De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het nieuwe denken over competenties en de opleiding van begeleiders

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het nieuwe denken over competenties en de opleiding van begeleiders"— Transcript van de presentatie:

1 Het nieuwe denken over competenties en de opleiding van begeleiders
Wat we uit de Vlaamse context kunnen leren Prof. F. Laevers Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs K.U. Leuven

2 Situatieschets A It was not until 1997 that the training course ‘Childcare’ – focusing on the hygienic aspects of care – was reformed and was extended by one year. “The technical interpretation of professionalism within the secondary training course ‘Childcare’ is one of the causes of this process of deprofessionalization.” “The reform was not successful in forming ‘reflective professionals’ who would fulfil the new construction of professionalism as described in the literature.” [Jan Peeters]

3 Situatieschets Een paradoxale situatie Welke opleiding is er nodig?
 Hogere kwaliteitseisen  Een opleiding die geen gelijke tred houdt Vrijmaking van de ‘markt’ Welke opleiding is er nodig? Geen analyse van de opleiding zelf Het nieuwe denken over competenties De invulling van kwaliteit Wat er hiervan gerealiseerd wordt

4 Het nieuwe denken over competenties
B Het nieuwe denken over competenties Een paradigmashift Een duidelijke boodschap: ontevredenheid met wat de school voortbrengt

5 Competentieontwikkelend onderwijs
Definitie “De basisgedachte van competentiegericht leren is dat kennis of vaardigheden niet in isolatie moeten worden aangeboden aan leerders. (-) In het begrip competentie zit besloten dat er een relatie tot stand wordt gebracht tussen deze drie elementen van leren: kennis, vaardigheden en praktijk.” (Janse & Koole; Nedermeijer & Pilot 2000)

6 Competentieontwikkelend onderwijs
Niet het leren is het punt, maar wel hoe het geleerde te gebruiken Competentie: een complex geheel

7 Competentieontwikkelend onderwijs
“Hier ligt een terrein dat als parking heringericht moet. Ontwerp een grondplan met markering waarop een maximaal aantal wagens een plaats kunnen vinden.” [een voorbeeld uit het ‘realistisch wiskunde- onderwijs]

8 Competentieontwikkelend onderwijs
Niet het leren is het punt, maar wel hoe het geleerde te gebruiken Competentie: een complex geheel Competenties zijn ‘life skills’ Bloom’s taxonomy ‘revisited’ Het begrip ‘Elders Verworven Competenties’ De multiple intelligenties Het concept impliciet leren en ‘stealth education’

9 Competentieontwikkelend onderwijs
‘stealth education’ (en bijv. computer games)

10 Intuïtieve intelligentie als competentie
Steve Fossett is er als eerste in geslaagd een non-stop solo ballonvlucht rond de aarde te maken. De meteorologische begeleiding werd verzorgd door twee Belgische weerkundigen van het KMI in Ukkel, Luc Trullemans en David Dehenauw.

11 Wat is een kwaliteitsvolle kinderopvang?
C ZiKo als graadmeter Zelf-evaluatie Instrument voor de Kinderopvang Welke ‘kwaliteit’ moet een begeleider kunnen ‘leveren’?

12 Drie invalshoeken   CONTEXT OUTPUT Aanpak Doelen PROCES Principes
Effect PROCES WELBEVINDEN BETROKKENHEID

13 Hoe maken de kinderen het?
Welbevinden Betrokkenheid

14 ZiKo: de schaal voor betrokkenheid
Score 1 Het kind vertoont nagenoeg geen activiteit Score 3 Er is de hele tijd activiteit, maar zonder echte concentratie Score 5 Het kind is ononderbroken bezig en gaat sterk op in de activiteit

15 Betrokkenheid observeren
Betrokkenheid aan stuur

16

17 Scanning betrokkenheid
Scanning procedure Scanning betrokkenheid

18 ruimte voor initiatief
aanbod begeleidersstijl organisatie AANPAKVARIABELEN sfeer en relatie ruimte voor initiatief Welbevinden Betrokkenheid Factoren in het kind Bijzondere omstandigheden

19 ZiKo: de aanpakfactoren
Het aanbod Hoe rijk is de omgeving? De sfeer Heerst er een positief groepsklimaat? De ruimte voor initiatief Over hoeveel vrijheid beschikken kinderen? De begeleiderstijl Hoeveel inlevingsvermogen is er in de omgang met kinderen? De organisatie Is de organisatie afgestemd op het kind?

20 Efficiënte organisatie

21 Hoe kwaliteitsvol is de opvang?

22 Resultaten [1]  hoeveel welbevinden?
Gemiddelde 3.61 SCORE AANTAL KINDEREN % L M H Laag 1 1+ 2 82 56 368 1.02 0.70 4.59 6.31 Matig 2+ 3 3+ 404 1568 1535 5.04 19.57 19.16 43.77 Hoog 4 4+ 5 2800 506 692 34.95 6.32 8.64 49.91

23 Welke norm? 50 % van de kinderen Score 3 4 Gemiddelde = 3.5

24 Resultaten [2]  hoeveel betrokkenheid?
Gemiddelde 3.29 SCORE AANTAL KINDEREN % L M H Laag 1 1+ 2 290 337 1016 3.62 4.21 12.69 20.52 Matig 2+ 3 3+ 464 1382 1343 5.80 17.26 16.78 39.84 Hoog 4 4+ 5 2170 379 624 27.11 4.73 7.80 39.64

25 Resultaten [3]  variatie in welbevinden
Gemiddelde voor welbevinden per voorziening [aantal: 379] 2,0 tot 2,49 2,5 tot 2,99 3,0 tot 3,49 3,5 tot 3,99 4,0 tot 4,49 4,5 en meer Aantal 1 5 50 203 110 10 % 0.26 1.31 13.2 53.6 29.0 2.6 Laag versus Hoog 14.77 % 85.2 %

26 Resultaten [4]  variatie in betrokkenheid
Gemiddelde voor betrokkenheid per voorziening [totaal: 389] 2,0 tot 2,49 2,5 tot 2,99 3,0 tot 3,49 3,5 tot 3,99 4,0 tot 4,49 4,5 en meer Aantal 3 42 120 186 35 % 0.77 10.8 30.8 47.8 9.00 Laag versus Hoog 42.4 57.6

27 Resultaten [5]  variatie in aanpak
Per aanpakfaktor een inschatting -1 +1

28 Resultaten [6]  variatie in aanpak
Aanpakfactoren: som van de scores per gescande groep [aantal: 691] -5 -4 -3 -2 -1 +1 +2 +3 +4 +5 Aantal 6 9 42 56 91 111 105 108 86 54 23 % 0.86 1.30 6.07 8.10 13.0 16.1 15.2 15.6 12.4 7.81 3.3 16 % 45.9 % 39.2 % Legende: -5 = een score -1 voor elk van de 5 factoren -4 = vb. : een score -1 voor 4 factoren en een score 0 voor 1 factor +5= een score +1 voor elk van de 5 factoren

29 Gestructureerde aanpak Procesgerichte aanpak
Veel initiatief van de BG Gestructureerde aanpak Procesgerichte aanpak Weinig initiatief van de kinderen Veel initiatief van de kinderen Verzorgende aanpak ‘Laisser-faire’ Weinig initiatief van de BG

30 Verzorgende aanpak Vaak lage betrokkenheid
Open ruimte, weinig rijke omgeving Aanbod wordt gedoseerd, aangebracht door begeleiding Er wordt ‘opgelet’, weinig stimulerende tussenkomsten naar de kinderen toe

31 Begeleiderstijl Vingerverf

32 Gestructureerde aanpak
Betrokkenheid is matig Begeleiding stimuleert zeer veel Activiteiten/aanbod wordt door de begeleiding bepaald met het oog op de ontwikkeling van het kind. Het gaat meestal om geleide activiteit Kinderen worden vaak afhankelijk van de begeleiding om nog tot spel te komen.

33 Laisser-faire aanpak Betrokkenheid is eerder matig
Ruimte is vaak leuk, er is heel wat, en gedifferentieerd materiaal aanwezig Vaak en gemis aan structuur en overzicht Begeleiding is meestal op de achtergrond aanwezig en laat de kinderen hun gang gaan

34 Procesgerichte aanpak
Betrokkenheid van de kinderen is eerder hoog De ruimte is rijk en gedifferentieerd ingericht. Het materiaal is toegankelijk voor de kinderen De begeleiding komt geregeld stimulerend tussen, speelt mee, geeft ideeën die het spel verrijken, probeert aan te sluiten bij de interesse van het kind

35 Begeleiderstijl Fruit op stick

36 Waarnemingen 100 eerder positief negatief Aanbod 23.47 26.84 Sfeer
20.16 7.24 Initiatief 12.56 14.85 Organisatie 10.13 15.80 Begeleider stijl 33.67 35.28 100

37 Aanbod Hoekjes? Ja maar, ik bepaal wel wanneer ze open zijn, en zeker niet allemaal tegelijk. We hebben het eens geprobeerd en we merken dat de kinderen nu ‘echt’ spelen. Ermee werken heeft een invloed op de stijl: er wordt nu meer ‘in’ de hoekjes gezeten, en meegespeeld met de kinderen

38 Initiatief Robbe wil dennennaalden ‘plukken’ en kruipt op een steen om er beter bij te kunnen. De BG maant hem aan om voorzichtig te zijn en waarschuwt hem, maar grijpt niet onmiddellijk in. Pas wanneer ze ziet dat het hem echt niet lukt gaat ze een extra handje helpen.

39 Organisatie Een verhaaltje lezen doen we met twee: een persoon leest, de andere let op…

40 Begeleiderstijl Kinderen houden na het drinken de bekers omhoog
BG1:Hebben we dat zo geleerd? Zet de bekers terug op tafel. BG2: Ha, ik zie dat jullie gedaan hebben met drinken, geef maar hier, ik zet ze weg. BG3: Jullie mogen de bekers zelf terug op de kar zetten, kijk zo…

41 Sfeer Een mooie dag buiten: ‘Pin’ roepen twee peuters, wijzend naar de boom. De BG komt kijken: Pim de fantasiekabouter? Nee, Spin op de boom, ontdekt nu ook de BG. Ze vertelt over de spin, en al snel staan er meerdere peuters mee te luisteren

42 Welke competenties in de opleiding?
Vakmanschap & meesterschap Zelfvertrouwen & positief zelfbeeld Een exploratieve ingesteldheid Het perspectief van kinderen kunnen innemen m.b.t. gevoelens m.b.t. motieven m.b.t. percepties en cognities

43 Stimulerende stijl Lopen met badjes

44 Welke competenties in de opleiding?
Vakmanschap & meesterschap Zelfvertrouwen & positief zelfbeeld Een exploratieve ingesteldheid Het perspectief van kinderen kunnen innemen m.b.t. gevoelens m.b.t. motieven m.b.t. percepties en cognities Communicatievaardigheid Zelfsturing en ondernemingszin Kunnen reflecteren

45 Hoe de opleiding vormgeven?
F Hoe de opleiding vormgeven? Plaats voor het pedagogische in het curriculum Ruimte voor initiatief inbouwen rond haalbare opdrachten m.b.t. het ‘vak’ De werkelijkheid centraal plaatsen in observatie en reflectie Veel investeren in actieve en expressieve communicatie Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoer

46 Slot WAAROM?

47 Maatschappelijk belang
Enorm potentieel Preventie Brain studies Ontwikkelingsdomeinen Zelfvertrouwen en gave emotionele ontwikkeling Sociale competentie Taal en communicatie Begrijpen van de fysische wereld en technologie Zelfsturing en ondernemingszin

48 Peuters als partners De fluitspelers


Download ppt "Het nieuwe denken over competenties en de opleiding van begeleiders"

Verwante presentaties


Ads door Google