De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Huiswerk en huiswerkbegeleiding Sinte Mariaschool – Bonheiden 17/02/2009 VCOV.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Huiswerk en huiswerkbegeleiding Sinte Mariaschool – Bonheiden 17/02/2009 VCOV."— Transcript van de presentatie:

1 Huiswerk en huiswerkbegeleiding Sinte Mariaschool – Bonheiden 17/02/2009
VCOV

2 Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen
Ouderkoepel voor het vrij onderwijs Ondersteunt ouderraden in participatie Infoavonden: Pesten, 18/02 in Wilrijk Ouderplatform, 9/03 in Jezus- Eik Informeren, bijv. VCOV-mededeling over huiswerk VCOV is de koepelorganisatie van ouders en ouderverenigingen. Voor elke Vlaamse provincie is er een educatief medewerkster die instaat voor de ondersteuning van de oudercomités. Voor de provincie Antwerpen ben ik de educatief medewerkster. Aangesloten oudercomités kunnen bij ons infoavonden aanvragen voor alle ouders van de school. Deze avond is er zo één. VCOV

3 Vanavond? Stellingen 4 'sleutels' Situaties
Waarom huiswerk, hoeveel tijd Wat verwachten leerkrachten van ouders - Hoe begeleiden bij het huiswerk? Differentiatie Zelfstandig leren werken Situaties Wat mogen jullie vanavond verwachten? Huiswerk op deze school: n.a.v. deze infoavond hebben de leerkrachten enkele vragen beantwoord op voorhand. Op basis daarvan zal ik af en toe aanhalen hoe het hier op school gebeurt. Gebaseerd op ‘Huiswerk in de basisschool’ van Yvan Ameye en Patrick Vanspauwen VCOV

4 Wat is huiswerk? Taken (rekenen, woordjes,...) Toetsen instuderen
Opzoekingswerk (prentjes, bos, internet,...) Knutselen Lezen Doel van de infoavond ‘Huiswerk & huiswerkbegeleiding’: De ouders informeren over het huiswerkbeleid van deze school en over huiswerkbegeleiding thuis. Peilen naar de verwachtingen en/of verzuchtingen van de ouders over het huiswerkbeleid van de school en huiswerkbegeleiding thuis. Wat mogen jullie vanavond verwachten? AKKOORD OF NIET : Als opwarmer starten we met enkele stellingen omtrent huiswerk. 2) HUISWERK ONDER VUUR: Huiswerk is er altijd al geweest, maar zal het ook altijd blijven bestaan? Ligt het huiswerk onder vuur? 3) HUISWERK OP DEZE SCHOOL: We gaan na hoe het huiswerk op deze school georganiseerd wordt. 4) TIPS VOOR OUDERS: We reiken een aantal concrete tips aan om uw kind ook thuis goed te kunnen begeleiden met het huiswerk. 5) PAUZE 6) GROEPSWERK EN DISCUSSIE Voor de pauze hebben we gezien hoe deze school met huiswerk omgaat. Na de pauze gaan we eens kijken hoe jullie ‘als ouders’ huiswerk thuis zien! Noot: Gebaseerd op ‘Huiswerk in de basisschool’ van Yvan Ameye en Patrick Vanspauwen

5 Een goede school is een school die veel huiswerk geeft
Akkoord of niet? Een goede school is een school die veel huiswerk geeft Stellingen: nog niet onmiddellijk op ingaan  komt later, eerst peilen Wel al vermelden dat scholen niet verplicht zijn om huiswerk te geven. VCOV

6 Akkoord of niet? De meeste ouders hebben geen tijd om hun kind(eren) te helpen bij het huiswerk VCOV

7 Slechts 20% van wat onze kinderen leren, leren ze op school
Akkoord of niet? Slechts 20% van wat onze kinderen leren, leren ze op school Incidenteel leren VCOV 7

8 Schoolprestaties zijn slechts voor 50% afhankelijk van intelligentie
Akkoord of niet? Schoolprestaties zijn slechts voor 50% afhankelijk van intelligentie VCOV

9 Schoolprestaties zijn afhankelijk van:
Intelligentie (50%) Meta-cognitie (50%) = plannen, studiemethode, motivatie, discipline... VCOV

10 Huiswerk en spanningen
Leerkracht Ouder Leerling HUIS- WERK De spanningen die er bestaan rond huiswerk (op school of thuis), moeten individueel opgelost worden: best in gesprek gaan met de leerkracht, samen naar een oplossing zoeken. (Ouders moeten problemen niet aan de schoolpoort met elkaar bespreken, maar eerst met de leerkracht; leerkrachten moeten niet voor de volledige klas klagen over een slecht huiswerk: er zijn misschien leerlingen die er wel hard aan gewerkt hebben.) Individueel spanningen aanpakken wil ook zeggen dat als er bepaalde problemen bestaan, het nu niet het moment is om die op te lossen. Vanavond kunnen er zeker vragen gesteld worden, maar we kunnen niet op elk specifiek probleem ingaan. De antwoorden zullen dus eerder algemeen zijn zodat iedereen er iets aan heeft. VCOV

11 Wat heb je altijd al aan de ouders willen zeggen
Enquête leerkrachten Uitbreiding van de leertijd: door schoolwerk mee naar huis te geven zijn de leerlingen meer tijd bezig met leeractiviteiten. Eigenlijk is dit geen goede reden om huiswerk te geven, want we moeten er vanuit gaan dat de kinderen op school al genoeg tijd aan leren besteden. Bijv. huiswerk geven om thuis verder af te maken van wat in de klas niet afraakte, is op zich geen goede reden. Zwakkere leerlingen hebben inderdaad meer leertijd nodig, ze doen er langer over om iets te vatten, maar we mogen niet verwachten dat hetgeen in de klas niet lukte, thuis ineens wel wordt opgelost. Toetsing: op basis van de huiswerkresultaten kan de leerkracht controleren of het onderwijs effect heeft gehad en of de leerling de leerinhoud beheerst. De voorwaarde is dan wel dat de leerling het huiswerk echt zelf maakt. Zeker als er punten op zouden staan, is het begrijpelijk dat ouders de fouten gaan verbeteren. In dat geval geven de huistaken natuurlijk een verkeerd beeld van de leervorderingen. “Beter een 6 op 10 voor mij, dan een 10 op 10 voor mama!” Verwerken en inoefenen van de leerinhoud: huiswerk is een deel van het leerproces. Persoonlijk verwerken en inoefenen van wat in de klas geleerd werd, is inderdaad belangrijk. Dit is dan ook een goede reden om huiswerk te geven. (Echte tegenstanders zeggen dat ook in de klas aandacht moet zijn voor de persoonlijke verwerking van de leerstof.) Heel wat leerkrachten in het basisonderwijs vermelden als doelstelling van huiswerk ‘gewoontevorming’ met het oog op het secundair onderwijs. Het gaat dan vooral om een goede werkhouding en discipline aankweken. Dit houdt verband met het volgende: Leren zelfstandig werken: zelf doelen leren stellen, zelf een geschikte aanpak kiezen, zelf plannen, zelf problemen oplossen, zichzelf motiveren en blijvend concentreren … Dit is een heel belangrijke doelstelling van huiswerk, maar de basis van zelfstandig leren werken moet al in de klas gelegd worden. Kinderen kunnen dit niet van vandaag op morgen en de meeste kinderen kunnen het zeker niet uit zichzelf. We gaan hier later verder op in. Huiswerk als communicatiemiddel met de ouders betekent eigenlijk dat het huiswerk gezien wordt als een brug tussen de school en thuis. Door huiswerk mee naar huis te geven met de kinderen, worden ook de ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Voor kinderen is het belangrijk dat hun ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven. Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis en beidt gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school ervaren heeft. De betrokkenheid van ouders is essentieel voor de motivatie van kinderen. Bovendien biedt huiswerk de ouders informatie over wat er aan bod komt in de klas, over waar het kind mee bezig is en wat de leervorderingen zijn. Maak het huiswerk niet zelf! Kinderen aansporen tot zelfstandigheid (wel interesse en controle) Geef je kind regelmatig een pluim! VCOV

12 Geef ons heden ons dagelijks …
“Huiswerk legt bijna dagelijks beslag op vrije tijd” Huiswerkpraktijk = doordachte aanpak Zinvol en kwaliteitsvol Huiswerkpraktijk moet een doordachte aanpak zijn, dat mag je wel verwachten gezien de tijdsinvestering. Niet doordacht is bijv. vlak voor de bel nog wat huiswerk opgeven bijv. oefeningen afmaken. Volwaardige werkvorm: op voorhand voorzien, niet à-la-moment, maar bij de lesvoorbereiding plannen welke taak erbij gegeven kan worden en waarom Zinvol en kwaliteitsvol = verdieping VCOV

13 Vier sleutels Tips en richtlijnen voor ouders: vervat in vier sleutels. Dit zijn vier aspecten die gebruikt kunnen worden door de school als uitgangspunt van het huiswerkbeleid. VCOV

14 Vier sleutels 1. Waarom huiswerk + wanneer/hoeveel?
2. Wat verwachten de leerkrachten van de ouders?  Huiswerkbegeleiding: het ABC 3. Differentiatie 4. Zelfstandig leren werken Tips en richtlijnen voor ouders: vervat in vier sleutels. Dit zijn vier aspecten die gebruikt kunnen worden door de school als uitgangspunt van het huiswerkbeleid. VCOV

15 Enquête leerkrachten Waarom huiswerk? Verworven leerstof inoefenen en vastzetten, automatisatie leerstof (technisch lezen, tafels, toetsen voorbereiden, frans, spelling) Ouders betrekken bij schoolgebeuren ouders krijgen beeld van wat kind doet op school Zelfstandig leren opdrachten uitvoeren – leren plannen – info opzoeken Werkhouding en inzet verstevigen ter voorbereiding op secundair onderwijs Uitbreiding van de leertijd: door schoolwerk mee naar huis te geven zijn de leerlingen meer tijd bezig met leeractiviteiten. Eigenlijk is dit geen goede reden om huiswerk te geven, want we moeten er vanuit gaan dat de kinderen op school al genoeg tijd aan leren besteden. Bijv. huiswerk geven om thuis verder af te maken van wat in de klas niet afraakte, is op zich geen goede reden. Zwakkere leerlingen hebben inderdaad meer leertijd nodig, ze doen er langer over om iets te vatten, maar we mogen niet verwachten dat hetgeen in de klas niet lukte, thuis ineens wel wordt opgelost. Toetsing: op basis van de huiswerkresultaten kan de leerkracht controleren of het onderwijs effect heeft gehad en of de leerling de leerinhoud beheerst. De voorwaarde is dan wel dat de leerling het huiswerk echt zelf maakt. Zeker als er punten op zouden staan, is het begrijpelijk dat ouders de fouten gaan verbeteren. In dat geval geven de huistaken natuurlijk een verkeerd beeld van de leervorderingen. “Beter een 6 op 10 voor mij, dan een 10 op 10 voor mama!” Verwerken en inoefenen van de leerinhoud: huiswerk is een deel van het leerproces. Persoonlijk verwerken en inoefenen van wat in de klas geleerd werd, is inderdaad belangrijk. Dit is dan ook een goede reden om huiswerk te geven. (Echte tegenstanders zeggen dat ook in de klas aandacht moet zijn voor de persoonlijke verwerking van de leerstof.) Heel wat leerkrachten in het basisonderwijs vermelden als doelstelling van huiswerk ‘gewoontevorming’ met het oog op het secundair onderwijs. Het gaat dan vooral om een goede werkhouding en discipline aankweken. Dit houdt verband met het volgende: Leren zelfstandig werken: zelf doelen leren stellen, zelf een geschikte aanpak kiezen, zelf plannen, zelf problemen oplossen, zichzelf motiveren en blijvend concentreren … Dit is een heel belangrijke doelstelling van huiswerk, maar de basis van zelfstandig leren werken moet al in de klas gelegd worden. Kinderen kunnen dit niet van vandaag op morgen en de meeste kinderen kunnen het zeker niet uit zichzelf. We gaan hier later verder op in. Huiswerk als communicatiemiddel met de ouders betekent eigenlijk dat het huiswerk gezien wordt als een brug tussen de school en thuis. Door huiswerk mee naar huis te geven met de kinderen, worden ook de ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Voor kinderen is het belangrijk dat hun ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven. Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis en beidt gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school ervaren heeft. De betrokkenheid van ouders is essentieel voor de motivatie van kinderen. Bovendien biedt huiswerk de ouders informatie over wat er aan bod komt in de klas, over waar het kind mee bezig is en wat de leervorderingen zijn. VCOV

16 Hoeveel huiswerk? 1° leerjaar: elke dag 2° leerjaar: Ma, di, do en vr
Enquête leerkrachten Hoeveel huiswerk? Uitbreiding van de leertijd: door schoolwerk mee naar huis te geven zijn de leerlingen meer tijd bezig met leeractiviteiten. Eigenlijk is dit geen goede reden om huiswerk te geven, want we moeten er vanuit gaan dat de kinderen op school al genoeg tijd aan leren besteden. Bijv. huiswerk geven om thuis verder af te maken van wat in de klas niet afraakte, is op zich geen goede reden. Zwakkere leerlingen hebben inderdaad meer leertijd nodig, ze doen er langer over om iets te vatten, maar we mogen niet verwachten dat hetgeen in de klas niet lukte, thuis ineens wel wordt opgelost. Toetsing: op basis van de huiswerkresultaten kan de leerkracht controleren of het onderwijs effect heeft gehad en of de leerling de leerinhoud beheerst. De voorwaarde is dan wel dat de leerling het huiswerk echt zelf maakt. Zeker als er punten op zouden staan, is het begrijpelijk dat ouders de fouten gaan verbeteren. In dat geval geven de huistaken natuurlijk een verkeerd beeld van de leervorderingen. “Beter een 6 op 10 voor mij, dan een 10 op 10 voor mama!” Verwerken en inoefenen van de leerinhoud: huiswerk is een deel van het leerproces. Persoonlijk verwerken en inoefenen van wat in de klas geleerd werd, is inderdaad belangrijk. Dit is dan ook een goede reden om huiswerk te geven. (Echte tegenstanders zeggen dat ook in de klas aandacht moet zijn voor de persoonlijke verwerking van de leerstof.) Heel wat leerkrachten in het basisonderwijs vermelden als doelstelling van huiswerk ‘gewoontevorming’ met het oog op het secundair onderwijs. Het gaat dan vooral om een goede werkhouding en discipline aankweken. Dit houdt verband met het volgende: Leren zelfstandig werken: zelf doelen leren stellen, zelf een geschikte aanpak kiezen, zelf plannen, zelf problemen oplossen, zichzelf motiveren en blijvend concentreren … Dit is een heel belangrijke doelstelling van huiswerk, maar de basis van zelfstandig leren werken moet al in de klas gelegd worden. Kinderen kunnen dit niet van vandaag op morgen en de meeste kinderen kunnen het zeker niet uit zichzelf. We gaan hier later verder op in. Huiswerk als communicatiemiddel met de ouders betekent eigenlijk dat het huiswerk gezien wordt als een brug tussen de school en thuis. Door huiswerk mee naar huis te geven met de kinderen, worden ook de ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Voor kinderen is het belangrijk dat hun ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven. Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis en beidt gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school ervaren heeft. De betrokkenheid van ouders is essentieel voor de motivatie van kinderen. Bovendien biedt huiswerk de ouders informatie over wat er aan bod komt in de klas, over waar het kind mee bezig is en wat de leervorderingen zijn. 1° leerjaar: elke dag 2° leerjaar: Ma, di, do en vr 3° leerjaar: Ma, di, do en vr 4° leerjaar: Ma, di, do en vr 5° leerjaar: Ma, di, do en vr 6° leerjaar: 1 keer op ma, weekcontract VCOV

17 Richttijden 1° leerjaar: 10 à 20 min 2° leerjaar: 10 à 20 min
Enquête leerkrachten Richttijden Uitbreiding van de leertijd: door schoolwerk mee naar huis te geven zijn de leerlingen meer tijd bezig met leeractiviteiten. Eigenlijk is dit geen goede reden om huiswerk te geven, want we moeten er vanuit gaan dat de kinderen op school al genoeg tijd aan leren besteden. Bijv. huiswerk geven om thuis verder af te maken van wat in de klas niet afraakte, is op zich geen goede reden. Zwakkere leerlingen hebben inderdaad meer leertijd nodig, ze doen er langer over om iets te vatten, maar we mogen niet verwachten dat hetgeen in de klas niet lukte, thuis ineens wel wordt opgelost. Toetsing: op basis van de huiswerkresultaten kan de leerkracht controleren of het onderwijs effect heeft gehad en of de leerling de leerinhoud beheerst. De voorwaarde is dan wel dat de leerling het huiswerk echt zelf maakt. Zeker als er punten op zouden staan, is het begrijpelijk dat ouders de fouten gaan verbeteren. In dat geval geven de huistaken natuurlijk een verkeerd beeld van de leervorderingen. “Beter een 6 op 10 voor mij, dan een 10 op 10 voor mama!” Verwerken en inoefenen van de leerinhoud: huiswerk is een deel van het leerproces. Persoonlijk verwerken en inoefenen van wat in de klas geleerd werd, is inderdaad belangrijk. Dit is dan ook een goede reden om huiswerk te geven. (Echte tegenstanders zeggen dat ook in de klas aandacht moet zijn voor de persoonlijke verwerking van de leerstof.) Heel wat leerkrachten in het basisonderwijs vermelden als doelstelling van huiswerk ‘gewoontevorming’ met het oog op het secundair onderwijs. Het gaat dan vooral om een goede werkhouding en discipline aankweken. Dit houdt verband met het volgende: Leren zelfstandig werken: zelf doelen leren stellen, zelf een geschikte aanpak kiezen, zelf plannen, zelf problemen oplossen, zichzelf motiveren en blijvend concentreren … Dit is een heel belangrijke doelstelling van huiswerk, maar de basis van zelfstandig leren werken moet al in de klas gelegd worden. Kinderen kunnen dit niet van vandaag op morgen en de meeste kinderen kunnen het zeker niet uit zichzelf. We gaan hier later verder op in. Huiswerk als communicatiemiddel met de ouders betekent eigenlijk dat het huiswerk gezien wordt als een brug tussen de school en thuis. Door huiswerk mee naar huis te geven met de kinderen, worden ook de ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Voor kinderen is het belangrijk dat hun ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven. Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis en beidt gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school ervaren heeft. De betrokkenheid van ouders is essentieel voor de motivatie van kinderen. Bovendien biedt huiswerk de ouders informatie over wat er aan bod komt in de klas, over waar het kind mee bezig is en wat de leervorderingen zijn. 1° leerjaar: 10 à 20 min 2° leerjaar: 10 à 20 min 3° leerjaar: 20 à 30 min 4° leerjaar: 30 à 40 min 5° leerjaar: 30 à 40 min 6° leerjaar: 50 à 60 min VCOV

18 Hoeveel tijd? Ter illustratie:
Gentse stadsonderwijs + Franse Gemeenschap 1 - 2e leerjaar: geen 3 - 4e leerjaar: 20 min. 5 - 6e leerjaar: 30 min. 1u in het weekend Artikel De Standaard 2 februari 04: in alle lagere scholen van het Gentse stadsonderwijs geldt sinds 1 september een uniform huiswerkbeleid. Onze zuiderburen hebben al sinds 1991 een huiswerkbeleid voor alle lagere scholen. De regeling geldt in de hele Franse Gemeenschap. VCOV

19 Indien huiswerk niet gemaakt?
Enquête leerkrachten Indien huiswerk niet gemaakt? Uitbreiding van de leertijd: door schoolwerk mee naar huis te geven zijn de leerlingen meer tijd bezig met leeractiviteiten. Eigenlijk is dit geen goede reden om huiswerk te geven, want we moeten er vanuit gaan dat de kinderen op school al genoeg tijd aan leren besteden. Bijv. huiswerk geven om thuis verder af te maken van wat in de klas niet afraakte, is op zich geen goede reden. Zwakkere leerlingen hebben inderdaad meer leertijd nodig, ze doen er langer over om iets te vatten, maar we mogen niet verwachten dat hetgeen in de klas niet lukte, thuis ineens wel wordt opgelost. Toetsing: op basis van de huiswerkresultaten kan de leerkracht controleren of het onderwijs effect heeft gehad en of de leerling de leerinhoud beheerst. De voorwaarde is dan wel dat de leerling het huiswerk echt zelf maakt. Zeker als er punten op zouden staan, is het begrijpelijk dat ouders de fouten gaan verbeteren. In dat geval geven de huistaken natuurlijk een verkeerd beeld van de leervorderingen. “Beter een 6 op 10 voor mij, dan een 10 op 10 voor mama!” Verwerken en inoefenen van de leerinhoud: huiswerk is een deel van het leerproces. Persoonlijk verwerken en inoefenen van wat in de klas geleerd werd, is inderdaad belangrijk. Dit is dan ook een goede reden om huiswerk te geven. (Echte tegenstanders zeggen dat ook in de klas aandacht moet zijn voor de persoonlijke verwerking van de leerstof.) Heel wat leerkrachten in het basisonderwijs vermelden als doelstelling van huiswerk ‘gewoontevorming’ met het oog op het secundair onderwijs. Het gaat dan vooral om een goede werkhouding en discipline aankweken. Dit houdt verband met het volgende: Leren zelfstandig werken: zelf doelen leren stellen, zelf een geschikte aanpak kiezen, zelf plannen, zelf problemen oplossen, zichzelf motiveren en blijvend concentreren … Dit is een heel belangrijke doelstelling van huiswerk, maar de basis van zelfstandig leren werken moet al in de klas gelegd worden. Kinderen kunnen dit niet van vandaag op morgen en de meeste kinderen kunnen het zeker niet uit zichzelf. We gaan hier later verder op in. Huiswerk als communicatiemiddel met de ouders betekent eigenlijk dat het huiswerk gezien wordt als een brug tussen de school en thuis. Door huiswerk mee naar huis te geven met de kinderen, worden ook de ouders betrokken bij wat er op school gebeurt. Voor kinderen is het belangrijk dat hun ouders betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven. Huiswerk brengt een stukje school mee naar huis en beidt gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school ervaren heeft. De betrokkenheid van ouders is essentieel voor de motivatie van kinderen. Bovendien biedt huiswerk de ouders informatie over wat er aan bod komt in de klas, over waar het kind mee bezig is en wat de leervorderingen zijn. Tegen de volgende dag afmaken Aanduiden op klaslijst Puntensysteem stiptheid taken 4°-5°-6° Naar ouders: agenda, rapport VCOV

20 Sleutel 2: wat verwachten de leerkrachten van de ouders?
Huiswerkbegeleiding De verwachtingen die leerkrachten hebben kunnen heel verschillend zijn: de ene wil dat het huiswerk verbeterd wordt door de ouders en netjes overgeschreven wordt, de andere wil zien hoe het kind heeft nagedacht en welke verbeteringen het zelf heeft aangebracht. Voor ouders met meer kinderen is het onbegonnen werk om bij te houden wie wat verwacht. Ze hebben nood aan duidelijkheid: eenduidige en rechtlijnige verwachtingen. Het is even belangrijk dat leerkrachten ook aangeven wat ze NIET verwachten. VCOV

21 Huiswerkbegeleiding Het ABC voor huiswerkbegeleiding Afspreken voor
Bemoedigen tijdens Controleren na Vier sleutels: ‘waarom huiswerk’ was de eerste, ‘wat verwachten leerkrachten van de ouders’ is de tweede sleutel. We hoorden wat de leerkrachten van deze school van de ouders verwachten en we zagen twee uiterste vormen van begeleiding. Wat nu volgt, is het huiswerkalfabet of het ABC. Het is een model van huiswerkbegeleiding dat scholen kunnen gebruiken om de verwachtingen naar ouders duidelijk te stellen, maar ook voor de ouders thuis levert het nuttige inzichten en tips. VCOV

22 ABC: Afspreken (vooraf)
Gunstige omstandigheden bieden Vaste structuur en regelmaat maakt het gemakkelijker Een vast moment = huiswerktijd Een vaste plaats = huiswerkplaats Nodige rust in functie van concentratie Kind en ouder: afspraken maken en opvolgen! Goede afspraken maken is belangrijk als startpunt voor een geslaagde huiswerkbegeleiding. Het gaat dan vooral om het bieden van gunstige omstandigheden: een huiswerkvriendelijke situatie en klimaat. De leeromstandigheden thuis behoort tot de verantwoordelijkheid van de ouders, bijv. niet leren in living als er tegelijk andere kinderen naar tekenfilm kijken. Voor een vlot verloop van het huiswerk heeft het kind een vaste structuur en regelmaat nodig. Een belangrijke afspraak is het creëren van een vast moment en een vaste plaats. Zorg daar dan voor de nodige rust zodat het kind zich kan concentreren. Vast moment is afhankelijk van het kind: sommige moeten zich eerst even kunnen ontspannen, andere zijn er liever meteen vanaf. Ook afhankelijk van het gezin: voor of na het eten. Maak afspraken en houd je eraan: kinderen hebben structuur nodig! Ook als ouder voel je je beter als bepaalde dingen duidelijk afgesproken zijn en niet elke dag opnieuw moeten worden bekeken. VCOV

23 Een goede plaats vinden l Wat leidt af? Waar help je mee?
Muziek Tv Computer Keukengeluiden Broers/zussen GSM Huisdier Rustgevende muziek of geen Tv-uren afspreken Tv pas na een bepaald uur Elders werkplek inrichten VCOV

24 Een goede werkplek Soms eigen kamer of ruimte met weinig afleiders
Plekje in de gang Bureau van mama of papa Tafel en stoel zijn voldoende Soms ruimte met controle nodig Prettige temperatuur en voldoende licht VCOV

25 Waar wordt het huiswerk gemaakt?
Enquête ouders VBS Herselt VCOV

26 Vaste structuur en regelmaat
Voorbeeld dagplanning 7.00 opstaan + aankleden 7.30 ontbijt 8.00 naar school 16.00 naar huis 16.30 huiswerk 17.30 eten 18.00 muziekschool 19.00 tv 20.00 wassen + slapen Als een vast tijdstip moeilijk is, kan je een regelmaat inbouwen door samen met je kind een weekplanning op te stellen. Dit kan per dag: bijv. maandag om 16.00u naar huis, maar dinsdag direct na school naar tekenles. VCOV

27

28

29

30 Een gezonde geest in een gezond lichaam!
Voldoende rust en goede voeding 4 jaar: gemiddeld 11u slaap 12 jaar: gemiddeld 9u slaap  elk jaar gemiddeld een kwartier minder Een gezond ontbijt! Gezonde tussendoortjes Dit zijn gemiddelden: sommige kinderen hebben natuurlijk meer of minder slaap nodig. VCOV

31 ABC: Bemoedigen (tijdens)
Aanmoedigen en interesse tonen om met huiswerk te beginnen (let op uitstelgedrag=slechte gewoonte) zelfstandig werken vol te houden Emotioneel – affectieve steun Interesse voor schoolwerk Belang hechten aan schoolwerk Waardering uiten Sommige kinderen hebben het nodig dat iemand mee in de agenda kijkt en overloopt wat er gedaan moet worden en welk gerief daarvoor nodig is. Al is je kind Chinees of Latijn aan het leren, dan nog kan je interesse tonen. Je hoeft de leerstof of de taak zelf niet te kunnen om je kind aan te moedigen. Belang hechten: cru gesteld: als je de ganse avond samen tv hebt gekeken, dan moet je niet om 21.00u nog vragen of je kind geen huiswerk heeft. Benadruk het positieve: ook al zijn er nog veel fouten, benadruk wat het kind goed deed. VCOV

32 ABC: Bemoedigen (tijdens)
Ondersteunen van het huiswerkproces Schoolagenda overlopen (heel belangrijk!) Helpen organiseren, door vragen: wat is de opdracht? wat ga je eerst doen? wat heb je nodig? Luisteren bij hardop lezen Op vraag overhoren Aanmoedigen om te herhalen Stimuleren tot zelf nadenken Autonomie waar het kan! Verantwoordelijkheid blijft bij kind! Interesse tonen en belang hechten aan het schoolwerk vatten we onder ‘emotioneel- affectieve’ steun. Het daadwerkelijk ondersteunen van het huiswerkproces is de cognitieve component. Dit kan op verschillende manieren. Schoolagenda overlopen: 1e, ev. 2e graad, daarna zou alleen moeten lukken. Wat moet ik doen? Kind laten verwoorden wat er moet gebeuren. Vele ouders denken in de plaats van hun kinderen. Het is belangrijk dat kinderen zelf nadenken en zelf het probleem verwoorden bijv. bij vraagstukken: ouders vertellen het zo dat het kind enkel de uitkomst moet zeggen, maar dan zit het kind weer vast bij het volgende vraagstuk. Autonomie waar het kan: ken je kind! VCOV

33 Verwachtingen tav ouders
Enquete Leerkrachten Verwachtingen tav ouders Kwartier exclusieve aandacht voor kind Reactie noteren indien te lang aan gewerkt of indien iets niet begrepen Zelf uitleg geven, kan verwarrend zijn Aandacht besteden aan orde 6°lj: samen plannen indien nodig, controle op donderdag mag/moet

34 Moedig je kind aan om eerst aandacht op belangrijkste te richten
Eerst overzicht krijgen: titels, inhoudsopgave, foto’s en tekeningen Kernwoorden leren herkennen: vet, kader, samenvatting Aantekeningen maken: schema, markeren, mindmap… Repeteren en controleren ! moedig je kind aan de aandacht vooral op het belangrijkste te richten en niet te verliezen in details Eerst weten waarover het gaat! VCOV

35 Herhalen is de sleutel tot succes
* Herhaal de titels * Herhaal de kernen en de kernwoorden * Vertel de rest met je eigen woorden de eerste keer onthoud je nog 40 % de twee keer onthoud je 65 % de derde keer onthoud je 85 %

36 ABC: Bemoedigen (tijdens)
Voorbeeld bij ‘niet in de plaats van je kind denken’ Vraagstuk: “De totale omtrek van een piste voor drafwedstrijden is meter. De paarden moeten 5 km afleggen. Hoeveel rondjes moeten ze lopen?  NIET: “Hoeveel is 5000 gedeeld door 1250?”  WEL: “Waarover gaat het? Wat weet je? Wat is de vraag?” Hoe moet ik ‘spaghetti’ schrijven?  NIET: “S P A G H E T T I”  WEL: “Hoe moet het volgens jou? Schrijf het eens op een blad, dan kom ik dadelijk even kijken. Dat is bijna helemaal juist! Enkel op het einde …” Niet overdrijven Kind laten verwoorden wat er moet gebeuren. Vele ouders denken in de plaats van hun kinderen. Het is belangrijk dat kinderen zelf nadenken en zelf het probleem verwoorden bijv. bij vraagstukken: ouders vertellen het zo dat het kind enkel de uitkomst moet zeggen, maar dan zit het kind weer vast bij het volgende vraagstuk. VCOV

37 “Ik kan dat niet” Ik wil niet Ik durf niet
Ik kan dat nog niet, maar zal het leren Ik kan dat niet, maar misschien wel iets anders -> wat dan Ik kan dat niet omdat ik er de capaciteiten niet voor heb Ik kan dat niet Ouders reageren nogal gauw op deze uitspraak met 'Doe toch niet zo flauw' of 'Jij kan dat wel'. Dit laatste is zeker goed bedoeld: we moeten ons kind toch aanmoedigen? Maar als er echt iets scheelt, is dit niet de goede aanpak want we negeren wat het kind zegt. Kinderen zeggen dit niet zomaar. Stel dat ze het echt niet kunnen en wij zeggen 'maar jawel', dan is dit extra belastend voor het kind. Blijkbaar lukt iets niet wat verondersteld wordt wel te lukken. Wat bedoelt het kind eigenlijk? Negatieve spiraal: ik kan het niet, dus ik doe het niet. Als ik het niet doe, leer ik ook niet bij en zal ik het niet kunnen. Opsplitsen in deelopdrachten: de taak die niet lukt, opdelen in kleinere en haalbare opdrachten. Een deelopdracht die lukt leidt tot motivatie om verder te doen. Opletten: stilaan moet het niveau wel omhoog! Anders geef je een vals gevoel van 'ik kan het'. Als het kind dan op school komt en merkt dat het toch niet gaat, zal het ontgoocheld zijn. . VCOV

38 Motiveren? Karen komt thuis, zet zich voor de tv en is haar huiswerk al lang vergeten. Moeder komt achter haar aan, zet het tv-toestel uit en maant haar aan om met het huiswerk te beginnen. Karen begint met veel tegenzin en het loopt moeizaam. Het minste geluid is genoeg om haar af te leiden en er lijkt maar geen eind aan de oefeningen te komen. VCOV

39 Motiveren Interesse voor schoolleven
Straffen leidt vaak tot demotivatie Belonen: Extrinsiek: “flink huiswerk maken -> snoep” gevaar voor schijnmotivatie Intrinsiek: goed gevoel 'Token': groene kaartjes, stipjes, die recht geven op iets leuks VCOV

40 ‘To do – lijstje’: - Agenda uit boekentas halen = 1 punt - Om 16.15u zonder zeuren aan huiswerk beginnen = 2 punten - 20 min. aandachtig aan het huiswerk werken = 5 punten Punten inruilen, dagelijks of wekelijks: bijv. 30 punten = speelgoedje kiezen, ijsje gaan eten, … Taak niet uitvoeren = geen punten voor die taak Geen punten afnemen Geleidelijk moeilijker maken Complimentjes geven!

41 Belonen Jan moet nog leren zijn huistaakjes zelf te maken. Zijn moeder moedigt hem aan om één sommetje per keer te maken. Bij elke inspanning gaat het papieren autootje op het racecircuit dat ze samen gemaakt hebben op een groot stuk papier, één hokje vooruit. Elke keer kan vader 's avonds zien hoezeer Jan al zijn best heeft gedaan, waarop hij zijn zoon feliciteert. Jan krijgt de smaak te pakken en wil de auto zo snel mogelijk tot het tussenstation laten komen, want daar wacht al een extraatje op hem. Meestal is dit een uitstapje of een gezelschapsspelletje spelen. Op den duur is het circuit niet meer nodig: de aanmoedigingen en het plezier van de inspanning zijn veel belangrijker geworden. VCOV

42 ABC: Controleren (achteraf)
Is het huiswerk gemaakt? Is het ‘goed’ gemaakt? Niet verbeteren Aanzetten tot zelfcontrole Aanzetten tot evalueren Les overhoren op vraag (kind niet afhankelijk maken  zelfstandig leren) Controleren is ook … Het huiswerk: een haalbare kaart? Moet ik met de leerkracht praten? Inspanningen belonen De verantwoordelijkheid blijft bij het kind. Controleren is niet nadien de touwtjes in handen nemen en alles overdoen. Niet verbeteren: ouder is geen (hulp)leerkracht Aanzetten tot zelfcontrole: heb je je huiswerk nagekeken, heb je alles ingevuld, ben je niets vergeten … maar ook: zijn er geen sommen waarvan je op het eerste zicht kan zeggen dat ze verkeerd zijn (bijv = 7) Aanzetten tot evalueren: was het moeilijk, vond je het interessant … Ook hier: ken je kind. Sommige kinderen hebben meer controle nodig dan andere. VCOV

43 Wat loopt er fout met huiswerk?
Enquete Leerkrachten Orde mag meer gecontroleerd worden Sommige ouders laten hun kinderen te veel maken: lessen die nog niet gezien zijn

44 Differentiatie: moet elk kind hetzelfde huiswerk krijgen?
Sleutel 3 Differentiatie: moet elk kind hetzelfde huiswerk krijgen? VCOV

45 Sleutel 3: differentiatie
Gelijkwaardige inspanning Differentiëren qua niveau qua hoeveelheid Voor zwakkere leerlingen, maar ook voor meer begaafde leerlingen Kinderen verschillen van elkaar in mogelijkheden, kennis, vaardigheden, interesse en werkhouding. Huidige tendens is om meer te spreken van een gelijkwaardige inspanning, dan van een gelijkwaardig huiswerk. Enorm belangrijk voor de motivatie: te veel en te moeilijk huiswerk leidt tot spanningen en ondergraaft het zelfvertrouwen van het kind. Bij te weinig en te gemakkelijk huiswerk is er ook niets aan: er is geen uitdaging. Kinderen verschillen in niveau: makkelijker huiswerk voor zij die het moeilijk hebben of extra hulpmiddelen laten gebruiken Kinderen verschillen in tempo  hoeveelheid: leerlingen die het moeilijk hebben bijv. 1 kolom sommen, terwijl de andere 2  zodat ze uiteindelijk evenveel tijd aan het huiswerk besteden. Mogelijkheid: maximale tijdsbesteding vooropstellen. VCOV

46 Heb je aandacht voor differentiatie en hoe organiseer je dat?
Moetjes en magjes (vanaf 1°lj) ‘te maken’ oef. aanduiden Leestekst, rekenoefeningen aangepast aan niveau, tempo en hoeveelheid Enquete Leerkrachten VCOV

47 leren zelfstandig werken
Sleutel 4 Kinderen moeten leren zelfstandig werken VCOV

48 Sleutel 4: zelfstandig leren werken
Aandacht voor werkgedrag/leerhouding Er invliegen <-> structuur en planning Zelfstandigheid = opvoedingsdoel Kennisoverdracht <-> leren problemen oplossen Begint in de klas Contractwerk (vanaf 1°lj), Werkwinkel Leren leren Leren plannen Inoefenen door ‘post-its’, zelfcontrole Lln coachen elkaar Sommige kinderen slagen er niet in een voor hen haalbare huistaak tot een goed einde te brengen, omdat ze nog onvoldoende zelfstandig kunnen werken. Ze lezen de opdracht niet goed en vliegen er zomaar in. Weinig kinderen maken hun taak en dat is het: ze kijken het niet meer na. Ze missen planning, doen zomaar wat zonder zich te concentreren en hebben een minder goede leerhouding. Ze hebben problemen om zelfstandig te werken en hebben behoefte aan steun van buitenaf om tot een goede probleemoplossing te komen. Bij deze kinderen is specifieke aandacht voorhun werkgedrag noodzakelijk. Zelfstandigheid is een belangrijk opvoedingsdoel. Kinderen moeten worden voorbereid om zelf keuzes te kunnen maken, om zelf verantwoordelijkheid te nemen, om zelf richting te geven aan hun leven. Naast kennisoverdracht heeft het onderwijs vooral de taak leerlingen te leren zelfstandig problemen op te lossen. ‘Hoe’ leerlingen leren si belangrijker dan ‘wat’ ze leren. Zelfstandig werken gaat niet zomaar vanzelf door kinderen alleen aan het werk te zetten. Het vergt heel wat vaardigheden die expliciet moeten worden aangeleerd. VCOV

49 VCOV

50 Discussievragen Hoe motiveren jullie de kinderen om het huiswerk te maken? Hebben jullie concrete tips? Hebben jullie het al eens moeilijk gehad om de kinderen aan het huiswerk te krijgen? 1 verslagnemer per groepje van 6!

51 NOG ENKELE TIPS OP EEN RIJTJE
Afspraken maken en opvolgen Tafels op de trap schrijven Tafels oefenen op het internet Samen met broer/zus/vriendje/vriendinnetje huiswerk maken? (structuur, overhoren, controleren, schooltje spelen) Huiswerk opsplitsen in kleine stukjes (wissel leerwerk en maakwerk, minder leuke eerst) Veel structuur bieden

52 NOG ENKELE TIPS OP EEN RIJTJE
Niet discussiëren met kinderen (positief benoemen) Wel inspraak geven om te bepalen wanneer huiswerk gemaakt moet worden Pauze nemen (beter alle dagen 10 minuten dan één keer 2uur) Toon begrip en belangstelling (laten vertellen over school) Bij het leren van talen  werken met post-its op voorwerpen

53 Tot slot ? Wat vond je goed? Wat kan beter? BEDANKT EN WEL THUIS! VCOV

54 Situaties Het huiswerk van Maarten is altijd slordig en staat vol fouten. Wordt er dan nooit naar gekeken, vraagt de leerkracht zich af. Deze ouders geven echt geen begeleiding aan hun kind! Waarom geef ik eigenlijk nog huiswerk? Het rapport van Eve staat vol lage cijfers. Dit kan zo niet meer. Ik vraag aan de meester om dubbel huiswerk voor jou, reageert vader. Tot je betere cijfers haalt, kijk je in de week geen tv meer. VCOV


Download ppt "Huiswerk en huiswerkbegeleiding Sinte Mariaschool – Bonheiden 17/02/2009 VCOV."

Verwante presentaties


Ads door Google