De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Internationale leerresultaten in het curriculum

Verwante presentaties


Presentatie over: "Internationale leerresultaten in het curriculum"— Transcript van de presentatie:

1 Internationale leerresultaten in het curriculum
Resultaten van twee projecten: OOF ICOM-project en IC Catalyst

2 Overzicht Het ICOM-project
Formulering van internationale leeruitkomsten Meer dan alleen internationale ervaringen Pre- en postonderzoek bij studenten Internationale ‘kaart’ van opleidingen IC catalyst Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar interculturele competentie

3 Een holistisch kader voor internationale leeruitkomsten in het Vlaams hoger onderwijs

4 Paradox Belang dat wordt gehecht aan internationalisering / internationale ervaringen van studenten Onduidelijkheid over de positieve effecten daarvan Resultaat: Ad hoc beleid Veel nadruk op concrete acties en onderwijsinitiatieven zonder leerdoelen en verankering te expliciteren Evaluatie op ‘output’ i.p.v. ‘outcome’ (Deardorff, 2005)

5 Door beleid beoogde learning outcomes
Verschillende accenten bij diverse stakeholders

6 Door docenten en opleidingsverantwoordelijken beoogde leeruitkomsten
Weinig overeenstemming onder docenten Opleidingsverantwoordelijken voelen druk om aan te sturen op kwantiteit uitwisselingen ipv kwaliteit Spanningsveld tussen beroepsspecifieke en generieke competenties (bv burgerschap) Internationale leeruitkomsten van studenten vaak niet geëvalueerd en niet binnen de opleiding ingezet (studenten laten leren van elkaars ervaringen)

7 Door student beoogde learning outcomes
“Ik wil mijzelf beter leren kennen”

8 Opstellen set internationale competenties
Noodzaak ontwikkeling kader Internationale learning outcomes (voorbijgaand aan de vraag: wat is internationalisering en wat niet?) Opstellen set internationale competenties Noodzaak valideren van deze lijst Ontwikkeling instrumenten Voor studenten Voor opleidingen

9 Uitgangsvraag: “Welke competenties worden geactiveerd door internationale onderwijsactiviteiten?” Inventarisatie ‘internationale’ competenties (ICOMs) Ontwikkeling holistisch kader ICOMs Studenten bevragen en onderzoeken curricula Conclusies en nieuwe vragen

10 Vertrekpunt literatuurstudie
1. Beleidsteksten van (o.a.): Europese Unie OESO Ministerie van Onderwijs en Vorming VLIR, VLHORA, VLUHR,… 2. Wetenschappelijke studies naar effecten van internationale ervaringen van studenten.

11 Vijf domeinen Generieke domeinen: Interculturele competentie
Beheersing van vreemde talen Internationale betrokkenheid (‘global engagement’) Persoonlijke groei Beroepsspecifiek domein Internationale kennis van studiedomein

12 Beheersing vreemde talen
Een tekst schrijven in een andere taal Een vreemde taal spreken Gesproken tekst in een vreemde taal kunnen begrijpen Een tekst geschreven in een andere taal begrijpen

13 Interculturele competentie
Culturele zelfkennis Culturele flexibiliteit Culturele veerkracht Culturele ontvankelijkheid Culturele kennis Culturele relationele competentie Culturele communicatieve competentie Culturele conflicthantering Multiperspectiviteit

14 Internationale betrokkenheid
‘global engagement’ Zich internationaal oriënteren Een eigen mening vormen over maatschappelijke of internationale onderwerpen Een eigen mening uiten over maatschappelijke of internationale onderwerpen Maatschappelijke betrokkenheid tonen

15 Persoonlijke groei Zelfstandig functioneren Samenwerken en netwerken
Zelfvertrouwen hebben Zich flexibel opstellen Andere perspectieven onderzoeken Creativiteit tonen Een duidelijk toekomstbeeld hebben Zich handhaven in stressvolle situaties

16 Internationale vakkennis
‘International disciplinary learning’ Zijn vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen De cultuurgebondenheid van zijn discipline zien Kennis hebben van de beroepsuitoefening in andere landen Internationale organisaties relevant voor de discipline kennen

17 PWO- Catalyst Effecten van internationale mobiliteit op de ontwikkeling van interculturele competentie

18 Aanleiding Catalyst Aanleiding:
Valorisatie van het de Interculturele Competentiewijzer (ICW), een tool voor het meten van interculturele competentie Internationalisering hoger onderwijs, in het bijzonder de vraag naar toename van internationale mobiliteit van studenten Vraagstelling: Is internationale mobiliteit een effectief instrument om aan interculturele competentiegroei te werken?

19 Doel Catalyst project Algemeen: Operationele doelen:
Expertiseopbouw omtrent de impact van internationale mobiliteit op vlak van de ontwikkeling van interculturele competentie Operationele doelen: Effectmeting van internationale studentenmobiliteit op de interculturele competentie van deelnemers. Ontwikkeling van een systematisch onderbouwd feedback systeem, dat de resultaten van het meetinstrument (i.e. de ICWijzer) kwalitatief ondersteunt.

20 Catalyst -onderzoeksactiviteiten
Testafnames van de Interculturele Competentiewijzer, voor vertrek en na terugkomst, bij verschillende groepen van studenten. Controlegroepen van niet-vertrekkende studenten Deelstudies specifieke groepen (o.m. Zuid mobiliteit) Een internationaal expertisenetwerk m.b.t. het meten, evalueren en opvolgen van interculturele competentie(groei) in internationaliseringstrajecten. Via de Delphi methode werden experten iteratief bevraagd om tot een onderbouwd feedback systeem te komen dat de resultaten van de ICWijzer kwalitatief ondersteunt. Deelstudie effect gebruik sociale media op interculturele competentiegroei bij internationale studentenmobiliteit (o.m. the Milan conversations)

21 Catalyst: het ICW instrument
Werkdefinitie voor ‘Interculturele competentie’: ‘the appropriate and effective management of interaction with people who represent different affective, cognitive and/or behavioural oriëntations towards the world’ (Spitzberg) Generieke benadering: een transversale competentie Meetbaarheid van interculturele kennis, vaardigheden, en attitudes, maar in praktijk aan te vullen met kwalitatieve feedback en begeleiding Het is een zelfevaluatie instrument: de testnemer ontvangt onmiddellijk zijn/haar resultaat; er zijn 5 niveaus van resultaten (i.e. beginner, basisbewustzijn, groei, gevorderd, expert); volledige realisatie is in principe nooit helemaal bereikbaar

22 ICW -Componenten zelfkennis Flexibiliteit Veerkracht Ontvankelijkheid
Kennisver-werving Relationele competentie Communicatieve vaardigheid Conflict-hanteringscapaciteit Multiper-spectivisme

23 Definitie van de componenten
Beknopte definitie Culturele zelfkennis De student kent zijn eigen cultureel referentiekader en kan dit verbinden aan andere Culturele flexibiliteit De student kan indien nodig zijn gedrag en communicatiestijl aanpassen in een interculturele context. Hij gaat actief opzoek naar alternatieve gedragspatronen. Culturele veerkracht De student kan op een constructieve manier omgaan met moeilijkheden en/of negatieve gevoelens die kunnen ontstaan in interculturele ontmoetingen. Culturele ontvankelijkheid De student staat open voor het perspectief/standpunt van de andere en aanvaardt de relativiteit van zijn eigen visie en ideeën. Hij aanvaardt de expertise van de ander en kan omgaan met kritiek. Culturele kennisverwerving De student weet om te gaan met kennis over andere culturen en weet die kennis een gepaste plaats te geven, met respect voor de uniciteit van elk individueel menselijk wezen. Relationele competentie De student kan, in een interculturele context, een werk- of studie relatie op te bouwen met collega’s, klanten en/of andere stakeholders. Hij draagt empatisch bij tot de ontwikkeling van een sfeer van vertrouwen. Communicatieve competentie De student is bewust van zijn eigen, cultureel bepaalde communicatiestijl, en kan zijn eigen communicatiestijl aanpassen in interculturele settings. Conflicthantering De student ziet interculturele conflicten als leerkansen. Hij is bewust van zijn eigen conflicthanteringsstijl. Multiperspectivisme De student kan situaties, issues of problemen vanuit verschillende culturele perspectieven benaderen.

24 Vijf niveaus van interculturele competentie
beginner Basis Doorgroei gevorderd expert Laag niveau van bewustzijn van culturele verschillen Basisbesef van culturele verschillen Bewust van nood aan kennis, vaardigheden, en attitudes Werkt actief aan opbouw kennis, vaardigheden en attitudes Integratie van kennis, vaardigheden en attitudes in dagelijkse praktijk

25 Effecten van internationale mobiliteit en een internationale ‘kaart’ van een opleiding

26 Bevraging studenten Doel: validatie lijst internationale competenties
Aanzet tot effectonderzoek internationale ervaringen Methode: zelfrapportagevragenlijsten Afname in september en juni, bij zowel uitgaande uitwisselingsstudenten als bij ‘thuisblijvers’.

27 Eerste meetmoment N = 1072 5 hogescholen 17 opleidingen

28 Eerste meetmoment: eerdere int. ervaring

29 Eerste meetmoment: eerdere int. ervaring

30 Mattheüseffect? - 1 Op eerste meetmoment significante verschillen tussen kandidaat-uitwisselingsstudenten en thuisblijvers, in aspecten van persoonlijke groei: Zelfstandigheid Sociale en communicatieve vaardigheden zelfvertrouwen Emotionele stabiliteit Flexibiliteit Openheid Toekomstbeeld (NB: uitwisselingsstudenten scoren lager)

31 Mattheüseffect? - 2

32 Mattheüseffect? - 3 Op eerste meetmoment significante verschillen tussen kandidaat-uitwisselingsstudenten en thuisblijvers, in aspecten van internationale betrokkenheid Op de hoogte zijn van internationale gebeurtenissen Zichzelf zien als wereldburger / Europeaan Een eigen mening vormen over internationale of maatschappelijke onderwerpen een eigen mening uiten over internationale of maatschappelijke onderwerpen Bewuste consumptie Maatschappelijke betrokkenheid op internationaal niveau Lidmaatschap van maatschappelijk betrokken organisaties Geld doneren aan maatschappelijk betrokken organisaties Vrijwilliger voor maatschappelijk betrokken organisaties

33 T2: persoonlijke groei (N = 1536)

34 T2: persoonlijke groei (N = 1536)

35 T2: persoonlijke groei (N = 1536)

36 T2: persoonlijke groei (N = 1536)

37 Onafhankelijk effect van uitwisseling, gecontroleerd voor score op T1, voor:
Sociale en communicatieve vaardigheden Openheid

38 T2: internationale betrokkenheid

39 T2: internationale betrokkenheid

40 T2: internationale betrokkenheid

41 Onafhankelijk effect van uitwisseling, gecontroleerd voor score op T1; voor:
Zichzelf zien als wereldburger / European (Bewuste consumptie)

42 Taal Zelfinschaling CEFR levels
Uitwisselingsstudenten schalen zichzelf voor beheersing van het Engels hoger in dan thuisblijvers voor luisteren, lezen, interactie, spreken en schrijven

43 Voorbeeld: luistervaardigheid
Duid aan wat voor jou van toepassing is: In het Engels kan ik bij het luisteren naar een gesprekspartner C2: Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo gesproken wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent. C1: Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s en films begrijpen. B2: Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen. B1: Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt A2: Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. A1: Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.

44 Luistervaardigheid

45 Conclusies De sterkste effecten betreffen de startsituatie
De geselecteerde competenties lijken daadwerkelijk onderhevig aan verandering gedurende academiejaar Bij enkele competenties een onafhankelijk effect van uitwisseling Ook toename bij thuisblijvers

46 Aandachtspunten Zelfrapportagevragenlijsten kunnen niet dienen als evaluatie van de individuele student De vragenlijsten dienden om op groepsniveau verschillen te meten Gebruik binnen opleidingen: Op groepsniveau: effect meten bij studenten Gebruiken als reflectie-opdracht (sterkte-zwakte analyse als voorbereiding op een uitwisseling bijv.)

47 Resultaten Interculturele competentie
Kwantitatief Verfijnd en getest zelfevaluatie instrument dat inzetbaar is in verschillende contexten Inzage resultaten op niveau student (onmiddellijke feedback), de opleiding (bv. in functie van ontwikkeling van selectie, begeleiding, nawerking en opvolging in curriculumontwikkeling etc…), de instelling (bv. in functie van een kwaliteitsbeleid), de partnerinstelling (bv. in functie van begeleiding ter plaatse) enz… Inzicht op effecten internationale mobiliteit op interculturele competentie (cf. resultaten van de metingen ) Kwalitatief Toepassingsmogelijkheden van ICW en wetenschappelijk onderbouwd feedback protocol Professionaliseringstrajecten voor personeel (train-the-trainer) en studenten Aanbod professionele navorming docenten

48 Enkele geaggregeerde resultaten per component
Afnames: 1.032 studenten voor vertrek 364 studenten bij terugkeer Aanvullende studie connectiviteit en sociale media

49 Component ‘culturele zelfkennis’
Verschil pre- en post: significant Uitwisselingsstudenten zeggen na hun ervaring in het buitenland opvallend vaker dat ze expert zijn wat Zelfkennis betreft dan hun collega-studenten die niet op uitwisseling gingen.

50 Component ‘Culturele flexibiliteit’
Verschil pre en post: significant De opgedane ervaring in het buitenland blijkt bij te dragen tot de ontwikkeling van deze component. Na deze ervaring zegt bijna de helft van de studenten (48.8%) op een gevorderd of expertniveau voor flexibiliteit te functioneren. Bij de thuisblijvers is dit 32%.

51 Component ‘culturele veerkracht’
Verschil pre en post: niet significant Bij het einde van het academiejaar blijkt het bekomen beeld nog steeds hetzelfde te zijn voor beide groepen. Ook bij deze meting verschillen thuisblijvers en uitwisselingsstudenten niet van elkaar.

52 Component ‘culturele ontvankelijkheid’
Verschil pre en post test: significant Studenten met ervaring in het buitenland scoren minder op beginnersniveau en meer op doorgroeiniveau dan de thuisblijvers. Opmerkelijk is nog steeds dat geen enkele student zichzelf als gevorderd of expert ervaart

53 Component ‘Culturele kennisverwerving’
Verschil pre- en post test: significant Er is echter een opmerkelijk verschil in de vaststellingen tussen de studenten die in het buitenland verbleven en de thuisblijvers. De uitwisselingsstudenten ervaren bij zichzelf een zeer sterke vooruitgang op deze component, zoals blijkt uit de sterke toename van het aantal studenten in de expertgroep.

54 Component ‘culturele relationele vaardigheid’
Verschil pre en post test: significant Ook voor deze component is er een significant verschil tussen de thuisblijvers en de uitwisselings-studenten. Opvallend meer uitwisselingstudenten omschrijven zich na hun buitenlandervaring als expert

55 Component ‘communicatieve vaardigheden’
Verschil pre en posttest: niet significant Ruim 41% van de studenten omschrijft zichzelf als gevorderd of expert. Hoewel de vastgestelde verschillen tussen thuisblijvers en uitwisselingsstudenten niet significant zijn, wijzen de resultaten duidelijk in de richting van een toegenomen expertisegevoel bij de uitwisselingsstudenten

56 Component ‘culturele conflicthantering’
Verschil pre en posttest: niet significant Voor deze component treedt er weinig groei op tijdens het academiejaar. Drie vierde van de studenten scoort op het beginners en basisniveau. Bijna een vijfde van de studenten scoort op doorgroeiniveau. Slechts drie studenten scoren op het niveau van expert. Het verschil in vaststellingspatroon tussen uitwisselingsstudenten en thuisblijvers is ook op het einde van het academiejaar statistisch niet betekenisvol.

57 Component multiperspectivisme
Verschil pre en posttest: niet significant Studenten blijken een evolutie doorgemaakt te hebben wat deze component betreft. Tussen de thuisblijvers en de uitwisselingsstudenten is er een opmerkelijk verschil. Uitwisselingsstudenten behalen opvallend vaker een score op het expertniveau dan hun medestudenten die thuis bleven. Het vastgestelde verschil is statistisch echter niet betekenisvol

58 Voorlopige conclusie Effectief resultaat van mobiliteit op interculturele competentie is niet eenduidig (niet over alle componenten heen) en vaak ook niet significant op dit geaggregeerd niveau Zelfaangegeven groei wordt wel opgemerkt in bij een aantal competenties, waar mobiele studenten vaker dan anderen aangeven dat zij zich op een expert niveau bevinden. Meer analyse en follow-up onderzoek op een minder geaggregeerd niveau (bv. school, departement, opleiding, of individuele opvolging) kan de betekenis van deze gegevens verder duiden

59 PWO- Catalyst Effecten van internationale mobiliteit op de ontwikkeling van interculturele competentie

60 Connectiviteit, effectiviteit en sociale media
De “contact hypothese” in theorie… En in praktijk: 89% van de studenten behoudt tijdens verblijf sterke contacten met het thuisfront De intensiteit van contacten ter plaatse is opvallend laag De positieve effecten van ‘enkel in een ander land te zijn’ worden in vraag gesteld (cf. ook eerdere studies in de VS) Meer recente vraag naar het gebruik van ‘nieuwe sociale media’ tijdens mobiliteitservaring: ‘Negatieve interpretatie’ ‘Positieve interpretatie’

61 Contacten ter plaatse

62 Frequentie van contacten met landgenoten

63 Voorkeurcontacten met het thuisfront

64 Kanalen voor contacten met het thuisfront

65 Kwalitatief raamwerk

66 Aanbevelingen uit het Catalyst onderzoek
Een focus die enkel gericht is op de kwantitatieve toename van het aantal internationaal mobiele studenten is niet gerechtvaardigd vanuit het oogpunt interculturele competentiegroei Internationale mobiliteit is wellicht niet het meest krachtige instrument om interculturele competentiegroei te verzekeren Investeringen in kwalitatieve maatregelen worden gesuggereerd: De leerervaring intenser (versterken van de connectiviteit ter plaatse) en meer intensief (duur van de ervaring) maken De cyclus van selectie, voorbereiding, begeleiding (coaching), en nawerking integreren in het curriculum Internationale mobiliteit integreren met Het constructief gebruik van ‘social media’ binnen en buiten de opleiding

67 Effecten van internationale mobiliteit en een internationale ‘kaart’ van een opleiding

68 Internationale kaart opleidingen
Doel: internationale competenties aanwezig in het programma in kaart brengen (Zero assessment) Start voor discussie en reflectie omtrent het verankeren internationalisering in het curriculum Kwaliteitszorg 1 instrument met 2 delen: Docentenbevraging (OPO´s) Bevraging opleidingsleiding (opleidingsonderdeel-overstijgende aspecten van een programma)

69 Docenteninstrument Meten van draagvlak onder docententeam, door voor elke internationale competentie te vragen: Vindt u de ontwikkeling van deze competentie belangrijk voor studenten van uw opleiding, gezien hun latere werkveld? In het vak/de vakken die ik doceer is deze competentie een explicit leerdoel. in het vak/de vakken die ik doceer wordt de ontwikkeling van deze competentie bij studenten geëvalueerd. in het vak/de vakken die ik doceer, ondersteunen de werkvormen en leeractiviteiten de evolutie van studenten op deze competentie.

70 Resultaten over alle opleidingen (N = 220)

71 Resultaten over alle opleidingen (N = 220)

72

73 Bevraging opleidingsverantwoordelijken
Curriculum > verzameling OPO´s 7 zelfevaluatievragen (draagvlak, visie, opleidingsprofiel, leerlijn, informele activiteiten, reflectie en feedback) 1 vraag naar good practices voor de 5 domeinen

74 Meer informatie ICOMs Website : (vanaf 1 december 2013) Sharing: “good practice”-formulier


Download ppt "Internationale leerresultaten in het curriculum"

Verwante presentaties


Ads door Google