De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

de Informatiesamenleving

Verwante presentaties


Presentatie over: "de Informatiesamenleving"— Transcript van de presentatie:

1 de Informatiesamenleving
Basiscursus SWI de Informatiesamenleving

2 Literatuur Webster, Theories of the information society, H.1
Katz, The information society, H.1

3 De informatiesamenleving
Er wordt veel gepraat over ‘de informatiesamenleving’ Maar wat wordt daarmee bedoeld? Het belang van (expliciteren van) definities: vooronderstellingen worden duidelijk opvattingen worden bekritiseerbaar theorieën worden toetsbaar

4 Analyse van de literatuur
Er is veel literatuur met veel verschillende theorieën en gedeeltelijk overlappende (impliciete) definities van de informatiesamenleving. Daaruit kun je een (analytisch) aantal ‘ideaal-typische ( ‘zuivere’) definities halen. Allemaal hebben ze een specifieke definitie van wat ‘het nieuwe’ van de informatiesamenleving zou zijn.

5 Concepties van de ‘informatiesamenleving’
technologische definitie economische definitie beroepsstructuur gebaseerde definitie ruimtelijke definitie culturele definitie

6 1. Technologische definitie van de Informatiesamenleving
De informatiesamenleving is gebaseerd op technologische doorbraken in informatie en communicatietechnologie (ICT) technologische doorbraken en extreme prijsdalingen Internet (ISDN, WWW) als infrastructuur, zoals het spoornet (het elektriciteitsnet) dit was voor de industriële samenleving

7 Auteurs Futurologen (toekomst onderzoekers)
Toffler, Martin Economen in de traditie van J. Schumpeter Freeman, Perez, Hall (over een nieuw ‘techno-economisch paradigma) Post-fordisme Poire & Sable (over flexibele specialisatie, nieuwe markten en kleine innovatieve bedrijven - terug naar het vakmanschap)

8 Criteria? Meestal wordt geen aandacht besteedt aan het maken van een ‘index’ voor de mate van ICT-gebruik? Hoeveel ITC is genoeg om over een informatie-samenleving te spreken? Maten? Automatiseringsstatistieken investeringen (per hoofd of per bedrijf?) (maar hoe omgaan met prijsdalingen?) hoeveelheid hard/software; type technologie? breedte van de verspreiding

9 Technologisch determinisme
Is technologie de determinerende factor? Bepaalt de dominante technologie de structuur van de samenleving? Rol van sociale factoren? Is technologie zelf niet een produkt van de samenleving (en dus van sociale waarden)?

10 2. Economische definitie van de Informatiesamenleving
In een informatiesamenleving is de informatiesector (de kennissector) van de economie dominant. Van een goederenproduktie naar produktie van informatie en kennis

11 Machlup (1962): de kenniseconomie
vijf sectoren onderwijs (school, bibliotheek) communicatiemedia (radio, TV) informatiemachines (computers, muziekinstrumenten.) informatiediensten (juridische, financiële, medische) andere informatie activiteiten (R&D) in samen al goed voor 29% van het BNP van de US

12 Porat (1977): informatie-economie
drie sectoren primaire informatiesector secundaire informatiesector non-informatiesector In 1970 goed voor 46% van het BNP van de US

13 Criteria Operationele definitie van de informatiesector
Op basis van bestaand statistisch materiaal probeer de onderdelen van de informatie af te splitsen dan aggregeren tot de ‘informatiesector’ Voorbeelden Bell; Katz; Porat

14 Kritieken Maar: wat is wel/niet een informatieverwerkende activiteit?
Met name in verband met de secundaire info sector Allerlei subjectieve beslissingen bij de classificatie En: zijn al die informatie activiteiten niet heel heterogeen? Is aggregeren tot een ‘informatiesector’ nog wel betekenisvol?

15 Groei eruit? Recent onderzoek laat zien dat de kennis- en info-economie niet meer zo sterk groeit! US ‘knowledge industries’ van 26.8% (1958) tot 34,4% (1980) Aandeel van de US informatiesector in GNP stijgt niet in de jaren ‘60 Nederlandse informatiesector groeit nauwelijks sterker dan de rest van de bedrijvigheid ( ) Dus, geen ‘nieuwe’ informatiesamenleving?

16 3. ‘Occupational’ definitie van de Informatiesamenleving
Definitie in termen van de beroepsstructuur, die weerspiegelt wat mensen doen. Dus, in de informatiesamenleving werken relatief meer mensen in kennis- en informatieberoepen, en relatief minder mensen in handwerk, landbouw, dienstverlening. (relatief = als percentage van de totale beroepsbevolking)

17 Enkele gegevens Porat: In 1970 werkte bijna 50% van de beroepsbevolking in ‘informatieberoepen’. OECD: in alle landen dezelfde trend naar een dominantie van de informatieberoepen. Daniel Bell: White collar society, without class conflicts, and equality between the sexes

18 Meten? Op basis van bestaande statistieken en nieuwe onderscheidingen.
Maar hoe kun je aangeven wat wel en wat niet informatiewerk is? Heeft niet elk beroep informatieverwerkende aspecten? Dus: is elke classificatie niet ‘subjectief’, en dus vrij willekeurig?

19 Kritiek We weten weinig over wat mensen precies doen in hun werk - dus ook over de rol van informatie in een beroep. Informatieberoepen zijn heel heterogeen. Strategische betekenis van sommige informatieberoepen professionalisering machtige beroepsgroepen zijn relatief klein

20 4. Ruimtelijke definitie van de Informatiesamenleving
Informatiesamenleving is gebaseerd op een geglobaliseerde economie virtuele organisaties (inter)nationaal coördineren en plannen wereldwijde marketing informatie als ‘key strategic resource’ informatiemanagement als noodzaak

21 Rol informatie & communicatie technologie
informatie, kennis, communicatiemedia worden verhandelbaar digitalisering en ‘commodificatie’ informatie economie internationaliseert infrastructuur voor wereldwijde informatie- stromen real time wereldwijde transacties en handel monitoren en sturen van politieke, economische en sociale processen

22 ‘wired society’ Veel activiteiten worden ‘digitaal’
Iedereen voor alles aan het netwerk markt werk winkels thuis Informatie stromen Nemen enorm toe Ook de ‘transborder flows’

23 Tijd/ruimte compressie: de wereld wordt kleiner
communicatie kan a-synchroon alles kan op elk moment (CMC, ) snellere communicatie en transmissie van informatie

24 Tijd/ruimte compressie: de wereld wordt kleiner
plaats reizen gaat sneller reizen wordt minder nodig (telecommunicatie) natuurlijke lokatievoordelen verdwijnen de hele wereld ligt onder bereik van iedereen, en alles kan vanuit elke plek (‘remote access of information’)

25 Tijd en ruimte als kritische factor
alles moet precies op tijd (financiële markten) plaats wordt belangrijker specifieke locaties domineren in allerlei activiteiten,vaak een heel land of de hele wereld kennisintensiteit vereist fysieke nabijheid?

26 Criteria? Deze veranderingen zijn reëel.
Communicatie en transportnetwerken waren er altijd al. spoor (elektriciteit) telex, telefoon, post ISDN/Internet/WWW Waarom leidt dat tot een ‘ander’ type samenleving En, welke operationele criteria zijn er?

27 5. Culturele definitie van de Informatiesamenleving
Betekenis van informatie in het dagelijkse leven. Er is eenvoudig veel meer informatie dan ooit aantal TV kanalen; toestellen in huis idem radio produktie films advertenties/reclame boeken, tijdschriften, cd, cdrom, , newgroups, webpagina’s

28 The medium is the message
We zitten in een ‘media’ samenleving Er is meer informatie/media om te ‘gebruiken’ telefoon: organisatie dagelijks leven Maar het is veel dichter bij En we representeren onszelf in tekens (signs/images) kleding, haardracht, meubels, etc. en die beelden zijn informatie een heel nieuwe info-industrie (media, reclame etc) is er mee op de loop

29 Informatie overload Teken verwijst naar iets: ‘signification’, ‘precieze betekenis’. Info-samenleving: Explosie van tekens met betekenis Maar verwijzen ze nog ergens naar? Baudrillard (1983): er is meer en meer informatie, maar minder en minder betekenis relatie met semiotiek synt/semant/pragm-onderscheid wordt hier relevant

30 Semiotiek = tekenleer (Peirce, de Saussure) teken bestaat uit
fysieke vorm mentale concept en verwijst naar iets: signification = betekenis die verwijzing begint ‘zelfreferentieel’ te worden tekens verwijzen naar tekens, in plaats naar iets anders

31 Type tekens icoon: directe afbeelding (verkeersbord met vlam erop = brand gevaar; foto van persoon) index: verwijzing (rook verwijst naar vuur) symbool: gebaseerd op conventie (opsteken middelvinger)

32 The medium is the massage
Info samenleving tekens verwijzen alleen nog naar elkaar zelfreferentieel / zelforganiserend geen waarheid maar simulatie spelen met tekens i.p.v. representeren ‘post modern condition’ Maar wat betekent het voor de samenleving om zo’n ‘informatiesamenleving’ te zijn?

33 6. Evaluatie definities zijn nog
niet uitgewerkt, of niet precies genoeg, of beide theorieën gebruiken meerdere benaderingen bv.. technisch & economisch & ruimtelijk issues: meten (kwantitatief) versus mechanismen (kwalitatief); wat is informatie?

34 Kwantitatief versus kwalitatief
kwantitatief: meten, maar geen criteria bv.: zijn natie-staten eigenlijk niet altijd ‘info societies’ geweest? informatiebezittende heersende minderheid aggregatie van ongelijke zaken wordt informatie niet ten onrechte van zijn betekenis ontdaan, ‘gehomogeniseerd’? of ‘is’ informatie er gewoon, zelfreferentieel, zelforganiserend meer informatie = beter??

35 Meten of mechanismen kwalitatief: vraag naar de coordinatiemechanismen
zijn er nieuwe gekomen, waardoor de ‘info-society’ zinvol begrip wordt? continuïteit of discontinuïteit? economische continuïteit: geld verdienen met nieuwe middelen! politiek/ organisatorisch discontinu: nieuwe coördinatie- en controlevormen cultureel discontinu: informatie als zelfreferentieel netwerk


Download ppt "de Informatiesamenleving"

Verwante presentaties


Ads door Google