De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Genetisch Gemodificeerde Gewassen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Genetisch Gemodificeerde Gewassen"— Transcript van de presentatie:

1 Genetisch Gemodificeerde Gewassen
Een problematische innovatie in mondiale landbouw- en voedselsystemen Lezing voor de Universiteit van de Derde Leeftijd Kortrijk dr. ir. Wouter Vanhove Tropische en Subtropische Landbouw en Etnobotanie Vakgroep Plantaardige Productie Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen + Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO) Universiteit Gent

2 1. Biotechnologie in gewasveredeling

3 Biotechologie = technologie in de biologie
Rode gentechnologie: toepassing in geneeskunde Witte gentechnologie: industriële toepassingen (gist voor kaasstremsel – zoetstoffen (moedermelksuiker)) Blauwe gentechnologie: gebruik van mariene organismen (groenwieren, diatomeeën…) - vissen (VS zalm) Groene gentechnologie: genetisch gemodificeerde landbouwgewassen

4 Groene biotechologie = het wijzigen van eigenschappen van landbouw- gewassen door bewuste genetische wijzigingen in het plantengenoom Gewijzigde eigenschappen Herbicidetolerantie; resistentie tegen plagen (insecten) en ziektes (bv. virussen); weerstand verhogen tegen abiotische stress (bv. droogte); veranderde voedingseigenschappen of andere planteigenschappen

5 Herbicidentolerantie
Wijdverspreide groene biotechologie Herbicidentolerantie Herbiciden verhinderen de werking van enzymes die essentiële aminozuren in planten synthetiseren; Transformatie: Roundup Ready gewassen: ongevoelig voor Roundup (glyfosaat) door inbrengen van genen van Agrobacterium tumefaciens die een variant coderen van het enzyme waarop het herbicide geen vat heeft; Alternatief: bacteriële genen coderen voor enzymes die herbicides detoxificeren  herbicide verdelgt onkruid zonder de ggo-planten aan te tasten; Meest verspreide toepassing: soja, maïs, katoen, koolzaad (ook rijst van bv. Bayer)

6 Insectenresistentie Wijdverspreide groene biotechologie
Transformatie met genen uit Bacillus thuringiensis  plant produceert een eiwit (Cry) dat insectenlarven doodt = ingebouwd insecticide Bacteriepreparaten worden al lang gebruikt als biologisch bestrijdingsmiddel Vooral bij maïs (maïswortelkever en maïsstengel-boorder), katoen (bolworm)

7 New Breeding Technologies – ggo of niet?
Genome editing: introductie van (heel) kleine modificaties in het plantengenoom op vooraf bepaalde plaatsen (loci); o.a. gerichte puntmutaties; Agro-infiltration: plantendelen (meestal bladeren) worden met een GM Agrobacterium sp. behandeld zodat heel lokaal genetische modificatie ontstaat die bepaalde plantkenmerken kunnen onthullen (bv. interactie met pathogenen)  gebruikt in fenotypische selectie voor veredeling; Cisgenese: transgenese (recombinant-DNA technologie) die beperkt is tot de introductie van DNA-fragmenten uit de eigen soort (bv. DuRPH-aardappel in de Wetteren-case).

8 Andere Groene ggo’s Bij dieren:
EnviroPig: varkens met fosforarme mest in VS AquAdvantage zalm: groeit het hele jaar door i.p.v. enkel in lente en zomer (snellere productie); GloFish: fluorescerende zebravisjes (Dario rerio - Cyprinidae) Koeien met “moedermelk” in China  Heel veel ethische bezwaren

9 Eigenschappen voedsel wijzigen
Andere Groene ggo’s Eigenschappen voedsel wijzigen ‘Traanvrije' uien Tomaten die beter bewaren (FlavrSavr- afgevoerd) Koffie zonder cafeïne Arctic apples Van ‘Okanagan Specialty Fruits’ (Canada) Via gereduceerde expressie van polyphenol oxidase; Goedgekeurd in de VS door USDA en FDA De sterk gemediatiseerde Gouden Rijst (zie verder). Proefveld van het VIB met ggo-populieren in het Technologiepark in Zwijnaarde Gouden rijst (rechts)

10

11 Wereldwijd ggo-areaal
175 miljoen hectare (2,5 % van het globale areaal en 10 % van akkerbouw) in 28 landen in 2012; 80 % van het ggo areaal bevindt zich in de VS, Brazilië en Argentinië Opdeling globaal ggo-areaal: 47 % HT-soja 23 % Bt-maïs 9 % Bt-katoen 5 % HT-koolzaad (Canola) In Europa beperkt tot +/- 0.1 miljoen ha Vooral Spanje met Bt-maïs (MON810) Beperkt areaal in Portugal, Tsjechië en Slovakije - transgene soja in Roemenië Weggevallen in Duitsland, Zweden en Polen

12 Ggo-areaal

13 ggo-areaal

14 ggo toelatingsprocedure in de EU
Aanvraag door het bedrijf dat wil importeren of telen Veiligheidsbeoordeling door EFSA (2/3 meerderheid nodig) Europese Commissie: ontwerpbeslissing Permanent Comité (soms + Ministerraad) (vertegenwoordiging lidstaten, gekwalificeerde meerderheid nodig): nu meestal “geen advies” Comité van Beroep Europees Parlement wordt ingelicht

15 Geschiedenis van ggo’s in Europa
Beperkt aantal toelatingen voor ggo’s vóór 1999 de facto moratorium – forse tegenstand in vele landen klacht bij WTO door VS, Canada, Brazilië mei 2003 = dreiging sancties – grotendeels verworpen door opheffing moratorium blijvende discussies Ministerraad vs. Commissie = geen gekwalificeerde meerderheden in Raad In april 2015 waren 58 ggo’s in de EU goedgekeurd voor voeding of voeder (katoen, bloemen, koolzaad, maïs en soja); Maar: slechts 1 goedgekeurd sinds 2004 voor teelt = amflora- aardappel (niet voor consumptie) Uitzondering: import veevoeders (soja: EU import > 40 miljoen ton/jaar (> 80% voor veevoeders)

16 ggo’s in Europa April 2015: Opt-Out
Nieuwe regeling: elk land kan beslissen verbod ggo in te voeren (zgn. vrijwaringsclausule) op basis van zeer uiteenlopende criteria; Opt-out kan enkel als de redenen voor een verbod de EFSA-risicoanalyse niet tegenspreken (onduidelijk of socio-economische of planologische redenen geldig zijn) Bezorgdheden: ‘opt out’ is mogelijks een alibi voor meer toelatingen (Trojaans Paard) + vrees voor juridische ‘veldslagen’ kunnen landen weerhouden om de ggo te weren co-existentie komt in gevaar: ggo’s dreigen via kruisbestuiving (bv. maïs) toch over de grenzen te komen indien geen coherente EU-regulering Sedert de opt out: 17 nieuwe toelatingen door EC Oostenrijk, Hongarije, Frankrijk, Griekenland, Duitsland, Luxemburg willen geen ggo’s = volledige opt-out

17 MON810 Momenteel het enige ggo-gewas (maïs) toegelaten voor teelt (sinds 1998) in Europa (Monsanto) MON810 = transgene voedermaïs, resistent tegen maïsstengelboorder (Ostrinia spp.) Teelt voornamelijk in Spanje (habitat = Zuid-Europa) In 6 Europese landen vrijwaringsclausule voor MON810

18 AMFLORA ggo-aardappel (van BASF) met verhoogd zetmeelgehalte voor gebruik in industrie In 2010 goedgekeurd voor teelt na procedure van 13 jaar antibioticaresistentiegen tegen kanamycine + neomycine Na petitie-actie (> ondertekenaars) kwam een Klacht bij Europees Hof van Justitie  goedkeuring vernietigd

19 PIONEER 1507 TC1507, aka ‘Herculex’ van Pioneer (DuPont);
Zowel herbicidentolerant als insectenresistent; Resolutie in het Europees parlement (februari 2014) over het effect van dit Bt-gewas op non-target organismen (vlinders); Geen gekwalificeerde meerderheid in de ministerraad (19 tegen, 4 onthoudingen (o.a. België) en 5 voor).

20 2. Biologische vs. systeeminnovatie Genetisch determinisme vs
2. Biologische vs. systeeminnovatie Genetisch determinisme vs. Agro-ecosysteembenadering

21 Evolutie van de landbouwteeltsystemen
Van jager- verzamelaars tot bemeste, permanente landbouwsystemen  innovatie heeft steeds Malthusiaanse rampen kunnen voorkomen

22

23 Industriële landbouw is sindsdien wijdverspreid monoculturen;
hoge input van meststoffen en bestrijdingsmiddelen Heeft geleid tot mondiale stijging van voedselproductie Maar… bracht heel wat nadelige ecologische en socio-economische neveneffecten met zich mee Verzilting van de bodem door irrigatie in Pakistan

24 Ecologische problemen met industriële landbouw
Verhoogde uitstoot van broeikasgassen (landbouw veroorzaakt 17 % van CO2-, 60 % van CH4-, en 50 % van de N2O-emissies) Ontbossing: 13 miljoen ha per jaar Bodemerosie en –degradatie Waterschaarste en watervervuiling Verlies aan (agro)biodiversiteit. Diversiteit aan knolgewassen uit de Andes (Peru) De druk door landbouw op de de milieugebruiksruimte is niet langer duurzaam

25 Ecologische problemen met industriële landbouw
Drie variabelen die nu de planetaire grenzen overschrijden zijn volledig of ten dele gelinkt aan landbouwproductie Steffen et al. (2015). Planetary Boundaries: Guiding human development on a changing planet. Science, 347(6223),

26 Socio-economische problemen met industriële landbouw
Landbouw is gemondialiseerd: Sterke horizontale en vertikale integratie en concentratie meststoffen, zaden, bestrijdingsmiddelen zitten vaak in één pakket beheerd door grote multinationale concerns; agrochemie, biotechnologie en zaaigoedbedrijven zijn geïntegreerd; toenemende inkomstenongelijkheid tussen landbouwers: In industrielanden creeërde in 2003 elke landbouwer € toegevoegde waarde (groei op 10 jaar: 4.4 %); In Sub-Sahara Afrika was dit € 245 (groei op 10 jaar: 1.4 %); Industriële landbouw: 0,5 VTE/ha; familiale boerenlandbouw: 5 VTE/ha

27 De uitdaging Gezien de huidige demografische evoluties wordt een globale stijging van 75 % en 100 % van de mondiale vraag naar graan resp. vlees voorspeld (noodzakelijk zo?); Hoe kan een dergelijke productiviteitsstijging worden bewerkstelligd in de context klimaatsverandering en socio-economische onduurzaamheid van het huidige – dominante – landbouwmodel?

28 De landbouw- en voedselcrisis vergt een politieke, internationale / multilaterale aanpak
faciliteren van regionale eiwitproductie (bv. Lupine) (we moeten afkicken van soja uit Brazilië/Argentinia); - en/maar daarbij stimuleren van een minder vleesafhankelijk dieet; veeteelt moet meer grondgebonden; bescherming/conservatie van agrobiodiversiteit; ondersteuning voor agroecologische praktijken

29 Oplossingen richten zich in de eerste plaats op kleinschalige telers: 500 miljoen boeren die 2-3 miljard (!) mensen voeden: aanmoediging van landbouwerorganisaties en –coöperatieven; publieke infrastructuur en subsidies die (lokale en regionale) marktintegratie bevorderen; voedselsoevereiniteit respecteren van kleinschalige telers

30 Agroecologie = “de geïntegreerde studie van de ecologie van het ganse voedselsysteem, met inbegrip van haar ecologische, economische en sociale dimensies; of dus simpelweg: de ecologie van het voedselsysteem; Agroecologische praktijken zorgen voor Aanpassing aan klimaatsverandering (adaptatie): grotere veerkracht en aanpassingsvermogen van landbouwsystemen die in evenwicht zijn met lokale omgeving (mengteelten, lokale landbouwbiodiversiteit, bodembedekkers, agroforestry; Bestrijden van klimaatsverandering (mitigatie): bodembedekking, permacultuur, agroforestry, etc.

31 Agroecologie Agroforestry: Cacao + N2-fixerende bomen Bananen
Kokospalmen

32 De oplossingen Sommigen zien een nieuw op handen zijnde malthusiaanse crisis en zien heil in nieuwe technologische innovatie als zaligmakend; Technologie is deel van de oplossingen op voorwaarde dat het: agro-ecologisch is; i.c. dat het de multifunctionaliteit van landbouw (voedsel, inkomen, ecosysteemdiensten) respecteert; om die reden ook de sociaal/economisch/politieke dimensie van duurzaamheid in de landbouw erkent; vrij toegankelijk is voor alle landbouwers (belang van publieke investeringen in innovatie en R&D!).

33 Ggo’s zijn geen (deel van de) oplossing…
…maar bestendigen de oorzaken van de crisis van de huidige mondiale landbouw- en voedselssystemen: ze erkennen intrinsiek niet de agro-ecologische complexiteit van landbouw- en voedselsystemen: grijpen in op eenzijdige biologische kenmerken waar systeemingrepen zijn vereist; ze intensiveren de volop op gang zijnde concentratie in de zaaigoed en agrochemische sector en ontnemen zo de boeren wat in sé een ‘global common’ is: agrobiodiversiteit; Ze versterken om die reden ook de globalisering van voedselsystemen en bedreigen eerder dan versterken mondiale voedselzekerheid.

34 Ggo’s maken beloftes voorlopig ook niet waar
Failure to Yield rapport (2009): studie naar impacht 20 jaar ggo-maïs en soja in VS; Herbicidentolerante ggo’s: geen tot negatief effect vastgesteld op termijn (tot -5% bij soja in de VS); Insectenresistente ggo’s: marginaal effect (0,2 à 0,3% opbrengststijging) effect veredeling + betere landbouwtechnieken: 1% opbrengststijging; Succes Bt-katoen in India enkel mits investeringen in bijpassende meststoffen, bestrijdingsmiddelen en watervoorziening

35 3. Agrobiodiversiteit

36

37

38 Banana diversity in Varkala, Kerala State, South India
Diversiteit aan knolgewassen uit de Andes (Peru) Maïsdiversiteit in Mexico Banana diversity in Varkala, Kerala State, South India

39 Bron: FAO (2001) Tarwe Rijst Maïs Gerst Gierst Soja Aardappelen
Yamswortel Suikerriet

40 Belang van agrobiodiversiteit in duurzame landbouw
Voor veredelaars: Vormt een brede basis voor ontwikkeling van nieuwe variëteiten, aangepast zijn aan lokale (en vaak veranderende) omstandigheden; Kan genen bevatten met toekomstige nut (bv. tolerantie tegen een nog op te duiken ziekte)  genenreservoir; Voor boeren: Diversiteit zorgt voor meer veerkracht (‘resilience’) tegen ziektes en plagen; en hierdoor: brengen op lange termijn diverse landouwsystemen meer op door risicospreiding (stabiliteit voor de boer) Polycultuur (i.e. systeem met interspecifieke diversiteit) meer veerkrachtig tegen ziektes en plagen (hier bv. Tagetes sp. tegen nematoden)

41 Belang van agrobiodiversiteit in duurzame landbouw
Parelgierst (Pennisetum glaucum L.) met hoge intraspecifieke diversiteit in West Afrika (Foto: KEW – Royal Botanical Gards)

42 Verlies aan agrobiodiversiteit
Gewas Gebied Variëteiten Rijst Globaal 150,000 variëteiten  nu ? Sri Lanka 2000 in 1959  nu < 100 Bangladesh 62 % minder variëteiten over de laatste 50 jaar Indonesië 74 % minder variëteiten over de laatste 50 jaar Maïs M-Amerika 20,000 variëteiten  verlies van 0.04 variëteiten per boerderij per jaar (Dyer et al., 2014) Tarwe China 10,000 in 1949  nu < 1,000 VS 50 % van de productie in 9 variëteiten Aardappelen 75 % van de productie in 4 variëteiten Soja 50 % van de productie in 6 variëteiten

43 Verlies aan agrobiodiversiteit
Vermindering groentendiversiteit in de VS (Thrupp, 2000) Groente Variëteiten 1903 Variëteiten 1983 Verlies (%) Asperge 46 1 98 Bonen 578 32 95 Biet 288 17 94 Wortel 287 21 93 Prei 39 5 87 Sla 497 36 Ui 357 Pastinaak 75 Erwt 408 25 Radijs 463 27 Spinazie 109 7 Pompoenen 341 40 88 Raap 237 34 90

44 Winsten in productiviteit
Biotechnologische Genetische modificatie Verlies aan agrobiodiversiteit Veredeling, selectie Domesticatie selectie Landrassen: Lokaal geselecteerd en aanpast aan lokale omstandigheden Daardoor heel divers en Tolerant tegen ziektes en plagen Verdeling door en voor lokale boeren!

45 De intrinsieke oorzaak: verband (technologische) gewasinnovatie – erosie van agrobiodiversiteit
Het technologisch ‘loopband’ (treadmill) effect Technologische innovaties in de landbouw geven vaak (niet altijd – zie de ‘failed promises’) zoniet productieverhoging dan wel een betere markttoegang voor het gewas in kwestie; Aanbod stijgt  prijsdaling van het gewas (groot effect door inelasticiteit van de vraag naar landbouwproducten); Andere boeren moeten ‘meehollen’ op de loopband anders vallen ze eraf; M.a.w. ze worden gedwongen zelf de nieuwe variëteiten te planten ten koste van traditionele variëteiten; Hybrides, pesticides en ggo’s versnellen de treadmill: seed saving niet meer mogelijk (bv. verdwijnen traditionele katoenvariëteiten in Indië)

46 De intrinsieke oorzaak: verband (technologische) gewasinnovatie – erosie van agrobiodiversiteit
Het inbrengen van ggo-kenmerken gebeurt in slechts enkele variëteiten (niet altijd de meest aangepaste landrassen); bv. Bt aubergine in Bangladesh; Gouden Rijst in de Filipijnen); Patenten op ggo-technologie maken variëteiten minder beschikbaar voor veredeling; veranderen van 1 kenmerk geeft misschien een meeropbrengst nu; maar de genetische erosie is een valkuil voor later ziektes en plagen kunnen resistent worden tegen ggo-toxines; Nieuwe socio-economische of milieu-omstandigheden vergen een brede basis voor veredeling. “Adoption of stress – resistant transgenic crops may reduce demand for the insurance function of agrobiodiversity, potentially resulting in accelerated loss of varietal diversity” (Krishna et al., 2014) Krishna, V., Qaim, M. & Zilberman, D. (2014). Transgenic Crops, Production Risk, and Agrobiodiversity. ZEF - Discussion Papers on Development Policy No. 186, Center for Development Research, University of Bonn, 36 p.

47 4. Gezondheids- en milieurisico’s Het debat over het voorzorgsprincipe

48 Ggo’s en volksgezondheid
Heel veel controverse, veelal de basis van getouwtrek tussen voor- en tegenstanders Allergieën: univ Nebraska = ggo-soja met proteïnen uit paranoot (Bertholletia excelsa) gaven allergische reacties  afgevoerd (allergenen kunnen wel degelijk via GM in gewassen worden geïntroduceerd) een aantal onderzoeken op zoogdieren wijzen op mogelijke gezondheidseffecten bij eten ggo’s (studies worden veelal aangevallen) neveneffect: gebruik van Roundup via vliegtuigen (Paraguay – Brazilië) = rechtszaken (juli 2015: WHO: glyfosaat = waarschijnlijk kankerwekkend).

49 Ggo’s en volksgezondheid – de Séralini-case
Toxicologische studie uit 2012 (effect van RR-maïs (NK603) al dan niet in combinatie met glyfosaat) op ratten; Resultaten (effecten op orgaanschade, mortaliteit en carcinogeniteit van alle behandelingen) werden sterk bekritiseerd: ratten die makkelijk tumoren produceren  statistische fouten, te kleine aantallen ratten, etc.; Paper teruggetrokken door Food and Chemical Toxicology  ‘study is inconclusive’ (geen uitspraken voor de correctheid van de data an sich) Séralini et al. (2012). Long term toxicity of a Roundup herbicide and a Roundup-tolerant genetically modified maize. Food & Chem. Toxic., 50,

50 Ggo’s en volksgezondheid – de Séralini-case
Veel vraagtekens bij terugtrekking: onder druk van buitenproportionele golf van kritiek (niet in het minst vanuit de industrie, dezelfde ratten ook gebruikt bij routine veiligheidstesten voor ggo’s); Zelden zijn publicaties ‘conclusive’ Politisering van wetenschappelijke publicaties; kwalijke evolutie Séralini et al. (2013): weerwoord (‘Answers to critics’) gepubliceerd in FCT

51 Ggo’s en milieu effectiviteit ggo’s is verdwenen door resistentie onkruiden tegen glyfosaat Totaal herbicidengebruik in bv. VS sinds de jaren ’80 constant; wel eenzijdiger (meer glyfosaat (= Roundup))  meer kans op resistentie Monsanto ontwerpt “super”-pesticide

52 Ggo’s en milieu Aantal onkruiden resistent tegen Roundup

53 Ggo’s en milieu Horseweed (Canadese fijnstraal): Conyzi canadensis (Asteraceae) Palmer Amaranth (Amaranthus palmeri – Amaranthaceae) Waterhemp (Amaranthus rudis – Amaranthaceae)

54 Ggo’s en milieu Bt-planten: target-insecten worden resistent en toxine werkt niet meer in de natuur Bt-maïs: resistentie bij maïswortelkever (Diabrotica virgifera) (Diabrotica virgifera) in VS Bt-katoen: resistentie bij pink bollworm (Pectinophora gossypiella) in India Bt-proteïnen niet steeds selectief: potentieel schadelijk voor breed gamma aan (nuttige) insecten Gevoeliger voor secundaire plagen: China Bt-katoen gevoeliger voor schimmelinfecties Colombia Bt-katoen gevoeliger voor rupsen UK: Bt-maïs gevoeliger voor maïsbladluis Maïswortelkever (Diabrotica virgifera) Pink bollworm (Pectinophora gossypiella)

55 Ggo’s, gezondheid & milieu – conclusies
De tegenbeweging ondergraaft zichzelf vaak door wetenschappelijk onjuiste claims omtrent de gezondheidseffecten van ggo’s; Nicolia et al. (2013) claimen dat 10 jaar onderzoek naar de veiligheid van ggo’s geen negatieve effecten aantoonde. Nicolia, A., Manzo, A., Veronesi, F. & Rosellini, D. (2013). An overview of the last 10 years of genetically engineered crop safety research. Critical Reviews in Biotechnology, 34(1),

56 Ggo’s, gezondheid & milieu – conclusies
Anderzijds is het onzinnig ggo’s algemeen als ‘veilig’ te bestempelen (zoals soms gebeurt): Onbedoelde wijzigingen in metabolische pathways (de manier waarop complexe molecules worden opgebouwd) vallen niet uit te sluiten; Er is te weinig langetermijnsonderzoek (toxicologische studies op ggo’s duren meestal 90 dagen; Séralini: eerste 2-jaarsstudie); ‘Substantial equivalence’ : een standaard aantal (anti-)nutriënten en toxines worden getest: geen volledig beeld; Sommige onderzoeksresultaten zijn tegenstrijdig (o.a. door verschillende methodologieën); Er is weinig geld voor echt onafhankelijk veiligheidsonderzoek en onderzoeksmateriaal wordt niet altijd vrijgegeven.

57 Té laat ontdekte milieu- en gezondheidsschade
Ggo’s en het voorzorgsprincipe Definitie: “Als er een (ongekend) risico op schade bestaat, mag een gebrek aan wetenschappelijke zekerheid geen maatregelen beletten die de schade kan beperken of tegengaan” Spanningsveld tussen: Teveel ‘voorzorg’: Rem op innovatie, maatschappelijke en economische kost van het niet handelen Te weinig ‘voorzorg’: Té laat ontdekte milieu- en gezondheidsschade VS Europa Voorstanders ggo’s Ggo-sceptici Techno-optimisten Eco-modernisten Ecologisten Systeemdenkers

58 5. Landbouwsoevereniteit De greep van de agro-industrie op het landbouw- en voedselsysteem

59 Concentratie in de agro-industrie
De concentratietrend is vrij nieuw (vanaf jaren ‘90) 10 bedrijven hebben wereldwijd 3/4 zaadmarkt in handen 10 bedrijven hebben wereldwijd 84% van agro-chemicaliën (o.m. bestrijdingsmiddelen) in handen Behalve concentratie is er een gelijklopende en verregaande integratie tussen farmaceutische (bv. Bayer) (agro-)chemische (bv. BASF, Dow Chemical) en de zaaigoedsector Vergelijkbare concentratietrend in distributiesector

60

61 Intellectuele eigendomsrechten in de agro-industrie
Patenten: bedoeld om innovatie te stimuleren (investeren in R&D brengt op); Plantenvariëteiten: historisch nooit als ‘uitvindingen’ aanzien  zaadsector heeft zich eeuwenlang zonder eigendomsrechten kunnen ontwikkelen; veredelaars verkregen in de 20e eeuw een bescherming die lijkt op copyrights: royalties vermarkting nieuwe variëteiten komen hen toe, maar: Breeder’s exemption: andere veredelaars krijgen vrij toegang tot het materiaal voor eigen veredeling; Farmer’s privilege: landbouwers mogen de oogst zelf hergebruiken als zaaigoed op het eigen bedrijf. Maïsveredelaar aan de Iowa State University

62 Intellectuele eigendomsrechten in de agro-industrie
= Plant Variety Protection: In de VS: Plant Patent Act (1930) Eerst in de EU, nu wereldwijd: UPOV (1961). Vanaf de jaren ’80: druk van uit de biotech-sector om patenten toe te laten in de plantenveredeling;  hervorming van UPOV in 1991: meer macht voor de veredelaars: langere bescherming (tot 25 i.p.v. 18 jaar); farmer’s privilege enkel bij uitzondering en vaak mits royalties; en… ‘dubbele bescherming’ (variëteiten + patenten op inbreng ggo-kenmerken) In de VS: patenten op variëteiten mogelijk (niet in de EU); Tussen 2008 en 2010 alleen al patenten op het inbrengen van genoomsequenties aangevraagd.

63 Intellectuele eigendomsrechten in de agro-industrie
GRAIN (NGO) becijferde dat indien de zaaigoedsector alle momenteel vrij hergebruikt zaad wereldwijd kan privatiseren, hen dat 7 miljard US$ per jaar extra kan opbrengen  enorme belangen; ggo’s worden opgedrongen aan ontwikkelingslanden via handelsakkoorden, lobbying en wetgeving verhoging van de schuldengraad: bv. in Paraguay, India: in eerste fase goedkoop – na tijd betaling royalties (20 $/ton) + ¾ van de ggo-zaden zijn eigenlijk koppelverkoop: zaad + herbicide Kleine boeren gaan over kop en grond wordt opgekocht door grootgrondbezitters (ggo’s leiden dus tot schaalvergroting en technologische ‘treadmill’ ; cfr. Supra); In de EU werd onlangs een zadenwet tegengehouden die in de EU enkel gecertificeerd zaaigoed zou toelaten voor verkoop en veredeling  zet kleine veredelaars en informele zaaigoeduitwisseling buiten spel.

64 Co-existentie = principe dat ggo’s en conventionele gewassen naast elkaar moeten kunnen bestaan; EU regelgeving: tolerantiedrempel: 0.9 % ‘contaminatie’ Aparte voedselketens organiseren = complex, duur en moeilijk te beheren: bv. maïs: afstand, barrières, veldgrootte, bloeitijden, regenval, windrichting, etc. spelen een rol  0 % ‘contaminatie’ kan nooit verzekerd worden Lastenboeken bio zijn zeer streng op vlak van ggo’s = nultolerantie => bio is niet compatibel In Canada: in 27 silo’s met niet-transgeen koolzaad was 80% 'besmet' met ggo-zaad;

65 Geen co-existentie  gevaar voor agrobiodiversiteit
Co-existentie is fundamenteel voor ggo-producenten omwille van intellectuele eigendomsrechten: ggo-lijnzaad (Linum sp.) werd in 2009 aangetroffen in ingevoerd Canadees lijnzaad naar Europa en Japan; 2011: honing Beierse imker besmet met stuifmeel proefveld Bt-maïs: Europees Hof van Justitie oordeelt: ofwel compensatie voor schade door GM-contaminatie ofwel moet de honingproducent strikte veiligheidsprocedure doorlopen  patstelling Geen co-existentie  gevaar voor agrobiodiversiteit Transgene sequenties uit Bt-maïs is aangetroffen in traditionele maïsrassen op 3 van 23 bezochte locaties in Mexico (Sierra Juarez in Oaxaca) (Quist & Chapela, 2001; Piñeyro-Nelson et al., 2009). Mexico = maïs diversiteitscentrum.

66 5. Een case: Gouden Rijst

67 Gouden Rijst Ontwikkeld in 2000 door Ingo Potrykus (ETH - Zürich) en Peter Beyer (U Freiburg); Eerste ggo die een volledig nieuwe biosynthetische pathway inbouwde; Met genen uit o.a. de wilde narcis Narcissus pseudonarcissus; Hierdoor produceert de rijst β-caroteen, een precursor van vitamine A (GR1); In 2005 werd – na tegenvallende resultaten - een nieuwe variëteit ontwikkeld die 23 maal meer β-caroteen produceert ( GR2).

68 Sublicenties voor GR2 nu toegekend aan IIRI voor verdere ontwikkeling.
Gouden Rijst GR 1 - Ontwikkeld met overheidsmiddelen maar beschermd door 70 patenten; Die werden in handen gegeven van Syngenta op voorwaarde dat een Golden Rice Humanitarian Board gratis sub-licenties mag uitgeven aan veredelaars in het Zuiden de voorwaarden daarvoor zijn onduidelijk; een teler mag er niet meer dan $ 10,000 per jaar aan verdienen; Syngenta kan altijd haar intellectuele eigendomsrechten weer inroepen; tegenstanders vrezen voor een Trojaans Paard effect; Sublicenties voor GR2 nu toegekend aan IIRI voor verdere ontwikkeling.

69 Gouden Rijst Is verondersteld de strijd aan te gaan met Vitamine A-deficiëntie dat elk jaar 250,000 – 500,000 kinderen blind maakt

70 onzekerheid over het nut / de effectiviteit van GR2 blijft:
Gouden Rijst Tegenstanders worden nogal brutaal weggezet als misdadigers (holocaustreferenties); nochtans: onzekerheid over het nut / de effectiviteit van GR2 blijft: moet samen met vetten worden ingenomen; bio-beschikbaarheid variabel en verminderd bij ondervoeden; β-caroteen is niet noodzakelijk stabiel tijdens opslag en verwerking (koken)  claims over de potentiële positieve impact van GR zijn niet wetenschappelijke en vooringenomen

71 Gouden Rijst Technologische innovatie  bestendigt een probleem (monocultuur van rijst) dat vitamine A-gebrek deed ontstaan; systeeminnovatie = kansen voor diverse teelten en diëten zoals mango, bladgroenten, zoete aardappel of pompoenen.

72 6. Sociaal, politiek en wetenschappelijk verzet

73 De aardappel-case in Wetteren (2011)
DuRPh-aardappel: Duurzame Resistentie tegen Phytophthora infestans (Oömyceet) – Wageningen Universiteit; via cisgene transformatie tolerant gemaakt tegen de aardappelziekte; 26 DuRPh-variëteiten en Fortuna (idem maar van BASF; ook herbicidenresistent) getest in Wetteren; Consortium van VIB, Ugent, ILVO en Hogeschool Gent. Phytophthora infestans

74 De aardappel-case in Wetteren (2011)
Argumenten van de actievoerders: Er bestaan reeds plaagresistente biorassen: Toluca, Bionica, Sarpo Mira, en multi-resistente (tafel)aardappel-rassen in ontwikkeling  DuRPh-aardappelen bieden geen meerwaarde; Verdeeld advies van Bioveiligheidsraad; Fortuna-aardappel bevat antibiotica- resistentiegenen; Geen wetenschap: demonstratieproef i.p.v. een test; Symbool voor industrieel landbouwmodel.

75 De aardappel-case in Wetteren (2011)
Juridische afwikkeling: Eerste aanleg (2013): 11 activisten veroordeeld tot celstraffen van 3 – 6 maanden met uitstel + geldboete van 550 euro (de helft effectief); Eind 2014 voor het Gentse hof van beroep: lichtere straf: effectieve boete van 550 euro voor elke beklaagde en een celstraf van één maand + vrijspraak voor bendevorming.

76 Wereldwijd komt sterk verzet veelal uit het middenveld: Friends of the Earth – Greenpeace, Oxfam, etc. Protest is niet steeds goed wetenschappelijk omkaderd Complexe materie  veel indianenverhalen  zwakte van de tegenbeweging

77 Houding EU-onderdanen
Bevraging bij EU-burgers door de Europese Commissie (2010) omtrent de statement “De ontwikkeling van ggo-gewassen voor voedsel moet aangemoedigd worden in de EU” EU Volledig akkoord Eerder akkoord Eerder niet akkoord Volledig niet akkoord Geen mening EU 25 2005 6% 21% 29% 28% 16% EU 27 2010 5% 18% 33%

78 Filosofen mengen zich in het debat
Johan Braeckman: gentechnologie verandert de ‘essentie’ van planten veroorzaakt intuïtieve walging; bv. gouden rijst met ‘onnatuurlijke gele kleur’ Maarten Boudry: ggo-labels (gevraagd in de VS – nu al verplicht in de EU) doen vermoeden dat ggo’s mogelijks ongezond zijn Angstzaaierij (fear mongering): belemmert innovatie en technologische ontwikkeling is wel degelijk een probleem van ggo’s Labels kunnen ook gewoon ethische keuzemogelijkheden voor een bepaald model vergroten

79 Politieke verdeeldheid: bv
Politieke verdeeldheid: bv. stemming toelating Pioneer 1507 – januari 2014: In de Ministerraad Voor 5 Verenigd Koninkrijk, Zweden, Spanje, Estland, Finland Tegen 19 De rest Onthouding 4 België, Duitsland, Tsjechië, Portugal Totaal 28 In het Europees Parlement NEE JA ONTHOUDING Europese Volkspartij (EVP) 86 114 15 Sociaal Democraten 150 6 4 Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europe (ALDE) 25 44 3 Europese Conservatieven en Reformisten 11 32 Europa van Vrijheid en Directe Democratie (Eurosceptici) 21 2 Europees Unitair Links / Noords Groen Links 27 1 Groenen / Europees Vrije Alliantie 48 Niet-ingeschrevenen 18 Totaal 386 200 30

80 Ggo-vrije regios in Europa – het charter van Firenze
Geïnitieerd door Toscanië; Charter tussen Europese regionale en lokale overheden; Wil erkenning voor regionale soevereiniteit inzake ggo’s; Omvat regio’s en gemeenten; Wallonië is erbij, Vlaanderen niet.

81 Volledig geband in Venezuela, Peru en Ecuador
Ggo-bans in sommige derde wereldlanden Volledig geband in Venezuela, Peru en Ecuador Zambia weigerde ggo-maïs uit de VS als voedselhulp tijdens de hongersnood van : President Mwanawasa van Zambia op de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg (2002) “We may be poor and experiencing severe food shortages, but we aren’t ready to expose our people to ill-defined risks. […] I will not allow Zambians to be turned into guinea pigs no matter the levels of hunger in the country.”

82 Danku


Download ppt "Genetisch Gemodificeerde Gewassen"

Verwante presentaties


Ads door Google