bijvoorbeeld gaat uit eten, ijs eet, borrelt met hapjes enz.; beweeg dagelijks; de dag dat u thuis komt ga dan weer in het gezonde eetpatroon en leefstijl, wacht niet nog een paar weken met dit patroon oppakken, het wordt steeds lastiger.

58 Feestjes / verjaardagen
maak voordat u naar binnen gaat een afspraak met uzelf hoeveel u drinkt en eet, bijvoorbeeld 2 drankjes en 3 hapjes; zorg dat u niet met trek binnen komt, eet desnoods nog een stuk fruit of kop bouillon; kies indien aanwezig de minder vette hapjes; sla een ronde hapjes over, maak een compliment over hoe mooi het eruit ziet zodat de gastvrouw niet verder aandringt. Let op de volgende zaken (noem de verschillende aspecten in de dia) 58

59 Feestjes / verjaardagen
u beslist zelf over wat u eet en niet iemand anders die zegt” doe nu weer eens gezellig mee” of 1 keer kan toch geen kwaad; vervang bij een traktatie het normale tussendoortje door bijvoorbeeld een gebakje; ga extra bewegen om de balans terug te krijgen.

60 Uit eten gaan zorg dat u honger heeft, neem desnoods nog een stuk fruit of kop bouillon thuis; neem 2 voorgerechten in plaats van 1 voorgerecht en 1 hoofdgerecht; laat stokbrood met kruidenboter/tapenade achterwege; neem gegrilde in plaats van gebakken gerechten; kies een gepofte aardappel zonder saus of rijst in plaats van frites of gebakken aardappelen; laat sauzen apart serveren, zodat u zelf kan bepalen of u neemt en hoeveel u neemt, rode sauzen bevatten minder vet dan witte sauzen. Ook bij uit eten gaan zijn er aandachtspunten (noem de punten cq spreek de punten door) 60

61 Uit eten gaan een dessert van fruit of sorbetijs bevat minder energie dan roomijs, pudding, mousses; vraag een fles of karaf water op tafel, zodat u tussendoor water kunt drinken; gebruik dezelfde portiegrootte als u thuis gewend bent of u nu buitenshuis eet in eigen land of in het buitenland; laat de koekjes/chocolade bij de koffie en thee staan; vergeet niet te genieten van de gezelligheid van de avond; maak een wandeling of fietstocht na het etentje, een goede manier om alles weer in balans te houden.

62 Huiswerkopdracht vul het vakantie en reisplan in.

63 Wat zijn disfunctionele gedachten?
Disfunctionele gedachten zijn gedachten en ideeën over bijvoorbeeld eten, die vaak niet kloppen en u niet helpen je doel te bereiken.

64 Stellingen: “Ik heb nu toch al gezondigd, dan kan ik net zo goed dooreten, want deze dag is toch al verloren”. Niet helpende gedachtestroom. Bijvoorbeeld: ik kan niet één chippie nemen; ik zal doorslaan en altijd de hele zak willen; ik kan me niet beheersen, dus ik neem gewoon de hele zak; ik heb geen vertrouwen in mijzelf dat ik op het rechte pad blijf; als ik nu stop met afvallen, zal ik het nooit meer kunnen oppakken; ik kan niet omgaan met teleurstellingen; ik ben een waardeloos persoon.

65 Niet–helpende denkpatronen leiden tot niet-helpende reacties
Overgeneraliseren: Als iets in één situatie gebeurd is, zal het in alle situaties gebeuren. niemand vindt mij aardig; b. ik zal mijn eetpatroon nooit onder controle krijgen; c. ik heb altijd de neiging om te gaan eten. Dramatiseren: Het overdrijven van een situatie. De patiënt maakt bepaalde situaties erger dan dat ze zijn. ik heb meer gegeten dan ik van plan was. Ik ben een mislukking; ik kom te laat. Dat is rampzalig; ik heb een eetbui gehad. Nu is mijn hele behandeling mislukt.

66 Zwart-wit denken: Alles of niets:
ik heb één hapje te veel gegeten; nu kan ik net zo goed een eetbui hebben; ik heb een eetbui gehad. Vanaf nu is de hele dag mislukt en wordt het alleen maar erger; ik ben een kilo aangekomen. Vanaf nu zal ik alleen maar aankomen; ik heb of de hele situatie onder controle, of helemaal geen controle. Minimalisering: Het neerhalen van zichzelf of het minimaliseren van positieve dingen die men over zichzelf denkt ik heb het best goed gedaan, maar het maakt niets uit want het lukt me toch niet om de hele week geen eetbui te hebben; ik heb het goed gedaan, maar iedereen had dat gekund; ja ik zie er leuk uit, maar mijn benen zijn nog steeds te dik.

67 Gedachten lezen: aannames maken over wat andere mensen denken, zonder dat men voldoende informatie heeft: mijn vriendin lijkt van streek, zij zal wel boos op mij zijn; die man die net keek, hij denkt vast dat ik een dik vet mormel ben; mijn baas denkt dat ik niet bekwaam ben, hij geeft de opdracht aan iemand anders. Zichzelf waarmakende voorspellingen (self-fulfilling prophecy): het maken van voorspellingen over de gevolgen van een bepaalde gebeurtenis en vervolgens zo handelen dat het ook daadwerkelijk gebeurt. ik zal niet in staat zijn om het eten onder controle te houden tijdens dat feest; Ik zal altijd overgewicht hebben.

68 Alleen maar oog hebben voor het negatieve:
van een leuk gesprek alleen maar de korte pijnlijke stilte aan het begin onthouden; een hele week als slecht benoemen, terwijl er maar één dag rommelig verlopen is. Dingen onmiddellijk op zichzelf betrekken: als uw vriendin stil is, meteen denken dat ze boos is; als iemand kritiek heeft dat er tijdens vergaderingen weinig wordt gezegd, meteen denken dat ze u wel zullen bedoelen.

69 Rationalisering: Het zoeken van een excuus om te vallen in oud gedrag ik had een zware dag, ik heb al die koekjes verdiend; ik leer het nooit, dus ik eet vanavond lekker veel.

70 Bij disfunctionele gedachten vraag u zich twee dingen af:
is deze gedachte waar? helpt deze gedachte mij mijn doel te bereiken? hoe zit dit voor de voorgaande stellingen?

71 Voorbeelden? Kunt u zelf voorbeelden bedenken? ………
stel u nu de 2 vragen. We noemen dit de gedachte uitdagen.

72 Het eerste voorbeeld “Ik heb nu toch al gezondigd, dan kan ik net zo goed dooreten, want deze dag is toch al verloren”. Als u naar deze gedachte zou luisteren, betekent dat u nooit meer mag zondigen. Klinkt dat als vol te houden?

73 Uitdagen Is deze gedachte waar?
En helpt deze gedachte u uw doel te bereiken? Bij nee: probeer deze gedachte te vervangen door een functionele/helpende gedachte: “Het is menselijk om eens te zondigen en zal mijn doel niet in de weg staan”.

74 Andere vormen van disfunctionele gedachten
Doemgedachten. Bijv.: “Ik krijg die baan toch niet, want ik ben dik”. Wat levert deze gedachte u op? Is deze gedachte waar? En vergroot het uw kans op het krijgen van de baan?

75 Andere vormen van disfunctionele gedachten
Uitstel-denken: “Ik kan pas afvallen als ik het minder druk heb op het werk”. Wat levert deze gedachte je op? Uitstel! De omstandigheden zijn niet optimaal, dus ik kan er niks aan doen en hoef ik ook nog niet m’n best te doen.

76 Verantwoordelijkheid
Hoe komt het dat u te zwaar bent? Bijvoorbeeld: aanleg. Daar bent u niet verantwoordelijk voor. U kunt er niks aan doen. Maar u zult wel de verantwoordelijkheid moeten nemen om daar zo goed mogelijk mee om te gaan

77 Veel mensen zijn geneigd de verantwoordelijkheid bij iets of iemand anders dan zichzelf neer te leggen. Druk op het werk, de kinderen, veel sociale gelegenheden, emoties, de maatschappij, etc. Ook dit is disfunctioneel denken. “Het ligt niet aan mij dus ik hoef het niet op te lossen”.

78 Huiswerkopdracht Disfunctionele gedachten

79 Wat is stabiliseren precies?
Stabiliseren is het gelijk houden van het gewicht. Het eet- en leefpatroon is zodanig dat de energie-inname gelijk is aan het energieverbruik. In deze periode mag het gewicht schommelen tussen twee kilo boven en onder het stabilisatiegewicht. Bijvoorbeeld: iemand start de stabilisatiefase met een gewicht van 90 kg, dan mag hij in deze periode maximaal tussen de 88 en 92 kilo schommelen.

80 Doel stabiliseren Kortom, het doel van deze stabilisatieperiode is te ontdekken hoe het eet- en beweegpatroon aangepast dient te worden zodat het gewicht gelijk blijft in plaats van stijgt of daalt. Het dagmenu blijft hierbij een belangrijke basis om verder te gaan.

81 Waarom is het belangrijk om te stabiliseren?
Voorkomen dat: geleidelijk ieder jaar enkele tot meerdere kilo’s aankomen; het zogenaamde jojo-effect; aankomen in gewicht, (streng) lijnen en dus relatief snel gewicht verliezen om vervolgens weer snel aan te komen.

82 Valkuilen stabiliseren
moeilijke periode. loslaten van de gehanteerde eet- en beweeggewoonten leidt vaak in veel gevallen niet tot stabilisatie, maar tot gewichtsstijging (het jojo-effect); in deze periode is een nieuwe vorm van concentratie en motivatie nodig, hetgeen ook de nodige energie kost; als u weet wat u moet doen op eet- en leefgebied om verantwoord af te vallen en u weet wat u moet doen op hetzelfde eet- en leefgebied om gelijk te blijven in gewicht dan heeft u controle over uw eigen lichaam op het gebied van gewicht. Het lichaam moet de tijd krijgen om een nieuwe balans te vinden.

83 Methoden van stabiliseren
Alle dagen in de week iets gezonds extra’s, bijvoorbeeld een extra boterham of een opscheplepel rijst of pasta extra. De weekdagen eten volgens het basismenu en dan in het weekeinde mee doen met wat extraatjes, bv een dessert, toastje, gebakje, een glas extra alcohol. Op maandag zult u iets zwaarder zijn maar dat is alleen vocht en dat zal woensdag weer verdwenen zijn.

84 Methoden van stabiliseren
Voor mensen die frequent uit eten gaan, feestjes hebben of dinertjes organiseren kan stabiliseren betekenen dat er alle dagen gegeten en gedronken wordt volgens het basismenu, behalve tijdens eerder genoemde gelegenheden. Let op: Het blijft noodzakelijk om een maximale hoeveelheid en frequentie in de extra’s aan te brengen. Deze maximale hoeveelheid en frequentie kan van persoon tot persoon verschillen en ook in de loop van de tijd nog worden aangepast. Het is belangrijk om bij aanvang van de stabilisatieperiode voorzichtig uit te proberen wat mogelijk is binnen het eetpatroon, regelmatig te blijven wegen en te blijven nadenken over wat en hoeveel u eet of drinkt.

85 Beweging tijdens stabiliseren
Juist om op gewicht te kunnen blijven, na succesvol gewichtsverlies, is het nodig om 5 dagen per week minuten matig intensief te bewegen.

86 Tip Het is aan te raden om naast een duidelijk plan wat betreft het eetpatroon ook een duidelijk plan te maken voor het activiteitenpatroon aan het begin van de stabilisatieperiode.

87 Huiswerkopdracht Stabilisatieplan invullen voor volgende individuele sessie; Inplannen individueel vervolgconsult.

88 Overige dia’s wellicht zelf ergens in te voegen.

89 LIGHT PRODUCTEN PRODUCT BEVAT 33% MINDER: calorieën; suiker; vet;
alcohol; - zout. Light producten mogen light heten als het product minimaal 33% minder calorieen, suiker, vet of zout bevat. Om te weten waarom een product light heet moet u dus goed kijken om welke voedingsstof het gaat. De ene keer gaat het om suiker, de andere keer om vet en een nog andere keer om zout. Ik laat jullie wat voorbeelden zien. 89

90 LIGHT PRODUCTEN VOORBEELDEN: light frisdrank: geen suiker;
light sap: 1/3 minder suiker; light chips: 1/3 minder vet. Bij light frisdrank, wat tegenwoordig ook wel zero genoemd wordt, is in plaats van suiker zoetstof gebruikt. Light frisdrank bevat geen suiker en geen calorieen. Dit heeft u gezien bij de opdracht die we gedaan hebben met de suikerklontjes. Light sap bevat nog wel vruchtensuiker, maar minder dan normaal sap. Light chips bevat 1/3 minder vet dan gewone chips. Kijk dus goed wat het woord light op het product betekent door de verpakking te lezen. 90

91 ZOETSTOFFEN STOFFEN DIE EEN ZOETE SMAAK GEVEN AAN EEN PRODUCT
ZOETSTOFFEN ZONDER CALORIEËN; ZOETSTOFFEN MET CALORIEËN. Zoetstoffen kunnen gebruikt worden om een product een zoete smaak te geven. Als iemand gewend is om koffie met suiker te drinken en koffie zonder suiker niet lust, dan kan dat een reden zijn om zoetstoftabletjes in de koffie te gaan gebruiken. Hierdoor heeft de koffie geen invloed op de bloedglucose en het gewicht. Sommige zoetstoffen hebben wel invloed op het gewicht. Er bestaan namelijk 2 soorten. Soorten zonder calorieen en soorten met calorieen. Ik laat ze u zien. 91

92 ZOETSTOFFEN Zoetstoffen zonder calorieën: ace-sulfaam; aspartaam;
cyclamaat; saccharine; sucralose. De zoetstoffen zonder calorieen zijn de volgende ……… Canderel is een voorbeeld van een zoetstof met aspartaam en Natrena bevat bijvoorbeeld saccharine en cyclamaat. Ook verschillende huismerken bevatten deze zoetstoffen. Ze worden daarnaast verwerkt in light/zero frisdranken en zuiveldranken en yoghurtproducten. In plaats van suiker geeft de zoetstof de zoete smaak aan deze producten. Deze zoetstoffen zijn goed in te passen zolang het dagelijks gebruik niet boven de maximaal toegestane hoeveelheid per dag komt. Bij zoetstoftabletjes met cyclamaat is dit maximaal 11 tabletjes per dag en bij aspartaam maximaal 16 tabletjes per dag. 92

93 ZOETSTOFFEN Zoetstoffen met calorieën: sorbitol; maltitol; xylitol;
lactitol; Isomalt. Daarnaast bestaan er zoetstoffen met calorieen die toegevoegd worden aan suikervrije snoepjes, chocolade, kauwgom, ijs, koek en gebak. Soms worden deze producten benoemd als speciaal voor mensen met diabetes, echter deze producten raden we juist af. De zoetstoffen bevatten calorieen en bij teveel gebruik geven deze zoetstoffen diarreeklachten. Daarbij bevatten deze producten veel vet. Ik raad u aan normale producten in te passen. Dus bij een verjaardag een gewoon gebakje en bijvoorbeeld een gewoon koekje of stukje chocola bij de koffie of thee. 93


Download ppt "Groepsvoorlichting Voeding voor de BeweegKuur"

Verwante presentaties


Ads door Google