De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria"— Transcript van de presentatie:

1 Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria
De verwarring voorbij Naar hernieuwd zelfvertrouwen Wie van u is betrokken bij d eonderzoekslijn in het curriculum? Wie van u begeleidt zelf afstudeerders? Wie van u beoordeelt scroipties? Wie van u weet duidelijk wanneer de scriptie van HBO niveau is en wanneer niet? Congres ‘Praktijkgericht onderzoek in het HBO’ Amersfoort, 11 december 2012 Daan Andriessen Hogeschool Inholland

2 Het Nederlandse accreditatiestelsel
Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Standaard 16: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.

3 Wat is een adequaat systeem van toetsing voor scripties?

4 De verwarring is compleet

5 Mijn probleemstelling en deelvragen
Wat is een adequaat systeem van toetsing voor scripties? Wanneer zijn kwaliteitscriteria goed? Welke kwaliteitscriteria voor scripties bieden de officiële kaders en wat is hun kwaliteit? Hoe kan je als opleiding komen tot goede kwaliteitscriteria? Wat is daarvan een goed voorbeeld?

6 1. Wanneer zijn kwaliteitscriteria goed?

7 Wat is de belangrijkste functie van kwaliteitscriteria voor scripties?
Student helpen er achter te komen hoe hoog de lat ligt voor beroepsproducten in zijn toekomstige beroep Zodat de student kan bepalen wat hij moet doen om dit nivo te halen Waardoor de docent dit leerproces goed kan begeleiden En de scriptie kan worden beoordeeld

8 Kwaliteitscriteria voor kwaliteitscriteria
Afgeleid uit de (internationale) competentie-eisen, beroepsprofiel en visie op onderzoek daarin Richtinggevend bij het maken van keuzes tijdens het onderzoek Didactisch functioneel Valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk (standaard 16)

9 Standaard 16: Valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk
Hiertoe moeten ze worden geoperationaliseerd. Ze hebben: Een object in de scriptie (wat moet kwaliteit hebben? Bv. probleemstelling of literatuurstudie) Een criterium (welke kwaliteit moet het hebben? Bv. Relevant, afgebakend of functioneel) Indicatoren (waaraan kan ik zien of er sprake is van kwaliteit?) Bij wie van u voldoet het beoordelingsformulier aan deze criteria?

10 2. Welke kwaliteitscriteria voor scripties bieden de officiële kaders en wat is hun kwaliteit?

11 Officiële kaders Algemene internationale en landelijke kaders:
Dublin descriptoren (DD) HBO kenmerken Commissie Fransen (CF) “Kwaliteit als opdracht” (HBO raad) Commissie Dunnewijk-Budé / “Vreemde ogen dwingen” Beroepsprofielen van opleidingen

12 Wat moeten BA studenten kunnen volgens internationale en landelijke kaders?
Onderzoekend vermogen (HBO raad): Definiëren en analyseren complexe probleemsituaties (CF) Planmatig aanpakken van werkzaamheden (CF) (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen (CF) Gegevens verzamelen en interpreteren (DD) Afwegen van sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten (DD) Oordeel vormen (DD) Ontwikkelen en beoordelen van oplossingen (CF) Leiden tot evidence based practice (HBO raad) Innovatie (HBO raad) Reflecteren op het handelen (CF / HBO raad) Vraagstelling ontwikkelen Onderzoeksplan maken Theorie toepassen Data verzamelen en analyseren Conclusies trekken Adviezen of andere beroepsproducten maken Reflecteren op resultaten

13 Conclusie algemene internationale en landelijke kaders
Deze bieden wel overzicht van benodigde onderzoeksvaardigheden`van de student Maar geen kwaliteitscriteria voor scripties

14 Commissie Dunnewijk-Budé
“Hiertoe heeft de Commissie een toetsingskader ontworpen met deels hbo-generieke en deels opleidingsspecifieke criteria (standaarden) waarmee zou kunnen worden bepaald of sprake is van voldoende hbo-bachelor kwaliteit in het algemeen, en van het vereiste BE-, CE-, MEM-, en VTM-opleidingsniveau in het bijzonder.” Bron: Rapport van Bevindingen NVAO-Commissie Onderzoek Hogeschool Inholland, 26 april 2012

15 Beoordelingscriteria (standaarden) van de Commissie (1)
Vinden we onderstaande componenten terug in het afstudeerproject? A. Vraagstelling & verantwoording B. Onderzoek & analyse (vraag- en aanbodzijde, publiek, omgeving) a. Onderzoeksopzet b. Bronnenonderzoek c. Empirisch onderzoek d. Conclusies e. Output [Afhankelijk van type afstudeerproject]

16 Beoordelingscriteria (standaarden) van de Commissie (2)
Zo ja, zijn die componenten voldoende kwaliteitsvol uitgewerkt? Niets

17 Beoordelingscriteria (standaarden) van de Commissie (3)
Kunnen we uit het afstudeerproject afleiden dat de afstuderende blijk geeft van minstens “voldoende”: theoretische vorming / onderbouw overzicht en inzicht, het kunnen plaatsen van problemen in de context reflectie (incl. zelfreflectie), kritische en objectiverende ingesteldheid, zin voor nuance creativiteit en/of vermogen tot conceptualisering vermogen om helder te communiceren vermogen om efficiënt en resultaatgericht te werken

18 Kunnen we de Dunnewijk-Budé eisen aan afstuderenden gebruiken als criteria voor scripties?
Onderzoekend vermogen Een goede scriptie

19 Valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk (standaard 16)

20 Theoretische vorming / onderbouw
Object Criterium Indicatoren Literatuurverkenning Verantwoorde -selectie, - gebruik, verwerking en -vermelding geen Evenwichtige mix van binnen- en buitenlandse bronnen Theoretische verkenning Adequaat Veldonderzoek Behoorlijk uitgevoerd Dataverzamelings-methoden Dataverwerking

21 Overzicht en inzicht, het kunnen plaatsen van problemen in de context
Object Criterium Indicatoren ? Contextueel bewustzijn geen Probleem-beschrijving kunnen uitzoomen, een opdracht/probleem in perspectief kunnen plaatsen oog voor afbakening, scherpte/helderheid en praktijkgerichtheid Vragen en deelvragen Relevant Onderzoeks-resultaten Analyse in relatie tot elkaar getuigen van een integrale benadering

22 Reflectie (incl. zelfreflectie), kritische en objectiverende ingesteldheid, zin voor nuance
Criterium Indicatoren Bronnen bronnenkritiek geen ? Eigen oordeelsvorming reflectie over de eigen plaats in het onderzoek Conclusies (?) aanzet tot beantwoorden van onderzoeksvragen onafhankelijke ingesteldheid goede inschatting van de toegevoegde waarde van het onderzoeksresultaat t.b.v. het werkveld inzicht in eigen werkwijze en proces

23 Creativiteit en/of vermogen tot conceptualisering
Object Criterium Indicatoren ? onderzoek kunnen vertalen naar een concreet concept voor een product en/of dienst geen originaliteit eigenheid out of the box aanpak onafhankelijk denken meer perspectieven kunnen innemen ideeën kunnen genereren gevoel voor innovatie oog voor aspecten van usability kunnen vormgeven van steekhoudende look en feel

24 Vermogen om helder te communiceren
Object Criterium Indicatoren Omvang passend Geen kernachtig efficiënt Taalgebruik correct met het oog op spelling, grammatica, stijl en sequentiële opbouw van tekst verzorging van het rapport zakelijk en representatief, waaronder vormgeving, overzichtelijkheid, gebruik van beelden (figuren, tabellen en afbeeldingen) rapport gebruik van visuele middelen/vormgeving

25 Vermogen om efficiënt en resultaatgericht te werken
Object Criterium Indicatoren ? Planmatig werken Geen Zelfsturing Kunnen samenwerken Eigen rol in het team kunnen inschatten Probleemoplossend vermogen evenwichtige kosten/batenbenadering geen

26 Conclusie Commissie Dunnewijk-Budé
Commissie Dunnewijk-Budé biedt geen lijst met kwaliteitscriteria voor scripties En is hier ook niet eenvoudig naar te vertalen

27 Conclusie: officiële algemene criteria voor scripties zijn in Nederland niet voorhanden
Onderzoekend vermogen Een goede scriptie

28 3. Hoe kan je als opleiding komen tot goede kwaliteitscriteria?

29 Hoe dan wel? 1 Eisen bachelor als basis 2
Visie en eisen beroepsprofiel t.a.v. onderzoek 3 Vertaling naar goede criteria 4 Verantwoording criteria <-> Dunnewijk-Budé 5 Borging in de organisatie

30 4. Wat is daarvan een goed voorbeeld?

31 Voorbeeld Bedrijfskunde MER Inholland

32 Landelijk beroepsprofiel Bedrijfskunde MER
“De startende bedrijfskundige professional richt zich op het analyseren, ontwerpen en managen van doelgerichte processen van productie en dienstverlening in en tussen organisaties”. Bron: Aanvulling BBA standaard op competentieprofiel Bedrijfskunde MER

33 Bachelor student als probleemoplosser
die handelen onderbouwt met onderzoek PROBLEEM-KEUZE EN DIAGNOSE ONTWERP VERANDEREN EVALUATIE VOORSTEL VOOR VERVOLGONDERZOEK 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus Bron: Aanvulling BBA standaard op competentieprofiel Bedrijfskunde MER

34 Vertaling naar goede criteria
Gebaseerd op het wetenschappelijke onderzoek van Heinze Oost (Oost & Markenhof, 2002) Aangevuld met criteria voor praktijkgericht onderzoek (Andriessen & Van Weert 2008) Getoetst aan eisen Dunnewijk – Budé Kern van de methodiek: Werken met inhoudelijke criteria voor kwaliteit

35 Bijvoorbeeld: Criteria probleemstelling en deelvragen
Verankerd Relevant Precies Functioneel Afgebakend

36 Didactisch functionele kwaliteitscriteria
Kennisgebied VERANKERD Strategie Probleemstelling en deelvragen Reden RELEVANT FUNCTIONEEL Antwoord PRECIES Naar: Oost & Markenhof (2002)

37 Een probleemstelling is functioneel
1. Beschrijven 2. Vergelijken 3. Definiëren 4. Evalueren 5. Verklaren 6. Ontwerpen Bron: Oost & Markenhof, 2002

38 Criteria probleemstelling en deelvragen
Object Criterium Indicatoren Probleem-stelling Functioneel Maakt duidelijk wat de onderzoeksfunctie is Is uitgewerkt in deelvragen waarvan een deel theoretisch is en een deel empirisch De deelvragen vormen samen een onderzoekstructuur die past bij de onderzoeksfunctie.

39 Onderzoeksfuncties in de scriptie
VOORSTEL VOOR OP BASIS VAN PROBLEEM-KEUZE EN DIAGNOSE ONTWERP VERANDEREN EVALUATIE en/of En/of En/of 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus 1 2 3 4 5 6 Onderzoekscyclus Beschrijven Evalueren Verklaren Ontwerpen Ontwerpen Evalueren Verklaren VOORSTEL VOOR VERVOLGONDERZOEK

40 Onderzoeksfunctie bepaalt deelvragen Voorbeeld: Ontwerpen
PROBLEEM-KEUZE EN DIAGNOSE ONTWERP Beschrijvende deelvragen: Wat zijn de kenmerken van situatie A? Wat zijn de kenmerken van de norm? Evaluerende deelvragen: Voldoet situatie A aan de norm? Verklarende deelvragen: Wat maakt dat er verschillen zijn tussen A en de norm? Ontwerpende deelvragen: Welke oplossingen zijn er bekend? Welke eisen stellen we aan de oplossing? Evaluerende deelvragen: Welke oplossingen voldoen aan de eisen? Welke oplossing wordt gekozen? [Verklarende deelvragen: Wat maakt dat de oplossing gaat bijdragen aan het wegnemen van het probleem?]

41 Download de hele set van kwaliteitscriteria

42 Borging van kwaliteitscriteria in de opleiding
Kwaliteitscriteria leidend maken in onderzoekslijn Kwaliteitscriteria didactisch benutten in de onderzoekslijn Reviewen van studentproducten met afstudeerbegeleiders en beoordelaars helpt om: De ontwikkelde kwaliteitscriteria te leren toepassen De kwaliteitscriteria te verbeteren Intersubjectiviteit van beoordeling te verhogen Betere onderzoekbegeleider te worden Betere onderzoeker te worden

43 Conclusies: Wanneer is onderzoek goed?
Daar zijn landelijk geen algemeen geldende criteria voor Het hangt af van het beroepsprofiel en de visie op onderzoek in het beroep Het is alleen te bepalen met kwaliteitscriteria die voldoen aan de volgende kwaliteitscriteria: Afgeleid uit de (internationale) competentie-eisen, beroepsprofiel en visie op onderzoek Richtinggevend bij het maken van keuzes tijdens het onderzoek Didactisch functioneel Geoperationaliseerd in object, criterium en indicatoren

44 Meer informatie? Dr. Daan Andriessen

45


Download ppt "Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria"

Verwante presentaties


Ads door Google