De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Volwassenen & Ouderen

Verwante presentaties


Presentatie over: "HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Volwassenen & Ouderen"— Transcript van de presentatie:

1 HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Volwassenen & Ouderen
Drs. Yèrma van Egeraat Registerpsycholoog NIP

2 Programma Kennismaking Afname NPV Theorie gespreksvaardigheden
Anamnesegesprek: Uitvoeren Observeren Rapporteren Psychologische test: SCL-90 en NPV Betekenis persoonlijke scores op NPV

3 Basisvaardigheden gespreksvoering

4 Basisvaardigheden gespreksvoering
luistervaardigheden regulerende vaardigheden zendervaardigheden

5 Basisvaardigheden gespreksvoering
luistervaardigheden regulerende vaardigheden zendervaardigheden

6 Luistervaardigheden

7 Luisteren = actief proces!
Luistervaardigheden Wat is luisteren? ontvangen bewerken Interpreteren van signalen tot een zinvol geheel Luisteren = actief proces!

8 Luistervaardigheden Deelvaardigheden actief luisteren
aandachtgevend gedrag het stellen van vragen parafraseren van de inhoud samenvatten reflecteren van gevoelens

9 Aandachtgevend gedrag
Gericht zijn op de ander en diens verhaal natuurlijk oogcontact ontspannen, open lichaamshouding kleine verbale en non-verbale aanmoedigingen (mmm, ja … en toen?) beheerste stiltes

10 Aandachtgevend gedrag
….. ‘beheerste’ stiltes …..

11 Het stellen van vragen

12 Het stellen van vragen Open vragen
Start met ‘Hoe…’, ‘Wat…’, ‘Kunt u iets vertellen over…?’ Cliënt → vrijheid om naar inhoud en vorm te antwoorden Nodigen uit tot praten

13 Het stellen van vragen Gesloten of gerichte vragen
Start met ‘werkwoord’: ‘Gaat u wel eens … ?’ Antwoord = bevestiging of ontkenning Effect: antwoorden van de ander worden steeds korter Pas op: snel suggestief!

14 Het stellen van vragen Wanneer? Afhankelijk van doel van het gesprek!
Hele verhaal horen? Open vragen stellen Specifieke informatie horen? Gesloten vragen stellen

15 Het stellen van vragen Doorvragen Doel? Op gang houden en intensiveren van gesprek Hoe? Door vragen te stellen die aansluiten bij wat de ander al gezegd heeft Wanneer? In geval van onduidelijkheid Waarom? Om diepgang in het gesprek te brengen

16 Voorbeelden doorvragen
Het stellen van vragen Voorbeelden doorvragen ‘Hoe bedoelt u dat precies?’ ‘Kunt u daar iets meer over vertellen?’ ‘Zoals wat?’ ‘Kunt u daar een voorbeeld van geven?’ ‘Hoezo?’ Of: laatste deel van een zin vragend herhalen = uitnodigen om toelichting te geven

17 Het stellen van vragen

18 Parafraseren Wat is dat?
Korte, in eigen bewoordingen gestelde herhaling van wat de ander gezegd heeft Functie: belonend: de ander weet dat je goed luistert controlerend: heb ik het wel goed begrepen? sturend: selectie van hetgeen van belang is uitnodigend: de ander wil weer verder gaan

19 Kenmerken van een goede parafrase:
Parafraseren Kenmerken van een goede parafrase: kort en specifiek eigen woorden (niet ‘papegaaien’!) toonzetting: ‘veronderstellend’ vragend (stem gaat omhoog) bevat geen waardering of oordeel Pas op: niet te lang of te globaal!

20 Samenvatten Samenvatten van ‘langer deel’ van gesprek In eigen woorden
Tentatief! Correctie en aanvulling zijn mogelijk Structuur aanbrengen door ordening hoofdzaken Check of alles goed begrepen is

21 Reflecteren van gevoel
Wat is dat? Kort en in eigen bewoordingen de belangrijkste gevoelens weergeven die in de woorden van de ander doorklinken Functie: De ander voelt zich begrepen en geaccepteerd Biedt gevoel van veiligheid Controlefunctie: heb je het gevoel juist ingeschat?

22 Reflecteren van gevoel
Kenmerken van een goede gevoelsreflectie: Herkennen van gevoelssignalen (stemvolume, intonatie, houding, emoties) Aard en intensiteit van het gevoel correct weergeven → spiegel zijn voor de ander! Begrip tonen voor tegenstrijdigheden: ‘Aan de ene kant voel je je … , maar aan de andere kant …’

23 Reflecteren van gevoel
Pas op voor verkeerde woordkeus en intensiteit!

24 Basisvaardigheden gespreksvoering
luistervaardigheden regulerende vaardigheden zendervaardigheden

25 Regulerende vaardigheden
Hoe reguleer je een gesprek? gesprek openen en doelen vaststellen tussentijds evalueren → terugkoppelen naar begindoelen situatie verduidelijken hardop denken afsluiten gesprek

26 Gesprek openen en doelen vaststellen
Welkom heten, drinken aanbieden, praatje maken Wat is het doel van het gesprek? oplossen van probleem? inwinnen van informatie? Wat zijn de gesprekspunten? Hoeveel tijd is beschikbaar?

27 Terugkoppelen naar (begin)doelen
Doelen / gesprekspunten gebruiken om Vordering gesprek vast te stellen Door korte samenvatting te geven Is beoogde resultaat bereikt? Doelen zijn richtinggevend!

28 Situatie verduidelijken
Wat is dat? Een gesprek over het gesprek voeren: metacommunicatie Misverstanden uit de weg ruimen Duidelijkheid over wederzijdse verwachtingen Onduidelijkheden of misverstanden onderkennen en aan de orde stellen

29 Hardop denken

30 Hardop denken Wat is dat? Je eigen gedachten hardop uitspreken Doel
gesprek op koers brengen werkt angstreducerend samenwerking bevorderend

31 Hardop denken Wanneer? Bij het stellen van een ‘onduidelijke’ vraag → inzicht geven Bij een ‘stokkend’ gesprek → bevordert voortzetting van het gesprek Als je eigen gedachten het luisteren belemmeren!

32 Gesprek afsluiten Zijn de doelen bereikt? Is alles aan de orde
geweest? Afspraken en besluiten verwoorden Niet alles afgehandeld? → Nieuwe afspraak maken!

33 Wat gaan we doen? Rollenspel Hulpverlener Cliënt Observator Rapporteur

34 Hoe? Observator heeft de leiding! verdeelt de rollen
bewaakt de tijd (gesprek max. 15 min.) Na het rollenspel: ‘hulpverlener’ blaast eerst stoom af! ‘cliënt’: hoe heb je het gesprek ervaren? ‘observator’: wat heb je gezien?

35 TOPS: wat doe je goed! TIPS: wat kun je nog verbeteren?
Hoe geef je feedback? TOPS: wat doe je goed! TIPS: wat kun je nog verbeteren?

36 Hulpverlener de leiding nemen en houden in het gesprek
cliënt op gemak stellen aandachtige houding goede afwisseling van vragen verschillende gesprekstechnieken kunnen toepassen

37 Observator objectieve termen hanteren subjectief oordeel vermijden
gedragskenmerken beschrijven interacties beschrijven verbaal en non-verbaal gedrag beschrijven samenvatten conclusies trekken

38 Rapporteur vlot en helder verslag schrijven goed leesbare schrijfstijl
objectieve waarnemingen noteren subjectieve waarnemingen vermijden relevante en irrelevante punten kunnen onderscheiden correct taalgebruik (spelling, zinsbouw)

39 Psychologische test: SCL-90
Symptom Check List Doel meten van lichamelijke en psychische klachten Doelgroep jongeren en volwassenen vanaf 12 jaar

40 Schalen SCL-90 Beschrijving
Zelfbeoordelingslijst van 90 vragen om psychopathologie te meten De onderzochte geeft aan in welke mate hij / zij daar de afgelopen week last heeft gehad De SCL-90 kent acht schalen →

41 Schalen SCL-90 angst agorafobie depressie somatische klachten
insufficiëntie van denken en handelen wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit hostiliteit slaapproblemen

42 Psychologische test: NPV
Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst Doel meten van hoofddimensies persoonlijkheid op basis van testuitslag gedrag voorspellen Doelgroep adolescenten en volwassenen vanaf 15 jaar

43 Schalen NPV Zeven persoonlijkheidsaspecten: inadequatie IN
sociale inadequatie SI rigiditeit RI verongelijktheid VE zelfgenoegzaamheid ZE dominantie DO zelfwaardering ZW

44 Wat is de betekenis van jouw persoonlijke scores op de NPV?
Scores op NPV Wat is de betekenis van jouw persoonlijke scores op de NPV?

45 Afsluiting Vragen?

46 Invullen evaluatieformulier!

47 Dank voor jullie aandacht!


Download ppt "HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Volwassenen & Ouderen"

Verwante presentaties


Ads door Google